Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Het politieprobleem: wie is de baas?

Walter De Smedt
Koen Geens (Foto: Reporters (c) Michel Gouverneur)
Koen Geens (Foto: Reporters © Michel Gouverneur)

Met deze tegenstelling zitten wij opnieuw bij het belangrijkste probleem dat al een kwarteeuw als een erfelijke belasting op de werking van politie en justitie weegt: wie is de baas? Wie de informatie heeft, heeft de macht, en is dus de baas. Daar gaat het nu al jaren over. En omdat er nooit een duidelijke oplossing is gekomen, komt het probleem nu terug aan de oppervlakte.

reporters_19388737-2
Jan Jambon (Foto: Reporters (c) Danny Gys)

Toen vader Louis Tobback met zijn kabinetschef Johan Vande Lanotte binnenlandminister was, woedde een echte strijd om de informatieverwerving en -verwerking. Reglementair was dit de opdracht van het commissariaat-generaal van de gerechtelijke politie bij de parketten. Deze dienst, die onder het gezag van de gerechtelijke overheden stond, werd opgericht als coördinerende en documenterende instantie voor alle politiediensten. De rijkswacht mocht er evenwel eigenmachtig een dubbelganger van maken: het Centraal Bureau voor Opsporingen. Om voor eigen informatie te zorgen maakte de rijkswacht ook een nieuwe geheime inlichtingendienst, de Gerechtelijke Informatie Dienst (GID).

De politieoorlog

Deze dienst deed bovendien ook operaties en ontwikkelde een eigen werkwijze om het bestaan en de werking van de dienst, ook voor de gerechtelijke overheden, te kunnen afschermen. Een in Antwerpen daarover gevoerd gerechtelijk onderzoek legde er alle 'disfuncties' van bloot: vervalste processen-verbaal, onwettige huiszoekingen en aanhoudingen. De werkwijze van die dienst zorgde jaren later opnieuw voor de meest zware 'disfunties': de geheime Rijkswachtoperaties Othello en Décimes, de observatie van Dutroux, waarvan de inhoud opnieuw afgeschermd werd, ook ten overstaan van de onderzoeksrechter.

Eerder dan de informatieproblematiek ten gronde aan te pakken, werd enkel een organieke wijziging doorgevoerd: de oprichting van een geïntegreerde politie op twee niveaus. Omdat daardoor de informatieverwerving, -verwerking en -rapportering niet werden geïntegreerd, bleven die wegens de verschillende niveaus voor 'disfuncties' zorgen. Omdat het voornaamste probleem erdoor ontweken werd, kon het niet worden opgelost, zodat wij nu opnieuw naar af zijn.

Justitie

Het informatieprobleem is natuurlijk niet enkel een politieprobleem. Informatieverwerving en -verwerking heeft een dubbel doel: enerzijds de bestuurlijke overheden, regering en lokale besturen in te lichten over mogelijke bedreigingen, anderzijds de gerechtelijke overheden, parket en onderzoeksrechter de informatie te bezorgen die nodig is voor het opsporen, het onderzoeken en het bestraffen van misdrijven. Wegens het dubbele doel is er ook een onderscheid in de diensten die erin werkzaam zijn: enerzijds de inlichtingendiensten, maar ook de politiediensten die zorgen voor de informatie aan de bestuurlijke overheden, anderzijds alle officieren en agenten van de politiediensten die in de uitoefening van hun gerechtelijke opdracht meewerken aan de opsporing en het onderzoek.

De opsplitsing in een bestuurlijke en een gerechtelijke opdracht hoeft niet noodzakelijk tot problemen te leiden: bestuurlijke informatie gaat naar bestuurlijke overheden, gerechtelijke naar de gerechtelijke overheden. Er ontstaat verwarring omdat uit die informatie ook 'macht' kan gehaald worden en daarom zowel de bestuurlijke als de gerechtelijke overheden hun informatie afschermen. Deze afscherming is aanvaardbaar indien daar goede redenen voor zijn: dan geldt het principe van 'het beroepsgeheim'.

Beroepsgeheim

Het geheim van het gerechtelijk vooronderzoek stoelt op de noodzaak om in het lopende onderzoek niet alle gegevens prijs te geven, het onderzoek daardoor niet te bemoeilijken, en op de bescherming van de betrokken personen. De geheimhouding van de inlichtingendiensten voegt daar nog enkele gegevens aan toe: een classificatie in verschillende stadia van geheimhouding naargelang de inhoud en de hoedanigheid van wie er kennis mag van nemen en de derdenregel die bepaalt dat, wanneer de informatie afkomstig is van vreemde diensten, enkel die diensten toelating kunnen geven tot gebruik ervan.

Dat ieder zijn eigen 'beroepsgeheim' heeft, is evenmin een hindernis voor goede samenwerking. Van het ogenblik dat bestuurlijke informatie op strafrechtelijke elementen wijst, is er immers een aangifteplicht, moeten alle ambtenaren hun informatie overmaken aan de procureur des Konings, zodat deze er over kan beschikken om de misdrijven op te kunnen sporen en te vervolgen. En alweer ligt het probleem in het misbruik, het afschermen van de informatie, het aanwenden van het beroepsgeheim, zonder dat daar gewettigde redenen voor zijn, de voorrang van 'de macht' die uit de informatie kan verkregen worden of het afschermen van eigen 'disfuncties'.

Disfuncties

De verschillende parlementaire onderzoeken die de afgelopen kwarteeuw in dit land werden gehouden, gingen in hoofdzaak allemaal over het afschermen en het misbruik van verkregen informatie. In de 'bendeonderzoeken' ging het niet alleen over wat door de politiediensten werd achtergehouden, maar vooral over de overmacht van het parket op de onderzoeksrechter.

Doordat het parket slechts één piste wenste te volgen (van de kleine criminelen), werd de andere piste (van de mogelijke betrokkenheid van parallelle en aan de overheidsdiensten verbonden netwerken) tegengewerkt. In het Gladio-onderzoek naar het bestaan en de werking van een anti-communistisch Stay Behind netwerk werd informatiedoorstroming belet door een werkingsregel van het internationaal netwerk: de afstand van soevereiniteit aan de NAVO, waardoor de leden van het netwerk door een eed van geheimhouding aan deze instantie gebonden waren, zodat een opheffing van deze geheimhouding ten overstaan van de nationale instanties zelfs niet mogelijk was.

In het Dutroux-onderzoek ging het niet alleen over de afscherming door de rijkswacht van eigen informatie ten overstaan van de onderzoeksrechter. Hier stonden ook twee grondwettelijke machten tegenover elkaar: enerzijds de rechterlijke waartoe het openbaar ministerie en de onderzoeksrechter behoren, en anderzijds de uitvoerende, de minister van Binnenlandse Zaken als politiek verantwoordelijke voor de rijkswacht. Om een 'clash' tussen deze machten te vermijden, werd het onderzoek naar de 'disfuncties' gestaakt en werd een compromis à la Belge gemaakt: de oprichting van een geïntegreerde politie. Waar het werkelijk om ging, namelijk de integratie van de informatie en het vermijden van onbehoorlijke en ondoelmatige afscherming van eigen informatie, werd uit de weg gegaan.

Macht

Zolang de politieke strijd om de macht zowel over politie als over justitie het voornaamste gegeven blijft, kan deze problematiek niet opgelost worden en zal deze als een erfelijke belasting blijven doorwegen. Daardoor zal het zoeken naar dienstige oplossingen ook nooit aan de werkelijke opdracht toekomen: het behoorlijk en definitief beëindigen van conflicten tussen de burgers onderling of tussen de burger en de overheid.

Dat de twee vakministers nu andermaal tegenovergestelde opvattingen hebben over wat moet gebeuren, is alweer een bewijs van de nadrukkelijk aanwezige zucht naar meer macht. Dat minister Jambon de commissaris-generaal, gewezen rijkswachtofficier, Catherine De Bolle 'baas' wil maken van de politie en dus ook van de informatieverwerving, -verwerking en rapportering, is niets meer dan de voortzetting van wat zijn voorgangers Tobback en Vande Lanotte hebben betracht: één sterke politiedienst die alle andere integreert en daardoor ook de macht over de informatie aan de voogdijminister van dit korps (of aan de aanwezige partijvoorzitter) geeft.

Maar ook de vraag van justitieminister Koen Geens verheelt een achtergelegen zucht naar de macht. Een terugkeer naar een gerechtelijke politie bij de parketten moet ook in het licht van de uitbreiding van de macht van die parketten, de rode draad door het gehele plan-Geens, worden bekeken.

Openbare dienst

De strijd om de macht over politie en justitie die nu weer volop de kop opsteekt, miskent de primaire opdracht van die diensten: de dienstverlening aan de burger en aan de gehele maatschappij. Enkel vanuit deze kijk is een dienstige en doelmatige oplossing mogelijk.

Het gehele probleem moet daarom vanuit de sleutelbegrippen gezag, leiding en toezicht als middelen voor een doelmatige werking, en niet als een toewijzing van macht worden bekeken. Toewijzing van opdrachten en bevoegdheden gaat ook gepaard met toewijzing van verantwoordelijkheid en aanspreekbaarheid. Wie de eindverantwoordelijkheid heeft voor de opsporing en de vervolging, moet daartoe ook het gezag en de leiding krijgen. Wie verantwoordelijk is voor het onderzoek, kan er niet buiten gehouden worden.

Al wat politiediensten doen in uitvoering van hun gerechtelijke opdrachten, moet dan ook doorstromen naar wie er de eindverantwoordelijkheid voor heeft. Achterhouden of afschermen van eigen informatie is daarom een misdrijf dat ook werkelijk moet gesanctioneerd worden, willen ze een waarde hebben. Hetzelfde geldt voor de bestuurlijke informatie die moet beschikbaar zijn, ook voor de lokale bestuurders die er nood aan hebben. Het aanwenden van het beroepsgeheim om onbehoorlijke afscherming of disfuncties te versteken, ondergraaft welke organisatorische vorm ook die men in uitvoering van de plicht tot samenwerking kan geven.

Experts

Hoe kom je in deze door de macht gestuurde problematiek tot een voor de burger dienstige en juridisch evenwichtige oplossing? Onttrek de voorbereiding aan wat er de oplossing van belet. Dat is nu net het tegengestelde. De voorbereiding van het wetboek van strafvordering dat voornamelijk over dit onderwerp gaat, wordt beheerst door de experten van de justitieminister. Aan de kant van Binnenlandse Zaken gaan de andere experten van die minister trachten het laken naar hun kant te trekken. Zo kom je er nooit uit en kan het resultaat enkel opnieuw een ondoelmatig compromis worden, zoals dat door de toenmalige experten na de commissie Dutroux werd bedacht.

Het steeds weer aanduiden van dezelfde door de politiek gestuurde experten is bovendien een schaamteloze miskenning van de grote academische en ambtshalve kennis en ervaring van de vele andere experten die al die jaren en nu opnieuw uit het debat worden geweerd. Ondertussen woekert de grootste disfunctie voort: de niet-eerbiediging van de gekende regels en de afwezigheid van sanctionering bij overtreding ervan. Zolang de zucht naar de macht blijft overheersen, komt het nooit goed.

LEES OOK
Daan Van Cauwenberge / 26-04-2024

Racistische uitspraken van studentenkandidaten geen beletsel voor UGent

Verkiezingscommissie van Gentse universiteit wuift bezwaar van vijftig studenten weg.
universiteit Gent
Thibault Coigniez / 25-04-2024

Woonzorgcentra zoeken noodgedwongen heil bij dure uitzendkrachten

'Morgen verschijnt er weer een ander gezicht voor hetzelfde werk.'
Een persoon wandelt met een rollator door de gang van een woonzorgcentrum.
Hind Fraihi / 24-04-2024

Migranten houden boomende pakjeseconomie recht

Vandaag besteld, morgen in huis? Zonder migratie gaat het snelle shopcomfort op de schop.
Een arbeider aan het werk in sorteercentrum Antwerpen X van bpost.