
Paul Ponsaers (69), gewezen journalist en emeritus hoogleraar criminologie aan UGent is naar eigen zeggen nu wel even klaar met het onderwerp. Zijn vorige boek over extreemrechts, Haatzaaiers (2020), eindigde met de uittocht van N-VA uit de federale regering in december 2018 na de contestatie van het Migratiepact van de Verenigde Naties.

De daaropvolgende Mars tegen Marrakesh bracht zo'n 5.500 mensen op de been en ontaardde in ernstige rellen tussen een deel van de betogers en de politie. Nadien gebeurde aan extreemrechtse zijde nog zoveel dat Ponsaers zich genoodzaakt zag om een complement te schrijven.
“Eigenlijk ligt dit boek enigszins buiten mijn onderzoeksveld, want het gaat hier niet per se om politiek geweld”, zegt Ponsaers, die eerder veel publiceerde over terrorisme en momenteel een boek voorbereidt over de processen rond de aanslagen in Parijs en Brussel. “In mijn zopas verschenen boek gaat het veelal om de verstoring van de openbare orde: opruiend, intimiderend en discriminerend gedrag."
"De afgelopen drie jaar zagen we extreemrechtse manifestaties als champignons over heel het land opduiken. Het waren vooral plaatselijke gebeurtenissen waarop ingespeeld werd. Denk bijvoorbeeld aan het pestincident in Puurs, waar een 15-jarige jongen werd mishandeld door een groepje jongeren met een migratieachtergrond. Dat werd snel gerecupereerd door leden van Schild & Vrienden en Voorpost.”
Extreemrechts terrorisme
“Als je al die incidenten bijeenlegt, begin je toch te schrikken. Dan moet je constateren dat zowel in de publiek opinie als in politieke middens en binnen het staatsapparaat de rechtervleugel telkens meer naar rechts wordt geduwd. Eigenlijk is het abnormale het nieuwe normaal geworden, in die mate zelfs dat het extreemrechtse gedachtegoed haast politiek correct is geworden.”
Voor Ponsaers betekent dit niet alleen een forse bedreiging voor onze democratie, maar ook een voedingsbodem waarin extreemrechts terrorisme wel degelijk wortel kan schieten. Hij wijst erop hoe extreemrechts door het internet de openbare ordehandhaving flink weet te doorkruisen. Het oproepen tot demonstraties of bijeenkomsten gebeurt lang niet meer door middel van de traditionele kanalen.
“Normaal wordt bij een aangevraagde betoging onderhandeld en overleg gepleegd tussen politie en organisatoren. Burgemeesters worden nu geconfronteerd met fenomenen die ze voorheen nooit hebben gekend. Maar in besloten platformen kunnen ze het verstoren van de orde perfect orkestreren. Dat is al helemaal het geval wanneer het niet gaat om geplande gebeurtenissen zoals een betoging, maar om tussenkomsten of incidenten. Voorbeelden hiervan zijn het vandaliseren van bepaalde plaatsen, het intimideren van buurtbewoners en het stichten van brand in asielcentra.”
Het valt Ponsaers op hoe ontstellend snel tegenwoordig alles gaat en hoe moeilijk het is om er de vinger op te leggen. “Aanhangers springen als kikkers van de ene poel naar de andere en extreemrechtse groeperingen komen en gaan. Het gaat dan ook eerder om een onoverzichtelijk netwerk dan om verschillende organisaties. Door de digitalisering en fluïditeit van netwerken, met voortdurend veranderende formaties en samenstellingen, is de strijd tegen extreemrechts dus bijzonder moeilijk geworden.”
Haatspraak bij Schild & Vrienden
Toch wordt ondertussen ook kordater opgetreden. Ook digitale haatberichten en racisme op het internet krijgen tegenwoordig een gerechtelijk gevolg en de eerste veroordelingen voor digitale haatspraak zijn inmiddels een feit.
“Dat brengt wel wat zoden aan de dijk, maar we moeten ook nieuwe vormen van afhandeling durven overwegen die preventief verhinderen dat dergelijke groepen zich kunnen nestelen en groeien. Een internetverbod, een verbod op merchandising en de verbeurdverklaring en beslaglegging van de goederen van extremistische organisaties lijken me bijvoorbeeld haalbare beleidsopties."
"Maar bovenal is het essentieel om het debat weer openbaar te krijgen. Want bij extreemrechts radicaliseren ze veelal in eigen kring. Het beste voorbeeld daarvan is Schild & Vrienden waarin gelijkgezinden in besloten digitale platformen met elkaar communiceren. Dit werkt dan als een soort olievlek. Zonder debat of tegenspraak jutten ze daar elkaar op. Het enige wat ze daar doen, is een duimpje omhoog steken. Tegelijkertijd is er de ontkenning naar de buitenwereld toe."
"Maar het is juist van groot belang om als burgers alert en met democratische middelen het debat te blijven opzoeken, hele en halve onwaarheden tegen te spreken en wolven in schapenvacht te ontmaskeren. Maar sommige burgers hebben hier stilaan schrik van en lopen er omheen. Hierdoor werkt de zelfisolatie waarin extreemrechts zich heeft begeven als een cocon."
Vlaams Belang als asielpartij
Ponsaers begon niet aan dit boek om de exploten van Vlaams Belang te documenteren. Hij richtte zich op de buitenparlementaire biotoop: extreemrechtse formaties, onafhankelijk van Vlaams Belang, die zich onderscheiden door de legitimatie van het gebruik van politiek geweld en racistische haatzaaierij. Willens nillens stuitte hij hierbij voortdurend op connecties tussen extreemrechtse harde kernen en Vlaams Belang.
“Soms zijn die verbindingen tussen groupuscules en de partij historisch gegroeid. Maar evengoed gebruiken individuen of groepjes Vlaams Belang als vehikel voor eigen doeleinden. Er zijn strategische redenen voor Vlaams Belang om bepaalde mensen aan te trekken. Maar we kunnen het even goed omdraaien."
"Extreemrechts gebruikt net zo goed Vlaams Belang om te infiltreren in het staatsapparaat. Figuren als Dries Van Langenhove, oprichter van Schild & Vrienden en onafhankelijk Kamerlid voor Vlaams Belang, zitten ondertussen in het parlement en zetelen in commissies. Dit zorgt voor destabilisering en politieke discussies die we enkele jaren geleden niet eens voor mogelijk hielden.”
“Het is toch merkwaardig dat deze antimigratiepartij voortdurend zelf asiel verleent aan politieke avonturiers. Het is echter niet zo dat Vlaams Belang of de partijleiding het voortouw neemt in de ontwrichting van de publieke ruimte. De partij fungeert veeleer als een magneet voor extremistische groepen en het zijn eerder individuen binnen Vlaams Belang die betrokken geraken in fragmenteringen."
"Zelfs in een zweeppartij als Vlaams Belang ontstaan zo dus steeds extremere tendensen. Wat er eigenlijk voor zorgt, en dat stelt mij dan weer enigszins gerust, dat er gewoonweg geen beleidspartij van gemaakt kan worden.”
Omverwerping regimes
Ponsaers bracht het al ter sprake in ons gesprek. In die virtuele extreemrechtse groepjes is er heel wat verloop. Zelf geeft hij het voorbeeld van iemand als Carrera Neefs.
Nochtans kunnen soortgelijke figuren ten opzichte van elkaar in gedachtegoed wel wat van elkaar verschillen. Zo zijn sommige eerder heidens geïnspireerd, andere dan weer reactionair katholiek. Of in tegenstelling tot Nieuw Rechts dat eerder Europees denkt, vertoont de identitaire beweging in Vlaanderen eerder regionalistische trekken. Wel zijn ze in de regel xenofoob en racistisch, met een focus op migranten en asielzoekers van moslimorigine.
Alom aangehangen is eveneens de omvolkingstheorie waar het ‘witte ras’ op het punt staat om vervangen te worden door gekleurde immigranten. “Wat al die groepen verbindt, is in de eerste plaats niet zozeer ideologie of een alternatief maatschappijmodel, maar de wanorde die ze willen stichten. Daarnaast krijg je ook wel de indruk dat ze zich her en der willen voorbereiden om in te breken in de staat om die naar hun hand te zetten.”
“Politiek geweld kent verschillende gezichten. Bij het door Islamitische Staat (IS) geïnstrueerde terrorisme ging het in wezen over de vorming van een staat. Binnen het linkse terrorisme was de staat dan weer de grote vijand die ze wilden omverwerpen. Extreemrechts wenst juist de staat te versterken door die te bezetten. Daar gaan ze op zoek naar fracties binnen de staatsapparaten met de macht om regimes te laten wijzigen."
"Niet zelden is dat het leger. Denk aan Westland New Post, Front de la Jeunesse en de Vlaamse Militanten Orde in het verleden of vandaag aan de gewezen paracommando en voor terrorisme veroordeelde Thomas Boutens. Het gaat om het infiltreren, polariseren en bondgenootschappen smeden. Zoals Boutens deed met de geradicaliseerde militair Jürgen Conings. We hoeven dus helemaal niet verbaasd te zijn dat extreemrechts goed gedijt in het leger en dat militairen betrokken zijn bij extreemrechtse incidenten.”
Aanhang in legerkringen
In dat verband wijst Ponsaers op de parallellen tussen het optreden van het extreemrechtse Westland New Post in de jaren tachtig van de vorige eeuw en de zaak-Conings.“Het waren beroepsmilitairen van WNP die in 1981 geheime telexen van de Navo op het hoofdkwartier van het leger in Evere lekten. Hiermee wilden ze demonstreren dat de Navo onvoldoende beveiligd was en niet bestand tegen infiltratie door het ‘rode gevaar'.”
Volgens Ponsaers is het meer dan aannemelijk dat Conings zijn diefstal van militair wapentuig uit de kazerne van Leopoldsburg pleegde om leger en regering in hun hemd te zetten. Hij benadrukt hoe extreemrechts er steeds op uit geweest is om aanhang te verwerven in legerkringen.
“Daar bevinden zich immers ervaren veteranen, beslagen in het gebruik van vuurwapens en explosieven. We durven het wel eens vergeten maar die technische knowhow is de belangrijkste opstap om dreigingen in daden te kunnen omzetten.”
Ook wat dat betreft, is de context gewijzigd. “Vandaag hoef je een gevechtstraining niet meer ergens verdoken in de Ardennen te organiseren. Je trekt naar het buitenland en daar kan je terecht bij een privébedrijf, waar militairen of politieagenten niet alleen lesgeven aan collega’s, maar ook aan politieke avonturiers. Dat is echt een kluwen waar onze overheden geen vat meer op hebben.”
Voorkomen van geweld
Daarnaast is er de invloed van Rusland op het terrorisme in diverse landen van de Europese Unie. Zo leiden trainingskampen in Rusland bewust neonazi’s uit Europa op. Ponsaers laat in zijn boek ook zien hoe die nieuwe situatie gegroeid is uit de vermarkting van de oorlogsvoering. In toenemende mate doen mogendheden (tot zelfs private bedrijven) een beroep op particuliere militaire bedrijven die op vijandig grondgebied worden ingezet.
Het militair conflict in de Oekraïense regio Donbass krijgt volgens Ponsaers stilaan dezelfde aantrekkingskracht voor extreemrechts als Syrië voor de jihadistische strijders. Extreemrechtse vechtjassen zijn in Oekraïne echter niet enkel te vinden in het pro-Russische kamp, maar ook langs Oekraïense regeringszijde tref je extreemrechtse milities aan, zoals in het beruchte Azov-regiment.
Ook al valt het vooralsnog mee met extreemrechtse terreur in ons land, het boek bevat wel degelijk een waarschuwing voor potentieel gevaarlijke rechts-extremisten. We zien ook in het buitenland dat in die kringen wel degelijk politieke geweldpleging van formaat is ontstaan. Denk aan de aanslagen die Anders Breivik in Noorwegen pleegde en aan de dodelijke schietpartij in het Nieuw-Zeelandse Christchurch.
“Wat moeten we doen zodat er geen bom ontploft? Het voorkomen van politiek geweld is een paradox op zich. Want wat de overheid ook doet, ze kan eigenlijk nooit winst halen op dat domein. Gebeurt er zoiets als de brandstichting in Bilzen, dan heeft de preventie niet gewerkt. Gebeurt er niks, dan vinden ze preventie vooral geldverspilling en ingrijpen voortvarend. Het is ook moeilijk omdat je daar in de sfeer zit van openbare orde, waar we proactief te werk moeten gaan."
Rol van Justitie
"Wanneer ben je politiek geweld aan het voorbereiden en wanneer is dat juist strafbaar? In vele gevallen worden volgens onze antiterreurwetgeving handelingen als wapenaanschaf en militaire training meegenomen om de kwalificatie van lidmaatschap van een terroristische organisatie op iemand te kleven."
"Bij de jihadi-processen beschouwde Justitie dat vaak als een begin van uitvoering. En terecht, maar wat extreemrechts betreft, zie je vaak dat mensen wapens hebben en op gevechtstraining vertrekken, maar kwalificeren ze dat niet als voorbereiding tot het plegen van terreur. Maar alleszins is dit al voldoende om naar de rechter te stappen en om hem of haar zich daarover te laten uitspreken.”
“Als een van die knapen morgen een aanslag pleegt, is het kot te klein. Ergens begrijp ik de terughoudendheid van Justitie, maar ze moeten toch trachten uit één mond te spreken en de wet in verschillende omstandigheden op dezelfde manier toepassen. Dit is zeker niet altijd het geval in deze context”, stelt Ponsaers.

In zijn boek beschrijft Ponsaers hoe acties en manifestaties tegen het coronabeleid nogal wat complotdenkers en sympathisanten van Jürgen Conings aantrokken. Ook de voorbije maanden konden we vaststellen hoe extreemrechts in ons land almaar meer politieke munt probeert te slaan uit de coronacrisis.
Normalisering van complotdenken
“Eigenlijk werd op het moment dat Vlaams Belang opdraafde met de slogan ‘Niet mijn regering!’ vlees en bloed gegeven aan het complotdenken in ons land. In deze denktrant wordt de burger zonder zich ervan bewust te zijn door een elite meegenomen in een heel traject waarvoor hij niet heeft gekozen. Dus besluit je dat alles wat de regering beslist geen betrekking meer heeft op jou. De coronamaatregelen van de door extreemrechts niet erkende regering zijn immers niet rationeel en slechts in het belang van de elite. Je plaatst je dan gewoonweg buiten het publieke debat”, stelt Ponsaers.
“Zo deinde het complotdenken uit over heel de samenleving. Extreemrechts gebruikt natuurlijk iedereen op die protestmanifestaties voor hun eigen winkel. Het is de perfecte en bovendien aanslepende gelegenheid om heibel rond te orkestreren. Het ent zich op alle vormen van maatschappelijk ongenoegen om dit in hun voordeel uit te buiten. Dat zien we ook in heel die discussie rond woke."
"In wezen is de voedingsbodem irrationeel, maar het vertolkt wel degelijk een gevoel van als burger in de steek te zijn gelaten door de overheid. Natuurlijk kan je heel veel vraagtekens stellen bij de aanpak van de pandemie. Maar stel je nu eens voor dat de overheid niks zou hebben ondernomen. Ook hier weer: alles wat je doet, is toch mis. Net zoals bij terrorisme valt er met het coronabeleid geen politieke winst te halen.”
Georganiseerde Wanorde, Rechts-extremisme in Vlaanderen 2019-2021 door Paul Ponsaers is verschenen bij uitgeverij Gompel&Svacina.
In deze zin over Vlaams Belang is volgens mij een fout geslopen.
Moet het niet zijn : "dat er gewoonweg geen beleidspartij van gemaakt kan worden" ?