Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Laten de oudste Vlamingen straks de baksteen los?

Charles Derre
(Foto Flickr cc Richard Riley)
(Foto Flickr cc Richard Riley)

De droom om net buiten de stad een huis te bezitten is in Vlaanderen zo ingeburgerd dat er makkelijk wordt voorbijgegaan aan de historische constructie ervan. Al in de negentiende eeuw stimuleerden Kerk en burgerij huiseigenaarschap om urbanisatie en de daarmee gepaard gaande ongemakken, zoals sociale onrust en ontkerkelijking, tegen te gaan. Leningen en subsidies om een eigen woonst te bouwen en te bezitten werden sindsdien makkelijk toegekend.

(Foto Flickr cc Marcus Deretten)
Weg met het rusthuis! (Foto: Flickr cc © Marcus Deretten)

Het resultaat is dat vandaag 70% van de Vlaamse bevolking huiseigenaar is. Nochtans verschillen cijfers over huiseigenaarschap sterk van land tot land, ook binnen Europa. In Duitsland huurt bijna 60% van de bevolking een woning. In Zwitserland ligt het cijfer van het aantal huurders zelfs iets hoger.

Gezinswoning

Een andere belangrijke vaststelling: de oudste Vlamingen blijven het liefst zo lang mogelijk op dezelfde plaats wonen, als het even kan tot aan hun levenseinde. Volgens cijfers van het Steunpunt Wonen Leuven geeft 74% van de 60-plussers aan zeker niet te willen verhuizen. Voor de meesten, die tot ver na hun pensioen lange tijd geen grote gezondheidsproblemen kennen, is dat makkelijk doenbaar. Een belangrijke reden voor die gehechtheid aan een vaste woonst is natuurlijk de verbondenheid met een plaats en de herinneringen die een huis in zich draagt.

Als een oudere meer medische zorg nodig heeft, is het echter de vraag of die emotionele waarde opweegt tegen de beperkingen die zo’n woning met zich meebrengt. Een woonst die decennia geleden als gezinswoning is gebouwd, heeft vaak aanpassingen nodig om ook voor bejaarden gebruiksvriendelijk te blijven (bijvoorbeeld de aanwezigheid van sanitaire voorzieningen op het gelijkvloers, of technische apparatuur om valpartijen te vermijden). Te weinig huizen waarin ouderen vandaag wonen, zijn hierop voorzien. Daarnaast komt nog dat ouderen in veel gevallen te ruim wonen. Huizen worden vaak gekocht met de intentie om er een gezin in groot te brengen. Eenmaal de kinderen op eigen benen staan, verliest zo’n eigendom een deel van zijn functies.

Ouderen zijn een kwetsbare groep die, zeker na het pensioen zijn, nog meer de nood ervaart om zich lid te voelen van een gemeenschap. De vele lukraak ingeplante verkavelingen en de beruchte lintbebouwing in Vlaanderen - en de afstanden tussen woningen en het gemeenschapsleven die deze creëren - zorgen voor heel wat moeilijkheden. Als iemand minder mobiel is, niet vlakbij een gemeenschapskern woont en zich minder makkelijk met de auto of fiets verplaatst, doet dat de sociale isolatie toenemen.

Weg met het rusthuis

Op het vlak van woonbeleid zijn er in Vlaanderen voor ouderen nog veel verbeteringen mogelijk. Dat vertelt althans woonsocioloog Pascal De Decker (KU Leuven) ons:

Bij ons staat het beleid voor ageing in place, ofwel 'zo lang mogelijk in dezelfde woning blijven': als er zorg nodig is, dan moet die van de partner, kinderen, buren of vrijwilligers komen. Gebeurt dit niet, dan is er de gesubsidieerde thuiszorg. Maar op lange termijn is thuisblijven en daar verzorgd worden voor een vergrijzende maatschappij gewoon niet haalbaar, vooral omdat er veel meer ouderen zullen zijn. De zorgbehoefte zal, ook omdat meer mensen langer leven, spectaculair stijgen.

De Decker voegt eraan toe dat in Vlaanderen nog te veel het idee van het woon- en zorgcentrum als ultieme oplossing heerst:

Niet alleen zijn zulke diensten voor een grote meerderheid nauwelijks betaalbaar (de gemiddelde dagprijs in een zorgcentrum bedraagt vandaag 52,52 euro) en worden ze commercieel uitgebuit, alles draait daarbij rond de zorg en te weinig om het wonen. We moeten naar een model dat dit omkeert: er moeten aangepaste woningen en woonomgevingen ontstaan met daarbij goede zorg. Scandinavische landen gelden op dat gebied als voorbeeld. Daar zijn jarenlang verschillende campagnes gevoerd om ouderen bewust te maken van alternatieven. Het gevolg is dat een massa ouderen kleinschaliger en in een meer aangepaste omgeving is gaan leven. Daar krijgen ze ook zorg, maar het wonen primeert.

Het is vooral Denemarken dat hierin een voortrekkersrol speelde. Al sinds de jaren 1980 werd het bouwen van rusthuizen daar zoveel mogelijk tegengegaan, de overheid ging ook in plaats daarvan op zoek naar woonmodellen die ouderen moesten helpen meer voldoening te halen uit de laatste levensfase. De intentie daarbij was om hen minder als hulpbehoevende of patiënt te beschouwen om zo hun status in de samenleving te opwaarderen. Denemarken was ook het eerste land om te experimenteren met cohousing voor ouderen. Daarbij behoudt een bewoner zijn eigen woning, maar deelt hij tevens enkele gemeenschappelijke ruimtes met omwonenden. In het geval van cohousing voor ouderen is professionele dienstverlening altijd dichtbij.

Andere mentaliteit

Het is niet zo dat zulke projecten in Vlaanderen volledig ontbreken. In Antwerpen kwam er met De Haringrokerij al in 1983 een cohousingproject, Abbeyfield Vlaanderen heeft in het Brusselse een speciaal woonproject voor 55-plussers. Ook het concept van de kangoeroewoning is vrij ingeburgerd. Alleen blijken zulke initiatieven nog niet in staat de cultuur van ageing in place te doorbreken. Anneleen Vandenberk, van het Kenniscentrum 60plus, vertelt ons dat dit deels te maken heeft met de mentaliteit van de huidige generatie ouderen in Vlaanderen:

De senioren van vandaag houden inderdaad sterk vast aan hun eigen woonst en er is weinig verhuisbereidheid. Daarnaast zijn ze weinig vooruitziend wat het aanpassen van de eigen leefomgeving betreft. Men denkt: 'Als ik zorgbehoevend word, installeer ik wel een traplift.' Meestal volstaan dergelijke ingrepen niet. Het is een mentaliteit die we niet zomaar gewijzigd krijgen. Zo zijn er wel subsidies om woonaanpassingen te doen, maar er wordt nog onvoldoende gebruik van gemaakt.

Dat het Vlaamse woonbeleid te weinig zou inspelen op modernere woonvormen voor ouderen, is ook maar ten dele waar, aldus Vandenberk:

Het klopt dat er een gebrek is aan flexibiliteit, maar dat is een gedeelde verantwoordelijkheid. Bij de ouderen van de toekomst, mensen die nu tussen de vijftig en zestig zijn, zien we in studies al andere tendensen. Die generatie wil beslist niet naar het rusthuis en denkt nu al na over alternatieven. Mensen moeten de stap naar woonalternatieven ook zelf durven zetten natuurlijk.

De mentaliteitswijziging waar Vandenberk over spreekt, is al op bepaalde vlakken zichtbaar in de speerpunten van de Vlaamse bouwmeester. In 2012 werd nog het Pilootproject Onzichtbare Zorg opgestart om te onderzoeken hoe zorg een meer vanzelfsprekende plaats krijgt in het maatschappelijk weefsel. Daarin krijgt het idee van thuiswonen nog steeds veel aandacht, maar het idee van wonen waarin zelfstandigheid met connectiviteit samengaat, wint er toch aan belang. Sinds zijn aanstelling in 2016 maakte de nieuwe Vlaamse bouwmeester Leo Van Broeck tevens duidelijk dat hij wil inzetten op 'verdichting' en verkavelingen met vrijstaande woningen zoveel mogelijk wil vermijden. Hij mag dan wel voornamelijk een inspirerende rol hebben ter ondersteuning van opdrachtgevers, de intentie is wel aanwezig om het Vlaamse woonbeleid grondig aan te pakken.

Lijkt hiermee het einde van de Vlaamse verkaveling in zicht? Een belangrijk en menselijk element in het beleid blijft dat mensen zo veel mogelijk autonoom kunnen bepalen hoe ze wonen, in een verkaveling of niet. Maar het ziet er wel naar uit dat de toenemende vergrijzing en toenemende zorg die daaruit volgt, de Vlaming dwingt zijn historisch woonpatroon in vraag te stellen. Indien de huidige generatie ouderen dat nog niet voldoende doet, dan de volgende al beduidend meer.

LEES OOK
Daan Van Cauwenberge / 26-04-2024

Racistische uitspraken van studentenkandidaten geen beletsel voor UGent

Verkiezingscommissie van Gentse universiteit wuift bezwaar van vijftig studenten weg.
universiteit Gent
Thibault Coigniez / 25-04-2024

Woonzorgcentra zoeken noodgedwongen heil bij dure uitzendkrachten

'Morgen verschijnt er weer een ander gezicht voor hetzelfde werk.'
Een persoon wandelt met een rollator door de gang van een woonzorgcentrum.
Hind Fraihi / 24-04-2024

Migranten houden boomende pakjeseconomie recht

Vandaag besteld, morgen in huis? Zonder migratie gaat het snelle shopcomfort op de schop.
Een arbeider aan het werk in sorteercentrum Antwerpen X van bpost.