Elk jaar stroomt er via De Post 120 miljoen euro belastinggeld naar de grote Belgische mediagroepen. Dat gebeurt wellicht via aangepaste tarieven voor het verdelen van kranten. Wellicht, want het contract dat daarover werd opgesteld tussen de federale overheid, De Post en de dagbladuitgevers wordt door De Post als ‘confidentieel’ beschouwd.
Min of meer gratis
Op 23 juni bracht Apache een artikel waarin de schimmige geldstromen in de mate van het mogelijke in kaart werden gebracht. Aan De Post werd bij die gelegenheid inzage in het contract gevraagd. Bestuursdocumenten zijn in de regel openbaar. Elke burger heeft het recht om ze in te kijken. De Post weigerde en motiveerde die weigering door te zeggen dat het document ‘confidentieel’ is.
Bij gebrek aan precieze cijfers in het contract maakte Apache een voor de hand liggende rekensom op basis van gegevens die wel beschikbaar zijn: jaarlijks verdeelt De Post ongeveer 137 miljoen kranten. Daarvoor krijgt het overheidsbedrijf 120 miljoen euro. Dat komt neer op ongeveer 0,88 euro per gebuste krant. Een bedrag dat kort bij, en mogelijk zelfs boven de abonnementsprijs per krant ligt. Anders gezegd: De Post verdeelt de kranten min of meer gratis.
Zorgvuldig uitgewist
Om die berekening te verifiëren, besliste Apache de zaak aanhangig te maken bij de Commissie voor de toegang en het hergebruik van bestuursdocumenten. Daarop besliste De Post ‘gedeeltelijk’ in te gaan op de vraag van de redactie om het contract openbaar te maken.
In bijlage stuurde De Post een kopie van het contract. Alle relevante gegevens werden daarbij zorgvuldig uitgewist. Zelfs de namen van de ondertekenaars namens de dagbladuitgevers werden geschrapt. Burgers mogen kennelijk niet eens weten naar welke kranten de 120 miljoen euro perssteun gaat.
Publiek belang
Apache tekende beroep aan bij de bevoegde commissie en bij De Post en kreeg vorige week het advies toegestuurd. In dat advies 2010-53 "sluit de Commissie niet uit dat bepaalde informatie uit het gevraagde bestuursdocument geheim moet worden gehouden", maar ze stelt tegelijkertijd vast "dat De Post heeft nagelaten om in concreto aan te tonen waarom de geschrapte informatie onder de ingeroepen uitzonderingsgrond valt. Slechts in de mate dat ze dit kan aantonen, roept ze terecht de betrokken uitzonderingsgrond in.”
Volgens de procedure heeft De Post nu dertig dagen tijd om de door de commissie gevraagde bewijzen op tafel te leggen. “De motivatie die De Post vandaag geeft volstaat niet”, verduidelijkt commissiesecretaris professor Frankie Schram. “Het is nu aan De Post om in concreto aan te tonen dat de vertrouwelijkheid noodzakelijk is om de ondernemings- en fabricagegegevens niet te schaden. De Post moet ook bewijzen dat het belang daarvan opweegt tegen het publiek belang dat gediend zou zijn met de openbaarmaking van deze informatie.”
Komt er binnen de dertig dagen geen antwoord, dan wordt dat gezien als een stilzwijgende weigering. Omdat de commissie, in tegenstelling tot wat het geval is in heel wat andere landen, niet de bevoegdheid heeft om het contract vervolgens ook effectief op te eisen, kan er aangeklopt worden bij de Raad van State. De federale ombudsman is een andere piste. Ook een kortgeding via een gewone rechtbank is niet uitgesloten. Apache wacht op een antwoord van De Post en bezint zich over verdere stappen.