Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Patriottisme, chauvinisme en identiteitspolitiek

Koen Smets
(Foto Flickr cc Takayuki Nakagawa)
America first! (Foto Flickr cc © Takayuki Nakagawa)
(Foto Flickr cc Takayuki Nakagawa)
America first! (Foto: Flickr cc © Takayuki Nakagawa)

'America first!' was een van de eerste zinnen die Donald Trump als kersverse president uitsprak. Van nu af aan zou het beleid erop gericht zijn Amerikaans te kopen en Amerikaans aan te werven, en het lijkt er op dat deze gevoelens door een meerderheid van de Amerikanen wordt gedeeld. Dit soort patriottisme beperkt zich lang niet tot de VS, overigens. Groot-Brittannië heeft wel vaker Buy British campagnes gekend, en recent moedigde schoenenbaron Wouter Torfs de Belgen aan zich op Belgische leest te schoeien 'om de banen hier te houden'.

Nationalisme

Het feit dat zo'n beleid of zulke campagnes nodig lijken, wijst erop dat rationele consumenten normaal zonder moeite fruit, kleren, schoenen en wat al meer kopen ongeacht hun oorsprong, zolang ze maar de juiste kwaliteit tegen de juiste prijs bieden. Hoe kunnen politici en marketingcampagnes ons op andere gedachten brengen, en ons ofwel kwaliteit laten opgeven (door minderwaardige producten uit eigen land te kopen), ofwel financieel voordeel (door meer te betalen dan voor het buitenlandse alternatief)?

Een van de factoren daarin is ongetwijfeld dat ze ons samenhorigheidsgevoel activeren – een soort van gemeenschappelijke identiteit. Op een of andere manier vertegenwoordigt het feit dat een product van eigen bodem komt een specifieke waarde voor ons, in die mate dat het deel gaat uitmaken van de ruil, en we bereid zijn er ook letterlijk voor te betalen.

Dat soort nationaal chauvinisme was erg zichtbaar in de automarkt tijdens de tweede helft van de vorige eeuw. Veel landen hadden toen nog inheemse autofabrikanten, en zelfs de globale reuzen als General Motors en Ford hadden lokale merknamen: Duitse Opels waren Vauxhalls in het VK, en Britse Ford Cortina’s heetten Ford Taunus in Duitsland. Je kon makkelijk zien dat je in Frankrijk was, want nergens anders zag je zoveel Peugeots, Simca’s, Renaults en Citroëns; op de Britse wegen reden vooral auto’s van Vauxhall, Ford, Austin of Rover; en zelfs in Nederland zag je meer DAF'jes dan in welk ander land ook. Tot goedkopere en kwalitatief betere auto’s uit Japan verschenen en een einde maakten aan dat nationalisme.

Anti-establishment

De oorsprong van dit in-groep/uit-groep denken - dat mee bepaalt hoe we ons geld, onze tijd en onze aandacht besteden - ligt waarschijnlijk in de wederkerigheid die ons gedrag beïnvloedt in onze meest nabije kring: onze onmiddellijke familie. We doen zaken voor (en tolereren zaken van) onze broers en zussen, onze ouders en onze kinderen die we niet noodzakelijk zouden doen voor (of aanvaardbaar zouden vinden van) een wildvreemde. Want we weten dat zij zich op dezelfde manier gedragen naar ons toe. Voor onze voorouders gold dit in grote mate ook voor de stammen waarin ze leefden: wanneer je iemand een dienst bewees, dan was er een impliciete veronderstelling dat je op een wederdienst kon rekenen in de toekomst. Zulke sociale omgang draagt bij tot een gevoel van gedeelde identiteit en samenhorigheid, die een belangrijke rol spelen in allerlei transacties.

Toch is het moeilijk te zien hoe dit een motief kan zijn op grotere schaal. Als je een kapster bent in een klein dorp, en je doet je aankopen in de dorpswinkel, dan is de kans groot dat de uitbater bij jou komt om zijn haar te laten knippen. Maar als je een boekhouder bent bij een Amerikaans softwarebedrijf, dan is het materiële voordeel dat je hebt door aardbeien uit Hoogstraten te kopen eerder dan uit Spanje of Marokko, twijfelachtig.

Maar dat houdt ons niet tegen ons te identificeren met anderen op allerlei vlakken – we wonen in dezelfde straat, spreken eenzelfde vreemde taal, lezen dezelfde krant. Misschien hebben we dezelfde universiteit bezocht (ook al was dat jaren apart en in een andere faculteit), en natuurlijk zijn we inwoners van hetzelfde land. En vaak gedragen we ons anders ten opzichte van mensen met wie we een gemeenschappelijke identiteit voelen, dan ten opzichte van diegenen in onze uit-groep: voor hen zijn we meer grootmoedig en meer tolerant.

Dit kan bijvoorbeeld verklaren waarom de supporters van Donald Trump in het algemeen een stuk meer relaxed waren over zijn aanstootgevende uitspraken dan zijn tegenstanders. Mogelijk identificeerden zij zich zo sterk met zijn anti-establishment attitude, dat ze hem zonder moeite zulke zonden konden vergeven, net als wij dat zouden doen met een bejaarde tante die racistische opmerkingen maakt aan tafel tijdens een communiefeest: we weten dat ze het goed bedoelt, en we houden van haar.

Het probleem met identiteitspolitiek

Binnen de meeste landen zijn de geografische stammen van weleer inmiddels vervangen door politieke stammen, maar deze nieuwe banden passen typisch nog steeds binnen een grotere, nationale in-groep. We voelen ons min of meer verbonden met een politieke familie (en dat werkt als een verdelende kracht), maar tegelijkertijd worden we verenigd door ons burgerschap van de natie.

Wanneer de regering besluit, na een correct democratisch proces, een nieuwe snelweg door onze achtertuin te bouwen, dan kan dat ons slecht bevallen, en misschien zelfs aanzetten tot verzet. Maar wanneer het uiteindelijk toch gebeurt, is het  - voor ons aanvaarden ervan - erg belangrijk dat de beslissing uiteindelijk werd genomen door mensen van onze in-groep, zelfs al behoren ze tot een andere politieke strekking. Stel je maar even voor dat het een buitenlandse macht was die bepaald had dat die snelweg er moest komen.

Maar zulke nationale identiteit, als eenmakende kracht, kan afbrokkelen. Het EU-referendum splitste het VK doormidden, in die mate dat sommigen zich sterker met het Leave- of het Remain-kamp gingen identificeren, dan met het land als geheel. Zowel in de traditionele pers als in de sociale media waren de tekens van een groeiende in-groep/uit-groep dynamiek prominent.

Mensen waren best bereid de ‘alternatieve feiten’  van hun eigen kamp over het hoofd te zien (bijvoorbeeld de £4.300 per jaar die brexit elk huishouden zou kosten, of de £350 miljoen die het land na brexit zou kunnen overmaken aan de nationale gezondheidsdienst), terwijl ze krachtig het andere kamp aanvielen. Een studie van twee academici aan de London School of Economics heeft het over ‘intense vijandigheid van kiezers ten opzichte van mensen met tegengestelde standpunten’.

Identiteitspolitiek kan zoveel gewicht in de schaal leggen van onze persoonlijke afwegingen, dat de eenmakende kracht van een grotere identiteit overschaduwd wordt. Wanneer dat gebeurt, is het risico groot dat we ophouden te geven om de belangen van de uit-groep. Dat kan aanleiding geven tot mercantilisme en protectionisme, beide nadelig voor de algemene welvaart.

Nog erger is dat het kan leiden tot het ontzeggen van politieke rechten van de uit-groep, en het institutionaliseren van verderfelijke attitudes ten opzichte van mensen met een verschillende etnische, raciale, religieuze of culturele achtergrond. De spanningen die hieruit voortkomen, brengen dan vaak geweld teweeg van de soort die niet zo heel lang geleden zelfs nog voorkwam in Europa – van Noord-Ierland tot Kosovo, en dat vandaag voortduurt onder meer in het Midden-Oosten en Afrika (tussen Palestina en Israël en de burgeroorlogen in Irak en Somalië).

Identiteit is een vanzelfsprekend, inherent deel van ons bestaan – maar we hebben in werkelijkheid vele verschillende identiteiten. Soms zijn die in strijd met elkaar, en ze allemaal in evenwicht houden, is een moeilijke oefening. Maar wanneer we toelaten dat één identiteit alles gaat domineren, dan openen we de deur voor een nieuwe vorm van tribalisme dat onze welvaart dreigt te vernietigen – ongeacht onze identiteit. Laten we vermijden ons te identificeren met dit soort waanzin.

LEES OOK
Daan Van Cauwenberge / 26-04-2024

Racistische uitspraken van studentenkandidaten geen beletsel voor UGent

Verkiezingscommissie van Gentse universiteit wuift bezwaar van vijftig studenten weg.
universiteit Gent
Thibault Coigniez / 25-04-2024

Woonzorgcentra zoeken noodgedwongen heil bij dure uitzendkrachten

'Morgen verschijnt er weer een ander gezicht voor hetzelfde werk.'
Een persoon wandelt met een rollator door de gang van een woonzorgcentrum.
Hind Fraihi / 24-04-2024

Migranten houden boomende pakjeseconomie recht

Vandaag besteld, morgen in huis? Zonder migratie gaat het snelle shopcomfort op de schop.
Een arbeider aan het werk in sorteercentrum Antwerpen X van bpost.