Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Hoe we geloof loslaten of niet

Koen Smets
santa en sint
Wat gebeurt er met kinderen wanneer ze zich beginnen af te vragen of Sinterklaas of de Kerstman wel echt is? (Dall-E 3)

Sinterklaas en zijn naaste verwant, de Kerstman (oorspronkelijk Father Christmas in Groot-Brittannië), zijn mythische personages waarvan in sommige delen van de wereld wordt beweerd dat ze cadeautjes brengen naar kinderen, tenminste als ze braaf zijn geweest. Veel kinderen geloven in het bestaan van deze figuren, terwijl er vrijwel zeker geen volwassenen zijn die dat nog doen.

Hoe vindt die overgang van geloof naar ongeloof eigenlijk plaats en is dat iets waar ouders zich zorgen over moeten maken? En zijn er inzichten uit deze unieke evolutie die van toepassing zijn op andere overtuigingen?

Van geloof naar ongeloof

Nieuw onderzoek onder leiding van Candice Mills, een psycholoog aan de Universiteit van Texas in Dallas, werpt licht op het proces waarbij kinderen evolueren van geloof naar ongeloof in het bestaan van de Kerstman. De onderzoekers voerden twee studies uit, een met 48 kinderen van 6 tot 15 jaar en hun ouders, en een met 383 volwassenen over hun ervaringen als kind.

In allebei peilden ze naar verschillende aspecten van de transitie, gaande van de leeftijd waarop de twijfel begon op te treden tot de vraag of de overgang van geloof naar ongeloof ook oversloeg naar andere domeinen.

Gemiddeld zeiden de kinderen dat ze tussen hun zesde en zevende jaar begonnen te twijfelen aan het bestaan van de Kerstman en tegen de tijd dat ze 8 waren, hadden ze de waarheid achterhaald. De volwassenen herinnerden zich een gelijkaardige leeftijd voor het ontdekken van de waarheid, en in beide gevallen bleek die leeftijd wel hoger wanneer de ouders de mythe sterker in de verf zetten, bijvoorbeeld door een kous op te hangen (het equivalent van het schoentje bij de Sint), kerstliedjes te zingen, een wortel te laten liggen voor het rendier, enzovoorts.

De meeste deelnemers meldden een geleidelijke eerder dan een abrupte overgang van geloof naar twijfel, waarbij getuigenissen van anderen sterk bijdroegen tot het uiteindelijke ongeloof. Sommigen meldden ook dat hun argwaan groeide door observatie (bijvoorbeeld het vinden van een kassabonnetje voor een cadeau, of het ontdekken van verborgen speelgoed), of door logisch redeneren (bijvoorbeeld nadenken over de logistieke onmogelijkheid van de schaal waarop de Kerstman opereert, of het probleem van bezorging door de schoorsteen).

Ik herinner me zo dat ik mijn moeder vroeg hoe Sinterklaas door de schoorsteen kon komen, aangezien onze decoratieve open haard was dichtgemetseld, waarop ze iets mompelde over hoe hij op een of andere manier ook door de voordeur naar binnen kon.

De gevoelens die gepaard gingen met het beseffen van de waarheid (en het opgeven van het geloof) waren bijna altijd gemengd: verdriet (dat de magie weg was), maar vaak ook positieve gevoelens als trots (dat je het had achterhaald) of blijdschap (dat je "op de hoogte" was). Boosheid kwam zelden voor en negatieve gevoelens duurden bijna nooit langer dan een paar maanden.

Ze weerhielden de deelnemers er ook niet van om de Kerstman met hun eigen kinderen te vieren (of van plan te zijn dat later te doen). Interessant om op te merken is dat negatieve gevoelens vooral geassocieerd werden met het vernemen van de waarheid op latere leeftijd en meer abrupt, door getuigenis, en met opgegroeid zijn in gezinnen waar de promotie voor de Kerstman intensiever was.

Kinderen vertrouwden hun ouders echter niet minder nadat ze de waarheid hadden ingezien, en volwassenen herinnerden zich evenmin een daling in het vertrouwen in hun ouders op dat moment. Maar de ouders meldden wel dat, naarmate de scepsis van hun kinderen groeide, ze steeds meer gingen twijfelen aan het bestaan van andere mythische personages zoals de tandenfee en de paashaas.

De volwassenen in de tweede studie herinnerden zich een soortgelijke sluipende twijfel. Ongeveer 10% van hen meldde dat hun twijfel zelfs oversloeg naar bepaalde religieuze teksten, maar slechts in een paar gevallen leidde hun twijfel ook tot een verlies van hun religieuze geloof.

De onderzoekers concluderen dat er weinig reden is om bang te zijn voor blijvende effecten van negatieve emoties bij kinderen wanneer ze vaststellen dat hun geloof in de Kerstman ongegrond was – of het nu gaat om het psychologisch welbevinden van de kinderen of hun vertrouwen in hun ouders.

Naast de vreugde die het hele Kerstmangebeuren met zich meebrengt, suggereren sommige wetenschappers bovendien dat de overgang van geloof naar ongeloof ook cognitieve voordelen kan hebben voor kinderen. Het kan zo hun nieuwsgierigheid en leergierigheid aanscherpen, en hen intellectuele nederigheid bijbrengen wanneer ze hun eerdere overtuigingen moeten herzien.

De kleefkracht van volwassen geloof

Biedt dit unieke proces van het loslaten van een geloof bij kinderen enig inzicht in hoe wij als volwassenen vasthouden aan onze overtuigingen, of deze juist in vraag stellen? In tegenstelling tot het geloof in de Kerstman, waar sprake is van een 100% overgang, gebeurt dit bij de meeste andere overtuigingen niet. Hoe vergezocht het geloof ook is, er is altijd wel een groep mensen die zich eraan vastklampt, ondanks overweldigend bewijs van het tegendeel. 

De leeftijd waarop kinderen hun geloof in de Kerstman loslaten, of beter gezegd, het feit dat dit geassocieerd is met ouder worden, duidt op een eerste belangrijk verschil. Naarmate ze opgroeien, wordt hun directe leeftijdsgroep eerst geleidelijk en uiteindelijk overweldigend niet-gelovers en raken zij die nog steeds in de Kerstman geloven almaar meer geïsoleerd.

Daartegenover is er bijvoorbeeld een groep Flat-Earthers die groot genoeg is om het gevoel te geven dat je erbij hoort. Geloof is immers vooral een collectieve aangelegenheid.

electric fire
Misschien wel een probleem voor de Kerstman. (Clive Hurst/Flickr CC BY NC 2.0)
flat earth
Bestand tegen getuigenissen. (The Flat Earth Society)

De mechanismen achter de overgang laten ook verschillen zien. Het meest prominente, de getuigenissen van anderen, lijkt veel minder goed te werken om overtuigingen van volwassenen te veranderen – en het is niet alsof er een gebrek is aan getuigenissen die bijvoorbeeld de werkzaamheid van vaccins of de echtheid van de maanlanding bevestigen.

Eén verklaring voor dit verschil is dat we getuigenissen niet zomaar van om het even wie aannemen. Ook al is er genoeg bewijs dat zelfs bij kinderen al een stammeninstinct bestaat (de muziek die ze leuk vinden, de voetbalteams waarvoor ze supporteren), geloof of ongeloof in de Kerstman doorkruist dergelijke groeperingen, en getuigenissen zullen uiteindelijk ook komen van leden van hun “stam”.

Bij volwassenen wordt groepslidmaatschap dat van groot belang is voor het individu echter vaak direct bepaald door hun overtuigingen, en getuigenissen van buitenstaanders worden daarbij genegeerd of afgewezen.

Waarom zou het ontdekken van overtuigend bewijs van het tegendeel, of het redeneren rond een geloof geen rol spelen in het in vraag stellen van onjuiste overtuigingen bij volwassenen? Bij de meeste kinderen komen deze mechanismen bijna altijd samen voor met de getuigenissen, die dan als trigger fungeren.

Maar volwassenen hebben de neiging om in geloofsbubbels te vertoeven, waarin ze afgeschermd zijn van getuigenissen of waar ze kordaat worden verworpen. Dit onderdrukt elke bereidheid om tegenstrijdig bewijs te overwegen (laat staan er actief naar op zoek te gaan) of om kritisch te redeneren.

Bij kinderen bleek het promoten van de Kerstman door de ouders – als mensen met gezag – een factor te zijn in het langer voortbestaan van het geloof. Geloofsbubbels spelen vaak dezelfde rol: communicatie tussen de overtuigden en van gezaghebbende figuren (zoals beroemdheden) vormt een constante versterkende invloed. Tegelijkertijd wakkert dit ook de geanticipeerde negatieve emoties aan die gepaard gaan met het opgeven van de overtuiging – en dus van de veilige en comfortabele bubbel die er vorm aan geeft.

Maar het belangrijkste verschil is misschien wel dat voor kinderen het geloof in de Kerstman geen deel uitmaakt van hun identiteit. De overtuigingen die wij als volwassenen hebben, van ons religieuze geloof en onze politieke getrouwheid tot onze overtuigingen over klimaatverandering, complementaire geneeskunde of spiritisme, zijn dat vaak wel, en heel sterk zelfs. 

Als het in vraag stellen van een overtuiging betekent dat we zo ook onze identiteit in twijfel trekken, dan is de kans klein dat we die overtuiging zullen herzien.

LEES OOK
Samira Atillah / 09-04-2020

Het digitale woord van God

Niet enkel Pasen en Pesach staan voor de deur, ook de Ramadan komt er binnen enkele weken aan. Hoe beleven gelovigen deze religieuze feesten wanneer social distancing de norm is?
michael-walk-HmTY-O0Z2oU-unsplash
Koen Smets / 16-11-2018

Hoe moeilijk kan het zijn?

We hebben allemaal wel eens nood aan een beetje geloof, wanneer we voor een moeilijk probleem staan en niet weten wat de beste oplossing is. Maar dat mag niet in de plaats komen…
leap of faith
Redactie Apache / 05-01-2011

Op de vlucht in Transito

Transito, zo heet het oude busstation waar vluchtende Ahmadi een onderkomen hebben gevonden. De Ahmadi zijn op het Indonesische eiland Lombok niet graag gezien. Telkens ze zich in…
Transito, een oud busstation, is nu de thuis van gevluchte Ahmadi (Foto Stefaan Van Bruwaene)
1 REACTIE
erik lauriks06-12-2023 01:09:13
Hoe een jezuietische kontendraaier zich geroepen voelt te weten wat onze kinderen bezig houdt, stimuleert, motiveert en drijft.
Apache onwaardig.