Met Pvda+ heeft ‘klein links’ voor het eerst in lange tijd opnieuw uitzicht op parlementaire vertegenwoordiging. In afwachting van de verhoopte doorbraak legde Apache.be historicus Vincent Scheltiens de vraag voor waarom het met de ‘derde linkse poot’, naast sociaaldemocraten en groenen in België nooit wat werd. Eigen aan al te doctrinaire opstellingen en heroïsch geruzie? ‘Het aangekondigde ideologisch congres van pvda werd over de verkiezingen getild. Dat gebeurt niet zonder reden.’

Pvda-voorzitter Peter Mertens (Foto pvda)
In Frankrijk was het Front de gauche van Jean-Luc Mélenchon bij de presidentsverkiezingen van 2012 goed voor meer dan 11 procent van de stemmen. Duitsland heeft met Die Linke een partij die enkele maanden terug nog 8,2 procent van het electoraat overtuigde. En met de SP hebben onze noorderburen een uiterst linkse partij die bij de laatste verkiezingen op een zucht van de tien procent strandde. Kijken we naar de electorale scores bij landelijke verkiezingen, in wat we gemakshalve even West-Europa noemen, dan valt een ding op: uiterst links in België scoort slecht. Dat is al decennialang het geval en dat was ook nog zo in 2010. De uitslag van de provincieraadsverkiezingen en de doorbraak in enkele steden en gemeenten in 2012, voedt bij de achterban de hoop dat op 25 mei definitief komaf zal worden gemaakt met die traditie, maar waarom slaagde uiterst links er in Vlaanderen doorheen de jaren nooit in te doen wat in heel wat andere Europese landen wel lukte: gestalte geven aan een uitgesproken links alternatief, naast de groene en de sociaaldemocratische fractie.
Haarkloverij
In ‘Versnipperd links: een terugblik‘, een uitgebreid artikel dat afgelopen zomer verscheen in het ledenblad van het Masereelfonds (Aktief), brengt historicus Vincent Scheltiens een overzicht van de talrijke breuken, afsplitsingen en gedoemde pogingen tot samenwerking tussen de verschillende kleine linkse partijen en bewegingen in België.
“De onderlinge verdeeldheid is wellicht de belangrijkste reden waarom de voorbije jaren nooit een stevig geworteld links alternatief vorm kreeg”, zegt de aan de Onderzoeksgroep Politieke Geschiedenis van de Universiteit Antwerpen verbonden historicus. “Er is geen monocausaal verband, maar het is duidelijk dat de onderlinge verdeeldheid een doorslaggevende factor is geweest. Midden de jaren ’70 is er een poging geweest om een linkse eenheidslijst rond Jan Debrouwere op de been te krijgen. Dat had een eerste zetel kunnen opleveren, maar de samenwerking ketste uiteindelijk af.”
Aan de basis van de grote interne verdeeldheid liggen de soms hoog oplaaiende ideologische twisten. Die ideologische discussies zaten niet enkel samenwerking in de weg, het is volgens Scheltiens ook de reden waarom klein links in België electoraal nooit echt van de grond kwam.”Mensen die op zoek waren naar een alternatief voor de sociaaldemocraten zouden in principe hun gading bij partijen die zich links van sp.a positioneren kunnen hebben gevonden, maar die mensen knapten af op de ideologische debatten. De haarkloverij joeg potentieel geïnteresseerden en mensen die links wilden stemmen gewoon weg.”
Tegenstelling
De pvda gaf op dat vlak de maat aan. “Vandaag lijkt klein links zich te verenigen rond pvda+, maar dat is een recent fenomeen”, zegt Scheltiens. “De pvda droeg altijd een grote contradictie in zich. Aan de ene kant was het een partij die sympathiek overkwam en nuttig werk verrichtte met initiatieven zoals Geneeskunde voor het Volk. Ze ging ook tussen de fabrieksarbeiders staan, aan de poorten. De pvda was actief op het terrein en dat werd geapprecieerd. Maar tegelijk profileerde de partij zich inhoudelijk als een partij van echte scherpslijpers. De interne werking was zeer strikt afgestemd op buitenlandse voorbeelden. De identificatie met regimes zoals dat van Noord-Korea, met het Kampuchea van Pol Pot en Enver Hoxha in Albanië was zeer sterk en openlijk. Wie de oude jaargangen van de ledenbladen er op na slaat, ziet dat het echt niet om een detail ging, maar het wezen van de partij uitmaakte. De botsing tussen enerzijds dat sympathieke en volkse optreden en anderzijds die identiteitsbepalende verbinding met brutale en moorddadige regimes, bemoeilijkte de samenwerking met andere linkse partijen. Je ziet dat pvda vandaag niet meer spreekt over dat verleden. Het is nog niet helemaal weg maar het is wel naar de achtergrond verdrongen. Het staat alleszins niet meer centraal in het betoog zoals dat vroeger wel het geval was. Dat zorgt ervoor dat de weerstand bij veel mensen om op pvda+ te stemmen langzaam verdwijnt en dat pvda+ de partij is waarrond linkse samenwerking in de toekomst misschien echt vorm kan krijgen.”
Scheltiens: Een goede uitslag kan Peter Mertens en Raul Hedebouw intern voldoende macht geven om voor eens en voor altijd komaf te maken met de oude krokodillen
Ook bij de trotskistische SAP lijkt de drempel weg om samen te werken. Vanavond kondigt de partij aan dat ze in Antwerpen niet onder eigen naam naar de kiezer zal trekken, maar mensen op de lijst van pvda+ zal zetten. “Na dertig jaar ruzie is dat een historische gebeurtenis”, zegt Scheltiens, “al moet je natuurlijk voor ogen houden dat de proporties zo klein zijn dat de electorale impact ervan wellicht beperkt blijft.”
Congres
Maar terug naar de vraag waarom klein links in België al decennialang vruchteloos op zoek is naar parlementaire zitjes. Een ander deel van de verklaring ligt bij het kiessysteem. “Je ziet dat de SP in Nederland indertijd met nauwelijks 2 procent van de stemmen haar eerste zetel binnenhaalde”, zegt Scheltiens. “De partij is vervolgens doorgegroeid. De kiesdrempel bemoeilijkt dus zeker de zaken, maar tegelijk zijn de electorale scores altijd van dien aard geweest dat het zelfs zonder kiesdrempel wellicht heel moeilijk, zo niet onmogelijk zou zijn geweest. Wat je wel vaststelt, is dat linkse partijen zoals SP in Nederland of Die Linke in Duitsland in het parlement doorgaans een zeer constructieve rol spelen en klassiek sociale thema’s die sociaaldemocraten die richting centrum en middenklasse opschuivende uit het oog verliezen, opnieuw oppikken.”

Ludo Martens was voorzitter van de pvda van 1971 tot 2008 (Foto PVDA)
Een van de vragen die op 25 mei beantwoord zullen worden, is of pvda+ die rol in de toekomst op zich kan nemen. De kiesdrempel halen is daarbij een eerste voorwaarde, maar een resolute cesuur met het aangebrande verleden is volgens Scheltiens een andere, misschien nog belangrijkere voorwaarde. Vast staat dat linkse partijen die het in andere landen goed doen stuk voor stuk openlijk een mea culpa hebben geslagen en helemaal gebroken hebben met hun verleden. “Dat heeft de pvda nog niet gedaan”, zegt de historicus. “De partij moet haar verleden krachtig durven veroordelen. Zeggen dat ze fout is geweest. Dat ze zich heeft vergist. Vandaag kiest ze ervoor om daar gewoon niet over te spreken. De keuze om het geplande ideologisch congres pas na de verkiezingen door te laten gaan, moet je ook in die context zien. Het is natuurlijk alle hens aan dek met het oog op de verkiezingen, maar wellicht hopen mensen zoals Peter Mertens en Raul Hedebouw dat ze versterkt uit de verkiezingen komen. Dat kan hen intern voldoende macht geven om voor eens en voor altijd komaf te maken met de oude krokodillen die er nog steeds zijn en beletten dat het ultieme mea culpa wordt uitgesproken.”
Al blijft de vraag of dat laatste ooit echt zal gebeuren. Scheltiens: “Je mag niet vergeten dat Peter Mertens schatplichtig is aan dat verleden. Hij is nooit een dissident geweest en werd door de oude garde op het schild gehesen toen Ludo Martens (de intussen overleden oud-voorzitter ToC) ziek werd. Dat het congres niet voor de verkiezingen komt, doet vermoeden dat Mertens zich op zijn minst nog niet zeker genoeg voelt om finaal te breken met de oude garde. Een congres zou extra aandacht opleveren. Een cadeau in verkiezingstijd, behalve natuurlijk wanneer het een verbeten congres zou worden waarop de oude krokodillen zich roeren. Dat risico neemt men voorlopig blijkbaar liever niet.”
Word jij lid van Apache? Lees direct verder en steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek. Nu al vanaf 6,25 euro per maand.
Ja, ik word lid
Tja, je kan het ook omdraaien: andere partijen houden snel snel een congres in functie van de verkiezingen: iets dat dan voor ideologie moet doorgaan wordt opgeblonken voor de camera’s van de media.
Bij pvda gaat het daarentegen wellicht over een inderdaad complexe oefening met de basis, over de generaties heen, en dat vraagt tijd en middelen, in een verkiezingsperiode is dat niet echt de ideale moment om daar rustig over door te gaan.
Want het is wel degelijk de moeilijkste denkoefening vandaag: hoe een socialisme in de 21ste eeuw uitvinden? Hoe ziet een sociaal-economisch alternatief voor het kapitalisme er dan uit? Hoe kan radicale democratie het voortouw nemen, weg van bureaucratie, dictatoriale regimes, etc. Een partijprogramma dat bijv. voor de afschaf notionele intrestaftrek pleit of tegen de GAS-boetes is, is op zich nog altijd een samenraapsel van standpunten, een ruimer mensbeeld is nodig.
Of om het met Russel Brand te zeggen: links heeft vandaag nood ‘aan nieuwe spiritualiteit’, een bezleling dus, en die haal je niet zomaar even te voorschijn uit een oude doos op zolder. Daar zijn allicht nog een paar jaar een flinke publieke discussie voor nodig.
http://www.newstatesman.com/politics/2013/10/russell-brand-on-revolution
> “Daar zijn allicht nog een paar jaar een flinke publieke discussie voor nodig.”
Maar geen censuur dan (als de antwoorden convenabel zijn naar vorm en inhoud). Kan dit hedendaagse alsjeblief eens het minimum worden?
Ik heb op dewereldmorgen.be eens een vraag hiertoe van u gelezen. Foei!
En vergeef de hardheid van de formulering, dat is dan ook nog ‘dom’, want dan snijdt u zich af van informatie.
Beste Andrien Verlee,
Dat is een crytische opmerking waar ik kop nog staart aan krijg. Censuur? U bedoelt mijn reactie Benno Bernard die in de lijn van Joods Actueel wat op de pvda begon te bashen omdat deze partij de Palestijnse ellende een probleem vindt en dat ook zegt. Tja.
Na wat zoeken:
http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2013/08/21/een-filosofische-analyse-van-de-egyptische-opstanden
In de link die u geeft, is het eerder zo dat ik reageer op een vorm van censuur: de reactie waarop ik reageer, veegt met een plat gebaar de tekst erboven weg als filosofisch gezwets, zonder ook maar even op de inhoud door te gaan. Een opinie trachten weg te zetten door wat onzin te beginnen verkopen, op een erg denigrerende manier, is ook een vorm van sabotage/censuur van internet trollen. Het desbetreffende profiel is ter kwader trouw, dat kan u ook nagaan als u eens op zoek gaat naar diens reacties.
Een welles-nietes-discussie over wie het meest denigrerend is. Ik begrijp wel Verlee’s bezorgdheid over eventueel uitstel van vernieuwing van ‘links’, zeker omdat niet ingegaan wordt op de schuldbekentenis, hetgeen ook Raffaele Simone als een ernstige hypotheek voor links opvat, en hetgeen nog versterkt wordt door de linkse definiëring van Vlaams Belang als on- en N-VA als antidemocratisch.
Juist wanneer prof Vanderbeeken Félicien het zwijgen oplegt in naam van de feiten miskent hij dat feiten maar bestaan inzoverre men dezelfde geschiedenis (of (wetenschappelijke) disciplinering) heeft. Wil een instituut (unif, partij, ..) zich vernieuwen dan moet het er zich bewust van zijn dat het altijd achterloopt en daarom AMATEURS nodig heeft om tot echt ‘actie-onderzoek’ te komen… des te meer omdat wij, Féliciens, VORMING nodig hebben om ons – vooral – irrationeel politiek verlangen te universaliseren, onweerlegbaar te maken, te geometriseren.
Beste Hendrik, je illustreert eigenlijk net wat ik in mijn reactie bespreek. Ik vind het ook sympathiek dat u mij professor blijft noemen, zodat u een oppositie kan uitzetten tussen mij en u als ‘amateur’, maar hou daar toch maar eens mee op, het is aandoenlijk, ik heb jaren terug eens een deeltijdse aanstelling gehad als zap en ben intussen ‘gewoon’ als dramaturg actief bij Victoria Deluxe in Gent, jawel, toneel met amateurs.
OK, ik zal u geen prof meer noemen, maar ik deed dat – na ondertussen al heel wat woorden en wederwoorden tussen ons – om u aan de wijs te brengen hoe denigrerend (en professoraal) u vaak overkomt in uw vele reacties.
Ofschoon ik ook weet dat i.t.t. het gesproken, het geschreven woord niet alleen “verduldig” is (voor de afzender) maar vooral “paranoïdiserend” (voor de ontvanger), doch desalniettemin – zoals u – weiger gebruik te maken van de interpretatie richtinggevende emoticons, probeer ik toch – i.t.t. of nog meer dan u – tot dialoog uitnodigende reacties te maken.
Ik stel vast dat u voorbij gaat aan het fundamentele punt: we zijn in 2014 aanbeland, na ettelijke jaren stalinisme en andere negatieve ervaringen die de radicale linkerzijde niet verder helpen. Is het dan nu geen tijd dat een minimum gerealiseerd wordt: geen censuur!
En als u vindt dat censuur kan in een zaak waarover wij het nu (exemplarisch) hebben, wel, dan moet ik uw toekomstige maatschappij niet.
U gaat trouwens voorbij aan wat Lode Vanoost schreef, na uw commentaar. En breder, u kon ook de kritiek van die Félicien lezen als sarcasme. Dat zegt dan iets over hem, maar zeker ook over de radicale linkerzijde … die, tiens, klein blijft.
Ook ik heb trouwens censuur ervaren op commentaren, weliswaar als ‘collateral damage’ bij het verwijderen van andere, al dan niet racistische commentaar.
Mijn punt is dat je dit in 2014 niet meer kan en mag doen.
Ten andere, het is niet wijs. Als men mij niet respecteert, waarom zou ik dan de tegenpartij respecteren?
Zeg nooit, nooit. Maar mee doen aan discussies daar, dat doe ik daarom niet meer.
Bijkomende en aanvullende redenen zijn ook:
– het verschil in lichtjaren qua politiek bewustzijn (wat voor systeem is het kapitalisme, vanwaar komt het, wat zijn de ontwikkelingen en wetmatigheden, mensbeeld, etc.) van de klein linkse militanten, tegenover het denken en bewustzijn van de zgn. arbeidersklasse;
– het onvolkomen kristalliseren van eisen hieruit naar die arbeidersklasse, dat het veelshands te abstract bleef (de werkelijkheid is een sociale verhouding, dan moet ook een eis daar op aansluiten, maar tevens die werkelijkheid, als een verhouding, laten zien);
– het niet faciliteren van het werkende bestaan, wat de Pvda enigszins wel doet met Geneeskunde voor het Volk. Dat vakbonden en de (oude) sociaaldemocratie een machtspositie hebben, dat is/was te wijten aan het organiseren van een ‘beter’ leven. Het faciliteren ervan via volkshuizen, coöperaties en dergelijke;
– het ontbreken van een gemeenschappelijk ‘doe-project’, de materiële basis als voeding voor de politieke samenwerking;
– het soms twijfelachtige peil, in de zin van bekwaamheid, van de klein linkse militanten;
– de ideologie, die beslist nodig is, maar soms in haar tegendeel omslaat en een ideologische gevangenis kan worden met miskenning van feitelijkheden (zowel voor de oude krokodillen als andere militanten;
– het niet voluit toepassen van de eigen ‘agenda’ (wat de Pvda wel doet?), waarmee klein links haar ideologie niet kan uitbouwen tegen de burgerlijke ideologie van bv. cd&v en OpenVld, het eerste globale en afdoende antwoord op hedendaagse problemen, of die toch zo ervaren worden door vele mensen, als technologische ontwikkelingen, veiligheid (dit is meer dan het risico op bv. een overval – denk maar aan NSA en de controlemaatschappij, in die zin is ‘veiligheid’ een klassenvraagstuk), migratie, biotech, genetica, dat is als gegeven antwoorden veel te abstract of vrijblijvend. Hegel: de waarheid is concreet!
Reactie op de reacties:
(0) Akkoord met een “nieuwe spiritualiteit” of bezieling, m.a.w. met geloven-in-iets;
(1) Dat is meer dan (politiek) bewustzijn en rede, dat is beweegrede (en passie) – hetgeen klein links en zijn Verlichtingsfundamentalisme ontbeert;
(2) Dat moet inderdaad concreet zijn;
(3) Misschien moet (bij ons) hier en daar nog het werkend bestaan verbeterd worden, maar de actuele vervreemding doorkruist de oude klassen en is vooral een kwestie van het leven zelf: passieve consumptie en kuddegeest;
(4) De overgang van passieve consumptie naar actieve productie is automatisch een doe-project;
(5) Een “voorhoede” zal altijd twijfelachtig zijn: daar moeten we ons van ontdoen;
(6) Als iedereen producent is, dan bestaat ook geen gefixeerde ideologie meer: die wordt gewikipediseerd;
(7) Het concrete antwoord op globaliseringsproblemen ligt mijns inziens in het begrensde niche-denken;
(Conclusie) Kleine, hyperdemocratische bewegingen van amateurs.
Iets van Antwerpenaren voor Antwerpenaren,provinciaal gedoe.
Klein links,inderdaad.
historicus Vincent Scheltiens of SAP lid?
http://www.sap-rood.be/cm/index.php?25262099bab4e2695d2f6af7274e90c1=b5ade989bd543dd54735f412ba77e78b&searchword=Vincent%20Scheltiens&option=com_search&Itemid=1
Beste Jozef Serneels, bedankt dat u in de pen kruipt om te insinueren dat ik tot de groep SAP behoor. Het artikel waarnaar u verwijst werd door mij geschreven op vraag van de redactie van Aktief, tijdschrift van het Masereelfonds. Het werd overgenomen door o.m. het Vlaams Marxistisch Tijdschrift, Links & Ecologisch Forum, Socialisme 21, Marxistisch Internet Archief etc. Al die groepen of publicaties hebben mij of de mensen van het Masereelfonds gevraagd of ze het bewuste artikel mochten overnemen, wat ik – mits bronvermelding – enkel kan toejuichen. Als u mij dus wil ‘toevoegen’ aan alle groepen die dit artikel overnemen, bezorgt u mij wel een zeer drukke agenda. Zo zot gaan we het dus niet maken. Zoals onder het oorspronkelijke artikel in Aktief stond, beleefde ik in de jaren tachtig en negentig tal van de bewegingen die in dat artikel vermeld worden en schreef ik voor het toen wekelijks of tweewekelijkse tijdschrift Rood. Vermits ik dat er zelf bij gezet heb, hoeft u dus verder niks meer te suggereren. Aangezien u ook lijkt te twijfelen aan mijn hoedanigheid van historicus, wil ik u en passant ook graag doorverwijzen naar de UA-administratie of haar website.