Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Het probleem met principes

Koen Smets
cake-2-compressor

Tijdens de campagne werd aan de toenmalige leidende figuur voor het 'Leave'-kamp, Boris Johnson, gevraagd hoe hij de stekelige vraag rond het lidmaatschap van de Europese interne markt en het vrij verkeer van personen zou aanpakken, mocht zijn kant het referendum winnen. Als antwoord verwees hij naar een grap die hij jaren eerder had gemaakt (de heer Johnson is een olijkerd): "Mijn beleid omtrent cake is pro het hebben van cake en pro het opeten ervan."

Hoe grappig ook zijn uitspraak, het spreekwoord waarop ze zinspeelt illustreert een fundamentele beperking op zo goed als elke keuze die we maken. Onze levens zitten vol met schaarse middelen, en we worden dan ook geconfronteerd met een eindeloze reeks van afwegingen. Lang voor Adam Smith de moderne economische wetenschap uitvond, was men er zich wel degelijk van bewust dat het niet mogelijk was tegelijkertijd cake te hebben en hem op te eten. We moeten nagaan welke van de twee opties ons belang het beste dient, en op basis daarvan beslissen.

Zulke afwegingen zijn niet zo moeilijk wanneer de opties eenvoudig kunnen worden vergeleken, in het bijzonder wanneer ze vele eigenschappen delen. Wanneer ik je laat kiezen tussen twee bananen, identiek in alle opzichten behalve hoe rijp ze zijn, zal je voorkeur voor minder of meer  rijpe varianten je zonder veel moeite naar de vrucht leiden die je het meeste genot verschaft. Als je een auto wil kopen en een keuze hebt tussen twee voertuigen, equivalent in alle details behalve dat de ene 5% goedkoper is, dan ligt de keuze voor de hand.

Wanneer de karakteristieken meer uiteenlopen neemt de inspanning nodig om de afweging te maken toe, maar het is nog steeds best mogelijk. Als je van rijpere bananen houdt, verkies je dan een rijp exemplaar, of drie iets minder rijpe vruchten? Of als je de keuze hebt tussen twee gelijkaardige auto’s, eentje met airco maar met 30.000 km meer op de teller, en de andere zonder airco, maar met bluetooth zodat u makkelijk naar de muziek op uw smartphone kunt luisteren – welke zou je prefereren?

We moeten dit soort complexe keuzes wel vaker maken. Wanneer we geen sterke voorkeur hebben doen we zelden de moeite om systematisch uit te werken wat het optimale alternatief is. We veranderen in satisficers, mensen die tevreden zijn met elke keuze die goed genoeg is. Wanneer we wel een uitgesproken voorliefde hebben, dan is het best mogelijk dat we onszelf een tijdlang pijnigen met het afwegen en scoren van de verschillende aspecten – misschien wel met een heus spreadsheetprogramma. (Ik heb dit weleens gedaan om te helpen bij de selectie van een vakantiehuisje; nodeloos te vermelden dat over internettoegang niet kon worden onderhandeld).

Living in the immaterial world

Het kan best lastig zijn de aanwezigheid van een vaatwasser, een zicht op zee of een nabijgelgegen goede pub met elkaar te vergelijken. Maar al deze eigenschappen vertegenwoordigen een soort specifieke, herkenbare en zelfs kwantificeerbare baat – zelfs het zicht op zee, zoals de prijzen van hotelkamers in badplaatsen illustreren. De conventionele economie gaat er, in de meeste gevallen terecht, van uit dat ongelijke zaken kunnen worden vergeleken door een wisselkoers te hanteren met een gemeenschappelijke munteenheid. Bedrijven vergelijken zo zonder moeite business cases voor sterk uiteenlopende projecten. En al zijn wij mensen weliswaar wat complexer omdat we een mentale boekhouding gebruiken, ook wij gebruiken dit soort logica.

Wanneer we laat zijn voor onze trein, zullen we misschien diep in onze zak tasten voor een taxi om zeker op tijd thuis te komen om een van de kinderen een verhaal te kunnen voorlezen voor ze naar bed gaan – of niet. Dat is de afweging die we maken, en door onze keuze geven we prijs hoeveel tijdig thuis te komen ons waard is.

Je kunt zo zelfs uitrekenen hoeveel men overheeft om een bepaalde baan niet te aanvaarden. Tony Hsieh, de baas van onlinewinkel Zappos, gebruikt dit type van afweging al jaren bij het recruteren van nieuwe werknemers. Na een opleidings- en proefperiode krijgen nieuwe werknemers de keuze tussen aanblijven, of de zaak verlaten met een bonus van $ 2.000 wanneer ze besluiten dat de baan toch niets voor hen is. Volgens het bedrijf maakt 2-3% van de nieuwe mensen hiervan gebruik. Meer recent hebben zelfs oudgedienden een royaal opzegpakket aangeboden gekregen als ze niet bereid waren te werken volgens het nieuwe organisatiemodel, de zogenaamde Holacracy.

Dit illustreert hoe zelfs moeilijk te becijferen, immateriële zaken zoals tijdig thuiskomen, of een bedrijfscultuur, tot een munteenheid kunnen worden teruggebracht. En zodra je dat kunt doen, is afwegen wat best is goed mogelijk.

Dat is echter niet noodzakelijk het geval wanneer er diepe overtuigingen of principes bij komen kijken. In andere afwegingen, zelfs tussen immateriële begrippen, is er vaak mogelijkheid tot onderhandelen. Je kunt een beetje schipperen (“de pub is wat verder weg, maar er is een prachtig uitzicht op de baai”), of misschien nu een klein offer brengen om later meer te bekomen (“laten we dat zicht op zee dit jaar maar vallen, dan huren we volgend jaar een huis met een uitzicht en een zwembad”). Dat lukt niet met principes: die zijn inherent star en ondeelbaar, en lenen zich niet tot het maken van compromissen.

In de nabije toekomst zal iemand in het Verenigd Koninkrijk moeten beslissen wanneer het roemruchte artikel 50 van het verdrag van Lissabon wordt geactiveerd, en welke relatie tussen het VK en de EU het nationale belang het beste dient. Maar hierbij zijn principes betrokken: onder diegenen die ervoor kozen dat het land de EU moet verlaten zijn er nogal wat die een halt willen toeroepen aan het vrije verkeer van mensen, en de netto migratie danig willen inperken tot minder dan 100.000 per jaar (momenteel ruim 330.000). Andere 'Leave'-stemmers dragen echter het principe van de vrije handel binnen de Europese interne markt (ook wel EEA genoemd) hoog in het vaandel, en geloven dat immigratie een goede zaak is voor de economie van het land.

art50
Art. 50, makkelijker gezegd dan gedaan

Momenteel kun je enkel deelnemen aan de interne markt wanneer je ook de vier vrijheden onderschrijft: vrij verkeer van kapitaal, goederen, diensten, en ook mensen. Daarover valt niet te onderhandelen. Wil je lid zijn van de EEA? Accepteer vrij verkeer. Wil je geen vrij verkeer? Dan kun je niet in de EEA zijn.

Pragmatisme contra principes

Maar zelfs als er geen extern opgelegde spanning zou zijn tussen de twee belangrijkste fracties binnen het 'Leave'-kamp, dan nog zou het interne conflict onhoudbaar zijn. Het is erg moeilijk te zien welk soort vergelijk de afwezigheid van vrij verkeer van personen kan verzoenen met vrije handel. Ondanks Boris Johnson's grapje kun je nu eenmaal niet je cake hebben én hem opeten. Hier hebben we dus een situatie waarin een meerderheid van de kiezers die verenigd is rond één principe (geen lid zijn van de EU), tegelijk hopeloos verdeeld is rond wat ‘buiten’ zijn precies betekent. Het is niet mogelijk een oplossing voor te stellen die niet een belangrijk deel van het winnende kamp negeert. Hoe te kiezen tussen deze twee diametraal tegengestelde principes?

Misschien zou het  een pragmatische uitweg zijn, vooraleer Artikel 50 in te roepen, het democratische proces opnieuw in te roepen en het parlement – met of zonder voorafgaande verkiezingen – te laten besluiten hoe het moet. Of misschien wel opnieuw de burger om raad vragen, met een nieuw referendum. Geniaal! Ware het niet dat deze aanpak haaks staat op een ander principe: het niet breken van voorafgaande beloften. Nu is dat principe recent niet zo sterk gebleken onder sommige betrokken politici, maar zou de nieuwe premier, wie dat ook zal zijn, terugkomen op eerdere uitspraken als zouden er geen vervroegde verkiezingen komen, en geen tweede referendum?

Het is natuurlijk ook mogelijk dat, zoals sommigen al suggereren, artikel 50 nooit zal worden geactiveerd: wanneer elke handeling tot onoverkomelijke conflicten of onvermijdelijke miserie leidt, dan wordt de doe-niets-optie wel erg aantrekkelijk. Maar dat zou betekenen dat het VK bij verstek deel blijft van de EU, in een raar en wellicht vreselijk soort vagevuur. Tenzij er een vast besluit wordt genomen dat het in het belang van het land is artikel 50 niet te activeren. Helaas is ook dit in strijd met een principe, namelijk jezelf niet belachelijk maken door met de staart tussen de benen terug te keren naar waar je vertrok.

Principes laten zich niet vangen in een model waarin je zaken kunt afwegen met criteria en gewichten. Het nut dat ze vertegenwoordigen kan niet betekenisvol worden uitgedrukt in kwantificeerbare eenheden: het is pure emotie. Gelukkig gebeurt het maar zelden dat wij, als individuen, verscheurd worden door diepe conflicten tussen principes die ons nauw aan het hart liggen. Gewoonlijk kunnen onze principes best naast elkaar bestaan, en zelfs als dat niet altijd strict het geval is, dan nog zijn situaties waarin een tegenstelling ons werkelijk voor een onmogelijke keuze plaatst eerder zeldzaam.

Maar een land is niet als een individu. Er zijn verschillende groepen mensen met verschillende principes die soms diametraal tegengesteld zijn. Doorgaans is dat geen probleem omdat ze onder de oppervlakte blijven; meestal spelen ze zelfs geen belangrijke rol in het politieke proces van een indirect democratisch systeem.

Tot wanneer er een referendum wordt georganiseerd. Politiek is immers een zaak van pragmatisme, maar pragmatisme en principes zijn slechte bedgenoten. En daarom heeft een land dat, door middel van een referendum principes naar de top van de politieke katapulteert, een probleem met principes. Een gigantisch, zelfveroorzaakt, en onoplosbaar probleem met principes.

Schuif alvast een stoel bij, het spektakel belooft spannend te worden.

 

LEES OOK
Alexander Aerts / 16-04-2024

De Europese doorbraak van uiterst rechts

Uiterst rechts kan voortborduren op het huidige repressieve Europese migratiebeleid.
Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en Italiaans premier Giorgia Meloni tijdens een bezoek aan het eiland Lampedusa.
Alistair Keepe / 09-04-2024

Christendemocraten en conservatief-rechts blokkeren transparantere EU

De Europese Volkspartij en de rechts-conservatieve fractie vormen een obstakel voor meer transparantie.
Het Europees Parlement aan de buitenkant.
Robrecht Vanderbeeken / 08-04-2024

Over het democratische tekort in de begroting

Robrecht Vanderbeeken over het keurslijf van de nieuwe Europese begrotingsregels.
Close-up van een 2 euro-munt.