Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Nuttige ‘Nobel’-economie

Koen Smets
5278744426_07efc9e413_z
Cobra (Foto RV4i)

Van cobra’s en contracten

Toen India nog een Britse kolonie was, maakte de gouverneur van Delhi zich zorgen over het grote aantal cobra’s in de stad. In plaats van zijn personeel de opdracht te geven dit probleem aan te pakken, besloot hij beroep te doen op de bevolking, en hij loofde een beloning uit voor elke huid van een cobra die werd ingeleverd. Deze prikkel werkte aanvankelijk prima, maar het aantal ingeleverde huiden bleef maar stijgen – want enkele ondernemende onderdanen waren begonnen met het kweken van cobra’s. Die verkochten ze door aan de inwoners die ze doodden en vervolgens met de huid om hun beloning gingen. Het systeem werd prompt stopgezet, wat de cobra-kwekers natuurlijk met een grote hoeveelheid onverkoopbare cobra’s opzadelde. Niet gehinderd door scrupules werden de slangen gewoon vrijgelaten, wat Delhi natuurlijk voor een veel groter slangenprobleem stelde dan tevoren.

De term cobra-effect werd interessant genoeg gepopulariseerd door een econoom, Horst Siebert, in zijn boek Der Kobra-Effekt: Wie man Irrwege der Wirtschaftspolitik vermeidet. En nog interessanter is dat we de twee economen die vorige maandag de ‘Nobelprijs’ economie wonnen, Bengt Holmström en Oliver Hart, mogen danken voor een theorie die mede zulke problemen kan helpen te bekampen.

5278744426_07efc9e413_z
Cobra (Foto RV4i)

Hun discipline, contracttheorie, klinkt misschien wat academischer dan ze in werkelijkheid is. Ze bestudeert wijdverspreide, alledaagse situaties waarin markttransacties tussen twee partijen plaatsvinden over een langere periode van tijd (in tegenstelling tot eenmalige transacties). Beide partijen hebben hierbij verwachtingen over de wederzijdse toekomstige prestaties, die effectief een contractuele relatie vormt. Die kan deels formeel worden vervat in een expliciet contract, en deels onuitgesproken en impliciet zijn. Een typische toepassing hiervan vind je bij tewerkstelling – en dat is waar Holmström zich vooral heeft mee bezig gehouden.

Het is natuurlijk zinvol werknemers te vergoeden naargelang hoe goed ze hun job doen. Maar is het zichtbare resultaat van de rol waarvoor ze werden ingehuurd de beste manier om dat te bepalen? Dat is verleidelijk, en je ziet dat inderdaad weerspiegeld in de doelstellingen en objectieven in de evaluatie van werknemers. Maar dit gaat voorbij aan het feit dat een deel – soms zelfs een belangrijk deel – van die resultaten niet te danken zijn aan de handelingen van de werknemer, maar aan externe omstandigheden of aan bijdragen van anderen.

Hoe minder stabiel en voorspelbaar de omgeving, hoe waarschijnlijker het is dat deze aanpak werknemers beloont wanneer ze geluk hebben, en ze bestraft wanneer ze pech hebben. Een pientere medewerker heeft dan snel het risico door dat tegenspoed tot slechte prestaties leidt, en die eist dan natuurlijk een pak geld als bonus in geval van goede prestaties ter compensatie. En het is natuurlijk ook zo dat hoe meer het uiteindelijke resultaat afhangt van geluk, hoe minder hard er zal worden gewerkt, want het maakt nauwelijks iets uit.

Moeilijkheden achter de bar

Beeld je in dat je achter de bar staat in een café bij een toeristische trekpleister. Op zonnige dagen zijn er veel dorstige klanten; wanneer het slecht weer is, is er maar weinig klandizie. Wanneer je betaald wordt naargelang het aantal drankjes dat je opdient, dan is het gauw duidelijk dat je inkomen niet erg motiverend werkt (het hangt vooral af van de meteorologie, niet van je barkeeping-kwaliteiten), en hoe je inderdaad een hoog inkomen zou verwachten op drukke dagen om de aalmoes op mindere dagen goed te maken.

En er zijn meer problemen. Stel je voor dat de drank die je verkoopt wordt ingekocht door een collega die nogal lukraak zijn bestellingen plaatst, zodat je geregeld voortijdig uitverkocht geraakt op drukke dagen. Klanten gaan bij je buurbar, en jij wordt bestraft voor het slechte werk van je collega. Of beeld je in dat je op drukke dagen bijgestaan wordt door een ober die de klanten aan tafel bedient zodat jij je kunt toeleggen op schenken en tappen. Op zulke dagen deel je de bonus 50/50 met de kelner – maar een luiwammes als hij is, brengt hij zijn tijd door al babbelend met de klanten, terwijl jij een groot deel van zijn job moet overnemen. Het systeem moedigt het vrijbuiten aan.

hard-rock-cafe-722672_960_720
[Niet zo druk vandaag, dus niet veel geld? – foto wolfgang1663/pixabay] [/caption]Een andere moeilijkheid is dat werknemers vaak meerdere taken hebben waartussen ze moeten afwegen. Zelfs wanneer je baas het licht heeft gezien en je een degelijk basissalaris betaalt met een bescheiden extra als deelname in de winst, moet je nog altijd je tijd verdelen tussen het bedienen van klanten en bijvoorbeeld het spoelen van glazen en het schoonvegen van de toonbank. Maar als je bonus afhangt van het aantal verkocht
LEES OOK
Hind Fraihi / 24-04-2024

Migranten houden boomende pakjeseconomie recht

Vandaag besteld, morgen in huis? Zonder migratie gaat het snelle shopcomfort op de schop.
Een arbeider aan het werk in sorteercentrum Antwerpen X van bpost.
Steven Vanden Bussche / 23-04-2024

Brussel verkoopt voortaan woningen zonder grond

Ontwikkelingsmaatschappij Citydev wil duizend nieuwe woningen verkopen zonder de grond af te staan.
Cohousingproject in Tivoli Green City in Laken.
Tom Cochez, Jan Antonissen / 22-04-2024

Filip Dewinter loog Vlaams Parlement voor over mondmaskers van Chinese spion

Achter de brief die Dewinter voorlegde om zichzelf vrij te pleiten, gaat Changchun Shao schuil.
Filip De Winter mondmaskers China