Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Een Gentse sprong voorwaarts naar een 'sense of belonging'

Pascal Debruyne , Hans Grymonprez
Een man laat zeepbellen vliegen door Gent.
Het gebrek aan ‘behoren’ in Gent is vooral te voelen aan de onderkant van de samenleving, schrijven Pascal Debruyne en Hans Grymonprez. (Lilartsy (Unsplash))
“One leap forward, two leaps back. Will politics get me the sack? Here comes the future and you can't run from it. If you've got a blacklist, I want to be on it. It's a mighty long way down rock 'n roll. From Top of the Pops to drawing the dole. If no one seems to understand. Start your own revolution and cut out the middleman.”

In Waiting for the Great Leap Forwards zingt de Britse troubadour Billy Bragg, over de droom van de 'Grote Sprong Voorwaarts'. Vandaag kunnen steden een belangrijke rol spelen in een echte Grote Sprong Voorwaarts. In zijn boek If mayors rule the world prijst wijlen Benjamin Barber het radicale pragmatisme van stedelijke besturen.

Politieke verandering werkt niet langer ‘zomaar’ van boven naar beneden, wat vaak verbeeld wordt in het beeld van Russische matroesjka-popjes. Het stedelijke schaalniveau zit daarbij aan de binnenkant, als het kleinst mogelijke popje. Steden hebben vandaag bestuurskracht, met ‘goede praktijken’ die als een voorafspiegeling werken: een andere wereld — in de stad — is mogelijk.

Die goede praktijken circuleren vandaag zelfs globaal. In internationale stedennetwerken wisselen steden met elkaar uit: “They cut out the middleman”. Dat Gent ondervoorzitter wordt van het belangrijke stedennetwerk Eurocities kan een extra hefboom zijn voor een Grote Sprong Voorwaarts.

Stad op Europese leest

Gent werd verkozen tot Europese Jongerenhoofdstad voor het jaar 2024. Gent wist de jury te overtuigen met het project We Are The City. Het project is opgebouwd rond drie thema’s: vrijwilligerswerk en burgerschap bij jongeren stimuleren, fysieke en mentale ruimte voor jongeren creëren, en bouwen aan een warme stad waar jongeren zich veilig voelen. Engageren, empoweren en zorgen, voor wie het graag in drie woorden wil. 

De jonge en diverse stad is zowel een kans of troef, als een serieuze uitdaging voor Gent

Jongeren komen aan het roer van dit verhaal. Alles kan voor jongeren in 2024, dan is Gent de Europese Jongerenhoofdstad. Wie een idee heeft voor een project, kan daar tot 10.000 euro voor krijgen.

Gent dingt ook mee naar de titel van Culturele hoofdstad van Europa in 2030. De Gentse kandidatuur staat in het licht van ‘sense of belonging’. Iedereen hoort erbij. Met de hashtag #gijdoetertoe is er dit najaar het #Gent2030 Doeners & (om)denkers festival. “Samen, ons en iedereen zijn de bewoordingen die de Gentse ambitie dat iedereen erbij hoort kracht bijzetten.”

“Iedereen mee”, stelde ook Idea Consult, dat in opdracht van de Stad Gent een bevraging opzette. Gent is een stad van “easy living”, valt te lezen in het eindrapport, “toch voor wie het niet te krap heeft”. De jonge en diverse stad is zowel een kans of troef, als een serieuze uitdaging.

Hoeveel bestuurskracht er ook is om iedereen te doen behoren tot Gent, als we willen streven naar een collectief ‘sense of belonging’ is er werk aan de winkel. Kijken in de toekomst, vraagt radicale keuzes die vandaag moeten gemaakt worden. In het eindrapport stelt Idea volgend eco-narratief voor:

“Radicaal denken, niet alleen op projectmatige basis maar ook op niveau van structuren, instituties ... Macht uit handen geven: ruimte geven voor jongeren en andere culturen, kunnen loslaten, ruimte voor institutionele kritiek ... en tegelijk de bestaande expertise en resources genereus ter beschikking stellen.”

We zien het echt graag gebeuren.

Welke sense of belonging?

Het verhaal van de Europese jongerenhoofdstad en van Gent als kandidaat Culturele hoofdstad van Europa versterken elkaar. In de samenleving leeft een groot verlangen naar een vorm van onderlinge verbondenheid over de grenzen heen.

Deel uitmaken van een groter geheel vraagt ook dat mensen zelf gehoord worden en medevormgever zijn

Maar wat kan ‘sense of belonging’ allemaal betekenen? Het verwijst naar het gevoel van aanvaard worden, waardering en inclusie. Kortweg: erbij horen. De Oxford Dictionary omschrijft belonging als “the feeling of being comfortable and happy in a particular situation or with a particular group of people and being treated as a full member of the group”.

In Bowling Alone stelde socioloog Robert Putnam dat een ‘sense of belonging’ de uitkomst is van sterke sociale netwerken, die op hun beurt gevoelens van solidariteit aanwakkeren. Die netwerken of verbindingen kunnen zowel met mensen, plaatsen als ervaringen zijn. In onderzoek duikt ‘sense of belonging’ op als een ervaring, een persoonlijke betrokkenheid, een gevoel, een geloof, een verwachting, aanvaarding of verbinding.

‘Erbij horen’ kan op diverse niveaus: op het niveau van een bepaald land, stad, provincie, streek of straat, bepaalde etnisch-culturele eigenschappen of de etnie an sich, als bij organisaties, belangengroepen of politieke families. Een ‘sense of belonging’ kan ook verloren gaan: door langzame processen van marginalisering of neerwaartse sociale mobiliteit, maar evengoed door plotse en onverwachte gebeurtenissen. Eender welke sociale entiteit kan een bestaand gevoel bevestigen, maar ook beperken.

Sense of belonging’ op de agenda zetten is complex, want het staat nooit op zich: het is een van de dimensies van burgerschap, naast legale status, rechten en participatie. Het maakt deel uit van uiteenlopende wenselijke sociale uitkomsten, zoals sociale inclusie, welzijn, sociaal kapitaal en nationaliteit. Bovendien vraagt deel uitmaken van een groter geheel ook dat mensen zelf gehoord worden en medevormgever zijn.

Mensen die nog niet behoren

Het gebrek aan ‘behoren’ in Gent is vooral te voelen aan de onderkant van de samenleving. Gent telt 1.873 dak- en thuislozen: 1.472 volwassenen en 401 direct betrokken kinderen. De 312 kinderen die indirect betrokken zijn, omdat ‘slechts’ één ouder dak en/of-thuisloos is, maken het totaalplaatje dramatisch.

De cijfers over het aantal dak- en thuislozen spreken boekdelen over wie niet behoort, net als met de aanhoudende tragische voorvallen van ontzetting en hopeloos verdwalen. Er zit iets structureel fout, waar niet alleen het Gentse bestuur of ‘de Stad’ kan voor aangesproken worden. De crisis op de grotendeels (private) woningmarkt en het gebrek aan sociale woningen, zijn zowel Vlaamse als (kleinere) federale bevoegdheden.

Het gebrek aan ‘behoren’ in Gent is vooral te voelen aan de onderkant van de samenleving

De invoer van nieuwe drempels in het Vlaams woonbeleid, vooral in het decreet Sociaal Wonen, zal de crisis vooral erger maken. Om maar te zwijgen over het federale asiel- en migratiebeleid, of het gebrekkige Vlaamse inburgeringsbeleid. Er wordt nogal wat ‘afgewenteld’ op lokale besturen; zeker in gebieden met zwaardere stedelijke last.

Gent zet ook in op een ‘fysieke infrastructuur van behoren’. We denken zowel aan de gezinsnachtopvang die meer dan de crisisopvang zorgt voor ruimte en rust. Of aan de ‘robuuste woningen’ die er deze ambtstermijn kwamen en de financiële duwtjes in de rug voor jonge daklozen via federale middelen voor Housing First, en zelfs De Blekerij voor mensen zonder wettig verblijf waar aan toekomstoriëntatie wordt gedaan. Dit om te bekijken waar deze mensen in alle precariteit ooit kunnen ‘behoren’. En er is ook nog de medische noodopvang voor dak- en thuisloze mensen.

Het is in de ‘fysieke infrastructuur van behoren' dat toekomstige verbeeldingskracht moet gekoppeld worden aan hedendaagse daadkracht. Stuk voor stuk zijn dit ‘goede praktijken’ die veel steden het nazien geven. Dat migratie een belangrijke rol speelt in een ‘sense of belonging is een open deur.

Permanente infrastructuur voor collectief behoren

Onlangs werd de opvangsite Postmobiel wonen gesloten. Het leidde tot terechte bedenkingen van de Gentse journalist Bert Staes in een bijdrage met de titel: Daklozen overleven midden in Gent terwijl elders opvangplaatsen worden gesloten. Op die site verbleven een negentigtal mensen van vooral Roemeense afkomst.

Ze konden er enkele jaren wonen, op voorwaarde van ‘integratie’. Ze moesten inzetten op onderwijs, taalverwerving, werk en vrije tijd om te kunnen (blijven) behoren tot de Gentse samenleving. Sommige gezinnen vonden de weg (terug), anderen bleven haperen. Anderen vertrokken, omdat de druk zo hoog was.

De stad zal een aantrekkingspool blijven, ook door de aanwezige netwerken van solidariteit en basisvoorzieningen voor kwetsbare mensen

Het is geen geheim dat de groepen van intra-Europese migranten, vooral Romagroepen, electoraal gevoelig liggen. De strengheid waarmee rechten georganiseerd worden voor Romagroepen lijken op een ‘voor wat, hoort wat’ op testosteron. Hierdoor haken mensen ook af. Een ‘sense of belonging’ vraagt evengoed respect voor wie mensen zijn en voor autonomie.

De gevolgen zijn in Gent - opnieuw - voor de sociale huisvestingsmaatschappij ThuisPunt Gent, die de krakende gezinnen zonder oplossing keer op keer mag ontzetten. Het is duidelijk dat de strenge aanpak niet werkt, ook financieel niet, want 'niks doen' leidt tot enorme publieke kosten.

Uit electoraal oogpunt wordt steeds benadrukt hoe streng de stad is. Ze tonen de buitenwereld dat er ferm wordt opgetreden, maar ondertussen weten ze best dat die aanpak niet werkt. Het draait enkel uit op een spel van kat en muis, want voor iedere kampement dat verdwijnt, komt er een nieuw terug.

Sinds mensenheugenis passeren schrijnende berichten over dak- en thuisloosheid de revue. Die worden telkenmale beantwoord met het evenwicht tussen mededogen en angst voor aanzuigeffecten. De stad zal altijd een aantrekkingspool blijven, omdat ze anonimiteit toelaat, maar ook door de aanwezige netwerken van solidariteit en basisvoorzieningen voor kwetsbare mensen.

Een grote sprong voorwaarts

De vraag is hoe het beleid vandaag en in de toekomst een ‘sense of belonging' kan organiseren? En dat mag geen tijdelijk project zijn dat kortstondig adem geeft en vervolgens wordt opgedoekt. Het kan anders en beter, en vaak speelt het bestuur er een positieve rol in.

Kijk naar de houten ‘woonboxen’ voor dak- en thuisloze mensen van SAAMO Gent. Maar ook naar Huis 4B voor alleenstaande vrouwen zonder wettig verblijf van Een Hart voor Vluchtelingen ​​​​​​. Of de woningen die stadsontwikkelingsbedrijf SoGent in bruikleen gaf aan Gent Samen Solidair voor grote gezinnen die dakloos zijn.

Gent schittert vaak in sociaal burgerschap, maar vaak ontbreekt het politieke burgerschap in dat plaatje

Niettemin roepen sociale organisaties op om structurele stappen voorwaarts te maken. Mogen we dat toekomstgericht van politici verwachten? Dat ze een grote(re) droom neerpoten? Niet in praktijken en projecten alleen, maar met de hele stad als project waartoe elkeen — ook die duizenden dak- en thuisloze mensen, waaronder zoveel kinderen en jongeren — kan behoren?

Aan de horizon ligt de uitroeiing van dak- en thuisloosheid, door een permanente infrastructuur voor tijdelijk verblijf, en rechtvaardig(er) woonbeleid. Ook de recente woonstudie schuift in “ambitie 5” de kwestie van Gent als aankomststad naar voor. Met bijbehorende permanente aankomstinfrastructuur voor nieuwkomers, waar ze tijdelijk kunnen verblijven.

En nu we toch bezig zijn over ‘sense of belonging’ en het belang van persoonlijke betrokkenheid: wie vraagt ook nieuwkomers hoe ze medevormgever van de stad — en dito beleid — kunnen en willen zijn? Want die duizenden mensen die ‘niet behoren’, zijn meer dan passieve hulpverleningssubjecten in de marge. Ze hebben een droom, over de toekomst van hun leven en geliefden én de stad waarin ze wonen.

Gent mag dan vaak schitteren in sociaal burgerschap met dienstverlening op maat — iemand zei recent terecht dat in Gent outreachers over elkaars voeten struikelen — vaak ontbreekt het politieke burgerschap in dat plaatje. Michel De Certeau spreekt van het "onvervreemdbare en niet homogeniserende ‘recht op ervaring’": het recht betekenis te geven aan alledaagse ervaringen.

Ook al ligt de horizon in 2030 en zelfs verder, veel Gentse kinderen en gezinnen hebben grote noden in het hier en nu

De Gentse verkiezingsstrijd — met vooral aandacht voor strategie, poppetjes en posities — barstte al heel vroeg los, terwijl de stembussen pas in het najaar van 2024 opengaan. Als Gent zich dan toch Europees gaat profileren met een ‘sense of belonging’ voor jongeren in 2024 en voor de hele Gentse bevolking in aanloop naar 2030, mogen we dan die Grote Sprong Voorwaarts van het bestuur verwachten?

Ook al ligt de horizon in 2030 en zelfs verder, veel Gentse kinderen en gezinnen hebben grote noden in het hier en nu, horen er niet bij en ervaren niet de typisch Gentse superlatieven. Een do it yourself-mentaliteit, zoals Idea Consult stelt in de bevraging rond Gent 2030, kan enkel bloeien op een genereus sociaal beleid en sterke voorzieningen die de bouwstenen vormen om te kunnen behoren.

Gent wil structurele dak- en thuisloosheid beëindigen tegen 2040. Maar dat zal meer vragen dan projecten en “goede praktijken”, maar een doorwrocht stappenplan met een duidelijk tijdskader en een structurele aanpak.

LEES OOK
Robrecht Vanderbeeken / 12-08-2020

Via ‘de bubbel van vijf’ naar een vrij Vlaanderen?

N-VA lijkt in haar huidige poging tot regeringsformatie plots voor een linkse bocht te kiezen. Waar staat die partij nu eigenlijk voor?
POLITICS ELECTIONS KING FORMATORS REPORT
Herman Loos / 28-03-2014

Curatele

De westerse mens staat onder curatele. Of die staat van controle door een controlestaat zelfgekozen is, Joost mag het weten. Misschien is ze voor vele mensen veilig, de cocon die…
Herman Loos - Column - Uitgelicht