Alsof ik op deze plaats nooit iets heb geschreven over het drama in Duisburg of mijn afkeer voor mensenmassa's, kroop ik dit weekend volkomen vrijwillig tussen het publiek op de parking van de Lokerse sporthal. Het is verbijsterend hoeveel een mens wil doorstaan voor mooie muziek.
Kleine meisjes met rugzakken drongen zich naar voren. Ze waren ergens tussen de veertien en de zeventien – ik kan geen leeftijden schatten en kleine meisjes zien er toch allemaal hetzelfde uit – en deden enorm druk. De meisjes vlak vóór mij maakten ruzie met hun vriendinnen die achter mij stonden en eisten dat zij de camera mochten vasthouden. Een hele meter dichter bij het podium zouden zij voorzeker een betere foto kunnen maken.
Zij waren niet als enigen op dat idee gekomen: zodra de groep in zicht kwam, schoten overal rondom mij dunne armpjes de lucht in met fototoestellen eraan. Met een volharding die je hen niet zou nageven, gingen de lolita's op zoek naar die ene niet-bewogen foto. Op een bepaald moment torenden er zelfs drie van hen trapsgewijs boven elkaar uit, waarbij het laatste meisje steeds hoger op de punten van haar tenen moest staan om de camera's vóór zich uit beeld te houden.
Nu digitale camera's niets meer kosten, moet er van elk avondje uit een fotoreportage worden gemaakt. Kunnen bewijzen dat je ergens bij was, is belangrijker dan wat je daar hebt gedaan.
En precies dat gaat voorbij aan de essentie van een popconcert. Een concert zou een unieke, bijna mystieke beleving moeten zijn, een avond waarvan iedereen weet dat hij nergens anders, op geen enkel ander moment bestaat – en die vooral niet te reproduceren valt. Maar in plaats van te dansen, wat kleine meisjes vroeger deden, staan zij vandaag liever zeventig minuten lang foto's en filmpjes te maken van erbarmelijke kwaliteit.
Mijn eigen fototoestel lag thuis in de kast. Ik gebruik het zelden, omdat ik dingen liever onthou door goed op te letten en ze achteraf op te schrijven. Dat heeft één onmiskenbaar voordeel tegenover foto's: ik doe dat ook op minder leuke momenten. Na een zware ruzie of tijdens de allereenzaamste avonden zie je nu nooit eens iemand een foto nemen, voor later.
San F. Yezerskiy