Dossier Pensioenen (2): Chantal en Caroline, de vrouwen van 2017

Chantal Kauffmann
Chantal Kauffmann en,Julien Calici (c) Apache

Wat MyPension allemaal kan veroorzaken. Het systeem dat burgers de gelegenheid geeft om op elk moment in hun loopbaan na te gaan hoe hoog hun pensioen zal zijn, zorgt overal voor beroering.

Dossier Pensioenen

Apache reconstrueert in een driedelige reeks hoe de regering erin slaagde een perfect pensioenplan te verkwanselen. Daarbij sprak hoofdredacteur Karl van den Broeck met protagonisten in het dossier, van ministers over academici tot vakbondsmensen.

Lees ook deel 1: Hoe de regering een perfect pensioenplan offerde aan Europa

Mensen gaan elkaars pensioen vergelijken en zetten dat af tegen de jaren die ze gewerkt hebben en het loon dat ze hebben verdiend. Iedereen maakt zo de rekening van een ander. Met alle gevolgen van dien.

Het debat laait eind april 2017 op na een verhaal van twee vriendinnen uit Henegouwen die een berekening van hun pensioen lieten uitvoeren. De ene had haar leven lang gewerkt, 12 jaar in loondienst en 29 jaar als zelfstandige, de andere was de afgelopen 33 jaar werkloos gebleven. Toch kreeg de werkloze vrouw een hoger pensioen.

Zelfstandige Chantal Kauffman (die eerst de schuilnaam Nathalie gebruikte) zou 915 euro krijgen of ruim 200 euro minder dan haar werkloze vriendin Caroline (haar achternaam verklapt ze liever niet en ze wil ook liever niet op de foto). Die besloot indertijd na zes jaar werken om voor de kinderen te zorgen, maar uiteindelijk raakte ze niet meer aan een job.

Om die ongelijkheid aan te klagen, stapte de vrouw met haar verhaal naar de Franstalige televisiezender RTL. Daarna ging het bijzonder hard op sociale media, maar ook de reguliere media over de taalgrens én in Vlaanderen sprongen op de zaak.

Chantal Kauffmann
Chantal Kauffmann (c) Apache

500 euro belastingvrij

Het verhaal uit Charleroi leidde tot een stevige discussie in het parlement. Ex-minister van Pensioenen en huidig Kamerlid Vincent Van Quickenborne (Open Vld) blies begin mei nieuw leven in zijn pleidooi om werkloosheid in de tijd te beperken. Zijn pensioenvoorstel om het minimumjaarrecht vanaf het derde jaar werkloosheid geleidelijk te laten dalen, leidde niet tot een consensus binnen de regering. Al was ook N-VA die idee genegen.

Zelfstandige Chantal (die eerst de schuilnaam Nathalie gebruikte) zou 915 euro krijgen of ruim 200 euro minder dan haar werkloze vriendin Caroline.

Halverwege mei besliste de regering wel om vanaf september het minimumpensioen op te trekken. Voor zelfstandigen met een volledige loopbaan zal het minimumpensioen voortaan 1.212 euro bedragen, een stijging met ruim 150 euro per maand. Daarnaast besliste Pensioenminister Bacquelaine (MR) dat wie langer dan 45 jaar werkt, daarvoor toch extra financieel beloond wordt.

Door die maatregel zag zelfstandige Chantal haar pensioen van 915 tot 1.057 euro stijgen. “Ik ben nu 62, als ik nog drie jaar zou werken, dan verhoogt mijn pensioen met 30 euro per maand”, zei ze op 23 november, de eerste dag van haar pensioen, aan Apache. “Ik heb besloten om op pensioen te gaan en de zaak over te dragen aan mijn zoon. Maar ik ben nog gezond en verdien nu tot 500 euro per maand belastingvrij bij. De staat mist daardoor sociale bijdragen en belastingen, maar blijft wel mijn pensioen betalen.” Daarnaast ontvangt Chantal ook nog een som die ze doorheen de jaren via pensioensparen opbouwde.

‘Zes dagen op zeven’

Toch zullen bruggepensioneerden en werklozen vanaf 2019 verliezen. Net voor de nationale feestdag besliste de ministerraad dat bij de pensioenberekening het inkomen niet langer gelijkgesteld wordt met het laatste loon. Dat laatste zorgde voor een fikse rel tussen partijvoorzitters John Crombez (sp.a) en Gwendolyn Rutten (Open VLD), waarbij het pleit door die eerste werd gewonnen. Rutten zei dat niemand minder pensioen zou krijgen… maar zo simpel bleek het niet.

Kauffman zegt dat ze met het aankaarten van haar case allerminst aan politiek wilde doen. “Kijk, er is een probleem. Ik ben voor solidariteit en dit gaat niet over personen. Het is niet de schuld van mijn vriendin, maar wel de schuld van de overheid. Een zelfstandige die zijn hele leven werkt, moet toch niet minder pensioen krijgen dan iemand die niet heeft gewerkt? Mijn job was vermoeiend, leverde me stress op, ik moest personeel kunnen betalen, was 6 op 7 dagen in de winkel en op zondag deed ik mijn administratie.”

Chantal Kauffmann: “Er is een probleem. Ik ben voor solidariteit. Dit gaat niet over personen. Het is niet de schuld van mijn vriendin, maar wel de schuld van de overheid.

Over de rel in de media en de politiek zegt Chantal. “Iedereen wist dat het bestond, maar men had geen concreet voorbeeld om dat te bewijzen.” Ze vreesde wel voor gevolgen in haar zaak, chocolaterie Le Ballotin in Chatelet (Charleroi), maar die bleven gelukkig uit. “Dat komt omdat ik altijd heb gezegd dat dit geen gevecht is tegen werklozen.”

Haar vriendin Caroline (59), die in mei volgend jaar haar pensioen zal ingaan, krijgt 1.170 euro volgens wat ze op mypension.be zag. “Het was niet mijn keuze om niet meer te werken, nadat ik een tijd voor de kinderen thuisbleef en scheidde”, zegt Caroline. “Maar ik vind het ook niet logisch dat iemand die werkt, minder krijgt dat iemand die niet werkt.”

Nog dit. Chantal werkte in het begin van haar carrière drie jaar in Frankrijk. Daar diende ze in juli haar pensioenaanvraag in, maar eind november kreeg ze nog geen bericht.

Hardnekkige misverstanden

Het pensioendebat zit propvol hardnekkige clichés en misverstanden. Zo zouden zelfstandigen een te laag pensioen krijgen, zouden de ambtenarenpensioenen te hoog zijn en zouden werklozen ten onrechte een pensioen opbouwen.

Al die beweringen zijn een beetje waar en een beetje niet waar.

Frank Vandenbroucke: “Het pensioen van de meeste zelfstandigen is inderdaad niet hoog. Maar zij betalen meestal ook minder bijdragen. Een werknemer draagt zelf af voor zijn pensioen, maar zijn werkgever legt ook bij. Bij een zelfstandige zijn de werknemer en de werkgever in zekere zin dezelfde persoon, maar die ene persoon betaalt niet zowel werkgevers- als werknemersbijdragen. Zo kom je automatisch aan een lager pensioen.”

Het pensioendebat zit propvol hardnekkige clichés en misverstanden.

Het voorbeeld van Chantal spreekt ook boekdelen. Ze heeft een klein pensioen maar heeft haar hele leven goed kunnen sparen zodat ze ook daarvan nog een rente krijgt. Als ze werknemer was geweest, had ze dat geld niet opzij kunnen zetten. Het komt dus ruwweg op hetzelfde neer: een werknemer ziet zijn pensioengeld pas op het einde van zijn carrière. Een zelfstandige die goed boert, kiest zelf hoeveel hij of zij opzij zet.

“Het minimumpensioen van zelfstandigen is zo goed als gelijk getrokken met dat van werknemers,” zegt Matthieu Marin van de socialistische bediendenbond BBTK. “Die beweging is al begonnen onder paars. De bijdrages tot de sociale kas van zelfstandigen zijn echter nooit gevolgd. Bovendien zijn de pensioenbijdragen voor zelfstandigen afgetopt. Wie meer dan 86.000 euro verdient, betaalt op het bedrag boven die som geen bijdragen.”

Eerste cliché: zelfstandigen moeten tandje bijsteken

Tijdens gesprekken met protagonisten in het dossier – in oktober en november ’17 – viel op dat ze allemaal de mening toegedaan waren dat de zelfstandigen “een tandje moesten bijsteken”.

Frank Vandenbroucke: “De zelfstandigenpensioenen zijn inderdaad opgetrokken, maar het is een beetje onevenwichtig. De overheid stopt meer en meer geld in het systeem. Je zou eigenlijk stapsgewijs maatregelen moeten treffen om de beter verdienende zelfstandigen meer te laten betalen. Starters zouden dan weer gespaard moeten worden.”

Jan Spooren (N-VA): “Het pensioensysteem van zelfstandigen gelijkschakelen met dat van werknemers is een terecht streefdoel, maar dan moet er zeker ook iets gebeuren aan de inkomenszijde van de zelfstandigenpensioenen. Collega Van Quickenborne verliest dat wel eens uit het oog."

Minister Bacquelaine is dan weer trots op de maatregelen voor de zelfstandigen: het minimumpensioen ging omhoog en voortaan kunnen ze ook een aanvullend pensioen opbouwen.

Tweede cliché: ambtenarenpensioenen zijn te hoog.

“Er zijn uiteraard ambtenaren met een hoog pensioen,” zegt Vandenbroucke. “Maar in feite moet je zeggen dat de werknemerspensioenen te laag zijn. Dat als uitgangspunt erkennen is de enige manier om het pensioendebat nog een kans te geven. Welk contract willen we afsluiten met jongeren die nu dertig jaar zijn? Het moet een eerbaar contract zijn, waarbij zij beloven langer te werken en hun bijdragen te betalen. Maar dan moeten ze wel een betere deal krijgen dan die van vandaag.

Ambtenaren hebben vaak ook geen aanvullend pensioen, iets wat in veel sectoren in de privésector wel het geval is, maar dan wel niet voor wie vroeger arbeider was. En er zijn trouwens steeds minder ‘echte’ ambtenaren. Steeds meer schakelen openbare besturen over op contractuelen die een ‘gewoon’ bediendencontract hebben.

Ambtenaren hebben vaak geen aanvullend pensioen, iets wat in veel sectoren in de privésector wel het geval is

Bij de gemeenten geeft dat enorme problemen om de pensioenen van de statutairen te betalen. Er zijn veel te weinig actieve statutairen om de pensioenen van hun gepensioneerde collega’s te ‘dekken’. En omdat de gemeenten zelf opdraaien voor hun pensioen (de Vlaamse pensioenen worden door de federale overheid betaald), is dat een catastrofe voor grote gemeenten die – bijvoorbeeld – een OCMW-ziekenhuis hebben.

Waarnemers voorspellen dat het systeem, zonder ingrepen van de federale overheid, binnen twee of drie jaar compleet zal imploderen. Gemeenten moeten bijna hun volledige investeringsbudget heroriënteren naar de pensioenkassen van hun ambtenaren.

Een tikkende tijdbom die de verkiezingscampagne van oktober 2018 wel eens zou kunnen vergallen.

Derde cliché: niet werken en toch pensioen?

En dan zijn er de werklozen. Kan iemand die niet werkt ook rechten opbouwen voor een pensioen? Hoeveel jaren moet je minimum gewerkt hebben om een minimumpensioen te krijgen?

Vandenbroucke: “België kent geen basispensioen dat je krijgt ongeacht de lengte van je loopbaan. Er is wel een minimumpensioen maar of je dat krijgt en hoe hoog het is, hangt af van de lengte van je loopbaan.”

Het geval van Caroline is uitzonderlijk en daarom niet representatief voor de huidige situatie.

Vandenbroucke: “Je moet als samenleving toch beslissen hoeveel je mensen minimaal geeft, ongeacht of ze nu gewerkt hebben of niet. Je kunt mensen niet zonder geld laten leven.

"Maar dat is niet de discussie. Het verhaal wordt lastig voor mensen die wel – lang – hebben gewerkt maar ergens tijdens hun carrière hun job verliezen. Moeten die mensen ‘gestraft’ worden met een lager pensioen? Ik vind dat problematisch. De tijd dat werklozen gewoon thuis zaten en hun vergoeding opstreken is al lang voorbij.

Ik heb als minister destijds hard gewerkt om de activering van werklozen op poten te zetten. Bakken kritiek heb ik daarvoor gekregen, ook van mijn eigen achterban. Maar het principe is wel duidelijk. Als je nu werkloos bent, betekent dat dat je onvrijwillig werkloos bent. Dat principe mag en moet kordaat toegepast worden. Maar als dat het uitgangspunt is van het beleid, zie ik niet in hoe je als samenleving kunt beslissen om zo iemand achteraf, jaren na de feiten, nog eens te straffen via het pensioen. Vergeet niet dat veel werklozen lange jaren gewerkt hebben en bijgedragen hebben tot het systeem.”

Frank Vandenbroucke: “Je moet als samenleving toch beslissen hoeveel je mensen minimaal geeft, ongeacht of ze nu gewerkt hebben of niet. Je kunt mensen niet zonder geld laten leven.

Een ander voorbeeld. Toen de regering-Di Rupo de ‘liquidatietaks’ invoerde, was het blinde paniek in ondernemersland. Deze taks wordt geheven wanneer bedrijfsleiders hun firma ‘liquideren’. Werkgeversorganisaties schreeuwden moorden brand dat Di Rupo een aanslag pleegde op “het pensioen van de ondernemers”.

Een vreemde voorstelling van zaken. Een pensioen wordt normaal opgebouwd met afdrachten op basis van het uitgekeerde loon. Wie geen loon verdient, betaalt ook geen afdrachten en krijgt ook een minimaal pensioen. Veel bedrijfsleiders keren zichzelf een karig loon uit, maar potten het verdiende kapitaal op in hun firma. Wanneer die firma dan vereffend wordt, gebruiken ze dat geld als appeltje (of boomgaard) voor de dorst. Dat kon vroeger met amper 10 procent belastingen, maar voortaan is dat 25 procent.

Eenheid van loopbaan

De regering neemt ondertussen een hele reeks kleine maatregelen die allemaal in het verkeerde keelgat van de vakbonden schieten. Zo is er de mogelijkheid om diplomajaren af te kopen. “Een loterij”, zegt een minister in de regering. “Het kan evengoed zijn dat je er geld aan verliest.”

Maar de meest bittere pil was de wet die het mogelijk maakt om langer te werken dan 45 jaar en daardoor een hoger pensioen te krijgen. Dat klinkt logisch en consistent maar de duivel zit ook hier in de details.

Waar gaat het om? Minister Bacquelaine (MR) liet “de beperking tot de eenheid van loopbaan” afschaffen. Vroeger maakte het niet uit of je meer dan 14.040 dagen (of 45 jaar) werkte. Je pensioenplafond kon niet worden doorbroken. Dat wil zeggen dat iemand die van zijn 18de tot zijn 65ste gewerkt had (47 jaar dus), de laatste twee jaar ‘voor niets’ werkte, toch wat betreft pensioensopbouw.

Vanaf 1 januari 2019 wordt bij de berekening van de pensioenen dus rekening gehouden met alle gewerkte dagen.

Minder gunstig is de beslissing om de zogenaamd “gelijkgestelde periodes” (periodes van werkloosheid, tijdskrediet, brugpensioen) niet langer (of in mindere mate) te laten meetellen in de pensioenberekening.

De liberale vakbond ACLVB kwam meteen met een frappant voorbeeld. “Iemand die op zijn zestiende of achttiende al aan het werk was en aan het einde van zijn loopbaan werkloos werd, kan tot 235 euro per maand aan pensioen verliezen,” zei Hugo Van Lancker, diensthoofd sociale zekerheid van de bond in november aan Apache.

Het probleem is dat de regering blijkbaar uit het oog verloren is dat er veel mensen zijn die niet passen in het ideale plaatje (carrière van 18 tot 65 jaar).

Het probleem is dat de regering blijkbaar uit het oog verloren is dat er veel mensen zijn die niet passen in het ideale plaatje (carrière van 18 tot 65 jaar).

“Ik bemerk dat we in heel de discussie uit het oog verliezen dat de leerplicht tot 18 jaar er maar gekomen is door de wet-Coens in 1983. voordien was er leerplicht tot 14 jaar. Wie dus, bij wijze van voorbeeld, in 1982 op zijn 16 jaar beginnen werken is zal pas in 2028 (op 66 jaar) met wettelijk pensioen kunnen gaan. Voor 1982 zijn er veel werknemers op jonge leeftijd begonnen.”

Echo

De voorbeelden die het ACLVB geeft zijn frappant. “Iemand die zijn carrière gestart is op 16-jarige leeftijd aan het gewaarborgd minimum maandinkomen en op het einde van de carrière op een RVA-uitkering terechtkomt, kan een pensioenverlies lijden tussen €766,05 en €2.854,08 op jaarbasis.

Dit verlies had deze persoon niet gehad indien deze 5 jaar minder had gewerkt en dus pas op 21-jarige leeftijd aan de slag gegaan was. Deze persoon ervaart dus een aanzienlijk verlies door vroeger en meer gewerkt te hebben.”

Chris Serroyen (ACV) wees op nog een bijkomend aspect. “Veel mensen hebben de voorbije jaren een SWT ('stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag', de opvolger van het oude brugpensioen, KvdB) aanvaard omdat hun bedrijf gesloten werd. De vakbonden kiezen dan altijd voor de meest solidaire oplossing.

Oudere werknemers die geen kinderen meer ten laste hebben, gaan dan met brugpensioen uit solidariteit met hun jongere collega’s. Door deze nieuwe regeling worden ze gestraft. Ze hadden perfect kunnen kiezen om te blijven werken, maar deden dat niet. Dit is een gruwelijke maatregel voor die mensen.”

Kamerlid Vincent Van Quickenborne (Open Vld), die destijds als pensioenminister de grote hervormingen in gang zette, schoot tijdens de bespreking van de wet met scherp op de vakbonden: “De vakbonden zijn tegen élke hervorming in de pensioenen of arbeidsmarkt. Zij weigeren in te zien dat deze hervormingen noodzakelijk zijn om jobs bij te creëren, de taart te vergroten, zodat we onze sociale zekerheid en de pensioenen betaalbaar kunnen houden. Als we niet bijsturen, varen we recht op de ijsschots.”

Het was een echo van de woorden van Bart De Wever in een eerdere discussie over het aftoppen van de pensioenen van langdurig werkloze 50-plussers. “Dit land is virtueel failliet. We willen dit land financieel gezond achter laten. Wie zegt dat niets moet veranderen, vertelt de waarheid niet. Die durven niet verdedigen wat moet worden verdedigd.”

Bea Cantillon: “De N-VA heeft in de pensioen blijkbaar een ideaal thema gevonden om de kloof tussen links en rechts te vergroten. Hoe meer de partij op de vakbonden kapt, hoe beter dat haar achterban het zal vinden, denkt ze”

Jan Spooren (N-VA): “De pensioenen worden ongetwijfeld een verkiezingsthema, maar de meerderheidspartijen zitten op dezelfde lijn. Ik besef dat dit een risicodossier is voor de regering. De mensen liggen hier echt van wakker. Het probleem is dat er iets moét gebeuren.

En bij elke maatregel worden casussen gevonden van mensen die iets verliezen of er niet op vooruit gaan. Dat wordt dan uitvergroot in de pers gebracht en dat vertroebelt het debat. Maar onze hoofdboodschap is niet pessimistisch. We gaan de betaalbaarheid van de pensioenen blijven garanderen en we raken niet aan de opgebouwde rechten.”

Bea Cantillon: “De N-VA heeft in de pensioen blijkbaar een ideaal thema gevonden om de kloof tussen links en rechts te vergroten. Hoe meer de partij op de vakbonden kapt, hoe beter dat haar achterban het zal vinden, denkt ze”

Vandenbroucke laat in diverse opiniestukken duidelijk voelen dat hij betreurt dat het niet anders is verlopen. “Om een ernstige, weloverwogen hervorming door te voeren die vertrouwen wekt naar iedereen, had men met veel meer overleg te werk moeten gaan. Een beetje minder diplomatisch uitgedrukt: als je de kar voor het paard spant, dan beweegt er al snel niets meer.”

Zware beroepen

Of is er nog een sprankeltje hoop. Belgisch sociaal overleg is een spel van rituelen en van geheime codes. Op 27 februari staakt de socialistische overheidsvakbond ACOD tegen de regeling voor de zware beroepen die de regering uitdoktert voor de ambtenaren. Dat is op zich niet verwonderlijk. Maar het feit dat de andere vakbonden niet staken en blijven onderhandelen, is dat wel. Het bewijst, volgens waarnemers, dat er misschien toch nog een akkoord mogelijk is over een van de belangrijkste knelpunten van het dossier.

Als de christelijke en de liberale overheidsvakbonden wél een akkoord zouden tekenen met de regering, dan is er een sprankeltje hoop dat er opnieuw schot in zaak zal komen.

Het dossier van de zware beroepen is cruciaal. De regering beslist immers dat we allemaal langer moeten werken, maar ze wil wel een aantal uitzonderingen voorzien. Mensen met een zwaar beroep zouden toch vroeger mogen stoppen. Maar wat is een zwaar beroep? Hoe bepaal je dat?”

Vandenbroucke: als je de kar voor het paard spant, dan beweegt er al snel niets meer.

Wat Bacquelaine nu wil doen met de ambtenaren is om bepaalde ‘zware beroepen’ (postbodes, militairen, bepaalde functies bij de NMBS, leraars,…) aan te sporen om toch langer te werken. Als ze voorbij hun zestigste (de minimumleeftijd om te mogen vertrekken) werken, zouden ze tot 200 euro meer pensioen kunnen krijgen per maand. Maar dat systeem is vooral voordelig voor wie pas op latere leeftijd begon te werken. Wie al op zijn achttiende aan de slag ging, raakt nooit aan de eindmeet.

Bacquelaine betwist die cijfers niet. De socialistische vakbond steekt het vuur aan de lont, maar de andere bonden blijven nog even onderhandelen.

Het dossier van de zware ambtenarenberoepen is nog klein bier tegen dat van de zware beroepen in de privésector. Daar zit niet de overheid als werkgever aan de onderhandelingstafel, maar wel de werkgeversorganisaties. Die hebben er alle baat bij om het begrip ‘zwaar beroep’ zo beperkend mogelijk in te vullen om de loonkosten te drukken. De onderhandelingen over dat dossier staan op dit moment nergens.

Vraag is ook of de regering op eigen houtje de knoop zal durven doorhakken.

En dan moet de grootste hervorming nog komen. De invoering van het puntensysteem. “Dat staat in het regeerakkoord, we gaan dat doorvoeren,” zegt Bacquelaine daarover.

Maar iedereen die bij het dossier betrokken is, houdt zijn adem in.

Een pensioen met punten? Morgen in deel 3

 

LEES OOK
Karl van den Broeck / 03-10-2018

Het geheim van 14 oktober: de pensioenbom

U leest in alle verkiezingsfolders dat we dankzij de besparingen van de afgelopen jaar weer kunnen gaan investeren, maar dat is niet waar. De gemeentebelastingen moeten stijgen,…
BELGIUM ANTWERP CITY COUNCIL DE WEVER SECURITY
Karl van den Broeck / 21-02-2018

Dossier Pensioenen (3): Zonder vermogensbelasting lukt het niet

Het Zilverfonds bleek een lege doos. Het nieuwe ‘pensioen op punten’ moet redding brengen, maar dat kan alleen… met een (tijdelijke) vermogensbelasting.
vande lanotte
Karl van den Broeck / 19-02-2018

Dossier Pensioenen (1): Hoe de regering een perfect pensioenplan offerde aan Europa

In plaats van de pensioenhervorming uit het politieke gewoel te halen, wordt ze nu verkiezingsthema nummer één. Een driedelige reconstructie van een nationale ramp.
oude vrouwen pensioen gepensioneerden