Het voornemen van de federale regering om in lopende zaken een wet erdoor te krijgen waarbij al wie geclassificeerde informatie openbaar maakt straft, past in een rijtje andere beslissingen die journalisten en hun bronnen de afgelopen legislatuur (indirect) onder druk zetten. Telkens werden journalistenverenigingen niet gehoord en kreeg de besluitvorming in alle stilte vorm.
Wat iedereen zou moeten weten, volgens Samira Atillah
Het is zeer belangrijk dat dit naar buiten kwam, omdat men de basis van de persvrijheid wil ondermijnen, nota bene in onze parlementen. Democratie, persvrijheid en het bronnengeheim zijn nauw verbonden met elkaar.
Deze tendens raakt niet enkel ons als Apache maar ook andere media in hun kern en ziel. Het hoort ook thuis in het rijtje van het criminaliseren van onderzoeksjournalistiek en -journalisten, en kritische media die men probeert op allerlei manieren de kop in te drukken. De manier waarop vind ik ook erg onthutsend: in alle stilte.
Apache moet alert blijven voor deze ontwikkelingen. Niet enkel als medium zelf, maar ook voor alle andere journalisten, is het belangrijk om deze praktijken te blijven aankaarten. Ieder die nog degelijke, sterke journalistiek (en hun bronnen) genegen is, moet hiervoor alert zijn.
Samira is stagiair journalist bij Apache.
Net voor de ontbinding van het parlement, besprak de ministerraad op 3 mei een voorontwerp van wet waardoor mensen die geclassificeerde informatie naar buiten brengen zonder dat die daar een machtiging voor hebben, vervolging riskeren. Tot op heden hangt enkel wie lekt en voor een veiligheidsdienst werkt met een machtiging een celstraf tot vijf jaar boven het hoofd.
Halverwege augustus stelden Knack en Le Soir die nieuwe demarche van de federale regering aan de kaak.
Boete en cel voor verspreider: journalist
In de eerste lezing van het voorontwerp van wet is sprake van boetes tot 5.000 euro of drie jaar cel per inbreuk voor wie zonder (correcte) veiligheidsmachtiging geheime of vertrouwelijke informatie lekt. In zeer breed geformuleerde bepaling staat dat straffen gelden voor wie dat ‘met een kwaadwillig opzet’ doet of ‘met het oogmerk om te schaden’ of voor zij die ‘weten of zouden moeten weten’ dat een openbaarmaking een fundamenteel belang van de staat kan aantasten.
Het voorstel werd naar het Comité I (Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdienst) gestuurd. “Vooral deze laatste strafbaarstelling lijkt verregaand”, klinkt het. “Het Vast Comité I vraagt de stellers van het ontwerp zorgvuldig te onderzoeken in welke mate deze strafbaarstellingen een inbreuk kunnen betekenen op andere fundamentele democratische belangen zoals de vrijheid van meningsuiting, het recht van verdediging of het recht op informatie en vrije meningsuiting.
De Raad van State oordeelt in eenzelfde richting. In het advies wordt gewezen op een mogelijke botsing met artikel tien van het EVRM (persvrijheid).
Rad
De ministerraad draaide pers en publiek evenwel een rad voor de ogen door het voornemen van de wijzigingen aan de classificatiewetgeving kenbaar te maken, maar geen woord te reppen over de fundamenteel gewijzigde sanctieregeling.
Bevoegd minister Didier Reynders (MR) reageerde eerder al in Le Soir dat de adviezen in overweging genomen worden. De Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) verstuurde vorige week alvast een brief naar Reynders met de vraag om de uitbreiding van de strafbaarheidstelling te schrappen.
Tegelijk hekelt nationaal secretaris Pol Deltour de sluikse manier van werken van de regering. Want het gaat allerminst om een alleenstaand geval. “We protesteerden recent nog tegen een voorstel van minister Koen Geens die ook al vlak voor de ontbinding van de kamer een aantal zaken doorvoerde die nefast waren voor journalisten”, brengt Deltour in herinnering. “Nu zien we hetzelfde gebeuren. Net voor de verkiezingen probeert men er nog een wet door te krijgen. Gelukkig leggen het Comité I en de Raad van State de vinger op de wonde en moet de tekst voor een tweede lezing naar de ministerraad. Maar het wetsvoorstel kan in lopende zaken perfect afgewerkt worden.”
Journalistenbond genegeerd
Bij het hangende wetsvoorstel (en de ondertussen gestemde wetswijzingen) werden geen journalistenbonden gehoord, terwijl het telkens wel om maatregelen gaat die indirect impact hebben op het metier.
Bij het hangende wetsvoorstel (en de ondertussen gestemde wetswijzigingen) werden geen journalistenbonden gehoord, terwijl het telkens wel om maatregelen gaat die indirect impact hebben op het metier.
Dat klaagde Apache net voor de zomervakantie aan. Bij een wijziging van een strafwetartikel waarin staat dat de politie bij opsporingen in ‘informaticasystemen’ rekening moet houden met het beroepsgeheim van advocaten en artsen, werd namelijk geen expliciete melding gemaakt van het bronnengeheim. Belangrijker: voor gelijk welk strafonderzoek is het ‘misbruik van inzagerecht’ strafbaar geworden. Voorheen was dat enkel het geval voor gerechtelijke onderzoeken, geleid door een onderzoeksrechter, maar nu dus ook voor opsporingsonderzoeken van het parket. Tot slot had de journalistenbond vóór de zomer nog een reeks opmerkingen over de nieuwe negationismewet, die voor haar te ruim en te vaag geformuleerd is.
Rode draad: terugplooien
Het wetsvoorstel van Reynders rond de bestraffing voor wie geclassificeerde informatie openbaar maakt, en de andere wetswijzigingen die net voor de zomer werden goedgekeurd, staan dan wel los van elkaar. Er is wel degelijk een rode draad te zien in de manier waarop persvrijheid afgewogen wordt tegenover andere belangen.
“De wetswijzigingen op het misbruik van inzagerecht en de wet op de verstrenging van staatsgeheimen past in een tendens van grotere geheimhouding, het terugplooien van een overheid op zichzelf”, zegt Pol Deltour. “En minder openheid van overheidswege wordt gekoppeld aan efficiënter werken en krachtdadig beleid voeren richting terrorisme of criminaliteit. Dat kan voor ons niet ten koste van de informatievrijheid, zeker als het gaat om relevante maatschappelijke zaken. Je merkt duidelijk dat de federale regering in haar afwegingen voorrang geeft aan het efficiëntie- en veiligheidsdiscours bovenop de vrijheid van informatiegaring.”
Pol Deltour: ‘De wetswijzigingen op het misbruik van inzagerecht en de wet op de verstrenging van staatsgeheimen past in een tendens van grotere geheimhouding, het terugplooien van een overheid op zichzelf’
Verzesvoudiging
In diezelfde filosofie past ook de heel sterk geregisseerde communicatie vanuit parketten sinds begin 2019. Er wordt dan wel actiever gecommuniceerd dan vroeger, maar de professionalisering van ‘persmedewerkers’ en persmagistraten leidt tot een concentratie van informatie, willekeur en het opdrogen van een informeel circuit.
En dan is er nog het beroepsgeheim, waar twee jaar geleden de maximumstraffen voor schendingen verzesvoudigd werden. Die beslissing werd genomen in het kader van wetgeving rond het casusoverleg en de informatie-uitwisseling in de zogenaamde lokale integrale veiligheidscellen (LIVC’s).
Wie daaruit lekt riskeert drie jaar effectief, ook dus een ambtenaar die mistoestanden wil aanklagen. Bovendien kregen parketten ook een groter arsenaal onderzoekmogelijkheden. Weliswaar niet om rechtstreeks journalisten aan te pakken waar mogelijks naar gelekt wordt, want de wet op het bronnengeheim is nog steeds van kracht, maar de druk op (potentiële) bronnen is wel gezet.
Bronnen kop van jut. Publiek dupe.
Minder of minder toegankelijke bronnen leidt tot een verarming van de berichtgeving. En daar is de samenleving de dupe van. “De informatiegaring wordt moeilijker,” krijgt nationaal secretaris Pol Deltour (VVJ) te horen op het veld. “Los van het feit dat journalisten persoonlijk risico lopen, lopen bronnen soms een nog groter risico. En dat zorgt op een bepaald moment voor de uitdroging van de informatiestroom.”
En daar is het uiteindelijk om te doen.
Uitgelichte afbeelding: CC Dr. Les (Flickr)
Word jij lid van Apache? Lees direct verder en steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek. Nu al vanaf 6,25 euro per maand.
Ja, ik word lid
De vraag is waarom de zich respecterende journalisten nooit eerder tot deze conclusie zijn gekomen. Dit proces van censuur is al jaren aan de gang. De MSM zijn hier het beste voorbeeld van. Ze verspreiden alleen nepnieuws dat door de ,,masters of the universe” voor consumptie van het domme publiek verteerbaar wordt geacht. Het publiek wordt al een decenia lang door de sociale media gehersenspoeld en begeleid naar waar de elite heersende klasse ons wil hebben. We worden onophoudelijk om de tuin geleid met eufemistisch taalgebruik, bij de neus genomen met valse statistieken, onrustig en bang gemaakt met denkbeeldige aggressie die ons van buitenaf zou bedreigen en belazerd met argumenten die ons moeten overtuigen dat alles onder controle is en dat we er op termijn allemaal beter van zullen worden. De media blijven ons brein zwanger maken met onze westerse waarden en normen, onze manier van leven, onze vrijheid en democratie en onze mensenrechten. Het is allemaal van ons maar het is een grote leugen, een utopie, een illusie. Wanneer het publiek bang genoeg is gemaakt voor ”populisten,, omwille van zorgen i.v.m. veiligheid kan een overheid des te gemakkelijker maatregelen door de strot jagen die een normaal denkend mens in normale omstandigheden nooit zou accepteren. Met de verslaving aan sociale media wordt het allemaal nog een stuk makkelijker. Onze politici en geheime diensten krijgen namelijk op voorhand en op een serveerblaadje alle grieven, angsten en bekommernissen netjes voorgeschoteld die bij Jan-met-de-Pet leeft. Kleine moeite om hier in het geniep en handig misbruik van te maken en de achterpoortjes te sluiten. Waarom verheft nooit iemand in de jounalistieke wereld z’n stem i.v.m. thruthtellers en klokkenluiders Julian Assange, Edward Snowden, Kim Dotcom, John Kiriakou te verdedigen als het om hun lot en opoffering gaat die ze zich getroosten om ons correct te informeren of krijgen Iconen journalisten als John Pilger, Chris Hedges, Oliver Stone en Glenn Greenwald nooit een platform bij de gevestigde en gecontroleerde media? Simpel, omdat de corporate media presstitutes zijn die lipdiensten verlenen aan het establishment en als echokamers hebben beloofd in ruil voor centen en werkzekerheid enkel het voorgekauwde en politiek ”correcte,, verhaal te debiteren . De journalisten die zich nog onbeschaamd in de spiegel durven bekijken hebben deze media al lang de rug toegekeerd en voor de individuele onderszoeksjournalistiek gekozen ondanks de moeite en onzekerheid die het hen materieel kost om te overleven. Integriteit bestaat nog, wordt helaas niet herkend door het misleide publiek en dus niet beloond. Als het volk bang is van de heersende klasse krijgen we tirannie
en wanneer de politieke klasse bang wordt van het volk hebben we vrijheid. De media, persvrijheid en de vrije meningsuiting, de hoeksteen van onze democratie, zijn nog slechts holle begrippen. Alleen is het journaal bij onze ”staatszenders” verworden tot een snelle rubriek van gebroken armen en benen gevolgd door een muziekje en een filmke terwijl de echte problemen die op ons aanstormen angstvallig worden vermeden. Kan, mag of durft er iemand deze Dog & Pony Show nog een halt toe roepen?