Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

The voice van een banaan

Koen Smets
Koen Smets
Koen Smets
Koen Smets
Koen Smets

De vragen lijken op het eerste zicht simpel – op het simplistische af, makkelijk als je snel en intuïtief antwoord wil geven. Maar sta er even langer bij stil, en het blijkt allemaal toch niet zo eenvoudig te zijn. “Pensioen na een vast aantal jaren, of op een vaste leeftijd”, bijvoorbeeld. Hoe moet je daar nu tussen kiezen als je van mening bent dat de beste manier om met pensioenen om te gaan is iedereen zelf de afweging te laten maken: vroeger met pensioen, maar dan wel minder pensioen, of een hoger pensioen, maar dan wel langer werken?

Of de vraag over het brugpensioen: mag dat wel, of niet, vóór 60? Waarom wordt ervan uitgegaan dat er überhaupt een brugpensioen moet zijn? Misschien is dat een idee dat beter helemaal wordt afgevoerd – maar neen, dat handige schuivertje gaat niet ver genoeg om die voorkeur aan te geven. Bij de vraag over het onderwijs wordt gepeild naar de manier waarop scholen zouden moeten worden geëvalueerd: aan de hand van de prestaties van de beste leerlingen, of van het gemiddelde van alle leerlingen? De kwaliteit van onderwijs wordt het beste gemeten door te kijken naar de vooruitgang van één of meerdere leerlingen: het verschil tussen waar ze stonden bij het begin, en waar ze staan aan het einde van een periode. Zou dat zijn wat hier bedoeld wordt met ‘prestaties’? Of gaat het gemakshalve gewoon om de cijfers die behaald worden aan het einde van het jaar – waarbij minder begaafde leerlingen, ook al hebben ze een enorme vooruitgang geboekt, het gemiddelde resultaat naar beneden halen?

Zo zijn er nog wel wat: “kerncentrales, openhouden of niet” (wat is het alternatief?) en “vermogenswinstbelasting invoeren, ja of nee” (die bestaat toch al, bijvoorbeeld de belasting op interesten en dividenden?) Maar goed, men mag niet te kritisch zijn: mogelijk heeft het merendeel van de kiezers geen behoefte aan diepergaande analyses om tot een “weloverwogen” keuze te komen.Die zou dan moeten voortkomen uit het vergelijken van de keuzes die men zelf maakt, met die van de diverse politici – zeker wanneer men in staat is direct voor hen te stemmen, en zo niet er dan toch van uitgaande dat zij representatief zijn voor hun partij. Het tooltje berekent behulpzaam de mate van overeenkomst, en geeft weer in hoeverre de voorkeuren van de deelnemer overeen stemmen met die van de bekendheden. (Wat de rol van de BV’s hierin is blijft wel onduidelijk: wat heb ik er in ’s hemelsnaam aan te weten hoe dicht mijn standpunten staan bij die van Christoff of Leen Demaré?)

Een sterke overeenkomst: stemmen voor die vrouw of man! (of toch tenminste voor hun partij) – een zwakke overeenkomst, vooral níét stemmen voor die persoon of partij! En die overeenkomsten, daar valt nog wel wat over te zeggen. Op Twitter circuleerden enkele dagen terug al enkele merkwaardige observaties, zoals deze van @IngeNouwen die een socialistische pit in de liberale bolster van Luc Van der Kelen aantreft:

 

De vraag is hoe dit de kiezer helpt die weloverwogen stem uit te brengen? Ik ben wellicht geen echte mainstream kiezer, maar wat moet ik besluiten als de politicus wiens voorkeuren het dichtst bij die van mij staan (Jean-Marie De Decker!) slechts een score van 68% oplevert? Ter vergelijking, Peter Mertens scoort een verdienstelijke 47% overeenkomst, en helemaal onderaan bengelt Gerolf Annemans (die, dank zij Tom Lanoye, in mijn psyche forever more als Geweerkolf Verannefrankmans staat geboekstaafd) met nog altijd 40%.

Dat gegoochel met procenten slaat dus eigenlijk nauwelijks ergens op. Een collectie vragen die het hele politieke spectrum in Vlaanderen, van extreem rechts over extreem links weer naar rechts, plaatst tussen 40% en 68% “overeenkomst” dan helpt dat mij, en wellicht de meeste kiezers, geen bal bij het weloverwegen van mijn stem. Het doet allemaal erg wetenschappelijk en kwantitatief aan, maar het is van zo goed als alle betekenis verstoken. Het doet me een beetje denken aan de vaststelling dat onze soort, homo sapiens sapiens, 50% van ons DNA deelt met de banaan: daar valt geen speld tussen te krijgen, zo correct is het, maar het is kennis met zeer beperkt praktisch nut. 50% – dat is ergens tussen Peter Mertens en Jean-Marie De Decker . Misschien toont de Stem van Vlaanderen ongewild dat Vlaanderen deep down toch een beetje een bananenrepubliek is.

LEES OOK
Karl van den Broeck / 27-04-2024

Hoe lang kan een partij een verrader in haar rangen dulden?

Het net rond Vlaams Belang-parlementslid Filip Dewinter is helemaal gesloten en toch blijft hij op post.
Dewinter en Van Grieken
De Helpdesk / 27-04-2024

'Help, zogenaamde democraten steken mij de loef af!'

Deze week kreeg De Helpdesk een in zijn eer gekrenkte dictator aan de lijn.
De Helpdesk met Bashar al-Assad
Koen Smets / 26-04-2024

Snel denken, verkeerd denken

Snel denken is een adaptieve eigenschap die ons goed van pas komt.
marathon