Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De anekdote is het nieuwe epos: niemand leeft hier off road

Duchka Walraet
duchka
Duchka Walraet
duchka
Duchka Walraet

'Misschien moeten we dit resultaat niet zomaar naast ons neerleggen, maar moeten we hier iets mee doen.', argumenteerde hij. 'Zou het kunnen dat de beste vertegenwoordiger van jouw ideeën Groen en niet sp.a is?'

Ik antwoordde dat ik nog liever dood viel dan voor de groenen te stemmen. Betere argumenten kon ik niet verzinnen. Meestal kan ik zo'n argumenten best wel counteren, al was het maar uit een soort van reflexmatige opvliegendheid, maar mijn gebrek aan argumenten was in dezen best wel significant. Er rezen vragen in mijn hoofd. Misschien moet ik toch eens het programma van Groen grondig lezen voor ik zondag 25 mei naar de stembus trek?

Nadien lulden we wat over Piketty. Ik bedoel dat we hem over hele lijn gelijk gaven: sociale ongelijkheid is het grootste probleem waar we tegenwoordig mee kampen. Als samenleving. Het grootste probleem waar ik mee kamp is dat mijn poriën zo wijd zijn dat ik lijk op een schilderij van Roy Lichtenstein. Mijn collega's op het werk zeggen vaak dat de socialisten geen echte socialisten meer zijn. Urbanus volgt hen daarin. Ze zeggen dat ik het niet meer zie, omdat ik volgens hen al tot mijn nek in het systeem zit, daar ik vrienden heb die in de politiek zitten. Vervolgens ga ik in het verweer, grotendeels uit die vermaledijde opvliegende reflex, en voor ik het weet word ik neoliberaal genoemd.

Overigens word ik met de regelmaat van de klok een neoliberaal genoemd. De meeste beschimpers zouden het neoliberalisme zelfs niet coherent kunnen definiëren. Laat staan mijn neoliberalisme beargumenteren. Ik weet alleszins dat het geen koosnaampje is. En ik heb leren incasseren. Wat zijn dan echte socialisten, vraag ik telkens aan zij die vinden dat de socialisten geen echte socialisten meer zijn. Die komen op voor de man van de straat, antwoorden ze dan. De man van de straat. Ik weet dat het alleszins geen koosnaampje is.

De zon blaakte niet langer een waterzonnetje; lentezon. Ik was een jus créole aan het nippen op een terras terwijl ik een interview met Luc Huyse las. Men kan niet altijd Piketty lezen. Luc Huyse zei in dat interview: sociale ongelijkheid is het grootste probleem waar wij mee kampen.

De socialistische volksvertegenwoordiger van het Vlaamse parlement kwam erbij zitten. 'Aan het genieten?' Ik merkte op dat haar krullende haardos goed gehydrateerd was. Mijn eigen krullen zijn vaak erg dof. Ik bewonder bijgevolg mensen met glanzende krullen. Nog voor ik me kon afvragen of ik wel in een toestand van voldoende zelfbewustzijn verkeerde om überhaupt te kunnen genieten, vroeg ze of ik al wist voor wie ik zou stemmen. Ik antwoordde dat ik altijd voor dezelfden stem. Net op tijd verbood ik mezelf te zeggen dat ik altijd voor de goei stem. Dat klinkt zo oubollig.

Ik legde uit dat ik al op jonge leeftijd had uitgemaakt dat ik sociaaldemocraat was en dat ik daar nogal standvastig in was gebleven. En dat ik nooit voor personen stemde omdat ik geloof in ideologie. Ze vertelde mij nadien het een en ander over haar werk. Dat ze regelmatig de techniek van de verschroeide aarde moest gebruiken. Ik verbeterde haar: u bedoelt grassroots. Dat klinkt toch minder oorlogsgezind. We giechelden. Ik feliciteerde haar over het mooie rapport dat ze van De Morgen had gekregen. Vervolgens zei ze zonder blikken of blozen dat ze haar programma, inzetten op cultuur en ondernemerschap, maar kon realiseren als ze genoeg voorkeurstemmen in de schaal kon leggen. Ik stond daar dus mooi als zelfverklaarde lul de ideoloog. Oké, ik zal je een voorkeurstem geven, prevelde ik binnensmonds met mijn ogen. Ik was verkocht. Het argument hield steek. Ik stond ontegensprekelijk waar ze ook voor stond.

De transactie werd beklonken toen ze me haar kaartje gaf. Ik kon nog extra kaartjes bekomen als ik wilde. Mijn portefeuille was pas hersteld omdat die kapot was doordat ik die altijd volprop met kaartjes. Ik paste. Nadien zei ze dat ik een mooie jurk aan had en dat geel me goed stond. Ik zei dat mijn borsten triestig uit kwamen in mijn jurk. Waarop ze zei dat ze verder geen commentaar zou geven.

Drie weken geleden nog defileerden exact op diezelfde plek een hele hoop communisten met verschoten vlaggen en vale spandoeken, doffe sikkels en matte hamers. Echte mannen van de straat. In het schijnsel van hun afgeleefde woede en de aprilmiezer, zagen ze er nogal triest uit. Op een van de pancartes riep iemand op tot een verbod op ontslagen. (Vooral als er winst werd gemaakt, werd er genuanceerd.) Men kan zeggen dat ik een dromer ben: ik ben overduidelijk niet alleen. Waren dat nog steeds socialisten? Waren zij de echte socialisten waar mijn collega's en Urbanus het altijd over hadden?

's Avonds vroegen mijn ouders mij of ik de mao's ook had zien lopen. Maoïsten. Ik weet alleszins dat het geen koosnaampje is. Ik was me woensdag samen met een vriend aan het opjagen over de oprukkende PVDA en PTB. Voordien had ik de vriend in kwestie getrakteerd op enkele koekjes die gebakken waren door de werklozen die op mijn werk een opleiding volgen. Ze waren niet overheerlijk, maar wel bereid door werklozen in opleiding. We maakten daarover een grapje dat ik nu al ben vergeten. Toen kon het opjagen beginnen.

Extreemlinks is de grootste vijand van links, stelde ik. Het zal hun fout zijn als links het bij de volgende verkiezingen niet haalt. De vriend merkte op dat zelfs de vakbonden stilaan hun steun aan extreemlinks aan het herbekijken waren. Een vriendin die aan onze tafel zat keek ons vol afkeur aan. Ik weet niet of ze ons ondemocratisch noemde. Het scheelde alleszins niet veel.

De vriend met wie ik in de carrousel zit - een carrousel die eigenlijk ook treffende beeldspraak zou kunnen zijn voor de existentie zelve, de levens die we leiden - meldde dat hij een amateuronderzoekje gedaan had om te meten wat de ratio linkse stemmen was in verschillende West-Europese regio's. 'Vlaanderen bungelt onderaan de lijst met een kleine twintig procent', rapporteerde hij. 'Zelfs in Beieren zit links toch zeker aan dertig procent. Nergens is links zo klein als hier.'

We staarden gelaten voor ons uit. Ik pulkte in mijn steak tartare en kauwde op enkele sappige stukken rund en olijf. Het rauwe vlees wakkerde een diepere honger bij me aan. Een soort oerhonger. Een honger naar het leven zelf misschien. Alleszins honger in de zin dat het een pars pro toto was voor iets noemenswaardiger dan het stillen van een basisbehoefte. Ik had in geen tijden met zoveel smaak gegeten. Besmuikt, likkebaardend, haast voldaan, bedacht ik dat iemand als ik die zo graag rauw vlees eet echt niet voor Groen kan beginnen stemmen.

Nadien probeerde ik vruchteloos ten aanzien van mijn vrienden van de carrousel te staven waarom ik later een Range Rover zou willen, mocht ik in de Ardennen wonen. Je kan niet enkel over sociale ongelijkheid lullen tijdens een etentje. 'Weet je wel wat dat zuipt? Niemand heeft in dit land trouwens een Range Rover nodig', antwoordden ze verontwaardigd. 'Niemand leeft in België echt off road.' Nou, nou, nou. Wat is eigenlijk de mening van Piketty aangaande het Range Rover-gebruik in de Ardennen?

LEES OOK
Frank Olbrechts / 06-05-2024

Vlaamse Regering blijft steun aan Palestijnen in Gaza opschorten

Door het blokkeren van ontwikkelingssteun aan UNRWA gaat Vlaanderen in tegen het Belgische beleid.
UNRWA hulp Gaza
Karl van den Broeck / 04-05-2024

Wedden op een mirakel: de 505-concerten voor menselijkheid

Tientallen artiesten brengen zondag in Antwerpen een positieve boodschap in tijden van ontreddering.
Bart Peeters
De Helpdesk / 04-05-2024

'Help, mijn benen worden aangestuurd door Bart De Wever'

Deze week kreeg De Helpdesk een hyperbeweeglijk N-VA-parlementslid aan de lijn.
De Helpdesk met Marius Meremans