Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Verboden en verplichtingen: een laatste redmiddel?

Koen Smets
no way street
Bij wettelijke verboden en verplichtingen komt de persoonlijke vrijheid wel eens in het gedrang. (LtapsaH/Pixabay)

Een beslissing om iets wel of niet te doen nemen we bijna altijd op basis van een van de volgende twee beschouwingen: levert ze voordeel op (of vermijdt ze schade), of is ze wat juist is? Soms is er echter nog een derde factor: de wet. Verplicht de wet ons iets te doen, of verbiedt ze ons iets te doen? Twee recente ontwikkelingen, één in mijn geboorteland en één in het land waar ik al vele jaren woon, trokken mijn aandacht en gaven stof tot nadenken over de impact van de wet op onze beslissingen. 

België is een van de weinige landen waar stemmen (of, preciezer gezegd, naar het stembureau gaan) verplicht is, met een boete van 40 à 80 euro (oplopend voor recidivisten, met voor de meest hardnekkigen, ironisch genoeg, een stemverbod). Dit jaar mogen 16- en 17-jarigen voor het eerst ook stemmen, en er was bezorgdheid ontstaan over de wettelijke verplichting om dit democratische recht uit te oefenen voor deze jongste kiezers.

Een amendement om hen vrij te stellen van de stemplicht werd nietig verklaard door het Grondwettelijk Hof en elke Belgische burger ouder dan 16 die niet komt stemmen, riskeert dus nog steeds een boete (in theorie althans, want vervolgingen zijn bijzonder zeldzaam). Maar is zo'n wettelijke verplichting wel een goed idee?

underage smoker
Over vijftig jaar is iedere roker onder de 65 minderjarig. (Mauricio Fotografia/Flickr CC BY NC ND 2.0)

In het Verenigd Koninkrijk heeft de regering een wetsvoorstel neergelegd om de verkoop van tabak gefaseerd te verbieden. Als deze wet wordt aangenomen, zal het voor iedereen die geboren is na 1 januari 2009 illegaal zijn om tabaksproducten te kopen (alsook voor zij die eerder geboren zijn om ze te kopen namens mensen die erna geboren zijn).

Technisch gezien wordt roken zelf niet verboden, maar het beoogde effect is beslist te voorkomen dat jongere mensen gaan roken, zelfs wanneer ze ouder worden. Is zo'n wettelijk verbod een goed idee?

Niet zo eenvoudig

Oppervlakkig gezien lijken verplichtingen en verboden eenvoudig genoeg: iets is verplicht of niet, of verboden of niet. Maar twee aspecten van zulke wettelijke beperkingen maken het een veel meer interessante invloed op de besluitvorming dan hun binaire voorkomen doet vermoeden. Het eerste is dat verboden en wettelijke verplichtingen niet absoluut zijn: ze worden meestal vertaald in een bepaalde straf bij overtreding. 

De tweede is dat het ongemak van een verplichting of een verbod er alleen echt toe doet voor diegenen van wie het gedrag afwijkt van wat de wet voorschrijft. Als je in België een trouwe kiezer bent, is de dreiging van een boete voor jou van geen belang. Als je in het VK een niet-roker bent (of ouder dan 15 jaar), zal de wet voor jou geen effect hebben.

Als, zoals bijna altijd het geval is, een straf volgt op een overtreding, kan deze worden gezien als onderdeel van een overeenkomst met een zeker risico: als je wordt gepakt, betaal je de prijs. Dit haalt het, voor degenen die ervoor kozen om te overtreden, uit de sfeer van intrinsieke motivatie en zelfs van morele verplichtingen: betalen wordt dan een transactiekost waardoor je je morele schuld inlost.

Een klassiek voorbeeld hiervan is de paper A fine is a price van de psychologen Uri Gneezy en Aldo Rustichini, die beschrijft hoe de invoering van een boete voor ouders die hun kinderen te laat ophaalden bij de kinderopvang dat gedrag institutionaliseerde. In plaats van het aantal gevallen van laattijdige ouders te verminderen zorgde de maatregel net voor een toename ervan.

De verrassing bij dit resultaat komt voort uit onze neiging om de effectiviteit van de dreiging van een straf vanuit ons eigen perspectief in te schatten. Als we sowieso al toegewijde ouders zijn, zal de boete ons nog meer toegewijd maken. Op dezelfde manier, als we er nu al niet aan denken om winkeldiefstal te plegen, zullen we dat vast nog minder doen als we het risico lopen gestraft te worden, en daarom denken we dat dit voor iedereen geldt.

We houden er geen rekening mee dat voor sommigen de straf voor een overtreding een uitnodiging tot een transactie wordt en zo elke (zwakke) morele aarzeling die ze misschien hadden, tenietdoet. Een straf kan het gedrag zelfs normaliseren – we zijn allemaal goed in ons aanpassen aan nieuwe situaties: we betalen niet graag maar als dat de prijs is, wel ja, dan moet dat maar.

Strengere straffen? Dat zou wel eens averechts kunnen werken: onderzoek suggereert dat zwaardere straffen niet werken als afschrikking (en slechts een klein deel van de daling in misdaad is toe te schrijven aan het strafbeleid). Sommige overtreders zullen er simpelweg voor kiezen om het loon voor de misdaad te verhogen door de frequentie of omvang van de overtreding op te voeren ter compensatie van het extra risico dat ze lopen.

Dwang is over het algemeen sowieso een dure manier om gedragsverandering te bewerkstelligen. Als je mensen verplicht om zich te gedragen op een manier die afwijkt van wat ze normaal zouden doen, betekent het spel van beloning en straf dat handhaving waarschijnlijk nooit zal kunnen ophouden.

Na tientallen jaren werken rond organisatieverandering twijfel ik er niet meer aan dat gewenste verandering, waarbij individuen een nieuw gedrag willen aannemen, veel effectiever is dan opgelegde verandering waarbij ze dat moeten. Mensen zoeken, en vinden bijna altijd, manieren om nieuwe beperkingen en verplichtingen te omzeilen.

Op zoek naar een evenwicht

Het feit dat wetten de facto vaak slechts relevant zijn voor een kleine minderheid van mensen is ook belangrijk. Als een wet relatief weinig mensen raakt, is het onwaarschijnlijk dat degenen die er niet door geraakt worden er vraagtekens bij gaan zetten. Misschien wel integendeel: als gedrag A de norm is, zal een wet die niet-A gedrag verbiedt, de overtreders dwingen zich te conformeren, nietwaar? Mogelijk.

Maar sommige mensen, zelfs als ze zich nu conformeren, zouden wel eens kunnen flippen, een effect dat bekend staat als psychologische reactantie: wie het gevoel krijgt dat zijn of haar autonomie bedreigd of beperkt wordt, zal zich verzetten en proberen die vrijheid te herstellen door te doen wat niet mag, of niet te doen wat verplicht is. 

Dit fenomeen illustreert hoeveel waarde we hechten aan onze individuele vrijheid. Het is natuurlijk duidelijk dat we geen absolute vrijheid kunnen opeisen om te doen wat we willen, ongeacht de gevolgen. Een dergelijk scenario zou snel leiden tot een dystopische samenleving en uiteindelijk de volledige ineenstorting ervan.

Maar we kunnen bogen op onze lange evolutie tot een sociale soort, die in staat is een evenwicht te vinden tussen onze eigen, persoonlijke vrijheid en die van anderen. We houden over het algemeen rekening met onze medemensen omdat we intrinsiek geloven dat dit het juiste gedrag is, en niet omdat we bang zijn gestraft te worden als we dat niet doen.

Intrigerend genoeg lijkt onze bereidheid om ergens mee in te stemmen zelfs toe te nemen wanneer onze vrijheid om niet te gehoorzamen expliciet wordt bevestigd – het tegenovergestelde van reactantie – bekend als de “Maar je bent vrij”-techniek, zoals onder meer blijkt uit onderzoek van de psychologen Nicolas Guéguen en Alexandre Pascual en een latere meta-analyse van 42 onderzoeken door psycholoog en communicatiewetenschapper Christopher Carpenter.

polling station
Zonder verplichting? (RachelH_/Flickr CC BY 2.0)

Dit is geen pleidooi tegen alle wettelijke verboden en verplichtingen, maar wel tegen het gebruik ervan zonder rekening te houden met de fundamentele waarde van individuele vrijheid. We moeten voorzichtig zijn met het opofferen ervan en ervoor zorgen dat we, als we dat doen, daarvoor een goede rechtvaardiging hebben – vooral als het niet onze vrijheid is, maar die van iemand anders, die op het spel staat.

We moeten nog meer terughoudendheid aan de dag leggen voor het gebruik van wettelijke verboden en verplichtingen en de dreiging van straf als paternalistisch instrument om individueel gedrag of maatschappelijke normen vorm te geven. (Herinner je dat nudging welbewust wordt gedefinieerd als vrijheidsbehoudend libertair paternalisme.)

Hoe zit het dan met de Britse antirookwetgeving en de Belgische stemplicht? De argumenten voor de eerste zijn zwak. Historisch gezien is het wettelijk verbieden van alcohol en drugs niet echt een doorslaand succes geweest, en het feit dat rokers nu al flink moeten dokken voor hun nicotinefix betekent dat een boete wellicht niet veel verschil zal maken.

Zijn zulke persoonlijke beslissingen trouwens iets waarin de overheid zich moet moeien, zelfs al betekent het een gezondheidsrisico? (En als het argument is dat rokers een externaliteit vormen voor de samenleving, dan is de accijns op de verkoop van tabak een perfect geschikt middel om daarmee om te gaan).

In België heeft een oude wet die niet wordt gehandhaafd echter misschien wel zijn nut. Het feit dat niemand een boete krijgt als hij of zij niet komt opdagen bij het stembureau is algemeen bekend in België – het werkt als een "Maar je bent vrij"-uitnodiging – waarbij, hoe dan ook, meer dan 90% vrijwillig gebruik maakt van zijn recht (of zijn wettelijke plicht vervult).

LEES OOK
Rob Edwards / 02-09-2023

Ineos in Schotland beschuldigd van vervalsing bij het affakkelen van gas

De chemiereus overtrad in de fabriek in Schotland op diverse manieren de milieuwetgeving.
Ineos Schotland
Steven Vanden Bussche / 31-01-2022

Raad van State staat onder druk en ligt onder vuur

De federale en Vlaamse regering streven efficiëntiewinsten na met hervorming van de Raad van State.
raad van state
Annick Hus / 19-01-2022

Populaire maatregelen staan doortastend dierenbeleid in de weg

De ongecontroleerde handel in honden nam in coronatijden alleen maar toe.
Franse bulldog (Foto: Four Paws)