Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

The shopkeepers’ dilemma

Koen Smets
Koen Smets
Koen Smets
Koen Smets
Koen Smets

Een deel van het scepticisme en de kritiek kan waarschijnlijk toegeschreven worden aan status quo bias: de tendens voorkeur te geven aan de huidige stand van zaken. Dat is zo gek nog niet: als een gegeven situatie best OK is, waarom zou men dan de moeite doen om iets te veranderen , en daarbij het risico lopen dat het resultaat slechter is?

Maar het kan toch de moeite lonen om wat verder te kijken vanuit een wat meer rationeel perspectief.  Wat is de werkelijke balans van kosten en baten van het invoeren van koopzondagen?

In Engeland heeft de koopzondag (die sedert 1994 bij wet is vastgelegd) een interessante voorgeschiedenis. De regering van Margaret Thatcher introduceerde in 1986 een voorstel om handelaars zo goed als volledig vrij te laten in het bepalen van hun openingsuren, en de zeer strikte wetgeving die toentertijd van toepassing was te schrappen. Naast de obligate sluiting op zondag voor bijna alle handelszaken, moesten winkels nog een extra halve dag sluiten, mochten ze niet open zijn na 18.00 in de winter en 20.00 daarbuiten (met uitzondering van een ‘late opening’ dag, enz. Toch ietwat surrealistisch van uit een 21ste-eeuws standpunt.

Weerstand en burgerlijke ongehoorzaamheid

Zoals verwacht kwam de tegenstand in eerste instantie van diegenen die het gelag zouden betalen: de werknemers in de kleinhandel, en dus de vakbonden. Parlementaire oppositie vanuit Labour hoek kon bijgevolg worden voorzien, maar veel meer verrassend was het grote verzet binnen Thatcher’s eigen partij. Naar aanleiding van de plannen van de regering was in 1985 de Keep Sunday Special organisatie opgezet. Die vond zijn inspiratie en voedingsbodem initieel bij de meer religieuze medemens, maar vond algauw veel bredere steun, o.m. ook bij voldoende Tory MPs om de goedkeuring van de wet te verhinderen.

KSS Logo

Het waren dus niet alleen de werknemers in de kleinhandel die – op zijn minst in hun eigen perceptie – schade zouden ondervinden, maar blijkbaar ook een veel breder segment van de bevolking dat de zondagsrust als onaantastbaar beschouwen. En omdat de baten enkel bij de zakenwereld zouden terecht komen kreeg het voorstel de wet van voren.

Maar ook aan de batenkant was er nog een andere categorie van winnaars, die op een opmerkelijke manier ingreep op het fenomeen van de koopzondag. Na een periode van grote prijsstijgingen stortte in 1989 in Engeland de immobiliënmarkt in elkaar, een malaise die meerdere jaren lang aanhield. Men verhuisde veel minder, en mensen waren er veel meer op uit hun woning op te knappen en te verfraaien. Dat gebeurt vooral in het weekend, en vele doe-het-zelf zaken begonnen gaandeweg het gebod om op zondag gesloten te blijven te negeren. Daar voeren de consumenten natuurlijk zeer wel bij, en ook al werden de DIY-zaken meestal beboet, die boete was stukken lager dan de winst die ze maakten door de zondagsaankopen van de klussende Britten, en werd met plezier betaald. Stilaan gingen ook andere handelaars mee in deze burgerlijke ongehoorzaamheid, en al gauw waren ook supermarkten als Tesco en Sainsbury (maar vooralsnog niet Marks & Spencer) open op zondag.

Dilemma

Toch blijft er een belangrijke vraag onbeantwoord: wordt er over een hele week méér verkocht wanneer de winkels open zijn op zondag, dan wanneer er maar zes dagen lang wordt gehandeld? En zo niet, zijn de handelaars dan niet de grote verliezers van de koopzondag? Op twitter merkte Tom Vananderoye op dat de koopzondag wel eens het prisoners’ dilemma van de kleinhandelaars zou kunnen zijn.

prisoners-dilemma(1)

Dit is een concept uit de speltheorie, ontwikkeld door de Amerikaanse denktank RAND,  dat illustreert hoe rationeel eigenbelang en samenwerking in conflict kunnen komen. In het originele gedachtenexperiment figureren twee opgesloten leden van een bende. Wanneer ze elkaar verraden krijgen ze elk twee jaar gevangenisstraf; wanneer A blijft zwijgen, maar B zijn kompaan verraadt, gaat B vrijuit, en A krijgt drie jaar cel; en wanneer ze allebei het stilzwijgen bewaren krijgen ze elk één jaar opsluiting. Ze mogen uiteraard niet met elkaar overleggen, en staan dus voor een dilemma: wil je de vrijspraak voor jezelf, en handel je dus uit puur eigenbelang, dan moet je je collega verraden, maar wanneer je geneigd bent tot samenwerking kies je ervoor te zwijgen (en geef je de kans op vrijspraak op).

Als het werkelijk zo is dat er niet meer wordt gekocht wanneer de winkels op zondag open zijn, dan zouden samenwerkende handelaars er beter toe besluiten niet te handelen op zondag: zo verandert er niets. Maar een handelaar die de rangen breekt en tóch opent, gaat natuurlijk klanten afsnoepen van zijn concurrenten die dicht zijn op zondag. Net zoals bij de gevangenen profiteert de egoïst van de teamspeler.

Het gevolg is natuurlijk dat de andere handelaars ook op zondag zullen openen, om op die manier klanten terug te winnen, en het resultaat is duidelijk. Uiteindelijk zijn alle zaken open op zondag, niemand verkoopt voor één euro meer dan tevoren, en elke handelaar ziet zijn kosten omhoog gaan – dus iedereen verliest.

Een geïnstitutionaliseerd kartel

Dat is natuurlijk enkel zo wanneer je je beperkt tot de winkels as belanghebbenden, maar ook het belang van de klanten speelt (zoals bij de klussers in Engeland). Als de omzet over een hele week werkelijk onveranderlijk is, dan rijst de vraag: waarom zouden de winkels niet slechts vijf dagen openen? Dat zou meteen de variabele kosten met een zesde verlagen, wat bij een zelfde omzet tot een flinke winststijging zou leiden – enkel de klanten zouden daardoor worden geschaad.

Dat zou weliswaar een grondige afspraak tussen alle handelaars vereisen – een kartel, zeg maar. Een dergelijk akkoord verschilt immers niet fundamenteel van een prijzenkartel, waarbij verschillende verkopers besluiten éénzelfde prijs te hanteren, of tenminste niet onder een minimumprijs te gaan. Het resultaat is grotere winst voor de handelaars, en hogere prijzen – of in het geval van openingsdagen minder gemak – voor de klant. Een inkrimping van de winkelweek zou dus niet alleen tot ergernis bij de klanten leiden, maar ook tot een conflict met de Belgische Mededingingsautoriteit leiden.

Maar tegelijk is een wetgeving die handelszaken verplicht op zondag te sluiten dus feitelijk een officieel, geïnstitutionaliseerd kartel. Men kan zich terecht afvragen waarom de overheid op die manier ingrijpt in de markt, en een situatie in stand houdt waarvan de consument de dupe is.

De klant wint

Want de klant is inderdaad de dupe van deze maatregel: zelfs als hij exact dezelfde zaken tegen dezelfde prijs zou kopen op zondag, dan nog is het verbieden van de mogelijkheid dat inderdaad ook te doen een inbreuk op zijn vrijheid. En wat als de handelaars hun prijzen zouden verhogen om de extra kosten van de koopzondag te dekken? Ook dan wint de klant: bij afwezigheid van een kartel zal concurrentie die prijsverhoging minimaal houden. Er ontstaat dan een nieuw evenwicht tussen de meer uitgebreide dienstverlening en de prijszetting, waarbij de klant uiteindelijk de marktprijs betaalt voor de mogelijkheid op zondag te shoppen.  (Dezelfde redenering geldt wanneer je een hypothetische vijfdagenweek met een zesdagenweek zou vergelijken.)

Keepcalm

Het beetje bij beetje invoeren van koopzondagen via de achterdeur van het toeristische gebied zorgt voor een gestadige afbraak van een kwalijk kartel. Dat verdient geen treurnis maar blijdschap: het verdwijnen van een wet die geen aantoonbaar economisch voordeel oplevert, en die de vrijheid van handelaars en klanten onnodig aan banden legt, is een goede zaak.

LEES OOK
Karl van den Broeck / 27-04-2024

Hoe lang kan een partij een verrader in haar rangen dulden?

Het net rond Vlaams Belang-parlementslid Filip Dewinter is helemaal gesloten en toch blijft hij op post.
Dewinter en Van Grieken
De Helpdesk / 27-04-2024

'Help, zogenaamde democraten steken mij de loef af!'

Deze week kreeg De Helpdesk een in zijn eer gekrenkte dictator aan de lijn.
De Helpdesk met Bashar al-Assad
Koen Smets / 26-04-2024

Snel denken, verkeerd denken

Snel denken is een adaptieve eigenschap die ons goed van pas komt.
marathon