Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Failed State

Walter De Smedt
apache

Toch zijn er vaststellingen waar niemand naast kan kijken. Er is een zekere wetmatigheid, een logica die niet werd gerespecteerd. Dat een kwarteeuw later de “disfuncties” nog steeds dezelfde zijn, is enkel zo omdat het politiek beleid er naast heeft gekeken, de wetmatigheid van de grote principes werd niet erkend en de logica die tot oplossingen kon leiden, moest wijken voor afleidingsmanoeuvres, vooral omdat het politiek beleid op de vlucht ging voor zijn eigen nalatigheid.

De uitbesteding van de eigen verantwoordelijkheid door de overheveling van opdrachten en bevoegdheden die door de uitvoerende macht dermate werden verwaarloosd dat het politiek beleid deze niet meer kon nakomen, is zowat het ergste wat een rechtstaat kan overkomen. De eerste vereiste van een goed functionerende democratie is de evenwichtige opdeling en toewijzing van de macht in duidelijke opdrachten en verantwoordelijkheden aan van elkaar gescheiden maar toch samenwerkende machten. De voornaamste parlementaire onderzoekscommissie, die over de scheiding der machten, is er daarom nooit gekomen. De volkswijsheid heeft het mooi omschreven: “ Wat baten kaars en bril...”. Als het politiek beleid in de nieuwe commissie niet in de spiegel wil kijken en wanneer verder zal gezocht worden naar manieren om de eigen verantwoordelijkheid te ontvluchten, krijgen zij die onze Natie een “Failed State“ noemden gelijk.

Kennis is macht

Informatieverwerking is daarbij cruciaal. Hoe belangrijk blijkt niet alleen uit de verschillende parlementaire onderzoeken. Het belang wordt ook bevestigd door enerzijds de gereveleerde massale communicatie-intercepties door de veiligheidsdiensten als Echelon en Prism en anderzijds door de onthullingen van allerlei “leaks”, zoals het nu fel becommentarieerde Panama schandaal.

De informatieverwerving- verwerking en -rapportering is de voornaamste sleutel voor zowel een doelmatige gerechtelijke actie als voor een gepast politiek beleid. In het informatie probleem moeten drie vragen worden beantwoord : hoe kan, in een rechtsstaat, op een behoorlijke wijze informatie worden verkregen? Hoe kan deze, om doelmatig te zijn worden verwerkt? En aan wie moet deze worden gerapporteerd? De eerste vraag impliceert een vast gegeven: een grondwettelijke vrijheid kan enkel door een rechter worden geschonden. Omdat losse informatie niet volstaat en zelfs gevaarlijk is, moet deze worden verwerkt en dat gebeurt liefst niet door verschillende diensten. Aan wie wordt gerapporteerd, volgt uit de vraag wat er uiteindelijk mee moet gebeuren: informatie over misdrijven moet tot bij de strafrechter geraken vermits die er moet over oordelen, bestuurlijke informatie moet politiek verantwoordelijken in staat stellen een beleid te voeren. Er is nog een ander element dat erg belangrijk is: uit nalatigheid of met opzet achterhouden van informatie is de grootst mogelijke disfunctie en moet worden gesanctioneerd.

Wat, wie en hoe

Wat als de slechtste Napoleontische codificatie wordt aangezien -het wetboek van strafvordering- gaf een logische oplossing voor het informatieprobleem: de meldingsplicht maakte dat alle gerechtelijke informatie aan de procureur moest worden overgemaakt vermits die verantwoordelijk was voor de opsporing en de vervolging. Vermits de onderzoeksrechter verantwoordelijk is voor het gerechtelijk onderzoek moest die informatie ook volledig aan hem worden overgemaakt. En vermits het vooronderzoek maar een voorlopig onderzoek is dat voor de strafrechter moet hernomen worden, moet alle informatie uiteindelijk bij de rechter eindigen.

De geschiedenis van het informatieprobleem van de laatste kwarteeuw toont een opeenvolging van maatregelen waarbij voorgaande logische principes werden ondergraven. De opsplitsing van het vooronderzoek in een gerechtelijk en een politioneel luik had een opsplitsing van de informatiestroom tot gevolg. De oprichting van een geheime Gerechtelijke Informatie Dienst door de Rijkswacht hield in dat het Centraal Bureau voor opsporingen besliste welke uit de geheime operaties verkregen informatie aan de gerechtelijke overheden werd overgemaakt en onder welke vorm dat gebeurde. Uit het Dutroux-onderzoek bleek welke catastrofale gevolgen het achterhouden van informatie kan hebben. Dat door het begrip “disfunctie” te bedenken uiteindelijk helemaal niets werd gesanctioneerd, maakte de disfunctie tot de nieuwe norm.

Er is geen enkele aantoonbare reden waarom aan de filosofie van de Napoleontische voorzieningen wat moet gewijzigd worden: gerechtelijke informatie moet terecht komen bij wie verantwoordelijk is voor de aanwending ervan.

Bestuurlijke informatie wordt gekenmerkt door twee elementen: het gaat niet over gepleegde misdrijven en enkel over een mogelijke bedreiging die van belang is voor de goede werking van de Staat. Dat maakt dat bestuurlijke informatie bestemd is voor de overheden die bestuurlijke verantwoordelijkheden hebben. Maar wat wanneer beiden samenlopen? Wanneer de bedreiging een misdrijf uitmaakt of tot een misdrijf zal leiden? Moeten beide vormen van informatieverwerving en -verwerking dan niet worden samengevoegd zoals dat nu in de strijd tegen het terrorisme door voornamelijk de actie van het Federaal Parket het geval is?

Ook hier is er een voorafgaande en niet te ontkomen wetmatigheid die een vermenging en gelijke behandeling van bestuurlijke en gerechtelijke informatie in de weg staat. De verwerving- en verwerkingswijze van bestuurlijke informatie stuit op de vereisten van het behoorlijk proces: de noodzaak van het behoorlijk bewijs en de openbare behandeling. Dat was ook de reden waarom de vermengde aanwending tot gerechtelijke vrijspraken leidde. Zoals dat door het Vast Comité I meermaals werd aangegeven, moet bestuurlijke informatie worden aangevuld met bijkomend onderzoek waarbij elementen worden verzameld die gerechtelijke aanwending toelaten, en moet voor de behandeling voor de strafrechter een specifieke vorm van rechterlijk toezicht worden gevonden.

Gezag, Leiding en Toezicht

Uit de analyse van de oorzaak van de voornaamste disfunctie -het informatieprobleem- blijkt hoe belangrijk de invulling van de begrippen Gezag, Leiding en Toezicht op de gerechtelijke actie wel is. Dat is overigens voor elke organisatievorm het geval. Ook hier zijn er voorafgaande overwegingen die niet kunnen ontkend worden: de noodzaak van duidelijkheid en eenvormigheid die betwistingen moeten voorkomen. En alweer toont de geschiedenis hoe het de voorbije kwarteeuw is vergaan: het gerechtelijk gezag werd betwist, de leiding opgesplitst, het toezicht verdeeld. De procureur kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor een verzelfstandigde politionele recherche, de onderzoeksrechter evenmin voor de proactieve en de reactieve politieoperaties waarvan hij het bestaan niet kent. De strafrechter moet informatie die onbehoorlijk werd verkregen of die niet toetsbaar is, uitsluiten.

Ook de nieuwe vormen van toezicht zoals die door de Vaste Comités worden uitgeoefend, hebben het relatief karakter ervan aangetoond. Dit bestuurlijk toezicht kan enkel nuttig zijn voor de wetgever, in de mate dat de wetgever er gebruik wil van maken. Het is niet nuttig voor gerechtelijke gebruik. Wanneer de enquêtedienst van deze comités de opdrachten van de gerechtelijke overheden uitvoert, is deze dienst in niets verschillend van andere diensten met gerechtelijke bevoegdheden.

Een straf die er geen is

Het opleggen van een straf is maar één middel om niet toelaatbaar afwijkend gedrag te sanctioneren. Deze meest verregaande vorm van conflictbeheersing is onnodig wanneer andere vormen van sanctionering volstaan om orde en rust in de maatschappij te bewaren. De feitelijkheid toont evenwel aan dat bij de bescherming van de maatschappij vooral tegen voortgezette vormen van geweld, verwijdering uit de gemeenschap een noodzakelijke maatregel is. Ook een andere wetmatigheid kan niet worden ontkend: een straf is maar een straf indien diegene die deze moet ondergaan het ook als bestraffend ervaart. Vanuit het oogmerk van de doelmatigheid van het gehele politionele en justitiële optreden is er eveneens een logica die niet mag uitgesloten worden. Het vooronderzoek, de behandeling voor de strafrechter, de beoordeling van schuld en boete is een langdurige en complexe actie die de inzet van vele actoren en grote middelen vereist. Deze actie is echter geheel zinloos wanneer het uiteindelijk product ervan -de veroordeling- niet of willekeurig wordt uitgevoerd. Ook inhoudelijk is er een aanhoudende verwarring over het nut van een verschillende beoordeling bij enerzijds de straftoemeting en anderzijds de uitvoering. Wat is de meerwaarde van de bestuurlijke herziening van het gerechtelijk debat voor de strafrechter waarin alle elementen aan bod kunnen komen, iedereen zijn zeg heeft, en de rechter nu al over erg verscheiden mogelijkheden beschikt om de meest gepaste sanctie te kiezen?

Is de huidige realiteit waarin de gevolgen van een aangehouden straffeloosheid voor iedereen zichtbaar zijn, geen voldoende reden om de politieke wil om opsluiting te vervangen door bestuurlijke maatregelen of nepstraffen als het gevolg van de niet onmiddellijk te herstellen onderfinanciering van justitie en het gevangeniswezen te aanvaarden? Is de vlucht vooruit in andere oplossingen ook hier geen ontkenning van de eigen verantwoordelijkheid?

Laat daarover geen onduidelijkheid bestaan: het openbaar ministerie kan seponeren al of niet met een vermaning, de rechter kan opschorting en probatie geven, straf met uitstel of een werkstraf. Huisarrest met een enkelband als toezichtmodaliteit is op zich een mogelijkheid. Als deze mogelijkheden nuttig zijn, moeten zij worden aangewend. In het andere geval is ter bescherming van de samenleving de verwijdering de enig mogelijke oplossing. Laten wij toch onszelf en de andere burgers niet wijs maken dat wat niet als straf wordt ervaren een straf kan zijn.

Wijzigen

Vraag is of wij in de aangehouden poging om het beter te doen het kind niet met het badwater hebben buiten gegooid en we intussen op nieuwe schoenen lopen die heel wat minder goed passen dan diegene die we voordien droegen.

Na de vaststellingen van meerde disfuncties door zowel gerechtelijk als parlementair onderzoek was het de opdracht van de commissie Frachimont om de knelpunten in justitie weg te nemen door een duidelijke en eenvormige invulling van de begrippen Gezag, Leiding en Toezicht, wat ook gebeurde.

Het socialistisch beleid heeft deze wet geworden invulling nooit aanvaard en heeft er zich door de afwijkende wetgeving op het politieambt, en vooral door de door de Rijkswacht bedachte en uitgevoerde radicale maatregelen tegen verzet. Omdat deze blijvende tegenspraak een gevaar betekende voor het voortbestaan van opeenvolgende regeringen werd de problematiek op de politieke agenda door andere aandachtspunten vervangen, verder onderzoek tegengewerkt, rapportering daarover gemanipuleerd of belet. Tijdens deze verantwoordelijkheidsvlucht ontdeed de uitvoerende macht zich ook van meerdere opdrachten die het door de aangehouden nalatigheid niet meer kon invullen en werden die naar andere instellingen doorgeschoven.

Het zal met de komende onderzoekscommissie vergaan als met de afkoopwet: als ook hier een uitgebreide politieke minnelijke schikking zonder schulderkenning mogelijk is, wordt de disfunctie enkel verder geïnstitutionaliseerd.

LEES OOK
Tom Cochez / 29-04-2024

2,4 miljoen euro moet sporen wissen van vastgoeddeals tussen N-VA en PS

Luiks pensioenfonds Ogeo Fund vermijdt met de betaling een openbare rechtszaak over Land Invest Group.
Bart De Wever en Stéphane Moreau
Karl van den Broeck / 27-04-2024

Hoelang kan een partij een verrader in haar rangen dulden?

Het net rond Vlaams Belang-parlementslid Filip Dewinter is helemaal gesloten en toch blijft hij op post.
Dewinter en Van Grieken
De Helpdesk / 27-04-2024

'Help, zogenaamde democraten steken mij de loef af!'

Deze week kreeg De Helpdesk een in zijn eer gekrenkte dictator aan de lijn.
De Helpdesk met Bashar al-Assad