Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Regering Michel laat politie in de kou staan

John Buelens
7038452711_1b521acd9f_kV2
Infinite Wonder Woman (Foto: JD Hancock, CC, flickr)

De periode van de zomervakantie is achter de rug. Het dagelijkse leven hervat terug in zijn geheel, ook op politiek vlak. Hoewel. Het kan niet worden ontkend dat onze politici zich in verkiezingsmodus bevinden, wat hun normale bezigheden tot een minimum herleidt, en dit zal zo blijven tot einde mei van volgend jaar.

Immers, na het opwarmertje op zondag 14 oktober 2018 met de gemeente- en provincieraadsverkiezingen, volgen 7 maanden later de voor hen meest beduidende van alle verkiezingen, namelijk de federale, regionale en Europese verkiezingen op zondag 26 mei 2019. Geen enkele zichzelf respecterende politicus die er niet wakker van ligt.

Een voorlopige eindbalans opmaken van de verrichtingen van de huidige federale regering is dan niet voorbarig, wel noodzakelijk.

Het veiligheidsaspect, in het bijzonder het onderdeel politie, dat toch een hoofdthema is voor de huidige regering, is zo’n issue dat de moeite loont om onder de loep te nemen. Bovendien nam het tijdens deze regeerperiode nog aan belang toe door terroristische aanslagen.

Het dient gezegd dat de regering Michel ter zake een goede start maakte. In het regeerakkoord werden vier pagina’s specifiek aan het onderwerp gewijd en er is voor het eerst in onze politieke geschiedenis bij de regeringsvorming een minister voor Veiligheid aangesteld, met name Jan Jambon. Hij verkreeg daar nog de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken bij, die het algemeen beheer van de geïntegreerde politie waarneemt.

Dat de creatie van dit nieuw departement Veiligheid geen overbodige luxe was, werd een jaar later pijnlijk duidelijk toen ons land betrokken werd bij het hedendaagse terrorisme. Eerst nog onrechtstreeks bij de aanslagen in Parijs op vrijdag 13 november 2015, waaraan daders van Belgische komaf deelnamen en enkele maanden later in ons eigen land met de twee aanslagen in Brussel en Zaventem op dinsdag 22 maart 2016.

Kerntakenplan politie

Na zijn aanstelling kweet minister Jambon zich ijverig van zijn taak. Einde 2015 toverde hij het Kerntakenplan Politie tevoorschijn, waarin een twintigtal hervormingen vervat zaten. Onder meer zouden diensten worden afgebouwd, stopgezet of geoutsourcet opdat meer blauw op straat zou komen.

Minister Jan Jambon verwoordde het als volgt: "Nog te veel politiemensen vervullen momenteel administratief werk. Het politiepersoneel is echter gevormd om politiewerk te doen. Er zal worden nagegaan hoe op dat gebied aan outsourcing kan worden gedaan. Het is de bedoeling dat aldus middelen vrijkomen die zullen worden ingezet om meer mensen in te zetten voor politiewerk."

Met dit plan zouden 2.500 (!) politiemensen worden vrijgemaakt voor de eigenlijke kerntaken van de politie. Tot op heden, bijna drie jaar later, zijn 98 manschappen geheroriënteerd, waarvan het merendeel, zijnde 55, afkomstig is uit de cavalerie van de opgeheven rijkswacht door aldaar één peloton op te doeken.

Onder meer de federale politieafdelingen HRM en de medische diensten kwamen in het vizier. Deze eenheden stammen beide af van de voormalige rijkswacht, waarvan is geweten dat daar een uitermate bureaucratische methodiek werd gehanteerd, die een verlammende werking had.

De lat omlaag voor inspecteurs

De directie van het personeel, of "het departement HRM van de federale politie", zoals minister Jambon het in zijn kerntakenplan noemt, heeft een wettelijk kader ten belope van 700 personeelsleden. De dienst Rekrutering, dat er een onderdeel van is, telt er momenteel bijna 100.

Deze laatste afdeling heeft -krachtens de wet- als opdracht toekomstig politiepersoneel aan te werven voor het gehele politiebestel, dus zowel voor de federale àls de lokale politie. Het vermoeden dat dit te stroef verliep, was de aanleiding tot de aanvraag van een externe audit bij het dienstverleningsbedrijf KPMG. Hun doorlichting kwam (weinig verrassend) tot het besluit dat de aanwervingsprocessen eenvoudiger moeten.

Dat het nochtans anders kan bewees de lokale politie Antwerpen, zelfs al voor de publicatie van het auditrapport. Met een toegestaan pilootproject voerde dit korps succesvol een doelgerichte wervings- en selectiecampagne op maat van de Antwerpse gemeenschappen, wat op redelijk korte termijn resulteerde tot de indienstneming van 53 nieuwe inspecteurs.

In het verleden was een (lichte) verkeersovertreding, zoals foutparkeren, ook al geen probleem, maar nu blijkt rijden zonder rijbewijs of dronken rijden ook al te worden aanvaard

Terloops dient te worden vermeld dat minister Jambon van bij aanvang van zijn mandaat vooropstelde jaarlijks 1400 nieuwe aspirant-inspecteurs te zullen/willen aanwerven. Dat cijfer blijkt ondertussen al enkele malen naar beneden te zijn bijgesteld, maar ook dan blijkt dat dit (nieuwe) streefdoel moeilijk wordt behaald.

Om aan die uitdaging toch te (kunnen) voldoen zouden nu de specifieke vereisten voor de indiensttreding van de nieuwe kandidaten danig zijn verlaagd, in die mate zelfs dat het onbesproken gedrag van het gewenste profiel van de aangeworvene geen kernpunt meer is.

In het verleden was een (lichte) verkeersovertreding, zoals foutparkeren, ook al geen probleem, maar nu blijkt rijden zonder rijbewijs of dronken rijden ook al te worden aanvaard. Ook het plegen van strafrechtelijke inbreuken, zoals drugsdelicten of het toebrengen van slagen en verwondingen, zouden worden getolereerd (De Standaard – 08/09/2018). Van een normverlegging gesproken!

Medische dienst

Wat betreft de interne medische dienst van de (federale) politie had minister Jambon oorspronkelijk het voornemen deze af te schaffen. Nog geen twee jaar later kwam hij hier al op terug, met als (drog)reden: het absenteïsme bij onze politiediensten. Dat nam (blijkbaar ineens!?) zulke ongekende hoogtes aan dat hij deze dienst behield en hem de nieuwe opdracht toedeelde dit fenomeen aan te pakken door “preventie en bestrijding”.

Vooreerst dringt zich de vraag op waarom ons politieapparaat, in het bijzonder de federale politie, een eigen -geheel aparte en kostbare- medische dienst nodig heeft. Behoudens militairen vallen alle andere federale ambtenaren onder medisch toezicht van de federale medische overheidsdienst Medex, de vroegere Administratieve Gezondheidsdienst (AGD).

De vraag dringt zich op waarom ons politieapparaat, in het bijzonder de federale politie, een eigen - geheel aparte en kostbare- medische dienst nodig heeft

Dat de toenmalige rijkswacht destijds onderdeel uitmaakte van het Belgisch leger, kan hiervoor geen verklaring (meer) zijn. Deze politiedienst werd namelijk al in 1992 gedemilitariseerd, dus ruim voor de politiehervorming, hoewel zij toen wel een deel van die medische dienst overnam.

reporters_19388737-2
Jan Jambon (Foto: Reporters (c) Danny Gys)

Verder kan men zich afvragen wat dan nog de eigenlijke taak en/of het nut is van de interne directie voor de preventie en bescherming op het werk bij de federale politie, die uit 72 personeelsleden blijkt te bestaan en rechtstreeks onder de bevoegdheid van de commissaris- generaal valt. Moet deze dienst dan niet worden afgeschaft?

Politiewerk?

Het is prijzenswaardig dat de minister van Binnenlandse Zaken beklemtoont dat “politiepersoneel gevormd is om politiewerk te doen” en de wetgeving definieert dat ook, in grote lijnen. Maar er is altijd wel ruimte om de werkzaamheden uit te breiden.

Zoals bij de gewesten. Sinds de zesde staatshervorming is de Vlaamse overheid bevoegd voor jeugdbeleid, jeugdbescherming en jeugdsanctierecht. Dat houdt in dat ook de jeugdinstellingen waar delinquente minderjarigen worden opgesloten door haar worden beheerd.

Regelmatig gebeuren transporten van die minderjarigen van en naar die instellingen. Gezien het Vlaamse gewest over geen eigen politiedienst beschikt, worden die taken dan maar gemakshalve doorgeschoven, voornamelijk naar de lokale politie. Dit veroorzaakt wel een bijkomende last voor de politiezone, waar de desbetreffende instelling gevestigd is.

Dienaangaande één voorbeeld: de gesloten jeugdinstelling De Grubbe, die te Everberg (Kortenberg) is gevestigd, ressorteert onder de lokale politiezone HERKO. Dit politiekorps heeft momenteel een reëel operationeel effectief van 49 politiemensen, waarvan het basiskader 37 politie-inspecteurs telt.

In 2017 verzekerde dit politiekorps wekelijks gemiddeld twee zulke transporten van en naar die instelling, waarvoor telkens (minstens) twee politiemensen moesten instaan die dus niet beschikbaar waren voor de lokale bevolking. Deze transporten vonden plaats over gans Vlaanderen.

In de nabije toekomst zal die instelling in capaciteit verdubbelen, van 40 naar 80 plaatsen. Na veelvuldig aandringen door het lokale politiecollege, en door uiteindelijk te dreigen met een rechtszaak, besliste de federale overheid onlangs dat de federale politiediensten in de toekomst voor dat vervoer zullen instaan. Wordt hoogstwaarschijnlijk vervolgd, want daar is er een zeer nijpend tekort aan manschappen.

Een (misschien overbodige) vraag stelt zich hier: gezien de jeugdproblematiek geheel onder de bevoegdheid valt van de Vlaamse overheid, moet zij dan ook niet op de één of andere manier instaan voor die transporten in plaats van dat zomaar door te schuiven naar (politie)diensten die onder een andere overheid vallen?

Dat onze politieambtenaren ook nog steeds moeten opdraaien voor de vervanging van stakend gevangenispersoneel, wordt nog steeds als vanzelfsprekend aangenomen

Dat onze politieambtenaren ook nog steeds moeten opdraaien voor de vervanging van stakend gevangenispersoneel, wordt nog steeds als vanzelfsprekend aangenomen. België is dan ook het enige land in de Europese Unie waar een onbeperkt stakingsrecht bij het gevangeniswezen heerst, en wie anders zou er kunnen invallen voor die cipiers tijdens een stakingsperiode?

Maar dat elke politieman/vrouw die een dusdanige vervangingsdienst verricht, ook niet inzetbaar is voor het verzekeren van de openbare veiligheid van de (lokale) bevolking, wordt blijkbaar niet door iedereen overwogen, niet in het minst door de organiserende vakbonden.

Wonder Woman en Superman

Laat hier duidelijk zijn, eigenlijk politiewerk is geenszins een 'nine-to-five kantoorjob' voor de politieman/-vrouw met buitendienst, de actieve politiekracht die het terreinwerk doet.

Het aanvangsuur van hun dienst is meestal gekend, wanneer deze eindigt is echter nooit een vaststaand gegeven. Want tijdens hun dienst kan er steeds een voorval opduiken, dat niet zomaar kan worden stopgezet omdat de normale werktijd verstreken is.

Het aanvangsuur van hun dienst is meestal gekend, wanneer deze eindigt is echter nooit een vaststaand gegeven

Zo kan: een ordedienst bij een betoging niet worden beëindigd zolang die gaande is, kan de plaats van een verkeersongeval niet worden verlaten voor alle nodige verrichtingen ter plaatse er zijn uitgevoerd, kan men een aan de gang zijnde misdrijf niet laten voortduren of een onderzoek in ernstige gevallen onderbreken, ... .

Ter vergelijking: ook de brandweer stopt niet met blussen tijdens het bestrijden van een brand of keert terug naar de kazerne op weg ernaartoe, omdat de reglementaire arbeidstijd voorbij is.

Van wie actief politiewerk uitoefent, wordt ook een hoge graad van flexibiliteit verwacht, zelfs vereist. Meer dan in welk ander beroep ook komt men met alle lagen van de maatschappij in aanraking, soms in de meest onmogelijke en onvoorstelbare omstandigheden, wordt men geconfronteerd met de meest uiteenlopende (on)denkbare situaties en dient men bovendien overeenkomstig, en doorgaans onmiddellijk, gepast te reageren. Het leest als een beschrijving van de dagtaak van Wonder Woman en Superman.

Controles, stress en angst

De laatste jaren is de stijging van het absenteïsme onder de gehele beroepsbevolking een algemeen gegeven, zowel bij privébedrijven als bij overheidsdiensten. Bij het politiepersoneel ligt dat cijfer percentagegewijs hoger, maar daarvan de oorzaak zoeken is blijk geven van weinig kennis over onze politieorganisatie.

In de eerste plaats kampen onze Belgische politiediensten al jarenlang met een buitensporig hoog tekort aan –voornamelijk- actieve politiemensen. Bij de federale politie alleen al blijkt dat tekort bij het basiskader op te lopen tot 25%; volgens de laatste recente cijfers is er een tekort van 1.610 inspecteurs op een wettelijk voorzien aantal van 6.532.

Actief politiewerk, welk onderdeel ook, is afwisselend, maar vooral onvoorspelbaar. Dat houdt in dat er ook steeds een vorm van onzekerheid heerst voor wat zal komen, met als gevolg dat er ook voortdurend een vorm van spanning, lees: stress, aanwezig is.

In het onderbewustzijn van elke politieman/-vrouw komt een angstgevoel voor

Een goede fysieke gezondheid is ongetwijfeld een must, maar de mentale weerbaarheid speelt een bovenmatig hogere rol. Want in het onderbewustzijn van elke politieman/-vrouw komt een angstgevoel voor. Angst voor dat onbekende -wat er te gebeuren staat- maar meer nog angst voor de gevolgen van zijn tussenkomst bij één of andere aangelegenheid.

Er hoeft dus niet een zoveelste dure audit te worden besteld om voor handen liggende oorzaken aangaande absenteïsme, depressies en/of burn-outs te onderzoeken bij de Belgische politie

Laat nu dat angstgevoel het element zijn dat de laatste jaren meer en meer gevoed wordt door de aangroeiende toename van, al dan niet terechte, klachten van burgers, maar voornamelijk door het obsessief controlewerk van zijn/haar oversten en de diverse inspectiediensten die ons politieapparaat rijk is. De hierdoor ontstane druk weegt zelfs bij de meest stabiele politiekracht wel eens door, en dan al zeker wanneer ook in zijn/haar privéleven het evenwicht wat zoek is, wat bij iedereen ooit eens voorvalt.

Er hoeft dus niet een zoveelste dure audit te worden besteld om voor de hand liggende oorzaken aangaande absenteïsme, depressies en/of burn-outs te onderzoeken bij de Belgische politie. Wanneer de tekorten tot een minimum worden herleid én wanneer een deel van deze moderne angstcultuur wordt aangepakt, zal al een stap in de goede richting worden gezet in de bestrijding ervan.

Voornamelijk op het vlak van die dwangmatige controles door het 'management' kan heel wat werk worden verricht. Het niet inzien dat dit een dusdanig ontwrichtend effect heeft op hun “personeel”, is gewoonweg onbegrijpelijk, maar verklaarbaar door het feit dat een overwegend deel van de leidinggevenden weinig tot geen voeling (meer) heeft met wat zich concreet afspeelt op het werkvlak.

Hedendaagse politieoversten moeten inzien dat politiewerk voornamelijk teamwork is en dat hun 'ondergeschikten' medewerkers zijn

Hedendaagse politieoversten moeten inzien dat politiewerk voornamelijk teamwork is en dat hun 'ondergeschikten' medewerkers zijn. Die moeten niet fanatiek worden gecontroleerd op inbreuken tegen het 'boekje'. De politieman/-vrouw dient eerder te worden geobserveerd en daadwerkelijk, op basis van eigen opgedane ervaring en expertise, te worden begeleid in hun werk, zodat ze met het nodige vertrouwen en minder geremd (terug) initiatief durven nemen.

Conclusie

Voor een federale regering waarvoor veiligheid, en de politie die ze moet waarborgen, één van de belangrijkste prioriteiten was, komen de realisaties na vier regeringsjaren –heel beleefd uitgedrukt- wat magertjes over.

Daarenboven kan men zelfs vraagtekens zetten bij een toekomst voor de geïntegreerde politie nu de deelregeringen, die - zoals eerder werd vermeld - geen eigen politiedienst hebben, zich rechtstreeks in het debat mengen.

Met name de Vlaamse Regering Bourgeois doet zich wat dat betreft reeds danig gelden.

Zo besliste zij dat de voertuigen van de lokale politiezones vrijgesteld zijn van alle technische keuringen, naar analogie aan de voertuigen van de federale politie waar die vrijstelling al jaren van toepassing is!

Verder maakte zij het mogelijk dat aan de Vlaamse politiescholen in de toekomst aan de afgestudeerde politie-inspecteurs een erkend diploma hoger onderwijs zal kunnen worden uitgereikt.

Het moet benadrukt dat deze beslissingen enkel voor Vlaanderen van kracht zijn. En dan duiken daarmee de twijfels op of er nog sprake kan zijn van een geïntegreerde - lees: ééngemaakte - politie, die uitging van het basisprincipe dat alles wat de politie betreft, op elk domein, éénzelfde structuur zou en zal hebben?

Erger nog, zijn deze verordeningen niet in strijd zijn met art. 184 van de grondwet aangaande de organisatie en de bevoegdheid van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus? Meer in het bijzonder is daar wel sprake van een lokaal en een federaal niveau, nergens ook maar van een gewest- of gemeenschapsniveau. De Vlaamse regering zweert bij zijn aantreden toch ook gehoorzaamheid aan de grondwet!

Hierbij een oproep aan de toekomstige federale regering en de parlementairen om minstens eens in overweging te nemen of een nieuwe, degelijke politiehervorming nog steeds onafwendbaar is.

Het is niet omdat de huidige commissaris-generaal van de federale politie, Marc De Mesmaeker, in een interview verkondigde: “Zolang ik commissaris-generaal ben, komt er geen nieuwe grondige hervorming meer van de structuren van de federale politie (De Morgen – 15/06/2018)”, men hierin moet berusten.

Bovendien kunnen hier ernstige vraagtekens worden gezet bij de opdringerige wil die hiervan uitgaat. Zou dit te maken kunnen hebben met zijn beroepsverleden als een gewezen officier van het opgeheven rijkswachtkorps, waarvan geweten is dat zij destijds danig hun invloed lieten gelden bij onze politieke elite?

Het is ook niet omdat de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart 2016 aangaande de veiligheidsarchitectuur, bij monde van haar voorzitter Patrick Dewael tot de bevinding kwam dat er “wel zand in de machine zit”, en dat zij “met hun aanbevelingen dat uit de machine willen halen, waar nodig een onderdeel aanpassen en toevoegen, en tot slot het hele raderwerk smeren”, dat men niet daadkrachtiger kan en moet optreden.

Alleszins zal die zandwinning en dat smeerwerk niet volstaan om ons politieapparaat te actualiseren en eindelijk klaar te stomen met het oog op de toekomst.

Geen lessen trekken uit het verleden en het gebrek aan langetermijnvisie was, is en blijft de kenmerkende ziekte van onze politiek. Waar blijft de kracht om dit te veranderen?

LEES OOK
Paul Gebruers / 03-06-2021

Minister Verlinden zet politie op weg naar nieuwe hervorming

De politie van de toekomst moet over twee jaar vorm krijgen.
CORONA VIRUS BOARDERS BELGIUM NETHERLANDS