Pensioenhervorming kan niet zonder fiscale en sociale hervorming

Karl van den Broeck
Karine Lalieux
Minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) heeft drie voorstellen klaar om de pensioenen te hervormen. (© Thierry Roge (Belga))

In het regeerakkoord stond dat minister Karine Lalieux haar pensioenhervorming ten laatste op 1 september moest voorstellen. Ze haalde die deadline (ongeveer). In een serie interviews in de Vlaamse en Franstalige pers schoof ze een drieledig plan naar voor.

Eén maatregel moest ze niet meer uitwerken: de verhoging van het minimumpensioen tot 1.500 euro voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren. Let wel: om aan dat bedrag te komen moet je minstens 45 jaar (minstens deeltijds) gewerkt hebben. Iemand die maar tien jaar werkt, krijgt 10/45ste van die 1.500 euro. De maatregel werd opgenomen in het regeerakkoord op vraag van de socialisten. De liberalen stemden ermee in omdat daardoor ook de zelfstandigen fors meer pensioen zullen krijgen, zonder dat de bijdragen die ze betalen worden gelijkgetrokken met die van werknemers of ambtenaren.

De grote winnaars van de zogenaamde ‘rode’ trofee zijn in feite de liberalen

De grote winnaars van de zogenaamde ‘rode’ trofee, zijn dus in feite de liberalen. Bovendien worden de hoogste pensioenen ook opgetrokken, omdat anders het verschil met het minimumpensioen te klein zou zijn. Deze maatregel kost de schatkist 1,9 miljard euro. Dat geld is volgens Lalieux “verworven” en moet dus niet bij de prijs van haar nieuwe voorstellen worden opgeteld.

Niet in regeerakkoord

Het eerste nieuwe voorstel van Lalieux was verrassend, omdat het niet in het regeerakkoord stond: iedereen die 42 jaar gewerkt heeft, zou met vervroegd pensioen kunnen, ongeacht zijn of haar leeftijd. Daarmee wil Lalieux een kwalijk neveneffect wegwerken van het optrekken van de pensioensleeftijd (naar 67 jaar) door de centrumrechtse regering-Michel I. Vandaag mag een werknemer pas met vervroegd pensioen als hij of zij 63 is. Dat maakt dat iemand die op zijn of haar 18de (of zelfs 16de, de leerplicht tot 18 werd pas in 1983 ingevoerd) ging werken, geen 42 maar 45 of 47 jaar moet werken voor een vervroegd pensioen. 4% van de werknemers bevindt zich in die situatie.

Lalieux stelt voor dat wie 42 jaar gewerkt heeft, met vervroegd pensioen kan, ongeacht zijn of haar leeftijd

Een tweede voorstel is de invoer van een pensioenbonus van 2 euro per dag voor wie na 42 jaar arbeid aan de slag blijft. Daarmee kan je jouw pensioenbedrag na 45 jaar werken verhogen met 100 euro netto. Een andere mogelijkheid is een deeltijds pensioen, opnieuw na 42 jaar dienst.

Een derde voorstel zorgde voor ophef. Op vraag van de liberalen (vooral van ex-minister van Pensioenen Vincent Van Quickenborne van Open Vld), bevat het regeerakkoord de bepaling dat iemand die, na dertig jaar loopbaan, ook “een nog te bepalen omvang” van effectieve tewerkstelling moet kunnen bewijzen. Dat klinkt vreemd, maar vandaag is het mogelijk dat iemand die nooit gewerkt heeft, maar een uitkering kreeg (ziekte, invaliditeit, werkloosheid) toegang krijgt tot het minimumpensioen. Dat leidde in 2017 tot een rel toen twee vriendinnen uit Henegouwen, Virginie en Caroline, hun verhaal deden in de pers. Zelfstandige Virginie bleek een lager pensioen te krijgen dan Caroline, die amper zes jaar gewerkt had. Het hele verhaal, zonder de nuances, was munitie voor de liberalen en de N-VA die komaf wilde maken met de ‘gelijkgestelde’ periodes als periodes van ziekte, werkloosheid, tijdskrediet of andere.

Door mensen die tien jaar gewerkt hebben al een minimumpensioen te geven, houdt Lalieux ook rekening met (huis)vrouwen die een onvolledige loopbaan hebben afgelegd

Lalieux stelt voor dat ‘Virginie’ voortaan tien jaar moet werken om een minimumpensioen te ontvangen. Let wel: minstens 104 dagen per jaar. Daarmee wil Lalieux een andere belofte uit het regeerakkoord honoreren: "Rekening houden met de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen en deze – in de mate van het mogelijke – verminderen." Het zijn immers vooral vrouwen die een onvolledige loopbaan hebben omdat ze vaak zorgtaken opnamen/opnemen in het gezin.

Tenslotte schoof Lalieux drie hervormingen door naar de Nationale Pensioencommissie, die werknemers en werkgevers vertegenwoordigt. De commissie moet beslissen over de veralgemening van de ‘tweede pijler’ (pensioenopbouw via het bedrijf) waarbij 3% van de loonmassa opzij wordt gezet voor later. Daarnaast zal ze zich buigen over de verhoging van de pensioenen voor de middengroepen. Tenslotte moet de Nationale Pensioencommissie het pensioensysteem aanpassen aan de nieuwe gezinsdimensies. Zo zijn er heel wat anomalieën in de verschillende pensioenstelsels die ervoor zorgen dat gescheiden koppels, weduwen en weduwnaars, niet-gehuwden en gezinnen met één kostwinner in de kou komen te staan.

Begin 2022 moeten de voorstellen van de Nationale Pensioencommissie op tafel liggen.

Over and out?

Wie de voorbije dagen de kranten las, heeft de indruk dat de plannen van Lalieux naar de prullenmand zijn verwezen. Het regent smalende reacties van zowel meerderheids- als oppositiepartijen. Ook al dan niet zelfverklaarde pensioendeskundigen oreerden dat de plannen van Lalieux onbetaalbaar zouden zijn. De kritiek hield niet altijd steek, al moet gezegd dat het moeilijk reageren is op uitspraken in interviews; becijferde voorstellen wil Lalieux pas later bekendmaken.

Flaminganten die een transferdebat voeren, fietsen niet voor niets al decennia fijntjes voorbij het pensioendossier

De meest gratuite kritiek kwam van Vlaams Belang, dat beweerde dat Lalieux de factuur naar de Vlamingen wil doorschuiven. Enkele dagen later bleek uit een rapport van de Nationale Bank dat er elk jaar meer dan twee miljard euro vanuit Wallonië en vooral Brussel naar de Vlaamse pensioenen vloeit. Flaminganten die een transferdebat voeren, fietsen niet voor niets al decennia fijntjes voorbij het pensioendossier. Voor Vlaams Belang bleek een gratuite kreet opnieuw belangrijker dan gefundeerde kritiek.

PVDA loopt dan weer storm omdat de PS-minister een verkiezingsbelofte van haar partij breekt. De Franstalige socialisten hadden beloofd dat ze de pensioensleeftijd opnieuw op 65 zouden brengen als ze in de regering zouden stappen. Die eis haalde het regeerakkoord niet. De extreemlinkse partij belooft nu haar duivels te ontbinden tegen de plannen. Het voorstel van Lalieux neutraliseert echter voor een stuk de leeftijdsgrens. Het aantal gewerkte jaren zou in dat geval tellen, niet het aantal levensjaren. De werkelijke pensioensleeftijd zal enkel voor wie lang gestudeerd heeft op 67 komen te liggen. Ook de discussie over de ‘zware beroepen’ wordt hierdoor voor een stuk ontmijnd. Wellicht zal in de toekomst een regeling worden uitgewerkt die niet naar de beroepen kijkt, maar naar de opleiding en naar de individuele situatie (zoals bij langdurig zieken).

Voorstellen lanceren die nog niet zijn besproken binnen de regering is niet erg elegant

De meerderheid had vooral kritiek op de methode van Lalieux. Voorstellen lanceren die nog niet zijn besproken binnen de regering is niet erg elegant. Aankondigingspolitiek heeft wel het voordeel van de duidelijkheid … voor de achterban. Als de plannen nog worden afgezwakt dan kan PVDA de socialisten alvast niet verwijten dat ze niet hoog hebben gemikt en kan de zwartepiet naar Georges-Louis Bouchez worden doorgespeeld. Het verklaart meteen ook de giftige reactie van de MR-voorzitter. Anderzijds komen door deze strategie later wel alle compromissen bloot te liggen en worden partijen gedwongen zich vooraf in hun stelling in te graven, terwijl ze misschien wel nog bereid waren om compromissen te sluiten.

De liberalen (en ook N-VA) liepen vooral storm tegen het voorstel om iedereen die tien jaar (deeltijds) werkt, toegang te geven tot het pensioenstelsel. Zowel de MR, Open Vld als N-VA vinden het onaanvaardbaar dat iemand die 10 jaar werkt en 35 jaar “gelijkgestelde periodes” kan bewijzen aan een minimumpensioen van 1.500 euro kan raken, net zoals Virginie destijds. Het andere voorstel van Lalieux (vervroegd pensioen na 42 jaar werken) zal de toets van liberale kritiek wel doorstaan. “Wij zijn geen onmensen”, zei Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert.

De kritiek uit liberale hoek op het ‘tienjarenvoorstel’ is wel erg extreem. Het Belgische pensioensysteem is toegankelijk voor wie gewerkt heeft of voor wie een uitkering heeft gekregen. Die wordt toegekend volgens de regels die in de wet vervat zijn. Wanneer iemand 35 jaar lang kan stempelen of een ziekte- of invaliditeitsuitkering kan krijgen, is die uitkering goedgekeurd door de VDAB en het RIZIV. Het verhaaltje dat je – zeker in Vlaanderen – nog decennialang stempelgeld kunt krijgen zonder geactiveerd te worden, is erg tendentieus. Het activeringsbeleid is trouwens een bevoegdheid van de gewesten. Als ‘Virginie’ dan toch al die tijd nog een uitkering zou krijgen, dan is dat de ‘schuld’ van Vlaanderen.

De vakbonden en de linkse partijen vinden het ongehoord dat wie geen werk vindt of langdurig ziek is, twee keer gestraft zou worden en geen pensioen meer zou krijgen. De pensioenrechten die door uitkeringstrekkers worden opgebouwd, zijn trouwens minimaal.

Quid Vandenbroucke?

De Vlaamse socialisten reageerden nog niet ten gronde op de voorstellen van Lalieux. Naar het salomonsoordeel van Frank Vandenbroucke wordt reikhalzend uitgekeken. Hij was minister van Pensioenen in de paars-groene regering-Verhofstadt I (1999-2004) en de primus inter pares van de Commissie Pensioenhervorming. In 2013 tekende de commissie op vraag van de regering-Di Rupo een alomvattende hervorming uit. Voogdijminister was toen …  Alexander De Croo (Open Vld). Het plan van de commissie-Vandenbroucke kon op een vrij algemene goedkeuring rekenen bij meerderheid en oppositie (de vakbonden bleven kritisch) en vond ook zijn weg naar het bestuursakkoord van Michel I. Toen die regering besliste de pensioensleeftijd op te trekken naar 67 jaar, werd het plan de facto onuitvoerbaar.

Vandenbroucke houdt de lippen op elkaar. Helemaal ongenegen zijn de plannen van Lelieux hem vast niet. In 2019 toonde hij zich in De Morgen een voorstander van een pensioenplan gebaseerd op gewerkte jaren. “We moeten dringend een ander debat voeren: hoe organiseren we een pensioenstelsel dat op een coherente manier toelaat dat mensen die een voldoende lange loopbaan hebben hun pensioenleeftijd vrij kiezen, ook als ze nog geen 67 jaar oud zijn – bijvoorbeeld na een loopbaan van 42 jaar? […] In plaats van te blijven discussiëren over die 67 jaar zou men moeten discussiëren over het opnieuw invoeren van een fors versterkte pensioenbonus.” Benieuwd of hij die woorden zal herhalen nu hij opnieuw in de politiek zit.

Of de bonus die Lalieux voorstelt fors genoeg is, valt nog te bezien. Volgens experts (ook binnen de vakbonden) moet die nog omhoog om mensen echt aan te sporen om langer te werken. Bovendien bevatte het plan-Vandenbroucke ook een pensioenmalus, een verlaging van het pensioenbedrag voor wie vroeg stopt met werken.

Onderbelichte hervormingen

Premier De Croo sloot dit weekeinde de debatten over de pensioenen. Pas in december worden er knopen doorgehakt. Eerst komen de begroting, de relance en het energiedossier.

In die planning blijven twee gigantische hervormingen onbelicht, die nochtans in het regeerakkoord van Vivaldi staan. Frank Vandenbroucke, die naast minister van Volksgezondheid ook bevoegd is voor Sociale Zekerheid moet tegen het einde van het jaar een hervormingsplan voorleggen aan de regering. Daarin moet een harmonisering van de statuten (werknemer, zelfstandige, ambtenaar) vervat zitten, die cruciaal is voor de pensioenvorming. Of Vandenbroucke eind 2021 zal halen, is onzeker. Hij heeft de voorbije maanden de handen meer dan vol gehad met de coronacrisis.

Naast de sociale hervorming is een fiscale hervorming op til. CD&V-minister van Financiën Vincent Van Peteghem zal zich onder meer buigen over de verdere verlaging van de lasten op arbeid centraal.

Een pensioenhervorming voorstellen zonder zicht te hebben op de plannen van Van Peteghem en Vandenbroucke, is nattevingerwerk. De socialisten en groenen vrezen dat het debat geconcentreerd zal blijven op de werkzaamheidsgraad. De regering wil die op 80% brengen, maar echte hefbomen zijn er niet.

Door de bestaande maatregelen om de loonlasten te verlagen loopt de sociale zekerheid per jaar minstens 2,6 miljard euro mis

Meer mensen aan het werk te krijgen door de lasten op arbeid te verlagen heeft een ongewenst neveneffect: lagere sociale bijdragen betekent minder inkomsten voor de pensioenkas. Die moeten worden gecompenseerd met zogenaamde ‘alternatieve financiering’, een eufemisme voor …  geld uit de begroting. Die kleurt vuurrood, en dat niet alleen door de coronacrisis. De taxshift van de regering-Michel sloeg een structureel gat van 2 à 3%. Door de bestaande maatregelen om de loonlasten te verlagen loopt de sociale zekerheid volgens SD Worx per jaar minstens 2,6 miljard euro mis: bedrijfswagens, maaltijdcheques, warrants (opties op aandelen van het bedrijf waar je werkt) zijn maar enkele voorbeelden van manieren om aan sociale bijdragen te ontsnappen.

ACV-voorzitter Marc Leemans voegde daar vorige week ook nog de studentenjobs aan toe. Dat kwam hem op kritiek te staan. Leemans zou de toegang van jongeren tot de arbeidsmarkt bemoeilijken door te pleiten voor een verhoging van de loonlasten. Een eenzijdige kritiek. Uit cijfers van Sigedis blijkt dat slechts 30% van de 35-jarigen pas na 25 jaar begon met het opbouwen van pensioenrechten. Bij de 65-plussers ligt dat percentage op 9%. Dat heeft te maken met de scholingsgraad die alsmaar toeneemt, maar ook met het feit dat veel jongeren of jongvolwassenen terechtkomen in precaire jobs (zoals studentenjobs) waar weinig of geen pensioensbijdragen voor afgedragen worden.

Daarnaast worden de pensioenen zonder een gestage stroom aan migranten helemaal onbetaalbaar. In haar recentste rapport spreekt de Studiecommissie voor de Vergrijzing duidelijke taal. Als het migratiesaldo ongewijzigd blijft (gemiddeld 22.000 instromers tegen 2070), zal de budgettaire kost van de vergrijzing stijgen met 5,5%-punt. Als de migratie wordt teruggeschroefd, zal die kost toenemen met 8,2%-punt. Dit staat dan nog los van de betere toeleiding van kansengroepen (vooral allochtonen die al in België wonen) naar de arbeidsmarkt. Die zit ook vervat in de scenario’s van de commissie.

Kosten van de vergrijzing tussen 2019 en 2070
Zonder een gestage stroom aan migranten worden de pensioenen onbetaalbaar. (Hoge Raad van Financiën)

Het geld moet ergens vandaan komen

De regering-De Croo staat dus voor een helse karwei. De arbeidsgraad optrekken, de migratie op peil houden (hoe moeilijk dat ook ligt bij de publieke opinie), de pensioenkassen blijven spijzen én de loonlasten verlagen.

De werkgelegenheidsgraad optrekken is alleen mogelijk met forse loonsverhogingen of met een nog strenger activeringsbeleid

De liberalen zien de bui al hangen en vrezen voor hogere belastingen. Minister Lalieux raakt alvast niet aan de aanvullende pensioenen, hoewel die gepaard gaan met een erg gunstig fiscaal statuut. Als ze als loon zouden worden belast, zou dat 3,5 miljard euro in het laatje brengen. Het zijn vooral de bedienden met een hoog loon en de zelfstandigen die momenteel van de aanvullende pensioenen profiteren. Raken aan dit gunstregime zou contractbreuk zijn, zo houden de pensioenfondsen vol, daarin gevolgd door de liberalen. Het maakt hun kritiek op de hoge pensioenen voor (sommige) ambtenaren (die meestal geen aanvullend pensioen hebben) weinig geloofwaardig. Een arbeidscontract van een ambtenaar is ook een contract.

Het geld zal in elk geval ergens vandaan moeten komen. De werkgelegenheidsgraad optrekken is alleen mogelijk met forse loonsverhogingen of met een nog strenger activeringsbeleid.

Anderzijds zal ook het taboe over de dual income tax op tafel moeten komen. In dat belastingsysteem, dat de voorkeur wegdraagt van CD&V, worden beroepsinkomsten progressief belast, maar worden inkomsten uit vermogen en huur forfaitair belast. Vooral dat laatste lijkt logisch. Veel mensen uit de middenklasse kopen een appartement als appeltje voor de dorst; het is hun alternatief voor pensioensparen. De huuropbrengsten worden meestal niet belast. Deze praktijk jaagt de woningprijzen echter torenhoog de lucht in. Jonge gezinnen kunnen, zonder steun van hun ouders, vaak geen woning meer kopen. Ook hun precaire arbeidssituatie is daarbij een handicap. Wie geen vast contract heeft, krijgt moeilijk een lening bij de bank, ondanks de lage intrestvoeten.

En nieuwe belastingen om de begroting uit het rood te krijgen? Na de overstromingen in Wallonië werd al gepleit voor een solidariteitsbelasting en de gevolgen van de coronacrisis moeten ook gefinancierd worden. Het regeerakkoord sluit zo’n maatregel niet uit, al is het achterpoortje wel héél cryptisch omschreven: “Er worden geen nieuwe belastingen ingevoerd behalve in het kader van budgettaire discussies waarbij de afgesproken evenwichten gerespecteerd worden (inkomsten, uitgaven & diversen) en met respect voor mensen die werken, ondernemen en sparen.”

Het plan van de commissie-Vandenbroucke voorzag destijds sowieso een vermogensbelasting om de ‘opaboom’ te overbruggen; het hoge aantal babyboomers dat binnenkort met pensioen gaat. Het blijft een torenhoog taboe.

Conclusie: de plannen van minister Lalieux zijn niet meer dan een schot voor de boeg én een wake-upcall dat in de ambitieuze hervormingsagenda van Vivaldi alles met alles verbonden is. Wie aan één draadje trekt om zijn slag thuis te halen, riskeert de strop rond de nek te krijgen.

Maar misschien is dat een situatie die politici het beste kunnen beheersen: alle taboes in één mandje en dan geven en nemen. Wheelen en dealen. Een compromis à la belge is echter het laatste dat ons land vandaag kan gebruiken.

LEES OOK
Daan Van Cauwenberge / 10-04-2024

Geen toegang tot bankrekeningen voor steeds meer verenigingen

Banken passen wetgeving toe om witwaspraktijken en financiering van terrorisme tegen te gaan.
BNP Paribas Fortis
Jelle De Mey / 27-03-2024

Peter Victor: ‘Technologie zal onze planeet niet redden’

De econoom roept op voor het herstel van de balans tussen onze levensstijl en wat de planeet aankan.
privéjet
Geoffrey Verbruggen / 18-03-2024

Wat spookt Katoen Natie uit in Uruguay?

Met een lucratief contract voor een haventerminal zet Katoen Natie de Uruguayaanse politiek op zijn kop.
Luchtfoto van de Terminal Cuenca del Plata in de haven van Montevideo die Katoen Natie sinds 2001 uitbaat.
4 REACTIES
W. V.15-09-2021 05:33:31
In Japan daalt de bevolking sterk maar kiest men niet voor massale immigratie. Men laat er de begroting oplopen. Zonder probleem. Dat wil niet zeggen dat we geen kansen mogen blijven bieden aan mensen die naar hier willen komen. Maar die mensen zouden meer kunnen betekenen voor hun land van herkomst dan voor ons. We gaan niet massaal zorgpersoneel voor de vergrijzing tekort hebben omdat de immigratie vanuit Afrika zou stoppen. De zorg zal voorrang krijgen tov andere sectoren.
Het hele monetaire systeem dat de begroting op orde wil, wat dat ook wil zeggen want het heeft in essentie geen belang, leidt net tot een noodzaak aan goedkope arbeidskrachten, in lijn met de vraag vanuit de bedrijven.
De vraag die wel belang heeft : welke welvaart willen we? We gaan naar een stagnatie van de bevolkingstoename. Veel groei zal verdwijnen. Dat hoeft geen probleem te zijn. Dat is ook wat de ecologisten al lang wensen. Maar dan moet wel het monetaire en fiscale systeem anders. Met een ruim grotere marge op de begroting, enkel gelimiteerd door de inflatie, kunnen we dan ook meer doen voor ontwikkelingshulp, zodat die potentiële migranten ginder kunnen blijven om hun eigen land te ontwikkelen. We hebben het hier toch al goed genoeg.
Rik Martens15-09-2021 09:22:39
Die onbetaalbaarheid lijkt mij een sprookje te zijn als ik de cijfers zie die me de laatste dagen om de oren vliegen :

1. : Van Cauwelaert in De Tijd : 17,6 miljard 'verminderingsbijdragen' (taxshift, stucturele kortingen SZ, belastingsverminderingen en latenties,...) + wat ik hier lees : 3,5 miljard voor de 2de pijler, 2,6 miljard voor allerlei 'cafetariaplannen' = 23,7 miljard (JAARLIJKS), dit terwijl de tekorten voor de pensioenen tot maximaal 12 miljard zouden stijgen. Er is nog overschot ! Met de opmerking dat de bedrijven jaarlijks maar 12 miljard vennootschapsbelasting opbrengen maar al 17,6 miljard 'verminderingsbijdragen' krijgen, nog los van alle 'ontwijkingen' en -rechtstreekse en onrechtstreekse- subsidies. Zelfs 3M kreeg subsidies uit het klimaatfonds en subsidies voor (welke?) innovatie. Als ik dit enigzins op flessen mag trekken : die bedrijven kosten ons handenvol geld.
2. De Boosere in De Standaard : in 2019 is 172 miljard naar belastingparadijzen vertrokken. Men wil in België kapitaal niet belasten omdat dit dan zou 'vluchten' naar belastingparadijzen. Blijkt nu dat men rustig mag belasten, want het kapitaal vlucht sowieso, het maakt dus niet meer uit. Mocht men er in slagen hier de minimale belasting voet van 15% in te voeren dan brengt dit alleen al 25,8 miljard op (elk jaar ?)
3. Onze 'zwarte' economie wordt nog steeds op 1/5 de tot 1/3 de van de reguliere economie geschat in België. Bnp : bijna 600 miljard/jaar , 1/5de = 150 miljard, belast aan 20 % = 30 miljard.

Massa's geld waarvan oogluikend wordt toegestaan dat het 'verdwijnt'. 23,7 + 25,8 + 30 = 79,5 Miljard per jaar. En dan zou 12 miljard voor de pensioenen ONBETAALBAAR zijn? Hoe krijgt men dergelijke framing überhaupt nog verkocht ? Is mijn argumentatie echt zo hard op flessen getrokken ? Laat de eeuwige discussie over onze zwarte economie er nog tussenuit dan is er nog altijd voor ongeveer 50 miljard aan 'laaghangend' fruit te plukken. Dat men dit niet doet is een keuze. Dat men de pensioenen hiervoor wil laten betalen is ook een keuze. Dat de framing over de zgn. betaalbaarheid dominant is, is ook een keuze, vnl. van de Mainstream Media.

W. V.15-09-2021 16:31:53
Terechte opmerking. Met alle subsidies aan bedrijven bijvoorbeeld zou men alle werklozen werk kunnen geven. Dus waarom dan dat geld aan bedrijven geven om in plaats van de overheid werk te creëren? Zoals u zegt is de hele discussie over geld er alleen om bepaalde verborgen en minder verborgen agenda’s door te duwen, vaak waar ze niet stroken met de democratische tendens.
Marcel Gielis17-09-2021 15:05:32
Als zijnde een arbeidsmigrant die 37 jaar in Nederland gewerkt heeft en hier dus rechtstreeks en onrechtstreeks (omdat mijn kinderen - die nu hier werkzaam zijn - in België zijn gebleven!) heel veel geld heeft binnengebracht, wil ik na lang nadenken en enige (hernieuwde) studie een ietwat laattijdige reactie posten.
In mijn reacties op een vroeger Apache-artikel https://www.apache.be/2020/09/30/leidt-andere-toon-van-de-croo-i-ook-tot-een-andere-politiek/ (n.a.v. mijn tussenkomst op het regeringsdeelnamecongres van CD&V) heb ik mij al eens uitgesproken over die tweede-pensioenpijler, die dringend ook in België sterker zou moeten uitgebouwd worden.
In dit artikel lees ik over een belasting van die tweede-pijlerpensioenen als loon. Dat kan niet! Deze twee-pijlerpensioenen zijn geen uitgesteld loon zoals de ambtenarenpensioenen in België, waardoor die gepensioneerde ambtenaren hoe dan ook teren op hun kinderen en kleinkinderen (zoals Conner Rousseau gisteren nog zei in Terzake!). Dit betekent dat door het storten van bijdragen voor een tweede-pijlerpensioen "een vermogen om van te leven" (zoals de reclame van het Nederlandse ABP-pensioen zegt), wordt opgebouwd. De belasting op een dergelijk pensioen is dus een vermogenswinstbelasting en mag max. 10 % bedragen.
Maar wanneer Vivaldi de taxshift van Johan van Overtveldt ongedaan zou maken: daar kan ik alleen sympathie voor hebben! Dat zal trouwens een vijfvoud opleveren van het (illegitiem!) belasten van een tweede-pijlerpensioen al loon - zoals door toedoen van diezelfde JvO blijft gebeuren in België, waardoor de rechtsstaat op de meest grove manier – eigenlijk erger dan in Hongarije, waar er tenminste nog discussie over is! – geschonden wordt: zie wat ik hierover reeds schreef in een reactie op https://www.apache.be/gastbijdragen/2018/08/02/koen-geens-en-leerling-tovenaar-theo-francken/.