Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Suikerspinnen in het land van Jezus

Suzan De Poortere
jasmin-schellekens_suikerspin-compressor

De gemiddelde toerist zal waarschijnlijk voorbijgaan aan de Palestijnse aanwezigheid in Israël. Je moet er een geoefend oog voor hebben. Het zijn subtiele tekens in het landschap die het ons vertellen. Verlaten huizen met dicht gebetonneerde ramen in een buitenwijk van Haifa, een jongetje dat voor onze ogen opgepakt wordt in de straten van Jeruzalem, een afgebakend veld vol verwaarloosde olijfbomen. Het fonkelende water van Jisr az-Zarqa, één van de laatste Arabische stadjes aan de Israëlische kust, ineengeklemd tussen twee uitbreidende Joodse steden. Eén daarvan is Caesarea, de parel van de Israëlische kust. De stad bouwde een muur om de roep tot gebed van de muezzin van Jisr az-Zarqa niet te moeten horen.

jasmin-schellekens_suikerspin-compressor
Suikerspinnen (Foto: © Jasmin Schellekens)

Cactussen in Israël

“Kijk naar de cactussen”, zegt een jongeman in Tirat al-Karmel, een dorp net buiten Haifa. Hij draagt een t-shirt waarop in het Arabisch Falistinej staat, Palestijn. “Dit was een Palestijns dorp”, zegt hij. Het is verwilderd. Grote aaneensluitende rijen cactussen glijden vanuit de bus aan onze ogen voorbij. Overal waar je cactussen ziet, word je herinnerd aan de voormalige Palestijnse aanwezigheid. “Onze ouders en grootouders gebruikten ze om hun stuk grond af te bakenen.”

‘Lajee’ betekent vluchteling in het Arabisch. We staan op het dak van het Lajee Center, het jongerencentrum van het vluchtelingenkamp Aida in Bethlehem. We hebben 360 graden zicht over de omgeving. Ik moet opletten dat ik niet over lege hulzen van traangasgranaten struikel. Naast het centrum liggen een speeltuin en een voetbalveld. “De grond hier in Aida is per vierkante meter duurder dan in New York”, grapt onze gids Mohamed. Over de speeltuin is een net gespannen, en ook daar liggen lege hulzen van traangasgranaten. Hij vermeldt het argeloos. “We moeten netten spannen over onze enige open ruimte. Anders vallen er misschien granaten op onze spelende kinderen.”

We zien de wachttoren van het Israëlische leger. De muur slingert als een slang omheen het kamp. Vol graffiti, op sommige plaatsen zwartgeblakerd. De lichtblauwe ijzeren poort van het VN-schooltje is doorzeefd met kogelgaten. “We hebben een nieuwe ingang gekregen, zodat de kinderen uit het zicht van het leger naar school kunnen.” Onze gids vertelt het rustig. Dit is hun leven en voor hen de normaalste zaak. Boven de ingang van het kamp hangt een grote sleutel. Later zullen we doorheen de nauwe straten van het kamp een huisje binnengaan. Daar hangt ook een sleutel, een echte, die van het huis dat de vluchtende familie in 1948 heeft achtergelaten.

De sleutel is het symbool voor het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen naar hun vroegere huis. Het is Eid, het islamitische offerfeest, en de eigenaar Samir ontvangt ons hartelijk met koffie en koekjes. “Waarom blijven we hier wonen en kopen we niet gewoon een beter huis in Bethlehem, of in een andere stad in de buurt? We blijven hier omdat we het officieel statuut van vluchteling hebben. Dat geven we voor geen geld op.” Zijn twaalfjarig zoontje komt kijken. Hoewel slechts enkele tientallen kilometers van de zee verwijderd heeft hij ze nog nooit gezien. Wat zou hij doen als hij één dag vrij zou zijn? “Ik zou terugkeren naar het dorp van mijn grootvader.”

michael-dehaspe_muur-wachttore-compressor
(Foto: © Michael Dehaspe)

Ambulances in Hebron

De zon brandt. We passeren een groep soldaten. In de schaduw van een olijfboom staan ze in volle uitrusting te dollen met elkaar. Het uitzicht is indrukwekkend. Het schouwspel heeft iets idyllisch, ware het niet dat we in het centrum van Hebron zijn, één van de grootste steden van Palestina. En de soldaten staan er in naam van Israël, de bezetter. Muhannad en Mutasem van de jongerenorganisatie ‘Youth Against Settlements’ nemen ons mee naar hun wijken, waar straten plots onderbroken worden, en ramen zonder ijzeren hekken niet te vinden zijn. De marktplaats is verdoken en overdekt zoals een kooi.

“Anders werpen de kolonisten hun vuilnis op ons. Daar waar vroeger het hart van hun stad was, is het nu verlaten, omgeven door checkpoints die de kolonisten in het centrum beschermen moeten.” Ik kan er niet aan wennen, zo een draaiend metalen hek omgeven door soldaten met machinegeweren. De Palestijnen hebben geen andere keuze. Als zij een ambulance bellen, moeten ze hopen dat heel veel mensen op hun plaats aan de telefoon zitten. Je belt de Palestijnse Rode Halve Maan (het islamitische Rode Kruis), die belt een Engelstalige tussenpersoon, die belt de Israëlische autoriteiten, die belt de commandant van het leger, en die informeert de soldaat aan het checkpoint dat de ambulance doorgelaten moet worden. En dan hopen dat die niet net op het toilet zit.

Bedoeïenen in bezet gebied

Hamza is zestien en hij heeft zijn witte sjaal om zijn hoofd gebonden, zoals je dat ziet op foto’s van traditionele bedoeïenen. Hij draagt wel gewoon een t-shirt en een jeans en begeleidt ons door de woestijnachtige heuvels van zijn kamp. Zijn oom Jameel volgt. De vrouwen blijven achter in het kamp om eten voor ons te maken.

Het uitzicht is adembenemend. Okergele rotsen zover je kunt kijken. Als je enkel voor je uitkijkt tenminste. Wanneer ik mij omdraai, kan ik de rode daken van de netjes in rijen gebouwde huizen van een illegale Israëlische nederzetting zien. Bedoeïenen zijn nomaden. Hier in het bezette gebied durven ze niet rond te trekken. Wanneer ze terugkomen, hebben Israëlische kolonisten misschien een eerste trailer neergepoot om een nieuwe nederzetting te bouwen.

Ik besluit enkel nog voor mij te kijken. Wanneer we de top van de berg bereiken, dringt het besef tot mij door. Dit is heilig land voor zoveel religies. Zelfs de agnost en atheïst worden stil bij de aanblik van de zon die ondergaat boven het grillige silhouet van Jeruzalem. Aan de andere kant komt een volle roze maan op boven de Dode Zee en Jordanië. Het is al donker wanneer we in de grote tent ontvangen worden op een feestmaal, dat op traditionele wijze in een gat in de grond urenlang voor ons gerookt werd tot het goddelijk smaakte. Het zullen de foto’s van die avond zijn die ik thuis zal tonen. De zonsondergang, de tent, de indringende ogen van Hamza en Jameel. De weerbaarheid die in hun huid gegrift staat.

De ontnuchtering komt een maand later, wanneer ik op sociale media foto’s zie van hoe hun kamp met bulldozers ontruimd wordt.

michael_dehaspe_hamza-zonsonde
Hamza (Foto: © Michiel Dehaspe)

Epiloog

Ik zal nooit de avonden in Nazareth en Bethlehem vergeten. We vierden er feest op de opzwepende muziek die het begin van het Offerfeest inluidde. We dronken er Palestijns bier en kochten suikerspinnen die met behulp van een generator in de koffer van een oude auto gespind werden. We zagen de falafelballetjes pruttelen in het vet. We probeerden zoete yoghurtdrankjes en onderhielden een conversatie in gebroken Arabisch met een taxichauffeur. We dronken Belgisch Kasteelbier op een terrasje en betaalden met New Israeli Shekel. We bewonderden de trots en schoonheid van de kleurrijk gesluierde Palestijnse vrouwen. We zagen vuur branden in groene, bruine en zwarte ogen.

LEES OOK
Karl van den Broeck / 27-04-2024

Hoe lang kan een partij een verrader in haar rangen dulden?

Het net rond Vlaams Belang-parlementslid Filip Dewinter is helemaal gesloten en toch blijft hij op post.
Dewinter en Van Grieken
De Helpdesk / 27-04-2024

'Help, zogenaamde democraten steken mij de loef af!'

Deze week kreeg De Helpdesk een in zijn eer gekrenkte dictator aan de lijn.
De Helpdesk met Bashar al-Assad
Koen Smets / 26-04-2024

Snel denken, verkeerd denken

Snel denken is een adaptieve eigenschap die ons goed van pas komt.
marathon