Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Lokale parlementen kunnen Europa redden

Peter Bursens
30540484595_7fc5445e85_k-2

Europese integratie (en bij uitbreiding globalisering) staat voor open grenzen, vrijhandel en een kosmopolitische houding zoals openstaan voor diversiteit. Er heerst een grote consensus onder economen en sociale wetenschappers dat deze combinatie van waarden economische groei en meer welvaart heeft opgebracht. De Europese Unie is de vertaling hiervan: de creatie van een interne markt en een gezamenlijk extern handelsbeleid.

Verdeling van de taart

Een cruciale observatie hierbij is dat toegenomen welvaart hoofdzakelijk een geaggregeerd fenomeen is gebleken. De EU en de meeste lidstaten zijn er in hun geheel wel op vooruitgegaan, maar de integratie heeft over de lidstaten heen en binnen elke lidstaat winnaars en verliezers opgeleverd. Voorbeelden van verliezers zijn economisch kwetsbare groepen en sectoren die door de open grenzen concurrentie op de arbeidsmarkt hebben gekregen of hun werkgever hebben zien verhuizen naar andere landen. Deze groepen zijn lange tijd onder de radar gebleven omdat ze hun stem niet lieten horen of zelfs niet uitbrachten. Recent zijn hun bezorgdheden opgepikt door radicaal-links-populistische en vooral rechts-populistische partijen in zowat alle EU-lidstaten (PVDA/PTB, Front National, PVV, UKIP). Deze partijen stellen oplossingen voor die lijnrecht ingaan tegen de kosmopolitische consensus van de traditionele partijen. Ze keren zich tegen globalisering, open grenzen en vrijhandel en pleiten voor economisch en cultureel protectionisme waardoor internationale concurrentie geweerd kan worden en nationale identiteit en waarden gevrijwaard. Het doel is dan de ‘eigen’ verliezers van de globalisering te beschermen. Uit deze strategie volgt uiteraard ook het verwerpen van de Europese Unie zelf.

Indien de traditionele voorstanders van Europese integratie in de lidstaten de EU als welvaart creërend instrument willen behouden, dan moeten ze de ontevreden verliezers van de globalisering tegemoetkomen, zonder de open grenzen en het vrij verkeer in vraag te stellen. Met andere woorden, integratie zorgt ervoor dat de taart langzaam groter wordt, het komt erop aan om de taart beter te verdelen, zodat meer mensen een (groter) stuk krijgen en de smaak van de taart weer gaan waarderen.

Meer herverdelende beleidskeuzes op het Europese niveau zijn maar mogelijk als daarover een echte politieke strijd kan gevoerd worden, waarbij het duidelijk is voor kiezers (winnaars én verliezers van globalisering) wat de beleidsopties zijn. Dat zou kunnen door, zoals Guy Verhofstadt voorstelt, de vlucht vooruit te kiezen en van de EU een echte federale staat te maken. Dit betekent bijvoorbeeld een rechtstreekse verkiezing van de voorzitter van de Europese Commissie zodat die als leider van een Europese regering onder controle komt van het Europees Parlement. Dit veronderstelt echter dat de EU één grote politieke ruimte kan worden. Gezien de diversiteit (alleen al in talen) is de creatie van zo’n Europese publieke sfeer echter een doodlopend spoor.

Europese discussie in nationale politiek

Een meer haalbare optie is om Europa binnen te trekken in de nationale politiek. Wat de agenda van Magnette ook is, zijn optreden in het CETA-dossier heeft de belangrijke verdienste dat de Europese Unie en, veel belangrijker, de inhoudelijke beleidskeuzes, het voorwerp zijn van discussie in nationale politieke arena’s. Politieke partijen en parlementsleden worden nu gedwongen om een standpunt in te nemen over Europese thema’s en hierover met hun kiezers in debat te gaan.

In tegenstelling tot andere landen zijn in België dossiers met een Europese oorsprong te lang onder de oppervlakte gebleven. Na de schuldencrisis en de vluchtelingencrisis is CETA een nieuwe opportuniteit om Europese dossiers een centrale plaats te geven in de binnenlandse politiek. Uit alle vergelijkende studies blijkt dat de Belgische parlementen het minst met Europese dossiers bezig zijn. Nochtans heeft zo’n driekwart van de regelgeving waarover de Belgische parlementen beslissen een Europese oorsprong. Ook over de CETA-onderhandelingen werd nauwelijks gedebatteerd of een standpunt ingenomen (ook niet door het Waalse Parlement trouwens). Zo kan je uiteraard niet op de inhoud wegen, bijvoorbeeld om te bekomen dat de opbrengsten van het verdrag ook ten goede komen aan degenen die bij het verdrag verliezen.

Magnette schreef 15 jaar geleden als academicus al over de legitimiteit van de Europese Unie. Wat hij vandaag naar aanleiding van CETA doet, is niet alleen een politiek spel spelen. Hij brengt zijn wetenschappelijk werk in de praktijk door inhoudelijke standpunten in te nemen. Hij bewijst daarmee de Europese integratie een heel grote dienst. Politisering van de Europese beleidskeuzes is het beste wat de Europese Unie kan overkomen omdat het de kans biedt de beleidskeuzes bij te sturen, bijvoorbeeld door de verliezers van de globalisering te compenseren.

CETA heeft wat in gang gezet, hopelijk blijft het gaande en worden Europese thema’s (en niet de EU zelf) de inzet van de regionale, nationale en Europese parlementsverkiezingen in 2019. De democratie zal erbij winnen.

 

LEES OOK
Karl van den Broeck / 27-04-2024

Hoe lang kan een partij een verrader in haar rangen dulden?

Het net rond Vlaams Belang-parlementslid Filip Dewinter is helemaal gesloten en toch blijft hij op post.
Dewinter en Van Grieken
De Helpdesk / 27-04-2024

'Help, zogenaamde democraten steken mij de loef af!'

Deze week kreeg De Helpdesk een in zijn eer gekrenkte dictator aan de lijn.
De Helpdesk met Bashar al-Assad
Koen Smets / 26-04-2024

Snel denken, verkeerd denken

Snel denken is een adaptieve eigenschap die ons goed van pas komt.
marathon