Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De vrije geest van Michel Houellebecq

Jasper Vervaeke
Michel_Houellebecq_no_Fronteiras_do_Pensamento_Porto_Alegre_2016_(30860117846)
De Franse schrijver Michel Houellebecq (Foto: CC BY-SA 2.0 Fronteiras do Pensamento)

De massale persaandacht bij de lancering van een nieuwe Houellebecq heeft altijd iets moois. Voor een zeldzame keer lijkt de literatuur, doorgaans verbannen naar het reservaat van de boekenbijlagen, in het middelpunt van de actualiteit te staan. Vier jaar terug vormde de release van Soumission (Onderworpen) zowaar het hoofdpunt van het vrt-ochtendradionieuws; begin januari dit jaar mocht Dirk De Wachter in De afspraak duiding komen geven bij Sérotonine (Serotonine). En dat telkens naar aanleiding van de Franse release, maanden voor de publicatie van de Nederlandse vertaling. 

Houellebecqs lak aan politieke correctheid maakte hem verdacht bij links en populair bij rechts

Jammer genoeg blijkt altijd weer dat niet de literatuur in het middelpunt van de persaandacht staat, maar het imago en de ideologie van de schrijver. Terwijl De Wachter zich in De afspraak – check YouTube voor het fragment – terecht probeert te beperken tot het boek, kunnen presentatrice Phara de Aguirre en haar redactie het niet laten om de schrijver te politiseren.  

Zo zien we archiefbeelden uit een interview met Houellebecq in Ter Zake naar aanleiding van de publicatie van Onderworpen. Daarin vist Karine Claessen naar zijn politieke voorkeuren. Houellebecq, zichtbaar verveeld, antwoordt dat hij noch van links, noch van rechts houdt en dat veel Franse intellectuelen tegenwoordig bewust kiezen voor ideologische vrijheid.  

Het interview – en Houellebecqs ergernis wijst erop dat het niet de eerste keer is dat hij dezelfde vragen krijgt – doet denken aan een passage uit Milan Kundera’s essay Verraden testamenten. Zoals bekend bouwde Kundera zijn carrière uit tijdens de Koude Oorlog en spelen zijn romans zich vaak af tegen die achtergrond. In Verraden testamenten vertelt hij dat hij meermaals interviews heeft moeten doorstaan die als volgt verliepen:

- ‘Bent u communist, meneer Kundera?’

‘Nee, ik ben romancier.’

- ‘Bent u dissident?’

‘Nee, ik ben romancier.’

- ‘Bent u links of rechts?’

‘Geen van beide. Ik ben romancier.’

Rechtse reputatie

De romans van Houellebecq zijn niet profetisch en er valt al helemaal geen ideologie uit te puren

Natuurlijk heeft Houellebecq die afgezaagde politieke vragen en zijn rechtste reputatie deels aan zichzelf te danken. Nu eens komt hij op de proppen met een islamofobe uitspraak, dan weer met een steunbetuiging aan Trump. Onderbouwd zijn die uitspraken zelden. Eerder losse flodders om te provoceren. Houellebecq hoort nu eenmaal niet tot het clubje Franse intellectuelen dat met regelmaat en enige zelfgenoegzaamheid zetelt in een van de vele praatprogramma’s om er de maatschappelijke ontwikkelingen te analyseren. 

Houellebecqs lak aan politieke correctheid maakte hem verdacht bij links en populair bij rechts. Niet toevallig verscheen er op 10 januari, nauwelijks een week na de Franse lancering van Sérotonine, al een lovende recensie in ‘t Pallieterke. Even later was het de beurt aan Joachim Pohlmann. De toenmalige N-VA-woordvoerder, die sinds kort kabinetschef cultuur is bij Jan Jambon, dweepte met Houellebecq in Knack en De Morgen.

Al te veel recensenten, journalisten, opiniemakers en politici, zowel van links als rechts, beschouwen Houellebecqs boeken als romans à thèse, strekkingsromans die niet alleen een rechts-conservatieve ideologie uitademen, maar ook bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen voorspellen. Je reinste onzin natuurlijk: de romans van Houellebecq zijn niet profetisch en er valt al helemaal geen ideologie uit te puren.   

Onheilsprofeet

De misvatting dat Houellebecq visionair zou zijn, dateert van Platform (2001). Die roman eindigt met een aanslag door moslimterroristen in een toeristisch oord in Thailand. Omdat hij net een week voor 9/11 uitkwam en een jaar voor de aanslag op een nachtclub in Bali, dichtten commentatoren de schrijver profetische krachten toe. Alsof er voorheen nog nooit islamistische aanslagen waren geweest op westerse doelwitten. 

Onderworpen (2015) wakkerde het geloof in Houellebecq als waarzegger verder aan. In het boek, dat zich in de nabije toekomst afspeelt, zwaait een moslimpartij de plak in Frankrijk. Het verscheen – weer toevallig – enkele dagen voor de aanslagen op Charlie Hebdo. Islamofobe lezers zagen in Houellebecq een onheilsprofeet die hun schrikbeeld bevestigde: straks gaan we allemaal gebukt onder de sharia. 

Los van het feit dat ze spoken zagen, werpt het overduidelijk satirische Onderworpen helemaal geen fundamentalistisch schrikbeeld op. De gematigde islam van de nieuwe machthebbers blijkt niet meer dan een sluier voor de enige universele religie, het kapitalisme. Hoofdpersoon François schikt zich er dan ook zonder gewetensbezwaren naar. Hij hoeft zijn levensstijl zelfs niet aan te passen.  

In Serotonine zagen veel commentatoren dan weer de voorafschaduwing van de protesterende gele hesjes. Bij de lancering van de roman waren de protesten weliswaar al maanden aan de gang, maar Houellebecq had hem natuurlijk in de jaren ervoor geschreven. Het volstond dat er in het boek een boerenopstand uitbreekt op een achtergesteld en verlaten Frans platteland om de schrijver wederom als profeet te presenteren. 

Alsof het Franse platteland al niet decennialang aan het leeglopen is. Nee, wie de rancune van de gele hesjes beter wilt begrijpen, heeft meer aan Terug naar Reims van Didier Eribon. Maar dan lees je wel een nadrukkelijk marxistische visie.

Michel_Houellebecq_no_Fronteiras_do_Pensamento_Porto_Alegre_2016_(30860117846)
De Franse schrijver Michel Houellebecq (Foto: CC BY-SA 2.0 Fronteiras do Pensamento)

Herkenbare stem

Agronoom Florent-Claude, verteller en hoofdpersonage van Serotonine, begint zijn carrière bij Monsanto. Nadien stapt hij over naar het Ministerie van Landbouw, waar het zijn taak is om Franse regionale producten te promoten. 

In Serotonine richt Houellebecq zijn scherpe pijlen wederom op zijn enige echte doelwit: de westerse maatschappij, en in het bijzonder de blanke man van middelbare leeftijd

Ergens in het begin van de roman looft hij de toeristische visie van Franco; in het midden toont hij empathie met de Franse boeren die doodgeconcurreerd worden door multinationals als, precies, Monsanto; op het einde zit hij te kijken naar een verkiezingsshow en geeft hij toe dat hij La France insoumise van Jean-Luc Mélenchon en La République en marche! van Emmanuel Macron nauwelijks uit elkaar kan houden. Verveeld zapt hij weg naar een kookprogramma. 

Om maar te zeggen: noch uit de levenswandel van Florent-Claude, noch uit zijn uitspraken, die overigens zeker niet allemaal ernstig te nemen zijn, valt een consistente ideologie te distilleren. 

In Serotonine richt Houellebecq zijn scherpe pijlen wederom op zijn enige echte doelwit: de westerse maatschappij, en in het bijzonder de blanke man van middelbare leeftijd. Veertiger Florent-Claude lijdt aan een zware depressie. Het antidepressivum dat zijn dokter hem voorschrijft, voorziet hem van een artificiële dosis van het gelukshormoon serotonine. Alleen heeft het medicament een bijwerking: het verlaagt het libido. Afgezien van een paar flashbacks is Serotonine dan ook een Houellebecq met opvallend weinig seks. 

Het hoofdpersonage mag je gerust als symbool zien voor de westerse maatschappij, die volgens Houellebecgs roman niet alleen lijdt aan een zware depressie, maar ook aan een schrijnend gebrek aan libido. Het Westen, aldus Florent-Claude, zit opnieuw in de orale fase − getuige daarvan de overvloed aan kookshows. Zo luidt dus de diagnose. Maar natuurlijk biedt Serotonine geen remedie. Het is immers geen zelfhulpboek. Het is een roman. 

Er zit in Serotonine een episode die de positie van de romancier Houellebecq perfect voorstelt. Florent-Claude heeft de maatschappij op dat moment al de rug toegekeerd. Hij woont teruggetrokken in een hut van een oude vriend aan de kust van Normandië. Zijn lievelingsspeeltje is zijn verrekijker, waarmee hij eerst alleen vogels bespiedt, maar dan ook de bewoner van de dichtstbijzijnde hut. Op een gegeven ogenblik leent zijn vriend hem een jachtgeweer. Tijdens die episode staat Florent-Claude voor de romancier Houellebecq, de schrijver die ons vanop de rand van de maatschappij in het vizier houdt. 

Houellebecqs vertellers laten hun gedachten graag de vrije loop; in Serotonine gaat die vrijheid van geest gepaard met een stijl die vloeiender is dan ooit. Vaak laat de schrijver zelfs de komma’s achterwege en krijgen we een stroom aan gedachten te lezen. Of, beter gezegd, te horen. Want op de beste momenten van de roman horen we Florent-Claude denken en spreken. 

In wat hij zegt en hoe hij het zegt, weerklinken de echo’s van Houellebecqs vorige vertellers. Niet onterecht vinden veel critici dat de schrijver in herhaling valt. Maar hij is nu eenmaal niet het soort romancier dat ernaar streeft om zich in elk boek heruit te vinden. Hij is het soort romancier dat ernaar streeft om steeds herkenbaarder te worden. Houellebecq is bovenal een stem waar je graag naar luistert of niet.  

Oordelen en begrijpen

De misvattingen over Houellebecqs romans zijn tekenend voor een gepolitiseerde en gepolariseerde tijd. De media, met in hun zog de massa, hechten vooral waarde aan opinies en oordelen. Wie gehoor wilt krijgen, verkondigt liefst een duidelijk politiek-ideologisch standpunt en vertegenwoordigt liefst een bepaalde minder- of meerderheid. Want als iedereen een stempel heeft, weet de opponent meteen of hij echt moet luisteren of niet. Overal, op de televisie, op sociale media en soms zelfs onder vrienden en familie, lijkt iedereen ons constant te willen overtuigen van hun mening en manier van leven. Al wat daar niet mee strookt, wordt stante pede veroordeeld. 

De misvattingen over Houellebecqs romans zijn tekenend voor een gepolitiseerde en gepolariseerde tijd

De roman als genre druist in tegen die moraliserende en militante houding. Uit een goede roman spreekt een rebelse, onafhankelijke levenshouding die haaks staat op elke vorm van collectief denken en handelen. Tegenover de absolute waarheid van politiek, religie en moraal plaatst de roman de relatieve waarheden van het individu, menselijke waarheden die ruimte laten voor contradictie en ambiguïteit.

De moraal van de roman, zo schrijft Kundera in Verraden testamenten, druist in tegen de menselijke gewoonte om meteen over alles en iedereen te oordelen. De roman leert de lezer “nieuwsgierig te zijn naar de ander en te proberen waarheden te begrijpen die verschillen van de zijne.” Decennia voor Kundera zei Albert Camus iets gelijkaardigs in zijn Nobelprijsspeech: “les vrais artistes ne méprisent rien; ils s’obligent à comprendre au lieu de juger.”

Ook Houellebecq schrijft vanuit die overtuiging, en zo en alleen zo moeten we zijn romans lezen. Waarschijnlijk zijn er maar twee dingen waarin Houellebecq stellig gelooft: liefde en, vooral, literatuur – hij is dus helemaal geen nihilist, nog zo’n hardnekkig misverstand. 

De vertellers van zijn laatste twee romans, Onderworpen en Serotonine, zijn niet voor niets gepassioneerde lezers. Omdat literatuur alleen vraagt om te luisteren, een verademing in een wereld waar iedereen je een product, mening of moraal wilt verkopen; omdat de roman een van de weinige overgebleven vrijplaatsen is, niet besmet door politiek, ideologisch of identitair denken. Laten we dat zo houden.  

LEES OOK
Karl van den Broeck / 16-03-2024

Het beste werk van Hugo Claus is Claus zelf

De verstrengeling van Hugo Claus' werk en leven is nog veel inniger dan gedacht.
Hugo Claus (rechts) maakt een dankgebaar naar twee vrouwen (links) tijdens het Boekenbal in 1989.
Koen Smets / 15-03-2024

Overweldigd door weidse horizonten

Moderne technologie verschaft ons toegang tot een overvloed aan dingen.
horizon
Jos Borré / 10-02-2024

Walter van den Broeck, schrijver met een hart voor journalistiek

'Het was hem erom te doen de gang van zaken in de maatschappij aan te wijzen', schrijft biograaf Jos Borré.
Zwart-wit portret van Walter van den Broeck, die zijn linkerhand onder zijn kin houdt.