Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De gelukkige Nobelprijslaureaat

Koen Smets
Koen Smets
Koen Smets
Koen Smets
Koen Smets

De paper vindt u hier, maar ik vat hem graag even samen. Deaton beschrijft, samen met een eerdere Nobellaureaat economie, de psycholoog Daniel Kahneman, de resultaten van een onderzoek naar de rol van inkomen op geluk, gebaseerd op data van een peiling waaraan 450.000 Amerikaanse burgers deelnamen. De vraag in welke mate hoeveel we verdienen verband houdt met hoe gelukkig of ongelukkig we ons voelen, leidt al langer tot controverse.

Robert Easterlin, naar wie de Easterlin Paradox is genoemd, stelde dat levenstevredenheid weliswaar toeneemt met het gemiddelde inkomen, maar slechts tot een bepaald punt – meer specifiek: naarmate een land rijker is, worden de inwoners niet gelukkiger als ze zelf meer materieel welstellend worden. Betsey Stevenson en haar echtgenoot Justin Wolfers bekeken de data opnieuw (over een langere periode), en zij vonden dan weer geen bewijs voor een verzadigingspunt: het verband tussen BBP per capita en subjectief welzijn is altijd duidelijk en positief.

raymondgelukkig
Gelukkig zijn: daarvoor wil hij alles geven – maar je moet het wel eerst hebben.

Drie problemen

Een van de problemen met het interpreteren van onderzoeksconclusies rond inkomen en geluk is volgens Deaton en Kahneman het feit dat men vaak niet het essentiële onderscheid maakt tussen een verandering en een permanente situatie. Wanneer onderzoek uitwijst dat “een duurzaam huwelijk ongeveer evenveel waard is als $100.000 per jaar” (75.000 euro), dan denkt men onwillekeurig in de eerste plaats aan hoe men zich zou voelen met een salarisverhoging van die omvang. Dat gevoel dooft echter snel uit, en het verschil in hoe gelukkig Tom zich voelt, met zijn inkomen van $50.000, en hoe gelukkig Karel, die $150.000 verdient, zich voelt, is veel kleiner dan de vreugde (of de ellende) die zij zouden ervaren als ze van plaats zouden wisselen.

Een tweede probleem is dat veel onderzoek zocht naar een lineair verband tussen geluk en inkomen. Dat lijkt niet zo gek, tot men zich realiseert dat de manier waarop we de kwantitatieve aspecten van de wereld (zoals geluid en licht) ervaren niet lineair is, maar exponentieel. Een persoon die in zijn eentje in de handen klapt produceert waargenomen geluidsniveau van 60 dBA. Als negen anderen hem volgen, dan bereiken ze met hun tienen een niveau van 70dBA (wat we ervaren als dubbel zo luid). Maar om 80dBA te halen heb je geen 20, maar 100 applaudissanten nodig. Op dezelfde manier zal het effect op het geluksgevoel dat een extra $100 oplevert voor een steuntrekker veel groter zijn dan voor iemand met een salaris van $100.000. Maar wanneer je het inkomen van beide personen verdubbelt, dan zal het effect voor beiden ongeveer hetzelfde zijn.

applaus
Hoe luid moet het zijn?

Maar het allerbelangrijkste inzicht is dat men een onderscheid moet maken tussen twee componenten van het subjectieve welzijnsgevoel: het emotionele welzijn (ervaringen van bijvoorbeeld vreugde, verdriet, en stress) en een meer algemene levensvoldoening (zij noemen het life evaluation). Voor het eerste facet werd gepeild naar emotionele ervaringen de dag voor de bevraging; het tweede aspect steunt op de Cantril-schaal, van 0 (het slechtst mogelijke leven dat men zich kan voorstellen) tot 10 (het best mogelijke leven) waarop de ondervraagde zich denkt te bevinden.

Twee soorten geluk

Wanneer die twee elementen worden onderkend, tekent zich een duidelijk beeld af. Voor het emotionele element beschouwden Kahneman en Deaton drie dimensies: positive affect (glimlachen, gevoelens van geluk en genot), not blue (geen gevoelens van zorg en droefheid), en stress free (geen gevoelens van stress de vorige dag). Daarnaast onderzochten ze, aan de hand van de Cantril-ladder, hoe personen hun leven evalueren.

De resultaten tonen dat de meeste mensen best wel gelukkig zijn, en behoorlijk tevreden met hun leven. Maar wat opvalt is dat de emotionele uitkomsten inderdaad verbeteren naarmate het inkomen hoger is – tot op zekere hoogte (hier ergens tussen de $80.000 en $100.000, een beetje eerder voor stress). Anders gezegd: armoede maakt dat de factoren die leiden tot ongelukkige gevoelens (zoals ziekte of eenzaamheid) meer doorwegen. Daarnaast blijkt ook dat de algemene levensvoldoening blijft toenemen samen met het inkomen, zonder een plafond te bereiken (althans niet binnen de grenzen van deze studie.

deatonkahneman
Bron: High income improves evaluation of life but not emotional well-being, Kahneman & Deaton, 2010

 

Kahneman en Deaton benadrukken dat het essentieel is verandering van verschil te onderscheiden: het is niet omdat iemand die $150.000 verdient ongeveer even gelukkig is als iemand met een inkomen van $100.000, dat iemand die een salarisverhoging van $100.000 naar $150.000 krijgt daarmee niet gelukkig zal zijn (of dat iemand die een equivalent loonverlies lijdt daarom niet ongelukkig zal zijn). Wat de bevindingen suggereren is dat, boven een zeker stabiel inkomen, het emotioneel welzijn beperkt wordt door andere factoren dan inkomen.

De auteurs geven nadrukkelijk geen beleidsadvies in hun paper, maar ze wijzen er wel op dat er een onvermijdelijke afweging moet worden gemaakt voor wie wil ingrijpen op het algemene welzijn: is het belangrijker dat men zichzelf in staat ziet zijn (materiële en andere) doelen te bereiken? Of moet het emotionele welzijn primeren? En die afweging treft – meer nog dan beleidsmakers – elk van ons.

We maken immers allen keuzes waarin we emotionele uitkomsten opofferen zodanig dat we beter een doel kunnen nastreven, of omgekeerd (en dat gebeurt vaak zonder dat we ons daarvan helemaal bewust zijn). Wie ’s ochtends naar zijn werk trekt geeft de kans op om de dag samen door te brengen met partner, kinderen of vrienden, in ruil voor extra financiële zekerheid (wat voor velen een doel is). Maar ook: wie deeltijds gaat werken om meer tijd te hebben voor familie of hobby offert materiële voordelen op in ruil voor een vorm van emotioneel gewin.

Er zijn twee belangrijke leerpunten uit het onderzoek van Deaton en Kahneman. Ons subjectieve welzijnsgevoel wordt bepaald door twee parallelle aspecten die niet mogen worden verward: enerzijds onze directe, dagdagelijkse emotionele ervaringen, en anderzijds een bredere evaluatie van hoe ons leven zich aandient. En voor deze tweede factor blijkt een hoger inkomen altijd met een betere uitkomst te correleren: al zullen Marc Coucke of Bill Gates zichzelf typisch hoger scoren op die schaal dan u en ik, ook zij zullen zich niet helemaal bovenaan de ladder plaatsen – het is altijd mogelijk, ook voor Marc of Bill, zich een nóg beter leven voor te stellen.

deatonhappy
“I’m happy, I feel like a room without a roof”

En Angus Deaton zelf? In het Londen van de sixties was zijn leven naar eigen zeggen miserabel: hij kon nauwelijks de huur betalen, had niet genoeg geld voor de Tube en kon zich zelfs niet veroorloven een pint te gaan pakken met zijn vrienden. Maar in het BBC-radioprogramma More or Less schatte hij zijn geluksgevoel net voor het gedenkwaardige telefoontje uit Stockholm op 7 of 8, en daarna zelfs nog een trapje hoger op 9. Dat extra opstapje komt voor hem vooral door de waardering voor zijn werk die hij nu krijgt van zijn collega’s-economen en van de pers.

En toch... mocht geld echt niet gelukkig maken, zou de Zweedse academie dan niet gewoon enkel een oorkonde uitreiken? Deaton zelf geeft toe dat hij dat miljoen dollar in elk geval wel kan appreciëren.

(Meer) geld maakt ook hem (meer) gelukkig.

LEES OOK
Karl van den Broeck / 27-04-2024

Hoe lang kan een partij een verrader in haar rangen dulden?

Het net rond Vlaams Belang-parlementslid Filip Dewinter is helemaal gesloten en toch blijft hij op post.
Dewinter en Van Grieken
De Helpdesk / 27-04-2024

'Help, zogenaamde democraten steken mij de loef af!'

Deze week kreeg De Helpdesk een in zijn eer gekrenkte dictator aan de lijn.
De Helpdesk met Bashar al-Assad
Koen Smets / 26-04-2024

Snel denken, verkeerd denken

Snel denken is een adaptieve eigenschap die ons goed van pas komt.
marathon