Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Het probleem met goed en kwaad

Koen Smets
devils and angels
Meer dan we vermoeden, worden onze keuzes geleid door ons gevoel van goed en kwaad. (DALL·E)

Wiskunde en taal hebben meerdere dingen gemeen. Een daarvan is dat, net zoals in de wiskunde, in veel talen een dubbele ontkenning een bevestiging maakt. Iemand die “niet onaantrekkelijk” is ziet er goed uit en een ervaring die “niet onaangenaam” is, is meestal best plezierig. We mogen dit echter niet zomaar extrapoleren naar het domein van de moraliteit: “two wrongs make a right” (“twee slechte dingen maken één goed ding”) wordt beschouwd als een informele relevantie-denkfout. De premisse (het bestaan van het eerste slechte ding) is niet relevant voor de conclusie (het tweede “slechte ding” is eigenlijk een “goed ding”). Het feit dat je weet dat de winkelier belastingen ontduikt, praat winkeldiefstal niet goed. 

Eigenaardig genoeg heeft het omgekeerde – twee bevestigingen maken een ontkenning – wel enige verdienste. In een oud grapje betoogt een professor dat twee positieven geen negatief kunnen maken, wanneer een van de studenten achter in de zaal roept: “Yeah, right!” ("Ja, dat zal wel!"). En het morele concept van goed en kwaad, wat juist is en wat verkeerd, en het wat ongemakkelijke verband tussen meerdere “goede” zaken, uit zich ook in de keuzes die we maken.

Gemotiveerd door het juiste ding

Eerder deze week had ik een afspraak in het ziekenhuis, waar het dragen van mondkapjes nog steeds verplicht is. Bij het naderen van de ingang zag ik wel een half dozijn gebruikte mondmaskers in de berm liggen, die blijkbaar uit een volgepropte vuilnisbak naast het bushokje waren gevallen. Terwijl ik in de wachtkamer zat, bedacht ik dat er vreemd genoeg veel meer vuilnis rond deze bushalte lag dan op plekken waar helemaal geen afvalbak staat. Hoe zou dat komen?

facemask litter
Daarnet lag ik nog in de volgepropte vuilnisbak. (CC BY 2.0 Ivan Radic (Flickr))

Simpel gezegd zijn er twee soorten mensen: zij die hun vuilnis maar laten vallen waar het valt, en zij die, wanneer er een vuilnisbak staat, er hun afval netjes in deponeren en wanneer er geen is hun afval meenemen om het elders weg te gooien. De eerste categorie maakt sowieso nooit gebruik van een vuilnisbak, en zeker niet van een uitpuilende bak. De meeste troep die uit de bak is gevallen, moet dus afkomstig zijn van de tweede categorie. Maar waarom zouden zij hun gebruikte mondmasker dan niet hebben meegenomen en het, in plaats daarvan, in de overvolle vuilnisbak hebben gepropt? Ze moeten toch geweten hebben dat het eerste vleugje wind hun afval uit de bak en op de grond zal blazen? Waarom gedragen ze zich op de ene manier wanneer ze hun afval niet kunnen achterlaten wegens geen vuilnisbak, en op een andere wanneer er wel een bak is, maar zij hun afval óók niet kunnen achterlaten omdat hij bomvol zit?

De afwezigheid van een vuilnisbak, zo redeneerde ik, is voor iemand die bewust zijn afval niet zomaar achterlaat, een duidelijk teken dat hij het moet meenemen. De aanwezigheid van een bak daarentegen geeft op de een of andere manier aan dat het “juiste ding” om te doen is het afval hoe dan ook in (of bij) de bak achter te laten. Maar waarom zou iemand die er, wanneer er geen vuilnisbak staat, plichtsbewust zijn afval meeneemt hier zo achteloos handelen? Mijn vermoeden is dat de perceptie van wat juist en verkeerd is hier een rol speelt. Sommige mensen stappen in een bus of tram die overduidelijk stampvol zit, omdat zij vinden dat ze daar recht op hebben, zelfs als dat betekent dat zij (en hun medepassagiers) als sardines in een blik zullen moeten reizen. Op gelijkaardige manier zien mensen de aanwezigheid van een vuilnisbak, zelfs als die overvol is, als een recht om die te gebruiken. Het is onrechtvaardig dat ze hun afval mee naar huis moeten nemen als er een vuilnisbak staat, ook al is die vol. 

Vreemd genoeg betekent het “juiste ding” doen (hun recht op gebruik van de vuilnisbak uitoefenen) hier tegelijk ook nalaten een ander “juist ding” te doen, namelijk geen troep laten rondslingeren. Misschien vinden ze dat ze hun plicht hebben gedaan (dat is ook een “juist ding”) door hun afval in of op de bak te laten liggen, en dat het niet hun probleem is als de bak zo vol is dat de inhoud straks op de grond terechtkomt. Iemand anders heeft immers nagelaten het “juiste ding” te doen en ervoor gezorgd dat de bak op tijd geledigd werd. Dat zal hem een lesje leren!

Geen goed zonder kwaad?

Deze situatie, met twee "juiste dingen” die met elkaar in strijd zijn, is niet zo ongewoon. In zekere zin is het zelfs inherent aan het denken over keuzes in termen van goed en kwaad, want hier is weinig of geen ruimte is voor nuance in hoe goed of hoe kwaad iets is. De meesten onder ons vinden stelen bijvoorbeeld in het algemeen verkeerd. Zelfs als er omstandigheden zijn waarin we het aanvaardbaar vinden om te stelen (bijvoorbeeld om je uitgehongerde kinderen te voeden), is dat niet omdat we het dan minder verkeerd vinden. Wat we in plaats daarvan doen, is het in die specifieke situatie als juist beschouwen. 

Dit betekent dat we niet de economische afwegingen kunnen maken die elders wel kunnen. We kunnen ervoor kiezen minder vaak een koffie te kopen op weg naar het werk, zodat we meer geld hebben om naar de bioscoop te gaan, of we kunnen besluiten wat eerder te vertrekken naar het station zodat we er op ons gemak heen kunnen kuieren, in plaats van op het laatste nippertje en het traject als snelwandelaar te moeten afleggen. Maar we kunnen er niet voor kiezen iets minder juist te doen in ruil voor wat gewin, of een offer te brengen om een beetje extra juistheid te bekomen. Goed en kwaad, juist en verkeerd, ze zijn absoluut voor ons.

Conflicten behandelen we gewoonlijk vanuit een hiërarchisch perspectief: we gaan ervan uit dat er hoger en lager, goed en kwaad is. Zo kunnen we het verschijnsel van de overvolle vuilnisbak verklaren: mensen voor wie het goede ding A, "ik heb het recht om de vuilnisbak te gebruiken, ook al is hij vol", relatief hoger in de hiërarchie staat dan het goede ding B, "geen afval achterlaten", zullen hun afval in de vuilnisbak proppen, ook al beseffen ze goed dat het kort daarna op de grond zal terechtkomen (met wat gemotiveerde moreel redeneren kunnen ze zichzelf overigens sussen door vol te houden dat dit toch niet hun verantwoordelijkheid is).

Zulke conflicten betekenen echter onvermijdelijk het overtreden van het “juiste ding” dat lager staat in de hiërarchie. Door een “juist ding” te doen, worden we vaak gedwongen een “verkeerd ding” te doen. Het schoonhouden van het milieu is niet onbelangrijk, maar zijn er veel grimmiger gevallen van dergelijke conflicten. Laatst zag ik de film The Whale, waarin de hoofdpersoon, Charlie, een leraar Engels is die negen jaar geleden zijn vrouw en achtjarige dochter verliet nadat hij verliefd werd op een van zijn studenten en ze gingen samenwonen. Het is juist dat iemand bij zijn geliefde kan zijn. Het is ook juist dat een vader bij zijn dochter blijft. Door voor het eerste te opteren koos Charlie er ook voor om het tweede niet te doen – het doen van iets wat juist was leidde tot het doen van het verkeerde. Had hij het tegenovergestelde gedaan (waaruit zou zijn gebleken dat bij zijn dochter blijven hoger in zijn hiërarchie stond dan lief en leed te delen met de liefde van zijn leven), ook dan had hij evenzeer het verkeerde gedaan door het juiste te doen.

Dat is in wezen het probleem met goed en kwaad, juist en verkeerd. En jammer genoeg kunnen we er niet veel aan doen. Af en toe kunnen we misschien een kwestie uit het goed/kwaad-paradigma lichten en behandelen als een kwestie van louter voorkeur, zodat we compromissen kunnen sluiten en afwegingen maken, maar dat kan slechts in een kleine minderheid van de situaties. 

Wat alles nog erger maakt, is dat er in dit domein van goed en kwaad gewoon geen mechanisme bestaat om een juiste, objectieve hiërarchie uit te werken. We kunnen ons niet naar de juiste keuze toe redeneren. Er bestaat geen manier om onszelf te bevrijden van hartverscheurende keuzes. 

Wat juist en goed is, en wat kwaad en verkeerd is, is uiteindelijk een persoonlijk gevoel. En daarvoor moeten wij, en wij alleen, de verantwoordelijkheid nemen.

LEES OOK
Koen Smets / 15-03-2024

Overweldigd door weidse horizonten

Moderne technologie verschaft ons toegang tot een overvloed aan dingen.
horizon
Koen Smets / 08-03-2024

Juist

Wat juist is voor mij, is niet noodzakelijk juist voor jou.
alcotest2
Koen Smets / 08-12-2023

Een moeilijk evenwicht

De afweging bepaalt bijna al onze beslissingen maar we passen ze vaak niet helemaal correct toe.
500 blogs