Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Bespreking van massamoord, met hapje en drankje

Stefaan Marteel
wanssee
In Villa Marlier aan de Wannsee kwamen op 20 januari 1942 op uitnodiging van Reinhard Heydrich vijftien hoge naziambtenaren samen om de uitvoering van de 'Endlösung' te bespreken. (CC BY-SA 3.0 A. Savin (Wikimedia Commons))

Vorige maand verliep de tachtigste verjaardag van de Wannseeconferentie. Op 20 januari 1942 kwam in een prachtige villa aan de Groβer Wannsee iets buiten Berlijn de top van de ambtenarij van nazi-Duitsland samen. De bijeenkomst werd belegd door Reinhardt Heydrich, de nummer twee binnen de SS, na Heinrich Himmler, en hoofd van het Reichssicherheitshauptamt. In iets minder dan anderhalf uur werd de uitvoering van het plan besproken om de Joden in het hele Duitse Rijk en in de gebieden onder controle van Duitsland te deporteren naar het Oosten, om ze daar uiteindelijk om het leven te brengen.

In Duitsland ging naar aanleiding van deze verjaardag de aandacht vooral naar Die Wannseekonferenz, een nieuwe verfilming van de conferentie door Matti Geschonneck, uitgezonden op ZDF. Net als de originele film uit 1984, werden de notulen van Adolf Eichmann als bron gebruikt, een samenvattend en geredigeerd verslag dat voldoende ruimte laat om het precieze verloop van  de vergadering te fictionaliseren.

De focus van deze film(s), in tegenstelling tot de meeste andere films die de Holocaust als onderwerp hebben, ligt niet op de gruwel die de Holocaust in de praktijk betekend heeft, en evenmin op Adolf Hitler of de kring van hoogste nazi’s waar de belangrijkste beslissingen werden genomen.

Centraal staan hooggeplaatste vertegenwoordigers van staats- en partij-instanties, de bezettingsregimes en de SS. Deze stonden even ver van het nemen van de grote beslissingen (op Heydrich na) als van het moorden zelf (op twee SS’ers van lagere rang na). Maar zonder hen kon de geplande massamoord praktisch niet worden doorgezet. Hier werd de “onvoorstelbare barbarij met Beambtendeutsch omkleed”, zoals het door een ZDF-journalist werd verwoord. Het is een onderdeel van de geschiedenis van de Holocaust dat zelden in beeld wordt gebracht. Nochtans wordt nergens de normaliteit, of de ‘banaliteit’, van het kwaad zo aanschouwelijk gemaakt als hier.

Hitlers ‘profetie’

Het plan voor de Endlösung kwam tot stand in een context waarin het vervolgen en liquideren van Joden reeds op grote schaal plaatsvond. De omvang die de massaexecuties door de Einsatzgruppen in het Oosten in het najaar van 1941 kregen, maakte dat de nazi’s het uitroeien van alle Joden in door Duitsland gecontroleerde gebieden als een realistische optie gingen beschouwen. Het precieze ogenblik waarop de uiteindelijke beslissing werd genomen blijft onzeker, maar Hitlers retoriek in november-december 1941 was, in de woorden van Brits historicus Richard Evans (The Third Reich at War, 2008), “erop gericht om met de gedetailleerde planning en implementatie van dit voornemen zo snel mogelijk een aanvang te maken”.

In december 1941 leed het Duitse leger in de strijd om Moskou haar eerste nederlaag, en escaleerde de oorlog met de intrede van de Verenigde Staten tot wereldoorlog. In Hitlers verwrongen wereldbeeld hield het Jodendom alle met Duitsland strijdende mogendheden in zijn greep. In januari 1939 had hij aangekondigd dat de uitkomst van een nieuw wereldconflict “niet de overwinning maar de ondergang van het Jodendom in Europa” zou zijn, en dus was hij nu vastbesloten zijn “profetie” te laten uitkomen.

Daarenboven speelde voor de nazi’s ook het doembeeld van de “dolkstoot in de rug” op, die had in hun ogen Duitsland in de Eerste Wereldoorlog de overwinning gekost. Een mythe die binnen het nazigedachtegoed een centrale rol speelde. “De oorlog kan alleen eindigen met de vernietiging van de Arische volkeren of met de verdwijning van de Joden uit Europa”, verklaarde Hitler in het Sportpaleis van Berlijn op 30 januari 1942. In het taalgebruik van de leidinggevende SS’ers op de Wannseeconferentie, zoals de verfilming duidelijk maakt, sijpelden deze aan elke zin voor realiteit onttrokken ideologische waanbeelden door.

Machtsstrijd en Jodenvervolging

Die Wannseekonferenz biedt een inkijk in de machtsverhoudingen binnen het Derde Rijk op zijn hoogtepunt, en van de wijze waarop de grote politieke besluiten zich doorzetten. Eén fragment in de oorspronkelijk film uit 1984 is daarbij bijzonder veelzeggend. De afgevaardigde van de Rijkskanselarij, Friedrich Kritzinger, vraagt op een bepaald moment naar een schriftelijke toestemming voor het evacueren van alle Joden naar het Oosten door de SS. “Van wie?” vraag Heydrich verbaasd. “Van de hand van de Führer”, antwoordt Kritzinger, waarop Heydrich riposteert dat het toch vanzelfsprekend is dat beslissingen van dergelijke grootteorde niet genomen zijn zonder voorafgaande toestemming.

Vanuit Heydrichs oogpunt was het hoofddoel van de bijeenkomst de erkenning van de hoofdverantwoordelijkheid van de SS, en van hemzelf, bij het doorzetten van de evacuatie en massamoord. Maar de enige schriftelijke autorisatie waar hij op kon terugvallen was een brief die rijksmaarschalk Hermann Göring een half jaar eerder aan hem had gericht, met de vaag geformuleerde opdracht tot “het treffen van voorbereidingen voor een totale oplossing van het Jodenvraagstuk in het onder Duitse invloed staande gebied in Europa”.

Het illustreert dat er in het Derde Rijk noch gestroomlijnde beslissingsprocedures, noch duidelijke bevoegdheidsverdelingen bestonden, en dat de meer traditionele ambtenaren daarmee worstelden.

De wijze waarop Heydrich en Himmler het initiatief tot een globale actie ten aanzien van de Joden naar zich toetrokken, betekende dan ook dat de SS in de oorlogsjaren steeds groter en belangrijker werd. Dit was in zekere zin de institutionele context waarin de Wannseeconferentie plaatsvond, en waarbinnen de soms gespannen interacties tijdens de bijeenkomst in de villa aan de Wannsee begrepen moeten worden.

Zo dwingt Heydrich met de toezegging aan de afgevaardigde van het Duitse bezettingsregime in Polen (het Gouvernement-Generaal) om “voorrang” te geven aan de Poolse Joden, de belofte af dat Gouverneur-Generaal Hans Frank zich in de toekomst niet langer met de Endlösung-operaties zal moeien.

Verder werpt de vertegenwoordiger van het economische Vierjarenplan onder leiding van Göring op dat het niet de bedoeling kan zijn dat door het weghalen van Joodse arbeiders de bewapeningsindustrie met een arbeiderstekort wordt opgezadeld, wat aan Heydrich de sarcastische opmerking ontlokt dat de “rijksmaarschalk blijkbaar in één hoedanigheid betreurt wat hij in een andere hoedanigheid aanbeveelt”.

Het meest recalcitrant toont zich echter de vertegenwoordiger van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Wilhelm Stuckart, die persoonlijk een grote rol had gespeeld bij het opstellen van de Neurenberg Rassenwetten van 1935, wetten die nu in één klap overbodig dreigden te worden.

Stuckarts interventies waren vooral gericht op het behoud van de aparte status van zogenaamde Mischlinge of half-Joden, en waren, volgens historicus Peter Longerich, “onderdeel van een achterhoedegevecht van zijn ministerie” tegen de toenemende macht van SS op het vlak van Jodenvervolging. Overigens moet volgens diezelfde Longerich, in zijn in het Nederlands vertaalde boek De Wannseeconferentie (2018), de bijeenkomst in de eerste plaats begrepen worden in de context van de rivaliteit tussen Himmler en Heydrich, waarbij beiden er ook een verschillende visie op de Endlösung op zouden hebben nagehouden.

Banaliteit van het kwaad

Hoewel veel van wat tijdens de bijeenkomst wordt gezegd elkaar overlapt, laten de nieuwe film en de versie van 1984 zich ook op interessante wijze vergelijken. In de oorspronkelijke versie lijkt het nog alsof angstvallig vermeden werd expliciet over het liquideren van de Joden en de middelen daartoe zelf te praten. Men laat het eufemistische taalgebruik niet los waarbij over “evacueren” en “naar de Endlösung leiden” gesproken wordt. In de nieuwe versie worden bij het afronden van de vergadering de liquidatiemethoden daarentegen uitvoerig en in detail besproken, een verschil dat wellicht getuigt van voortschrijdend inzicht over de toch wel wijdverbreide kennis over wat zich in het Oosten precies afspeelde, zeker bij hooggeplaatste ambtenaren en functionarissen.

Anderzijds reageren in de oorspronkelijke versie de deelnemers verrast, maar met groot enthousiasme - op enkelen na die schijnbaar met hun geweten in de knoop liggen - of zelfs een zeker sadistisch genoegen, op het algemene evacuatieplan. In de nieuwe versie is noch van groot enthousiasme noch van weerzin sprake, maar wordt de vanzelfsprekendheid van de massamoord door niemand betwijfelt.

De enige twijfels en opmerkingen die geuit worden betreffen de uitvoerbaarheid van het plan, de wijze waarop de organisatie ervan de oorlogsinspanningen in het gedrang kunnen brengen, en wat het effect zal zijn op de Duitse samenleving (bijvoorbeeld als ook Mischlinge, met per definitie ‘Arische verwantschap’, in de Endlösung betrokken worden). Ook over de psychische gezondheid van zij die “tot aan hun knieën in Jodenbloed staan”, bestaat bezorgdheid.

Dit verschil heeft er misschien mee te maken dat men in 1984 nog niet met dezelfde afstandelijkheid de deelnemers in beeld durfde brengen. Sommigen werden na de oorlog nauwelijks of niet juridisch vervolgd en maakten in de Bondsrepubliek nog een mooie carrière. Allen hadden achteraf ook de grootste moeite om zich te herinneren dat ze op de conferentie aanwezig waren geweest. Dat men daar in de nieuwe versie wel in slaagt, en zo de normaliteit en alledaagsheid van de bijeenkomst naar boven brengt, betekent dat ook de subjectieve afstand tot de grootste massamoord uit de wereldgeschiedenis kleiner wordt gemaakt. “En nu moet ik nog naar een andere bespreking, over de herstructurering van het postministerie”, beklaagt Kritzinger zich bij het verlaten van de villa.

LEES OOK
Wim De Jonge / 08-05-2023

Roep om betaalde vrije dag op 8 mei klinkt steeds luider

De 8 mei-coalitie wil het verzet uit de Tweede Wereldoorlog eren en extreemrechts counteren.
Fort van Breendonk
Paul Gebruers / 08-10-2021

Proefkonijnen in geheime gaskamer

In kasteel Hartheim in Oostenrijk werden minstens 109 Amsterdamse en Antwerpse Joden vergast.
Ccollage van een deel van de slachtoffers
Paul Gebruers / 31-12-2020

Antwerpen rekent af met oorlogstrauma

Een gepland herdenkingsmonument en struikelstenen voor de Joodse slachtoffers moeten de onkiese periode helpen uitwissen.
KazerneDossin-ChristopheKetels_3
2 REACTIES
Pascal Halsberghe10-02-2022 14:09:58
Dit lijkt wel een bespreking van de film "Conspiracy" uit 2001... :-)
bart reekmans10-02-2022 17:43:58
Betreft dit thema kan je ook Christiane Stallaert´s (hispaniste UAntwerpen) boek vermelden. Nazi Duitsland en inquisitie Spanje op één lijn gezet. En de problemen waar Spanje nu nog steeds meer worstelt.
Introductie via deze link
https://boekentips.com/boek/9200000117264727/naar-eigen-beeld-en-gelijkenis