De nieuwsakkers lagen er verdord bij dit weekend. Of wij misschien wilden weten dat Bruce Willis een serveerster aan het huilen had gebracht, probeerden Het Nieuwsblad en De Standaard uit pure wanhoop. Dat wilden wij niet. Gelukkig vindt een goede journalist overal wel iets, al moet hij daarvoor graven tot diep in de website van Toerisme Vlaanderen.
Achter een minuscule link op het Engelstalige deel van die site staat namelijk een kaartje waarop je, met dichtgeknepen ogen en een beetje verbeelding, Vlaanderen als een onafhankelijke staat afgebeeld kan zien. De kustburgemeesters steigerden, want Waalse en Brusselse toeristen zouden nu voorzeker massaal wegblijven van die smerige Vlaamse Noordzee.
(Alle Waalse en Brusselse toeristen, tenminste, die op de voorpagina van de site hebben aangegeven dat ze in het Verenigd Koninkrijk wonen. Op de Franstalige website zijn alleen maar kaartjes van een eengemaakt België te zien.)
Graaf Leopold Lippens, burgemeester van Knokke-Heist, was het kwaadst van allemaal. In een reactie die hij ergens vlak na zijn ochtendborrel aan de VRT gaf, fulmineerde hij dat Toerisme Vlaanderen voor zijn part kon ontploffen en hij voegde daar nog een weinig samenhangende rant aan toe over vuile strepen in Vlaams-nationalistische onderbroeken.
Onderbroeken. Dat is het niveau waarnaar het communautaire nondebat is afgezakt. Mag het dan een wonder heten dat het met die hele formatie geen meter opschiet?
De Vlaamse en Franstalige overheden gedragen zich tegenover elkaar als een al veel te lang getrouwd koppel. Elke partner ergert zich aan alles wat de andere doet. De manier waarop hij ademhaalt en koffie drinkt, de tv-programma's die zij kiest, de onhebbelijke gewoonte die hij heeft van elke keer na het gebruik de temperatuurknop van de oven naar nul te draaien. Het enige wat hen samenhoudt, is de gedachte dat het alleen nog veel erger zou zijn.
Ja, goed, ergens op een bureau in Brussel heeft een kaartjestekenaar iets onvoorzichtigs, misschien zelfs iets doms gedaan. Nu hebben we twee keuzes: we kunnen daar eindeloos over blijven doorjanken, of we kunnen eens met het hoofd schudden en verderwerken aan wat er communautair echt toe doet. Wat zal het zijn? Ik zou alvast graag een pensioen hebben later.
San F. Yezerskiy