Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Over het democratische tekort in de begroting

Robrecht Vanderbeeken
Close-up van een 2 euro-munt.
Heel wat partijpolitieke campagnes zijn budgettair al bezegeld door de nieuwe Europese begrotingsregels. (Immo Wegman (Unsplash))

De natuurherstelwet? Allicht afgevoerd. De zorgplichtwet? Uitgekleed. Die wet verplicht bedrijven voorzorgen te nemen tegen mensenrechtenschendingen, sociale wantoestanden en milieuschade bij internationale samenwerkingen.

Na jaren onderhandelen geldt verantwoord ondernemen nu slechts voor bedrijven met meer dan 5.000 werknemers en enkel ten opzichte van directe leveranciers. Niet voor waar de meeste problemen zitten: stroomafwaarts in de aanleveringsketen.

Risicosectoren zoals textiel, mijnbouw, landbouw en de financiële sector (!) zijn alvast vrijgesteld. Winst primeert, ethiek mag geen obstakel zijn? Maar hoe vrijer de markt, hoe strakker het Europees keurslijf voor elk overheidsbeleid. Europa gaat prat op een democratisch imago, tegelijk laat het lidstaten weinig beleidsmarge.

Bancaire dwangbuis

Aan de ene kant botsen lidstaten op een bancaire agenda: de Europese Centrale Bank, niet gehinderd door democratische besluitvorming, is monetair soeverein in de geldcreatie. Het is een politieke keuze om die geldvermeerdering niet rechtstreeks aan de lidstaten te schenken, maar om dat via private banken te lenen. Inzake inkomsten kan een lidstaat zo enkel kiezen tussen belastingen en schulden.

Die schuldcreatie is een disciplinair beleidsmodel: grote investeringen vereisen zo sowieso hogere staatschulden. Dat maakt een lidstaat kredietafhankelijk van banken die zelf kunnen beslissen in hoeverre ze een lidstaat via ratings vertrouwen en daar hun rentevoet van laten afhangen.

De ECB stuurt de koers van onze economie en daarmee ook het beleid van de lidstaten

Het terugbetalen van schulden is vervolgens een aanleiding om overheidsbegrotingen te saneren, wat doorgaans neerkomt op bezuinigen op de sociale zekerheid en publieke diensten. Voor militaire uitgaven zal de geldbeurs wel wijd opengaan.

Besparen op de miljoenensubsidies aan multinationals, minder fiscale vrijstellingen voor bedrijven of een vermogensbelasting? Die opties blijven, ondanks hun democratisch draagvlak, voor de meeste beleidspartijen onbespreekbaar. De ECB stuurt dus de koers van onze economie en daarmee ook het beleid van de lidstaten.

En wat deed de ECB recent? De rente verhogen om de economische groei ‘af te koelen’. Dat moet de inflatie, vooral veroorzaakt door de overwinsten van bedrijven, onder controle houden. Terwijl de bevolking door koopkrachtverlies de scherven mag betalen, verdienen banken miljarden omdat ze zelf de spaarrentes niet verhogen maar de rentelasten op de staatschulden wel. Die duurdere terugbetaling kaapt de begrotingen.

Tegelijk knijpt de ECB onze economie af, op een moment dat de concurrentie met door de staat gesteunde multinationals uit China en de Verenigde Staten oploopt. Zo hebben de banken de touwtjes in handen van de uitgaven én de inkomsten van de lidstaten. Hoe ze daaraan trekken, is alleszins niet in het belang van onze levenskwaliteit en de toekomst van onze kinderen.

Begrotingscontrole als shocktherapie

Aan de andere kant vergrendelt een budgettaire agenda onze democratische bewegingsvrijheid nog meer. Na een pauze tijdens de corona- en de energiecrisis is het austerity-dogma weer helemaal terug.

Door de nieuwe EU-begrotingsregels zou België de komende jaren 27 miljard euro moeten besparen, de grootste bezuinigingsoperatie ooit. Absurd, want dankzij een steunbeleid en de loonindexering kwam onze economie de rampspoed goed door. België krijgt er zelfs complimenten voor.

We hebben vandaag net een investeringsbeleid nodig om grote uitdagingen aan te pakken zoals de klimaatransitie, digitale innovatie en de nood aan investeringen in de zorg en het openbaar vervoer.

Het neoliberale mantra van besparen en vermarkten heeft de vorige decennia zijn maatschappelijk failliet al meermaals bewezen, van het Globale Zuiden tot Noord-Europa. Na een rits van gereputeerde wetenschappers onderkent nu zelfs het IMF dat door een saneringsbeleid de groei dempt, de schulden stijgen en de ongelijkheid piekt. Het enige wat dan groeit, is extreemrechts.

Zo’n saneringsbeleid haalt dus de eigen doelstellingen niet, het is  een medicijn dat de patiënt doodt. Tenzij het doel elders ligt: bij een klassenoorlog die de rijken verrijkt en de samenleving de rekening doorschuift.

Het EU-begrotingsdiscours is alleszins een rookgordijn. Een lidstaat zou maar 3% begrotingstekort mogen hebben en een schuld van maximaal 60% van het bruto binnenlands product. Dat zijn arbitraire cijfers. Japan heeft een schuld van 255% en is duidelijk geen sociaaleconomisch kerkhof.

In de jaren 80 kampten wij met een begrotingstekort van 14%, wat we overleefden zonder de sociale zekerheid af te schaffen. Een tekort van 3% op één jaar zegt op zich ook weinig. De inkomsten kunnen ondertussen gestegen zijn of de overheid deed mogelijk investeringen met een multiplicatoreffect op de groei voor de volgende jaren.

Overheidsinvesteringen verdienen zichzelf dikwijls terug. Bij een meeropbrengst zou het simpelweg van slecht bestuur getuigen om dan toch maar voor een begrotingsevenwicht te kiezen. Zolang de rentevoet lager ligt dan de groeivoet, is fiscaal alarmisme paniekzaaierij in functie van een neoliberale agenda.

Schuldafbouw bepleiten stoelt overigens op het foute idee dat minder schulden sowieso beter is. Een overheid moet daarentegen investeren om aan welvaartscreatie te doen. Ze is niet ‘spilziek’, maar zorgt zo voor economische groei en maatschappelijke vooruitgang.

Het zou onrechtvaardig zijn die investeringskosten ineens te willen afschrijven op de huidige generatie, terwijl de volgende generaties er ook de vruchten van plukken. Het idee dat je een overheid met een gezin moet vergelijken, de begroting als een huishoudboekje waarbij je moet ‘sparen voor de toekomst’, is daarom misleidende en gevaarlijke onzin.

Nood aan beleidsvrijheid

Europa profileerde zichzelf steeds als een verlichte regio waar het sociaal contract het evenwicht hield tussen economische groei en maatschappelijke ontwikkeling.

Als een humane regio waar publieke diensten ervoor zorgen dat iedereen toegang krijgt tot kwalitatieve zorg en onderwijs. Een sociale regio die de rechten van de werkende mensen, in het bijzonder de vrouwen, respecteert en de zwaksten niet aan hun lot overlaat. Als een economische regio waarbij de markt ten dienste staat van de samenleving, niet andersom.

Waarom zou je op 9 juni nog gaan stemmen als de haalbaarheid van heel wat partijpolitieke campagnes budgettair al bezegeld is door nieuwe begrotingsregels?

Er zijn vandaag eenvoudige oplossingen om dat zo te houden. Zoals centrale banken die schuldpapier opkopen. Een taks op beurstransacties. Of renteverlagingen voor staatsschulden, aangezien overheden banken zoals BNP Paribas Fortis, Dexia of KBC toch hebben gered met gratis geld en ook daardoor met begrotingstekorten zitten? Of lidstaten die zélf investeren in een publieke economie die naast maatschappelijke meerwaarde ook in overheidsinkomsten voorziet? Alternatieven genoeg.

Wordt de begrotingsstrengheid eind april toch finaal goedgekeurd door het Europees Parlement, dan verdwijnt het Europa van de welvaartsstaat. We beschouwen Rusland terecht als een imitatiedemocratie waarbij Poetin de oppositie uitzuivert en zo kan winnen. Maar door al de grendels die de EU nu hanteert, neigt onze democratie evenzeer naar een spiegelpaleis.

Want waarom zou je op 9 juni nog gaan stemmen als de haalbaarheid van heel wat partijpolitieke campagnes budgettair al bezegeld is door nieuwe begrotingsregels ingevoerd eind april? Een stem voor progressieve ideeën is dan louter als een stuiver werpen in een wensput. De partijpolitieke tegenstellingen zijn zo immers buitenspel gezet: de democratische beleidsvrijheid op voorhand geneutraliseerd, de linkse oppositie de handen op de rug gebonden.

Gelukkig zijn er in mei, naast het Eurovisiesongfestival, ook nog de sociale verkiezingen. De Europese Commissie, blijkbaar in de ban van de banken, zal de volgende maanden en jaren de vakbonden tegenkomen als tegenmacht. Want ook dat is een Europese traditie: democratische vooruitgang kwam steeds van onderuit. Zondag voerden de Europese vakbonden alvast actie in Brussel: gezondheid boven winst!

LEES OOK
Alexander Aerts / 16-04-2024

De Europese doorbraak van uiterst rechts

Uiterst rechts kan voortborduren op het huidige repressieve Europese migratiebeleid.
Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en Italiaans premier Giorgia Meloni tijdens een bezoek aan het eiland Lampedusa.
Alistair Keepe / 09-04-2024

Christendemocraten en conservatief-rechts blokkeren transparantere EU

De Europese Volkspartij en de rechts-conservatieve fractie vormen een obstakel voor meer transparantie.
Het Europees Parlement aan de buitenkant.
Simon Van Dorpe, Lise Witteman / 02-04-2024

Hoofdaanklager EU: 'Criminelen verdienen miljarden met risicovrije belastingfraude'

Laura Kövesi bestrijdt tot op het hoogste niveau fraude en corruptie in de Europese Unie.
Laura Kövesi