Hoofdredacteur tussen hamer en aambeeld

Tom Cochez
Béatrice Delvaux stapt op als hoofdredactice bij Le Soir
Béatrice Delvaux stapt op als hoofdredactice bij Le Soir
Béatrice Delvaux stapt op als hoofdredactice bij Le Soir
Béatrice Delvaux dient haar ontslag in als hoofdredactrice bij Le Soir

Hoewel nog niet helemaal definitief, kwam het ontslag van Béatrice Delvaux niet echt als een verrassing. De verkoopcijfers van Le Soir laten al geruime tijd te wensen over en dan komt de hoofdredactrice in het vizier. Zoiets heet ‘onvermijdelijk’ te zijn.

Dat is vreemd, want een hoofdredacteur zou in de eerste plaats afgerekend moeten worden op de kwaliteit van de krant. Als de krant het commercieel slecht doet, dan zou de directie in beeld moeten komen, niet de hoofdredactie. Dat laatste gebeurt nauwelijks of nooit en het geeft perfect aan welke criteria mediabedrijven vandaag hanteren bij de bepaling van wat een ‘goede hoofdredacteur’ is. Kort samengevat is dat iemand die er in slaagt veel kranten te verkopen.

Ontslagronde

Die moderne taakomschrijving van het hoofdredacteurschap genereert heel veel commerciële druk en net zoals alle andere hoofdredacteuren zat ook Béatrice Delvaux bij Le Soir geprangd tussen de orders van boven en de redactionele/journalistieke weerstand van onderuit. Want ook die bestaat. Het overgrote deel van de journalisten op de werkvloer heeft er voor gekozen om journalist te zijn. Om de waarheid te zoeken en niet om stukken te schrijven die als eerste doel hebben er zoveel mogelijk kranten mee te verkopen. De druk op hoofdredacteuren, ook van kwaliteitskranten, om mits het brengen van sensationele en lekkere brokken meer lezers te bereiken is gigantisch en dat vloekt vaak met de wensen van de werkvloer. De ontslagronde bij De Morgen in 2009 was daar een treffend voorbeeld van. Wat er deze week bij Le Soir gebeurde ook.

Wantrouwen

Bij Le Soir vond de onderliggende spanning een uitweg in een conflict over de berichtgeving bij het mogelijk vervroegd vrijkomen van Michelle Martin. Hoeveel pagina’s brengen we daarover? Eerst was het een pagina, dan vier. Waarom vier? Omdat er vier pagina’s journalistiek verantwoord nieuws over neer te pennen zijn of omdat de mensen dat graag lezen? Het spel zat gelijk op de wagen. De discussie escaleerde. De vernieuwde Code van de Raad voor de Journalistiek laat journalisten immers toe om opdrachten te weigeren wanneer die niet stroken met de journalistieke ethiek. De nieuwe top-down-aanpak vanuit de hoofdredactie/directie werd  gehekeld. Dat mondde uit in een formele blaam voor drie journalisten en de aanzet tot een soort motie van wantrouwen tegen de hoofdredacteur.

Vandaag is de hoofdredacteur in de allereerste plaats de man die zoveel mogelijk kranten moet verkopen

De precieze vorm die zo’n conflict aanneemt is variabel, maar dat de discussie zich keer op keer ent op de figuur van de hoofdredacteur is vanzelfsprekend. De botsing van commerciële en journalistieke belangen zit vandaag immers structureel in zijn nieuwe taakomschrijving vervat. Vroeger was een hoofdredacteur de persoon die de journalistieke belangen van de redactie verdedigde. Nu is het in de allereerste plaats de man die zoveel mogelijk kranten moet verkopen. Journalistieke principes zijn daaraan ondergeschikt. Al mag dat vooral niet zo gezegd worden.

Evenwicht

In mediamiddens wordt de discussie gemakshalve beslecht met behulp van de term evenwicht. Een goed evenwicht, dat is wat we zoeken. Een evenwicht tussen de commerciële belangen die er nu eenmaal zijn en de journalistieke belangen. Wie kan er nu tegen zo’n evenwicht zijn? We zoeken ernaar, soms schuiven we al eens uit, maar we zoeken naarstig verder. Perfecte newspeak is dat om te verhullen dat het wezen van de journalistieke professie ondergeschikt wordt gemaakt aan winstmaximalisatie en dat het gros van de moderne hoofdredacteuren verplicht meeschrijft aan dat verhaal.

De werkvloer kan dan vinden dat de hoofdredacteur te veel toegeeft aan de druk van bovenuit en inzetten op zijn of haar ontslag. Maar daarna komt dan een nieuwe hoofdredacteur die zich in het beste geval wat meer schrap zal zetten. Wat beter zal onderhandelen. Sommige hoofdredacteuren hebben effectief ook meer haar op de tanden dan andere, maar om het probleem fundamenteel aan te pakken moet de positie van hoofdredacteur opnieuw duidelijk omschreven en stevig verankerd worden. De journalistiek heeft nood aan een kader dat kristalhelder maakt dat de hoofdredacteur de baas is van de redactie en niet het manusje van de uitgever. De Code van de Raad voor de Journalistiek is een stap in de goede richting, maar ook de overheid kan haar deel doen. Bijvoorbeeld door een afdwingbaar redactiestatuut als criterium te hanteren voor het verkrijgen van perssteun.

LEES OOK
Georges Timmerman / 31-10-2011

Delaplace Frederik

Frederik Delaplace begon zijn carrière bij De Tijd in 1994 als journalist. Hij coördineerde de cel Financiën van 2001 tot 2003. Vervolgens werd hij adjunct-hoofdredacteur en vanaf…
apache