Afrikaanse migranten plukken in Italië niet de vruchten van noeste arbeid

Niels D'Haene
raccolta 15
Medewerkers van Diritti a Sud aan het werk op de velden (Foto: © Antonio Caroli (Diritti a Sud))

Maart 2020. Legerkonvooien rijden de Noord-Italiaanse stad Bergamo uit. Wat weinigen toen voor mogelijk hielden, is ook in Europa werkelijkheid geworden: het coronavirus slaat ongenadig hard toe. Aan boord van de militaire voertuigen geen munitie, kogelvrije vesten of strijdlustige soldaten. De passagiers zullen niet meer ten strijde trekken, maar hebben die net verloren. Een moment van afscheid werd hen niet gegund. 'La famiglia' blijft thuis verweesd achter.

Zevenhonderd kilometer ten zuiden van Bergamo werkt een Afrikaanse migrant zich uit de naad op één van de vele tomatenvelden. Na een lange werkdag mag hij naar huis. Of beter gezegd: naar de plek die hij een thuis moet noemen. Van een huis is geen sprake, een hut komt nog het dichtst in de buurt.

Rondom zijn hut schoten de laatste jaren meerdere soortgelijke constructies als paddenstoelen uit de grond. Op een dag was het getto van Borgo Mezzanone geboren, op een boogscheut van het barokke stadscentrum van Foggia. Ook hier beheerst covid-19 het leven. Het leven stilleggen doet het niet. Leven betekent hier overleven. Social distancing, beschermende kledij en mondmaskers lijken hier voorbehouden voor de 'happy few'.

Salvini of Soumahoro?

De 'braccianti' van Borgo Mezzanone, Afrikaanse migranten die voor een hongerloon in het zwarte circuit in de landbouw werken, hebben in hun nieuwe thuisland vaak niemand om op terug te vallen. Wel op het appel: Aboubakar Soumahoro, vakbondsleider en voormalig 'bracciante'.

De 'braccianti, Afrikaanse migranten die voor een hongerloon in het zwarte circuit in de landbouw werken, hebben in Italië vaak niemand om op terug te vallen

In een niet mis te verstane boodschap op Twitter richt hij zich rechtstreeks tot premier Giuseppe Conte: “Geachte premier, er zijn zo van die momenten waarop je een standpunt moet innemen. Niet omdat het makkelijk, wenselijk of populair is, maar eenvoudigweg omdat het juist is. Dit is het ideale moment om de juiste beslissing te nemen: regulariseer de vele onzichtbare arbeidskrachten die Italië rijk is. En bovenal: bescherm hen op dit moment tegen deze verschrikkelijke pandemie.”

Het leven van vakbondsman Soumahoro leest als een moderne odyssee: in zijn jeugdjaren ontvluchtte hij zijn thuisland Ivoorkust om in Italië aan een betere toekomst te bouwen. Het continent van melk en honing bleek aanvankelijk een bittere pil. Uiteindelijk slaagde Soumahoro wel in zijn opzet: na het succesvol beëindigen van zijn studie sociologie kon hij de uitbuiting als arbeider in de illegale landbouwsector achter zich laten. Hij werd zelfs leider van de vakbond USB.

In juni van 2018 leert ook het brede publiek Soumahoro kennen. Live in de ether, in de politieke talkshow 'Propaganda Live', verdenkt hij zonder omwegen de Italiaanse politiek ervan bewust het racisme ten aanzien van Afrikaanse migranten aan te wakkeren. Enkele dagen voor Soumahoro’s uitspraak had toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Matteo Salvini cynisch “het einde van het migrantenfeestje" aangekondigd.

Zo rechtoe-rechtaan als op televisie, is Soumahora ook in zijn vertrouwde arena van de sociale media, waar hij een soort van syndicalisme 2.0 belichaamt. Hij werpt zich steevast op als verdediger van de uitgebuite werkkracht, gaande van de uitgeperste 'bracciante' tot de moegetergde Deliveroo-koerier.

Nog in juni 2018 sieren Soumahoro en Salvini de cover van het toonaangevende tijdschrift L’Espresso. Onder hun afbeelding de uitdagende vraag: “Aan welke kant staan jullie?”. De slinger sloeg uiteindelijk door in de richting van de leider van de rechts-nationalistische Lega.

Harde migratielijn

De vraag die rijst, is de volgende: welke rechten genieten Afrikaanse migranten op de Italiaanse landbouwvelden? Uit gegevens van 2018 van het statistisch onderzoeksbureau Istat blijkt dat de landbouwsector bijna 2% van het BBP van Italië voor zijn rekening neemt. In 2019 is dat cijfer nog gestegen. De boerenbond Coldiretti noemt de landbouwsector “de drijvende kracht achter de Italiaanse economie”. Helaas plukt niet elke tomatenplukker of olijventeler daar de vruchten van.

Arthur Weststeijn: 'Een werkgever zal nooit iemand een officiële job aanbieden als die geen verblijfsvergunning heeft. Een migrant heeft echter wel werk nodig om een verblijfsvergunning te krijgen'

In een artikel gebaseerd op gegevens van hulporganisatie Caritas en onderzoeksbureau Istat schreef de Italiaanse krant Corriere della Sera dat er in Italië 600.000 migranten zonder papieren verblijven. Belangrijk om te benadrukken is dat het om migranten gaat en niet om vluchtelingen. Laatstgenoemden worden door het internationale recht beschermd via de Conventie van Genève.

Hoeveel migranten precies in de landbouwsector werken, is moeilijk te zeggen. Wel is het duidelijk dat het om een aanzienlijk aantal gaat, aangezien migranten in Italië pas een verblijfskaart krijgen als ze ook werk hebben.

“Dat is de beruchte Wet-Bossi-Fini, die de naam van zijn bedenkers meekreeg: Umberto Bossi, leider van de toenmalige Lega Nord, en Gianfranco Fini, leider van de Alleanza Nazionale”, verduidelijkt historicus en Italië-kenner Arthur Weststeijn.

“Deze wet veroordeelt migranten tot het aanvaarden van werk in het zwarte circuit. Een werkgever zal nooit iemand een officiële job aanbieden als die geen verblijfsvergunning heeft. Een migrant heeft echter wel werk nodig om een verblijfsvergunning te krijgen, dus zal hij tegen elke prijs aanvaarden wat er op zijn pad komt. Dat betekent in de praktijk vaak dat hij uitgebuit wordt in de landbouwsector.”

Pepijn Corduwener: 'Matteo Salvini maakt migranten tot zondebok voor de sociaal-economische problemen van Italië. De economische stagnatie is echter niet te wijten aan een groeiend aantal nieuwkomers'

Sinds de invoering van de Wet-Bossi-Fini zijn de migratieregels er alleen maar strenger op geworden. Op 1 juni 2018 werd de leider van de rechts-nationalistische Lega, Matteo Salvini, minister van Binnenlandse Zaken. De Lombardijse politicus zag eindelijk zijn kans om harde taal in messcherp beleid om te zetten. Zijn veiligheidswet schrapt op het einde van de zomer van datzelfde jaar humanitaire verblijfsvergunningen voor kwetsbare individuen, gezinnen en alleenstaande vrouwen met kinderen. Een uitbreiding van diezelfde wet legt monsterboetes op aan ngo’s die migranten op de Middellandse Zee proberen te redden.

“Matteo Salvini wakkert bewust een sentiment aan dat migranten tot de zondebok maakt voor de sociaal-economische problemen van Italië. Italië staat economisch echter al meer dan twee decennia stil. Die economische stagnatie is niet te wijten aan een groeiend aantal nieuwkomers, maar aan andere factoren”, stelt Pepijn Corduwener, docent Politieke Geschiedenis aan de Universiteit Utrecht en Italië-expert.

Het nationale beleid staat in schril contrast met de vaak pro-migratie retoriek in het zuiden van het land. “Politici als Leoluca Orlando, de burgemeester van Palermo, die zich enkele jaren geleden achter het plan schaarde om migranten en vluchtelingen te spreiden over de verschillende Europese lidstaten, herinneren aan de gastvrije volksaard van de Italianen", zegt Weststeijn.

"Vele Italianen kunnen zich wel voorstellen wat het betekent om elders een nieuw leven te beginnen. In de jaren 60 van de vorige eeuw trokken immers vele zuiderlingen naar het noorden van Italië om in de fabrieken van onder andere Fiat te gaan werken."

De laatste jaren is het draagvlak voor migranten aanzienlijk gedaald. Daarin spelen behalve economische ook racistische motieven, stelt Weststeijn. “In Italië deed, in tegenstelling tot in vele andere Europese landen, nooit een postkoloniaal discours zijn intrede. Dat zie je momenteel terug in de Italiaanse voetbalstadia, waar het racisme nog altijd welig tiert.”

Doodlopende straat

Sinds de invoering van de beruchte Wet-Bossi-Fini in 2002 staat illegaliteit gelijk aan strafbaarheid. Op die manier verdwijnt een groot aantal migranten uit de officiële statistieken, maar niet uit de klauwen van de georganiseerde misdaad.

Een tiental jaar geleden kwam Mussa na omzwervingen via Libië, Egypte, Turkije en Griekenland vanuit het Soedanese Darfoer in Italië terecht. “Op een dag had ik me ’s avonds laat weten te verstoppen in een truck die volgeladen was met watermeloenen”, vertelt Mussa. “Pas een eeuwigheid later kreeg ik van een gastvrije café-uitbater te horen dat de truck me tot in Apulië had gebracht. Ik bleek achttien uur onderweg te zijn geweest.”

Mussa: 'Na twee weken werd ik voor de eerste keer betaald. Ik bleek recht te hebben op 35 euro, en dat om 15 uur per te dag te werken, zeven dagen op zeven'

“Zo snel ik kon, wilde ik de Italiaanse taal beheersen. Zonder die kennis was het onmogelijk om deel uit te maken van de maatschappij. Alleen had ik geen geld om de dure taalcursussen in de privé-scholen te betalen. Ook ontdekte ik vrij gauw dat er in Italië niet zoiets bestaat als een inburgeringscursus. Waar de deur eerst op een kier leek te staan, sloeg die toen hard dicht in mijn gezicht.”

Via vrienden kreeg Mussa een baan in de landbouwsector aangeboden. Voor het eerst leek hij een uitweg uit de impasse gevonden te hebben. Die uitweg bleek al snel een doodlopende straat. “Ik moest voor dag en dauw uit de veren, draaide werkdagen van 15 uur en sliep ’s avonds in wat je in het beste geval als een hut zou kunnen omschrijven.”

Ook aan de verloning kwam hij bedrogen uit. “Na twee weken werd ik voor de eerste keer betaald. Ik bleek recht te hebben op 35 euro, en dat om 15 uur per te dag te werken, zeven dagen op zeven. Nu moet je weten dat de dichtstbijzijnde supermarkt twintig kilometer verderop lag. Daardoor moest ik mijn inkopen doen in de supermarkt van ons getto, waar een flesje water drie euro kost. Ook werden mijn werkkleren iedere dag gewassen, voor vijf euro per wasbeurt. Ik was de persoon geworden die ik nooit wilde zijn: een slaaf van een meedogenloze uitbuiter.”

Uitbuiting zonder vangnet

Wat Mussa aan den lijve heeft ondervonden, staat sinds 2016 in het Italiaanse strafwetboek omschreven als 'caporalato'. 'Caporali' zijn koppelbazen, meestal voormalige migranten, die werken als een soort bemiddelaars tussen een onzichtbare werkgever en de landarbeider.

Pepijn Corduwener: 'Migranten zonder verblijfsgunning dragen bij aan het in stand houden van de Italiaanse voedselketen die door het virus onder druk staat, maar genieten geen bescherming'

Jarenlang heeft de Italiaanse staat dit fenomeen getolereerd. Bovendien is het moeilijk om aan te tonen dat er uitbuiting in het spel is, aangezien de link tussen 'caporale' en opdrachtgever moeilijk aan te tonen is. De landarbeiders, veelal migranten, zijn voor alles op de 'caporale' aangewezen: werkvoorziening, eten, onderkomen en transport. Het werk is loodzwaar en onderbetaald, het eten en transport peperduur, het onderkomen te vergelijken met een sloppenwijk.

“Onlangs beloofde premier Giuseppe Conte om in zijn noodplan 'Cura Italia' minstens 350 miljard euro uit te trekken om de noodlijdende economie te ondersteunen", legt Corduwener uit. "Ook het 'reddito di emergenza', bedoeld om de meest kwetsbaren in de Italiaanse samenleving te ondersteunen en voedselrellen in het zuiden te vermijden, tracht de financiële weerslag van het coronavirus in te dijken. Alleen zullen migranten zonder verblijfsgunning daar geen recht op hebben. Ze dragen wel bij aan het in stand houden van de Italiaanse voedselketen die door het virus onder druk staat, maar genieten geen bescherming."

raccolta 15
Medewerkers van Diritti a Sud aan het werk op de velden (Foto: © Antonio Caroli (Diritti a Sud))

“De economie van het noorden is bovendien weinig solidair met het zuiden. De noord-zuid-tegenstelling die je in Europa ziet, geldt grotendeels ook voor Italië. De florerende economie uit het noorden is niet bereid om te betalen voor de arme stakkers van het zuiden, waar mensen vooral in het zwart werken”, vult Weststeijn aan.

Minister van Landbouw Teresa Bellanova gaf onlangs wel aan dat migranten zonder verblijfsvergunning in de landbouwsector geregulariseerd zouden moeten worden. Dergelijke grootschalige 'sanatorie', waarbij illegale migranten plotsklaps geregulariseerd worden, waren al gangbaar toen Silvio Berlusconi het nog voor het zeggen had, maar boden geen structurele oplossing voor de situatie van de 'braccianti'. Ze bleven in de jaren die volgden naar Italië komen op zoek naar een beter leven.

'Diritti a Sud'

Daar waar de staat in gebreke blijft of moedwillig de ogen sluit, vult niet enkel de georganiseerde misdaad de leemte in. De laatste jaren schoten, vooral in het zuiden, burgerinitiatieven als paddenstoelen uit de grond. Een van die initiatieven is 'Diritti a Sud'. Deze organisatie biedt taallessen aan, sensibiliseert de Italiaanse bevolking over het lot van de 'braccianti' en biedt migranten een volwaardige job aan in de landbouwsector.

In 2015 zag Diritti a Sud het levenslicht na enkele moeilijke jaren van rellen in de landbouwsector. Deze rellen hadden in 2011 tot een opstand in het getto van Nardò (Apulië) geleid. “Het was slechts een kwestie van tijd vooraleer de braccianti hun rechten zouden opeisen", zegt Paola, oprichtster van Diritti a Sud.

Lees ook

De vuile waarheid achter een blikje tomatenconcentraat. Onderzoeksjournalist Jean-Baptiste Malet trok de wereld rond in het spoor van tomatenconcentraat, volgens hem een schoolvoorbeeld van globalisering, kapitalisme en alles wat daarmee misloopt.

"Tijdens die opstand zochten we met een paar dorpsgenoten contact met de migranten, voorzagen hen van levensmiddelen en informeerden hen over hun rechten. Vier jaar later ontstond Diritti a Sud als een samenwerking tussen de lokale bevolking en de braccianti”, vertelt Paola.

Eén van de braccianti werd zelfs medeoprichter: Mussa, de Sudanese 'Odysseus'. Mussa verdient nu evenveel als zijn Italiaanse buur en wordt niet langer per krat, maar per uur betaald.

“Bij Diritti a Sud staan we voor 'sfruttazero', wat zoveel betekent als ‘anti-uitbuiting’ of ‘anti-verspilling’", legt medewerker Antonio uit. "De 'salse' van onze overheerlijke 'pomodori' mogen dan wel iets duurder zijn, maar onze producten respecteren wel de vrucht die geteeld wordt, de arbeider die zich uit de naad werkt en de consument die het koopt. Dat kan je van de industriële voedingsindustrie niet zeggen."

LEES OOK
Niels D'Haene / 27-04-2021

'De Sardienen willen niet zelfde weg op als Vijfsterrenbeweging'

De Italiaanse volksbeweging de Sardienen wil haar politieke invloed vergroten. 'We willen een tegengewicht bieden aan politici die steeds een zondebok nodig hebben', zegt…
TOPSHOT-ITALY-POLITICS-VOTE-SARDINE
Philippe Engels / 05-10-2020

De waarheid zal uit Italië komen

Langzaam maar zeker ontmaskert de Italiaanse justitie de echte daders en vooral de opdrachtgevers van de politieke aanslagen tijdens de 'loden jaren' 60 tot 90.
Ontwerp zonder titel-3
Follow the Money / 30-11-2016

D-Day nadert voor Italiaanse premier

De Italiaanse premier Matteo Renzi heeft zijn politieke lot verboden aan de uitslag van het referendum dat op 4 december plaatsvindt in Italië. Wat betekent dat voor Europa?
14578656683_3938f003a1_k