Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Kazachgate: 'Een schijn van partijdigheid'

Walter De Smedt
(Foto Flickr cc Michael Coghlan)
'Dat slechts één magistraat kan oordelen of een andere magistraat moet worden vervolgd, is een eigenaardigheid van onze strafprocedure(Foto: Flickr cc ©Michael Coghlan)

Maar de voorzitter van deze scoutsvereniging is Jean-François Godbille, en deze man was als advocaat-generaal in Brussel mogelijk betrokken bij de uitgebreide minnelijke schikking met Chodiev, de deal die aan de oorsprong ligt van de Kazachgate.

(Foto Flickr cc Michael Coghlan)
'Dat slechts één magistraat kan oordelen of een andere magistraat moet worden vervolgd, is een eigenaardigheid van onze strafprocedure' (Foto: Flickr cc ©Michael Coghlan)

Het gevolg van deze mogelijke betrokkenheid is dat het dossier moet overgemaakt worden aan de procureur-generaal in Brussel, Johan Delmulle. Want het is het persoonlijk privilege van deze parketmagistraat dat enkel hij kan oordelen of een andere magistraat al dan niet moet worden vervolgd.

Privilege

Dat slechts één magistraat kan oordelen of een andere magistraat moet worden vervolgd en dat het bovendien een parketmagistraat is die moet oordelen - zelfs wanneer het over een rechter gaat - is een eigenaardigheid van onze strafprocedure.

Maar deze regel is niet zonder aanvaardbare reden. Deze regel wil het volgende voorkomen: een partij die een proces heeft verloren, zou de magistraat die een beslissing heeft genomen, er persoonlijk kunnen op aanspreken met een tergend en roekeloos geding. Deze specifieke behandeling van magistraten is anderzijds niet zonder kritiek. Zelfs de Hoge Raad voor de Justitie oordeelde dat de regel niet meer past in het huidige tijdskader en best zou worden afgeschaft.

Het is ook deze regel die de zaak van Jonathan Jacob, die stierf tijdens de tussenkomst van de Antwerpse 'bottinnekes' in de politiecel in Mortsel, onnodig jaren deed aanslepen: procureur-generaal Liégeois oordeelde immers dat de parketmagistraat die mogelijk het bevel had gegeven om Jonathan 'plat te spuiten', buiten het dossier moest gehouden worden.

Nieuw

Vraag is echter of de mogelijke betrokkenheid van een parketmagistraat in dit dossier wel zo nieuw is als nu wordt voorgesteld. Het is immers een feit dat de voornaamste handeling (zonder dewelke er niets verkeerds zou zijn gebeurd, met name de ondertekening van de minnelijke schikking) er kwam door minstens één advocaat-generaal. En deze beslissing gebeurde na overleg met de toenmalige procureur-generaal die er dan bovendien een omzendbrief over maakte.

In die bewuste circulaire werd dan nog gesteld dat de nog niet goedgekeurde wet toch kon worden toegepast na persoonlijke raadpleging van het hoog ambt. Dat er mogelijk parketmagistraten bij de zaak zijn betrokken, is dus helemaal niet nieuw: het maakt van bij het begin de voornaamste vraag uit. Het blijft voor buitenstaanders daarom moeilijk te vatten waarom het openbaar ministerie de zaak in eigen handen houdt.

Er is immers een andere proceduremogelijkheid: het dossier langs de minister van Justitie overmaken aan het parket-generaal bij het Hof van Cassatie, zoals dat gebeurde in de Agusta-affaire, een ander erg gevoelig dossier uit het verleden.

Schijn van partijdigheid

De rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft ons een figuur uit het Angelsaksisch systeem bij gebracht: justice must be seen to be done, recht moet zichtbaar worden gedaan. En het moet niet voor de magistraten zichtbaar zijn, maar voor de burgers. Want enkel daardoor kan de burger het vertrouwen in zijn justitie behouden.

Maar veel magistraten hebben het daar moeilijk mee: zij zijn gewoon het vanuit hun positie te bekijken en er een persoonlijk oordeel over te vellen, in plaats van zich in de gedachtegang van de gewone burger te verplaatsen.

Welke gedachte krijgt de burger wanneer hij ziet dat het onderzoek wordt gevoerd door de instantie die er partij van uitmaakt, door het Openbaar Ministerie? En dat terwijl er toch redelijkerwijs vragen moeten worden gesteld over de feitelijke rol die hetzelfde Openbaar Ministerie in de onderzochte afhandeling heeft gespeeld. Waarom houdt het parket-generaal in Brussel deze zaak in eigen handen, in plaats van de behandeling over te laten aan magistraten die niet betrokken waren bij de onderzochte feiten?

Onderzoekscommissie

Deze problematiek zal de parlementaire onderzoekscommissie niet ontgaan. Want deze commissie kijkt als de vertegenwoordiger van de burger naar het dossier. Daarom zullen de hier gestelde vragen ook daar aan bod komen. Dat zal dan niet alleen gebeuren om uit te maken welke de juiste rol was van de betrokken parketmagistraten, maar ook om te overdenken wat er moet gebeuren om deze wijze van behandeling voor de toekomst te wijzigen. En ook om uit te zoeken welke de mogelijke disfuncties zijn die kunnen worden vastgesteld. Wat er mogelijk kan gewijzigd worden, kent een precedent.

Als gevolg van de voorstellen van de commissie-Franchimont die de 'knelpunten' in de strafprocedure onderzocht, werd door de wet het toezicht door de procureur-generaal op de onderzoeksrechter afgeschaft, en vervangen door een toezicht door een andere rechter - die van de Kamer van Inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep.

In de huidige, door het parket-generaal in de Kazachgate gevolgde wijze van onderzoek is dat zelfs niet mogelijk: want er is blijkbaar nog steeds geen onderzoeksrechter aangesteld. Ook dat roept ernstige vragen op: minstens die naar een mogelijke 'schijn van partijdigheid'.

LEES OOK
Tom Cochez / 23-03-2022

Er waren eens drie Kazachen

Het trio kreeg meer dan enkel de deuren van Belgische achterkamers geopend.
Reynders commissie Kazachgate
Tom Cochez / 10-03-2020

Huiszoeking bij Staatsveiligheid in dossier klokkenluider Reynders

Klokkenluider diende klacht in omwille van doodsbedreigingen en belaging door vertrouwelingen van Didier Reynders toe hij als voormalig inspecteur van de Staatsveiligheid…
Didier Reynders (MR) et Jean-Claude Fontinoy (SNCB).  Didier Reynders (MR) et Jean-Claude Fontinoy (SNCB).
Walter De Smedt / 31-10-2019

Internationale politiesamenwerking: hoe het parlement bedrogen wordt

Past de huiszoeking bij een Kazachse militante binnen een samenwerkingsakkoord tussen België en Kazachstan, of is het zoals bij de zaak Rebelle uit de jaren '90 een reeds in de…
belgaimage-117143-full