Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Wat is de prijs van een leven?

Koen Smets
Koen Smets
Koen Smets

Dat blijkt echter niet zo te zijn. In het trolleyprobleem, een klassiek gedachtenexperiment, word je geconfronteerd met een situatie waarin een op hol geslagen treinwagon afstevent op een groepje van een vijftal personen op het spoor (de hond is optioneel). Je hebt de keuze een wissel om te gooien waardoor de wagon naar een zijspoor wordt afgeleid, waar één enkele persoon staat. Dit lijkt een voor de hand liggende keuze: vijf levens zijn meer waard dan één leven. En toch wordt dat utilitaristische standpunt niet door iedereen gedeeld – in diverse experimenten over de jaren (zoals hier online) kiest lang geen 100% van de deelnemers ervoor de wissel om te zetten.

trolley1

En het gaat hier dan nog om wildvreemde personen. Velen zouden een andere keuze maken mocht het groepje, of de enkeling, op de sporen tot hun kennissenkring of familie behoren. En wat als uzelf of uw familie bedreigd wordt of is gekidnapt – zou u zo ver gaan als Bryan Mills in de film Taken, die 26 personen doodt om zijn dochter uit de handen van een bende ontvoerders te redden?

De notie dat 1=1 bij mensenlevens houdt dus maar moeilijk stand. Dit soort onevenwicht vindt men ook terug in het tragische Gazaconflict, waarin bijna 2000 Palestijnen om het leven kwamen, en 67 Israëli's (waarvan 64 soldaten). Het mag duidelijk wezen dat er binnen het Israëlische opperbevel geen 1-op-1 equivalentie geldt. Ook bij uitwisselingen van gevangenen is er geen evenwicht: Gilad Shalit, een Israëlische soldaat die was gevangen genomen door Hamas, werd geruild voor 1,027 Palestijnse en Arabische gevangenen. Wat de eigen manschappen betreft houdt het Israëlische leger er wel een eerder utilitaristisch beleid op na: het zogenaamde Hannibal Directive streeft ernaar ontvoeringen tot bijna elke prijs te vermijden. Het bevrijden van een ontvoerde kameraad zet immers meer levens op het spel, en dat wordt in de evaluatie van hoe te handelen meegenomen. Dit wordt dramatisch beschreven door Richard Silverstein in deze blogpost.

Gelukkig worden de meesten onder ons niet geconfronteerd met dit soort heftige toestanden. Toch kunnen we er niet onderuit dat er soms een financiële waarde moet worden gehecht aan een leven, maar als een en ander al zo complex is wanneer we enkel levens vergelijken, hoe moet het dan wanneer er geld bij te pas komt?

Zou u zo ver gaan als Bryan Mills in de film Taken, die 26 personen doodt om zijn dochter uit de handen van een bende ontvoerders te redden?

GROTE SPREIDING

Een voor de hand liggende situatie waarbij impliciet een prijs wordt geassocieerd met een leven is de levensverzekering. Ook al mag men er niet echt van uit gaan dat het kapitaal waarvoor men zich indekt gelijk is aan de waarde van het leven, toch geeft het een indicatie.

Vooral wanneer het gaat om compensatie bij dodelijke ongevallen, of om investeringen ter preventie ervan, kan men niet zonder financiële richtlijn. In de jaren 90 van de vorige eeuw werkte ik mee aan een project bij de Britse spoorwegen rond veiligheidsinvesteringen, na een reeks rampen bij het openbaar vervoer (o.m. de brand in het Kings Cross metrostation, en het treinongeluk bij Clapham Junction). Daarbij werd destijds een ‘value of a statistical life’ gehanteerd van 2 miljoen pond.

Dat lijkt een keiharde bepaling van de waarde van een leven, maar zo simpel is het natuurlijk niet. Zo’n bedrag wordt in eerste instantie gebruikt om verschillende mogelijke investeringen in veiligheid naast elkaar te evalueren: voor een ingreep die gemiddeld elk jaar tien dodelijke slachtoffers kan vermijden kun je meer besteden dan voor een interventie die slechts twee fataliteiten vermijdt.  De methodieken hiervoor zijn complex (dit document geeft een uitstekend overzicht), en opvallend is dat de waarden die gebruikt worden sterk uiteenlopen, met gemiddelde waarden die (in 1999) varieerden van $700k tot $8M. Deze spreiding illustreert hoe het in de praktijk onmogelijk is tot een eenduidige en objectieve waarde te komen.

Value-of-life

UIT DE ANONIMITEIT

Wanneer het niet gaat om de preventie van de dood van anonieme personen, maar om een specifieke interventie in het hier-en-nu, met mensen van vlees en bloed en niet met statistieke levens, zijn er doorgaans geen harde richtlijnen. Bij de recente redding van een Duits speleoloog in Beieren waren grote aantallen hooggespecialiseerde personen betrokken gedurende bijna twee weken, met hopen duur materieel. De middelen die men inzet in dergelijke situaties, of bij reddingsoperaties na natuurrampen, zijn vanzelfsprekend niet onbeperkt, maar een kille boekhoudkundige redenering komt hier meestal niet bij kijken.

Anders is het gesteld in de gezondheidszorg. Daar heeft men aan de ene kant een beperkt budget, en schaarse middelen (bijvoorbeeld MRI scanners, en operatiekamers), en aan de andere kant een feitelijk onbeperkte vraag naar medische ingrepen, medicatie en zorg. Hoe weeg je die tegen elkaar af?

In het Verenigd Koninkrijk buigt het National Institute for Health and Care Excellence zich over dit soort vraagstukken. Zij evalueren kosten en baten van interventies en geneesmiddelen, op basis van bewijzen en feiten, maar wanneer een behandeling als niet kosteneffectief wordt beoordeeld, ontstaat er vaak protest, recent bijvoorbeeld met axitinib, een medicijn voor nierkankerpatiënten. En wanneer een ziekte een gelaat krijgt, zoals aHUS dat van de 7-jarige Viktor Ameys, duikt het conflict tussen het anonieme algemene belang, en dat van een echte mensen zoals u en ik, in alle hevigheid op. Zelfs al is er uiteindelijk een oplossing gevonden om de medicatie van €18.000 per maand te bekostigen – zou het redelijk zijn de gemeenschap te vragen om €20.000 per maand? €50.000? €100.000?

Soliris

ONONTKOOMBAAR

Een euro die aan de ene patiënt wordt besteed, kan niet aan een andere patiënt worden besteed, en hoe groot ook het budget voor gezondheidszorg, het is uiteindelijk begrensd. En datzelfde geldt voor risicobeheersing, veiligheidsmaatregelen, reddingsoperaties en alle andere beslissingen en keuzes die uiteindelijk gaan over leven en dood. We ontkomen niet aan het feit dat de ingrepen die nodig zijn om dat zo waardevolle leven te vrijwaren middelen vereisen, en die middelen zijn onvermijdelijk schaars.

Er vele zaken die we liever niet wensen te waarderen in harde, klinkende munt – minst van al het leven van wie ons dierbaar is (of ons eigen leven). Uiteindelijk is dat echter een ijdele wens. Als voor iets geen onbeperkt hoge prijs kan worden betaald, is er noodzakelijkerwijs een beperkte, eindige prijs.

Oscar Wilde definieerde een cynicus als iemand die van alles de prijs kent, en van niets de waarde. Maar je hoeft geen cynicus te zijn om te beseffen dat, hoe waardevol het leven ook is, dat er een eindig prijskaartje hangt aan het behoeden ervan.

C’est la vie.

LEES OOK
Thibault Coigniez / 25-04-2024

Woonzorgcentra zoeken noodgedwongen heil bij dure uitzendkrachten

'Morgen verschijnt er weer een ander gezicht voor hetzelfde werk.'
Een persoon wandelt met een rollator door de gang van een woonzorgcentrum.
Hind Fraihi / 24-04-2024

Migranten houden boomende pakjeseconomie recht

Vandaag besteld, morgen in huis? Zonder migratie gaat het snelle shopcomfort op de schop.
Een arbeider aan het werk in sorteercentrum Antwerpen X van bpost.
Steven Vanden Bussche / 23-04-2024

Brussel verkoopt voortaan woningen zonder grond

Ontwikkelingsmaatschappij Citydev wil duizend nieuwe woningen verkopen zonder de grond af te staan.
Cohousingproject in Tivoli Green City in Laken.