De burger en de vaudeville van de politiek

Redactie Apache
Federale_Kieskring
Burgers blijken uit VUB-onderzoek een grote voorstander van een federale kieskring. (Foto Floris Van Cauwelaert)

Door Didier Caluwaerts

Federale_Kieskring
Burgers blijken uit VUB-onderzoek een grote voorstander van een federale kieskring. (Foto Floris Van Cauwelaert)

Bij verkiezingen schudden kiezers de kaarten. Zij maken partijen groter of kleiner, en bepalen op die manier wie als eerste aan zet is, en een prominente rol mag spelen in het smeden van een coalitie. Als die coalitie het begeeft, wordt het woord weer aan de kiezers gegeven om de kaarten nog eens stevig te schudden voor een nieuw spel.

Dat is het klassieke beeld van een parlementaire democratie. Tenzij de kiezers één enkele partij een absolute meerderheid bezorgen, volgt op de verkiezingen een onderhandeling tussen partijen die op zoek gaan naar een werkbare meerderheid. Het is ook het beeld van de vertegenwoordigende democratie, waarin burgers anderen de toestemming geven om in hun naam te besturen, maar zelf geen beslissingen nemen, laat staan aan onderhandelingen deelnemen.

Onderliggend is het idee dat besturen een zaak van experts is, van mensen die de technische inhoud van de dossiers kennen, van mensen ook die in staat zijn na overleg tot beleid te komen dat tegemoet komt aan de wensen en verzuchtingen van een zo groot mogelijk deel van de samenleving.

Burgerfora

Dat laatste wordt vaak dik in de verf gezet als noodzakelijke voorwaarde om tot een stabiel bestuur te komen in samenlevingen die sterk verdeeld zijn. Omdat de burgers onderling te sterk van mening verschillen, moet aan prudent leaders de opdracht gegeven worden om bruggen te bouwen en de noodzaak van die bruggen bij hun eigen achterban te verdedigen. Een dergelijk bestuur veronderstelt – zoals Luc Huyse dat veertig jaar geleden al aanstipte – een passieve bevolking die op afstand toekijkt hoe de politieke leiders de knopen ontwarren.

In debatten over het functioneren van de democratie doet echter al een tijd lang het idee van deliberatieve democratie de ronde. Het stelt voor om de deliberatie – dat wil zeggen het debat en de zoektocht naar een oplossing tussen botsende visies en belangen – niet aan verkozen politici toe te vertrouwen, maar aan een representatieve groep van gewone burgers. Zulke groepen werden al samengebracht in de Verenigde Staten, Duitsland, Zweden en Canada.

Toch rijst de vraag of dergelijke burgerfora wel in staat zijn om tot beleidsvoorstellen te komen wanneer de spanningen en conflicten zeer diep zijn. Op dit ogenblik lopen er experimenten in dit verband in onder meer Cyprus, Bosnië-Herzegovina, Colombia en Israël. Ook in België brachten we tussen februari en juni 2010 negen maal een groep gewone burgers bij elkaar om te reflecteren en te delibereren over de vraag hoe zij de toekomst van België zagen. Bij de samenstelling werd gezorgd voor een evenwicht tussen de taalgroepen, en voor een diversiteit aan standpunten. Zowel overtuigde Flaminganten, virulente francofielen als rabiate Belgicisten kregen een plaatsje rond de tafel. En dan werd het beeld bevestigd dat we kennen uit ander onderzoek.

Dubbele versterking

De mondige burgers van vandaag zijn tot meer in staat dan alleen maar aangeven wie het eerst of het luidst mag spreken

In de eerste plaats is dat de vaststelling dat de institutionele problematiek – in volle BHV- en regeringscrisis – niet prioritair is. Ook het beeld dat de Vlamingen meer autonomie willen terwijl de Franstaligen angstvallig blijven vasthouden aan het unitaire Belgique de papa werd in onze burgerfora niet bevestigd. De preferenties voor de toekomstige relaties tussen de taalgroepen liggen immers dichter bij elkaar. Maar verrassend was de vaststelling dat zij zelfs over erg controversiële thema’s een modus vivendi konden vinden. Minimaal moest bij meerderheid beslist worden, maar in sommige groepen vroegen we om te een tweederde meerderheid en in nog andere vroegen we absolute unanimiteit. En dat leverde interessante resultaten op.

Het ideaal dat uit deze burgerfora naar voren kwam, is er één waarbij zowel de regio’s als het federale niveau versterkt worden. De deelnemers kwamen tot de conclusie dat sommige bevoegdheidspakketten zo versnipperd zijn dat ze een rem betekenen voor onze economie. Het voorstel was om een aantal federale bevoegdheden – ook inzake fiscaliteit – te regionaliseren, maar andere, zoals buitenlandse handel, te herfederaliseren. Door die tweevoudige beweging komt er een evenwicht tot stand waarin zowel de regio’s als de federale overheid versterkt worden, en een coherent beleid kunnen voeren.

Samenvallende verkiezingen

Een andere suggestie was om de verkiezingen te laten samenvallen. Eén van de problemen die werden aangekaart, was het gebrek aan langetermijnvisie. Politici denken maar tot aan de volgende verkiezingen, en door de ontkoppeling van verkiezingscycli loert die volgende verkiezing steeds om de hoek. Door samenvallende verkiezingen (en het verbod om op meerdere lijsten te staan) verkleint de afhankelijkheid tussen het regionale en het federale niveau, en kunnen beide een toekomstgericht beleid voeren.

In acht van de negen groepen werd, ten slotte, een ruime meerderheid (soms zelfs unanimiteit) gevonden voor de invoering van een federale kieskring. Die ene overblijvende groep verwierp die idee omdat "het verkiezen van slechts tien Franstaligen of zo geen verschil gaat teweegbrengen". Het voorstel ging voor deze groep dus niet ver genoeg. De redenen om voor de kieskring te stemmen verschilden wel naar taalgroep. Voor de Franstaligen brengt de kieskring de partijfamilies terug dichter bij elkaar, waardoor stabiele, symmetrische coalities kunnen ontstaan. Bij de Vlaamse deelnemers leeft vooral de idee dat ook Franstalige federale ministers hun verantwoordelijkheid moeten opnemen, en zich daarop moeten laten afrekenen.

Het is duidelijk dat de burgers van dit land geen boodschap hebben aan de soms spannende, maar vaak helaas herkenbare en saaie vaudeville van de politieke crisis. Alleen als de politieke toneelspelers finaal hun tekst kwijt zijn, mag de burger misschien nog eens de kaarten schudden en vervolgens weer lijdzaam in de zaal gaan zitten. Dat is een erg beperkt en niet zo fraai beeld van de democratie maar negeert het feit dat het publiek aan het einde van de voorstelling al eens zijn geld kan terugvragen. De mondige burgers van vandaag zijn immers tot meer in staat dan alleen maar aangeven wie het eerst of het luidst mag spreken.

Didier Caluwaerts is doctoraatsstudent in de politieke wetenschappen aan de VUB. Zijn onderzoek gaat over deliberatieve democratie in diep verdeelde samenlevingen.

LEES OOK
Redactie Apache / 05-10-2010

De bijzondere financieringswet als de gesel Gods

De stekker is uit de regeringsvorming. Het ultieme knelpunt is de discussie omtrent de bijzondere financieringswet. Professor overheidsbegrotingen Herman Matthijs bekijkt wat de…
Begrotingsspecialist Herman Matthijs becijferde de mogelijke opbrengst van de privatisering van staatsactiva