Vorige week gaf de N-VA-voorzitter zijn vaste tweewekelijkse column voor De Standaard de titel ‘Erfgenamen van Uilenspiegel’ mee. Die titel lijkt wel een knipoog, want wat De Wever daarin deed, ziet hij ongetwijfeld zelf als de betere Uilenspiegelstreek.
Wat gebeurt er precies in de fameuze column? Na een historisch overzicht van de figuur Tijl Uilenspiegel – de historicus in Bart De Wever komt in meerdere van z’n columns aan z’n trekken – komt de aap uit de mouw: de N-VA-voorzitter hakt met zichtbaar genoegen in op ‘linkse’ cultuuriconen zoals Tom Lanoye en Luc Tuymans. Hij doet dat met een bijl die net niet bot genoeg is om als verboden wapen geklasseerd te worden. En hij weet genadeloos de plek te vinden waar het heel erg kriebelt: Tuymans en Lanoye hebben het gevecht tegen hun eigen kleinburgerlijkheid verloren! Meer moet dat niet zijn.
Terwijl hij die zinnen door zijn tekstverwerker jaagt, weet Bart De Wever al perfect wat het gevolg zal zijn van zijn column. Ook al biedt zijn column nauwelijks intellectuele fundamenten om zijn stelling aan op te trekken – wie weerhoudt de rechtse culturele elite ervan om op te staan – toch gaat de ‘linkse kerk’ geheid uit haar dak. Dat is dan ook het enige doel van de column van de N-VA-voorman: stof doen opwaaien en dan nog liefst op een manier dat het eigen politiek incorrecte merk goed in de verf komt te staan. Afgaand op de storm aan opinie- en andere stukken – Gezocht: een Bart De Wever voor de kunst in De Morgen - die de voorbije dagen her en der verschenen, lukte dat opzet aardig. Zeer lezenswaardige artikels, daar niet van, maar als Bart De Wever in iets écht bedreven is, dan wel in het creëren van een zwart gat dat alle energie en aandacht naar zich toezuigt.