Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De wet van de sterkste in de Europese Commissie

Walter De Smedt
shutterstock_273008213
(Foto: Shutterstock © Ugis Riba)

Volkomen buitengerechtelijk

De overbevraging van de rechter doet zoeken naar andere wijzen van het afhandelen van conflicten. Daarbij gaat de aandacht naar de wijze waarop zakenadvocaten werken. Dat verschilt behoorlijk van de werkwijze van de gewone advocaat waarop de burger vroeg of laat beroep moet doen. Een zakenadvocaat heeft een bijzonder cliënteel en dat bestaat veelal niet uit gewone burgers maar uit grote nationale of multinationale vennootschappen. Een zakenadvocaat wacht niet tot een dossier voor de rechtbank komt: hij denkt vooruit in termen van hoe hij de zaak kan sturen, de rechtbank vermeden kan worden, er tussen partijen een compromis kan worden gevonden. Wanneer het om echt grote zaken gaat, komt hij reeds tussen om de bestaande wet vroegtijdig te ontwijken of deze naar het belang van de cliënt te wijzigen. Daarom vind je deze grote kantoren reeds in het lobbywerk dat aan de wetgeving vooraf gaat, worden zij als experts ingeschakeld in de voorlichting van de wettenmakers, treden zij ook nadien op indien er feitelijke betwistingen ontstaan. Hun werkwijze wordt helemaal succesvol wanneer zij tenslotte ook rechter worden in de volkomen buitengerechtelijke afhandeling door een arbitrage of een schikking.

Wanneer het over de afhandeling van geschillen tussen dergelijke vennootschappen onderling gaat, is de weerslag van deze specifieke werkwijze voor de gewone burger niet voelbaar. Wanneer het om conflicten tussen een vennootschap en de burger of tussen een vennootschap en de staat gaat, ligt dat anders. Wanneer een multinational betrokken is, speelt vooreerst het gegeven dat zulke bedrijven vaak veel machtiger zijn dan de staat zelf. In de klassieke afhandelingswijze door het eerlijk proces wordt deze overmacht weggewerkt door de gelijke behandeling in een openbare, onafhankelijke en onpartijdige procesvoering. In de arbitrage door buitengerechtelijke - en veelal door zakenadvocaten bevolkte - colleges spelen de voorwaarden van het 'due process' niet, is er geen openbaarheid, en omdat dezelfde advocaten ook voor de partijen optreden, is er ook geen onafhankelijkheid of onpartijdigheid.

In deze specifieke werkwijze wordt niet alleen het belang van de gewone burger ontweken, maar wordt ook de macht van de staat om zijn eigen wetgeving te doen eerbiedigen ondermijnd. Dat is het gevaar van een buitengerechtelijke afhandeling: de “Rule of Law” wordt vervangen door de “Rule of Power”.

Fundamenten

Het zoeken naar andere werkwijzen dan de gerechtelijke is een begrijpelijke ingesteldheid om het sneller en eenvoudiger te doen gaan. Vraag is evenwel of daarbij de fundamenten waarop het geheel steunt moeten worden gewijzigd: moeten de waarborgen niet in het om het even welke wijze van afhandeling blijvend worden gehandhaafd?

In de afkeuring door het Belgisch Grondwettelijk Hof van de afkoopwet, de wet die toelaat een minnelijke schikking te maken zonder effectief rechterlijk toezicht, kreeg deze vraag een duidelijk antwoord: het moet openbaar gebeuren door een onafhankelijke en onpartijdige rechter, en dit toezicht moet ook daadwerkelijk zijn. Bij deze afkeuring steunde het Hof zich niet alleen op de nationale, maar even zeer op de supranationale regelgeving.

Macht van de sterkste

Het begrip zelf kan tot verwarring leiden: de handel mag dan vrij zijn, de afhandeling van mogelijke conflicten daarbij mag dat niet: indien de waarborgen voor een behoorlijke afhandeling wegvallen is er immers geen vrijheid meer, dan geldt de macht van de sterkste.

In de huidige reglementering van de internationale vrijhandel is deze verwarring echter duidelijk aanwezig: ondanks de universele geldingskracht van de “Rule of Law” en het “Due Process”, wordt de conflictafhandeling in de nu voorgestelde verdragen, het CETA en het TTIP, bij wijze van arbitrage geregeld. Daarover werd lang het stilzwijgen bewaard. Door het verzet van één regio kwam de problematiek evenwel op de voorgrond. En plots werden politici, rechtspractici en academici, die er voorheen geen graten in zagen, toch wakker. En het verzet groeit: dit is niet meer eerlijk!

Hoe kon het dan zover komen? Waarom werden de nu opgeworpen elementen niet vroeger onderkend?

Draaideuren

Buiten het fenomeen van de door zakenadvocaten gevolgde werkwijze is er een ander element dat tot verwarring heeft geleid. Het Corporate Europe Observatory (CEO), dat de bevoorrechte toegang en de invloed van vennootschappen en hun lobbygroepen op de EU-politiek onderzoekt en toelicht heeft er een verklaring voor: “revolving doors”, het draaideursysteem tussen de politiek en de door de politiek getroffen industrie.

Het CEO stelt vast dat 9 van de 29 gewezen Europese commissarissen die hun ambt in 2014 neerlegden door het draaideursysteem zijn gegaan en opdrachten hebben gekregen in andere organisaties die banden hebben met de grote zakenwereld, wat het gevaar doet ontstaan van een ongezond nauwe relatie tussen de EU executieve en privébelangen. Volgens het rapport van deze waakhond zouden minstens vier commissarissen wegens mogelijke belangenvermenging geen toelating hebben mogen krijgen voor hun nieuwe activiteiten: Viviane Reding in the mining company Nyrstar 1, Agfa Gevaert, and the Bertelsmann Foundation; Siim Kallas als consultant voor IT company Nortal; Neelie Kroes die op de payroll van de Bank of America Merrill Lynch staat; en Karel De Gucht wegens banden met de firma CVC en Merit Capital, telecom company Belgacom ( Proximus); en gewezen Commissie-president José Manuel Barroso, zelf aanwezig op “the corporate lobby-fests of the European Business Summit and Bilderberg Conference.

shutterstock_273008213
(Foto: Shutterstock © Ugis Riba)

Bewust

Het heeft lang geduurd, maar blijkbaar is het middenveld wakker geworden: de bewustwording dat de verwarring tussen de wijzen van conflictafhandeling, de rol van de grote zakenkantoren en de mogelijke belangenvermenging door de'draaideuren' ten koste van het maatschappelijk belang gaat, wordt iedere dag groter: uiteindelijk dringt het door dat het hier niet enkel om een technisch-juridische twist gaat, maar dat het ook om een belangrijke wijziging van het maatschappijbeeld gaat.

De gevolgen van de nieuwe werkwijze is zelfs een aantasting van de belangrijkste naoorlogse verworvenheden: de rechtsstaat en de welvaartsstaat. Beide zijn immers gesteund op het gelijkheidsprincipe tussen alle burgers, en dat geldt niet alleen voor de regelgeving over de rechten en plichten, maar evenzeer voor de wijze waarop een geschil daaromtrent moet worden beslecht, over de te volgen procedures en wie deze op welke wijze moet toepassen.

Tijdsdruk

De wil om de nieuwe wijze van conflictafhandeling door te zetten is evenwel hardnekkig, en dit zowel nationaal als internationaal. Hoewel in eigen land het Grondwettelijk Hof de afkoopwet afkeurde, blijft er verzet tegen een opvolging van deze duidelijke en rechterlijke beslissing. De justitieminister belooft beterschap en het college van procureurs-generaal heeft de toepassing van het arrest on hold gezet en de mogelijkheid van minnelijke schikkingen bevroren. Dat hoefde niet, want het volstaat deze schikkingen aan de rechter voor te leggen wat overigens voorheen ook kon.

Het verzet van de Waalse regio tegen het CETA wordt als een enkel politieke zet van een politieke partij afgedaan en de druk om het op te geven is enorm. Tijd voor bezinning is er niet meer. Daarin zit nog wel het grootste gevaar: onderhandelingen worden jaren vertrouwelijk gehouden, het openbaar debat vermeden, en wanneer er moet gestemd worden gebeurt dat langs een potpourri of onder druk van de tijd. Dat de kloof met de burger daardoor alsmaar groter wordt, bevestigt de ingesteldheid van de politieke verantwoordelijken: wat de burger ervan denkt is hun zorg niet.

Dat is wellicht de grootste tegenspraak die je in deze materie kan bedenken. Regels dienen niet voor wie ze maakt, noch voor wie ze moet toepassen: het zou allemaal de burger en de maatschappij moeten dienen.

Op een drafje

De commentaren op de houding van Wallonië bevestigen waar het om gaat. Europees Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker ontkende dat er druk werd uitgeoefend om het verzet te staken. Tegelijk deed hij niet anders dan dat en raadde hij België zelfs aan “om na te denken over zijn interne structuur voor de ondertekening van internationale akkoorden”. Benoît Lutgen, de voorzitter van CDH, die door Juncker persoonlijk werd vermaand, antwoordde dat het wél gebeurde: “met diplomatieke bewoordingen die toch erg duidelijk zijn. Er waren, op een gedempte manier, bepaalde insinuaties die duidelijk maakten dat we moesten opletten... Dat er consequenties zouden zijn voor Wallonië. Druk die in mijn eigen ogen absoluut onaanvaardbaar is.”

Volgens de CDH-voorzitter had Juncker beter zelf actie ondernomen en moed getoond, door bijvoorbeeld de Europese Commissaris voor Digitale Economie Jurgen Oettinger te ontslaan. Die laatste bestempelde het Waals gewest als “een micro regio die geleid wordt door communisten”. De Canadese premier Justin Trudeau daarentegen is tevreden dat het verdrag voor een vinnig debat in Wallonië heeft gezorgd omdat het eigen is aan een democratie om geconfronteerd te worden met uitdagingen: ”Eén van die uitdagingen is geconfronteerd te worden met een oppositie die ons op elk ogenblik kan vragen om aan te tonen dat de beslissing die we aan het nemen zijn, de goede is. Het is essentieel in een democratie om meerdere stemmen te horen die hun bekommernissen kenbaar maken.” De eerste minister van Québec, Philippe Couillard, had een nog duidelijker discours: hij bedankte Wallonië om het CETA verbeterd te hebben. “Het is positief erin geslaagd te zijn deze kwestie te hebben verhelderd zonder de tekst van het CETA te veranderen. Omdat dit onderdeel niet in werking zal treden voor de ratificatie door de nationale parlementen, geeft ons dat de tijd om de kwestie van de arbitragerechtbanken correct te behandelen.“

Het Waalse verzet is geen verzet tegen de vrijhandel, reden waarom aan het verdrag zelf niets moest worden gewijzigd. Het verzet gaat over een breder fenomeen: de almacht van de multinationals, hun invloed op de Europese besluitvorming en het gebrek aan democratische besluitvorming in de Europese Commissie dat daarmee samen loopt. Het is hetzelfde fenomeen dat ook in het Belgische justitiebeleid zorgt een afhandeling van conflicten buiten de rechter, voor de afkoopwet, en de voortzetting van de evolutie van de uitgebreide minnelijke schikking.

Waar de Canadese ministers het in een democratie normaal vinden dat voor het regelen van “de correcte rechtbanken” de tijd wordt genomen moet het bij ons, net als in de EU-commissie, op een drafje. Waarom? Omdat ook bij ons dezelfde oorzaken spelen als deze die in de Europese Commissie werkzaam zijn.

 

LEES OOK
Karl van den Broeck / 27-04-2024

Hoe lang kan een partij een verrader in haar rangen dulden?

Het net rond Vlaams Belang-parlementslid Filip Dewinter is helemaal gesloten en toch blijft hij op post.
Dewinter en Van Grieken
De Helpdesk / 27-04-2024

'Help, zogenaamde democraten steken mij de loef af!'

Deze week kreeg De Helpdesk een in zijn eer gekrenkte dictator aan de lijn.
De Helpdesk met Bashar al-Assad
Koen Smets / 26-04-2024

Snel denken, verkeerd denken

Snel denken is een adaptieve eigenschap die ons goed van pas komt.
marathon