Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Hoeveel tijd is geld?

Koen Smets
timeismoney2
timeismoney2 (credit: Joel Charbonnet CC BY)

Zo draaide ik ooit minutenlang, met de tankslang in de hand, rond een oude Fiat 500, op zoek naar de onvindbare tankklep. Uiteindelijk wees de eigenaar (die met mijn baas stond te praten) me erop dat de tank onder de kap zit (die eigenlijk de koffer is, want de motor zit achterin in zo’n bolhoedje – maar dat even terzijde).

Andere inzichten waren dan weer nuttiger: ik leerde o.m. dat een rubberlaars weinig bescherming biedt tegen het gewicht van een VW Porsche die tergend traag door het mechanisme wordt voortgetrokken, over je onoordeelkundig geplaatste voet, terwijl je probeert te blijven glimlachen bij het wegvegen van de laatste druppels van de voorruit.

De belangrijkste les was echter dat tijd geld is. Ik gaf mijn vrije tijd op tijdens de zomervakantie, maar in ruil kreeg ik elk uur 67 frank (zo’n 7 euro in hedendaags geld) plus mijn deel van de gulle fooien. Dat geld compenseerde deze 15-jarige ruimschoots voor de tijd die ik anders ongetwijfeld zou hebben zitten verkwanselen.

Tijd = geld, of tijd > geld?

Wanneer het over werk gaat, wordt het financiële equivalent van onze eigen tijd makkelijk geraamd door het geld dat we ervoor betaald krijgen. Ook zonder dat we de (onbetaalde) tijd die we besteden om van en naar onze werkplek te reizen, de transportkosten en wat al meer in rekening brengen, zitten we er toch niet zover naast.

Maar hoe beoordelen we andermans geld en tijd? Die vraag rijst wanneer we het hebben over bijdragen aan goede doelen. Denken we dat het beter is dat mensen hun tijd doneren als vrijwilliger voor een liefdadigheidsinstelling, of is het beter gewoon een financiële gift te doen? Als we enkel naar het materiële resultaat kijken en nagaan hoe effectief de inbreng is, dan is het best simpel. Wanneer iemand meer verdient in een uur met hun gewone job, dan het aan het goede doel zou kosten om iemand in te huren voor het werk dat ze dat uur als vrijwilliger zouden doen, dan is het beter cash te schenken dan tijd.

applause
De warme gloed van de erkenning (foto: Princess Theater CC BY)

Effectief altruïsme is echter niet het enige wat telt. De meeste mensen (inbegrepen velen die het tegendeel beweren), zijn begaan met iets anders dan enkel hoeveel ze kunnen betekenen voor het goede doel. Bijzonder weinig mensen doen 100% anonieme giften (d.w.z. vertellen niemand erover). Een studie door Nichola Raihani, een psycholoog aan University College London, stelde vast dat minder dan 5% van de donaties voor 110 verzoeken om bijdragen via een online platform anoniem waren. Een eerdere studie had de proportie zelfs op minder dan 2% geraamd. Waarom is dat? We zijn bekommerd om onze reputatie, en dus seinen we graag naar anderen hoe vrijgevig we wel zijn.

De vraag is, wat stuurt het sterkste signaal: tijd geven, of geld? Sam Johnson, een cognitieve psycholoog aan de universiteit van Bath, en een van de sprekers op een recente conferentie rond Cognitieve Economie, onderzocht samen met zijn collega Seo Young Park hoe men andermans vrijgevigheid beschouwt. Ze vroegen aan hun deelnemers de ‘morele loofwaardigheid’ van hypothetische duo’s te vergelijken, die ofwel geld schonken, ofwel vrijwilligerswerk deden voor een liefdadig doel (bv. huizen bouwen in een ontwikkelingsland, in een ziekenhuis werken, of helpen bij overstromingen).

Wanneer de ene helft van zo’n duo een cash gift deed die overeenkomt met een weekloon, en de andere een week lang vrijwilligerswerk deed, vond 77% van de deelnemers dat de persoon die haar tijd schonk meer vrijgevig was. In een tweede experiment bleken de deelnemers een donor als meer vrijgevig te zien wanneer die zijn tijd opofferde, zelfs als ze geloofden dat dit minder effectief was dan een financiële schenking.

We blijken dus te denken dat tijd meer waard is dan geld, en wel vanuit twee tegengestelde perspectieven. We waarderen tijd meer dan het equivalente geldbedrag dat je zou kunnen verdienen in die tijd, én we waarderen hem meer dan wat je kunt kopen met het equivalente bedrag.

Tijd als boete

Dit deed me denken aan een opmerkelijk experiment dat de Estlandse politie heeft uitgevoerd. Bestuurders die geflitst werden (en die niet eerder voor te snel rijden waren gepakt) werd een keuze gegeven tussen een geldboete, en straftijd. Wie 20 km/u of minder boven de limiet zat kon ervoor kiezen 45 minuten te wachten aan de kant van de weg, en wie nog sneller reed zou een uur moeten wachten als ze liever niet de boete betaalden.

Een van de motieven achter het experiment was dat, door bestuurders te laten wachten, de politiemensen een unieke kans hadden om een beter inzicht te krijgen in de psychologie achter te snel rijden. Maar het levert ook verschillende interessante bijkomende inzichten op.

Een eerste is ook weer hoe men het verband tussen tijd en geld ervaart. Een van de bestuurders ontsnapte blijkbaar aan een boete van 400 euro, wat meer is dan wat een gemiddelde Est verdient in een week. Maar van de 11 bestuurders die de keuze kregen opteerden er toch slechts zes voor de straftijd, terwijl vijf besloten in elk geval te dokken. Dit suggereert dat mensen hun tijd hoog waarderen – zelfs een kleinere boete zou nog een veelvoud zijn van het typische uurloon.

speedcheck
Dat gaat u… 60 minuten kosten! (foto via Postees/Scanpix)

Een tweede inzicht is dat de straftijd het idee tegengaat dat een boete een prijs is, een bevinding van een klassieke studie uit de gedragswetenschap. Ouders die een boete moesten betalen wanneer ze hun peuters laattijdig oppikten bij het dagcentrum bekeken dit simpelweg als de prijs voor wat extra opvang (ik schreef er eerder over alhier). Rationele snelheidsduivels zouden kunnen uitrekenen dat de totale kost van de boetes voor te snel rijden die ze over een periode verzamelen een klein prijsje is voor het (veronderstelde) voordeel sneller ter bestemming te komen. Dat specifieke voordeel van overdreven snelheid wegnemen plaatst de interventie in een totaal ander kader.

Bovendien is het effect van de straf onmiddellijk voelbaar – een perfect voorbeeld van de ‘T’ in het EAST gedragsveranderingsmodel: maak het bijtijds (timely). Als je dagen later pas ziet dat het geld voor je boete is overgeschreven, dan voelt dat een stuk minder gerelateerd aan de overtreding, dan wanneer je een uur lang wordt tegengehouden aan de kant van de weg, onmiddellijk nadat je werd gepakt.

Het nabije Finland hanteert het gerelateerde concept van de Dagboete: overtreders krijgen een boete die overeenkomt met het inkomen van tussen een halve dag en 60 dagen. Het motief was hier vooral sociale rechtvaardigheid (voor rijke mensen is een boete veel makkelijker te dragen). Maar de boete anders kaderen, en de straf voorstellen als het aantal verspilde dagen om de boete te betalen zou best ook wel eens de perceptie van de overtreder kunnen wijzigen. Hetzelfde geldt overigens ook voor vrijgevige mensen die meer lof willen zonder daadwerkelijk vrijwilligerswerk te moeten doen. Zij zouden hun financiële gift kunnen opvoeren als de hoeveelheid tijd die ze ervoor hebben moeten werken.

De connectie tussen tijd en geld blijkt dus niet zo simpel te zijn als de oude zegswijze beweert. Tijd kan veel meer zijn dan geld. En nagaan hoe deze ongelijkheid zich manifesteert kan allerlei mogelijkheden aan het licht brengen om ons eigen gedrag (en dat van anderen) te beïnvloeden.

Nog even een afsluitertje: het schrijven van dit stukje heeft me de enkele minuten die mijn lezers besteden aan het lezen van mijn artikels des te meer doen waarderen. Dank voor uw aandacht, en voor uw tijd!

Uitgelichte afbeelding: Joel Charbonnet CC BY