Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Slavernij-excuses zijn doekje voor het bloeden

Evelien Groenink
Het Afrikaanse continent wordt een concentratiekamp
Hekken en partnerschappen met despoten maken van het Afrikaanse continent een concentratiekamp. (© Sindiso Nyoni)

Dat is in het belang van de Afrikanen zelf, zo wordt gezegd. "Deze mensen worden in gammele boten gedwongen", twittert de Nederlandse Eurocommissaris Wopke Hoekstra. Zijn beeld van misleide Afrikanen die door wrede mensenhandelaren zo’n beetje de bootjes in worden geduwd, is alomtegenwoordig in het Europese migratiebeleid.

Vandaar dat veel Europees geld besteed wordt aan ‘bewustmaking’ die waarschuwt voor die hedendaagse slavenhandelaren, de mensensmokkelaars. Mochten de migranten in spe deze waarschuwingen niet ter harte nemen, zullen zij verdrinken, verhongeren in de woestijn of gemarteld worden in een Libische gevangenis. Het zal hun eigen schuld zijn. 

De politici die hierop hameren, zijn helemaal niet tegen de mensen die per abuis migrant worden, zeggen ze. Ze willen hen alleen maar helpen. Helpen om thuis te blijven.

Zodoende beschrijven Europese filmpjes op YouTube en door ontwikkelingspartners verspreide pamfletten hoe dodelijk de reis wel niet kan zijn en hoe verschrikkelijk de illegaliteit is. In een clip van Deutsche Welle uit 2020 zegden Afrikanen die op de Italiaanse olijfvelden werkten allemaal zelf dat anderen vooral niet zouden moeten komen, want de lonen waren zo laag en het werk was zo zwaar.

Zij zegden ook te vinden dat het veel beter zou zijn als Afrikanen gewoon thuis zouden blijven om hun eigen land op te bouwen. Geen van hen zei echter dat ze zelf van plan waren om terug te gaan. Zij bleven toch maar in Italië.

In een recent transnationaal migratie-onderzoek van het magazine ZAM in vijf Afrikaanse landen (dat in het Nederlands verscheen bij MO*, red.)bleek dat de meeste met Europees geld hervestigde migranten in Nigeria vrijwel direct nogmaals de reis naar het noorden ondernamen. Vermoedelijk omdat ook zij wisten dat het argument ‘blijf thuis en bouw je eigen land op’ in de huidige Afrikaanse context een misvatting is. 

Geen vis en geen katoen

In mijn ruim twintig jaar in de Afrikaanse onderzoeksjournalistiek ben ik veel voorbeelden tegengekomen van mensen die probeerden om zo niet hun land dan toch tenminste een leven voor zichzelf op te bouwen. Zo waren er een familie die een visserijbedrijf runde in Senegal, een boer die vee hield in Congo, een dorp dat bestond van het verbouwen van katoen in Mozambique en gemeenschappen die leefden van en zorgden voor een uitgestrekt bos in Kameroen.

Corrupte politieke elites werden door het Internationaal Monetair Fonds geïdentificeerd als aanjagers van een groeiende kloof tussen rijk en arm in Afrika

Maar de Senegalese regering verkocht de visvergunningen aan buitenlandse trawlers, waardoor niet alleen de familie maar een hele regio zonder inkomsten kwam te zitten. De Congolese boerderij werd geconfisqueerd door een plaatselijke gouverneur. Een mijnbouwbedrijf kwam, in samenwerking met een generaal van de regeringspartij, het dorp in Mozambique platgooien. En in het geval van Kameroen: dat bos werd geplunderd door een Europese multinational in innige samenwerking met bevriende ministers.

Corrupte politieke elites die vooral zichzelf verrijken met staatsgeld werden zowel door het Internationaal Monetair Fonds als door de Nigeriaanse anticorruptiecommissie geïdentificeerd als aanjagers van een groeiende kloof tussen rijk en arm in Afrika. Helaas luisteren zulke elites niet alleen niet naar de wijze woorden van corruptiebestrijders: zij zuiveren ook routinematig hun staatsapparaten van elke competente ambtenaar die geen zin heeft mee te doen aan het massale eten uit de staatskas.

Onderzoeksjournalisten hebben beschreven hoe goede ambtenaren in Nigeria en Ghana werden ontslagen of aangevallen op straat. In Malawi worden functionarissen die hun werk willen doen verbannen naar ‘Guantanamo’: een kantoor waar ze op een stoel mogen zitten zolang ze iemand die wel meedoet niet lastigvallen.

In het recente ZAM-onderzoek naar migratie zei een overweldigende meerderheid van geïnterviewden dat ze geen hoop hadden op verbetering en dat ze zouden vertrekken zodra zich een kans daartoe zou voordoen. De geïnterviewden zeiden dit in het volle besef dat detentiekampen en Frontexpatrouilles van het continent inmiddels een soort concentratiekamp hebben gemaakt waar je (behalve naar een buurland waar de situatie niet veel anders is) niet makkelijk uit weg kunt.

En dat je gevaar loopt van honger onderweg, mishandeling door de smokkelaars, detentie in Libië, de dood, of een toekomst tot in lengte van dagen in een woestijnbordeel, een modderig vluchtelingenkamp of een snoeiheet Italiaans olijfveld. Welk ander scenario is er immers? Wegstemmen bleek recentelijk opnieuw onmogelijk in van door fraude en geweld doordesemde verkiezingen in Nigeria, Oeganda en Zimbabwe.

Ademnood

"Onze leiders geven je niet eens de ruimte om te ademen", zegt Elizabeth BanyiTabi, journalist en ZAM-teamlid in Kameroen. Ze houdt niet van de gewelddadige Engelstalige rebellen die strijden tegen de Franstalige elite in haar land. Maar ze begrijpt wat hen beweegt, net zoals haar Mozambikaanse collega Estacio Valoi begrijpt waarom er een Al Shabab is opgestaan rond de dorre edelsteenconcessies die ooit dorpen waren in zijn land. "Alles is van hen gestolen en ze weten niet wat ze anders moeten doen."

Dit is tevens de reden waarom het argument voor meer ontwikkelingshulp, bepleit door westerse leiders als instrument om Afrikaanse migratie te ontmoedigen, ook een misvatting is. De Democratische Republiek Congo krijgt jaarlijks 3,5 miljard dollar en blijft een van de armste landen ter wereld, ondanks dat het het rijkste is in termen van minerale rijkdommen. Terwijl hulpgeld vooral betaalt voor banen in het patronagesysteem bereikt de opbrengst van de mineralen vrijwel nooit de staatskas. "Ons volk komt niet in opstand", zegt collega-redacteur Eric Mwamba over zijn land. "Maar als ik naar hen kijk, denk ik: daarvoor hebben ze gewoon te veel honger."

Het argument voor meer ontwikkelingshulp, bepleit door westerse leiders als instrument om Afrikaanse migratie te ontmoedigen, is een misvatting

Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken kondigt in de nieuwe Afrikastrategie, onder "actie" aan dat het "op middellange termijn" in Sub-Sahara-Afrika "32 miljoen mensen structureel uit ondervoeding (haalt), voor acht miljoen kleinschalige boeren hun inkomen en productiviteit (verhoogt), en zorgt dat acht miljoen hectare land duurzaam wordt beheerd en gebruikt voor voedselproductie".

Ik verwonder mij een hoedje over zulke uitspraken. Waar dan? Hoe? Onder welke gouverneur? Elk zo’n ontwikkelingsproject dat door Afrikaanse journalisten werd onderzocht, bleek kort na de start ofwel te zijn ingestort, ofwel in handen te zijn beland van lokale grootgrondbezitters en/of politici van de regeringspartij. Zelfs Fair Trade-chocolade was geen uitzondering.

De vraag is of degenen die zich bezighouden met ‘hulp en handel’ dergelijke uitspraken zelf geloven. De Europese ontwikkelingshulpspecialist Tsiguereda Walelign, adviseur van het Nederlandse GroenLinks in Brussel, vertelde me dat zij dat niet doet. "In onze discussies komen de waarden die je wilt delen met je ontwikkelingspartner helemaal niet ter sprake", zei ze. "Het gaat erom wie (van de Europese bedrijven) het (staatsinfrastructuur)contract krijgt." En de grondstoffen, natuurlijk.

Op pagina 27 van de Afrikastrategie zet Nederland zich in om "samen met Afrikaanse landen hun aandeel in duurzame waardeketens met de EU te vergroten en tegelijkertijd de toegang voor Nederland en de EU tot kritieke grondstoffen te waarborgen".

Poetin

Het Westen heeft de contracten nodig en daarom zijn de Afrikaanse autocraten, zoals het bovengenoemde document blijft herhalen, onze ‘gelijkwaardige partners’. Er staat weliswaar bij dat ook het "maatschappelijke middenveld versterkt" moet worden, maar even verderop zijn er alweer "goede redenen (om) de samenwerking" (met zulke repressieve regimes) "voort te zetten". Bijvoorbeeld om te voorkomen "dat deze landen afdrijven naar de invloedssfeer van concurrerende geopolitieke spelers".

Daarbij gaat het natuurlijk vooral om Poetin.

Of het nu een ‘Russische desinformatieoorlog’ is waarvoor Afrikaanse stadsjongeren kwetsbaar worden geacht, Ruslands toenemende ‘concurrentievoordeel’ op het gebied van grondstoffen of regelrechte Russische ‘staatsverovering’, de angst voor ‘Poetin in Afrika’ lijkt, niet alleen in de Nederlandse Afrikastrategie, maar ook in soortgelijke documenten van de EU immens. Vanwege Poetin moeten 'wij' de Afrikaanse dictators steeds inniger omhelzen.

Het lijkt ons daarbij te ontgaan dat dat wel eens zou kunnen leiden tot compleet verlies van het vertrouwen dat Afrika’s getergde burgers nu nog hebben in het Westen. Ze zijn op dit continent alvast niet blind voor het feit dat een groot deel van het geld dat het Westen er investeert in de zakken terechtkomt van plunderende politici die hun buit huisvesten bij Zwitserse banken, kantoren runnen in Londen, zich in Duitsland voor hun kwalen laten behandelen, en lange vakanties vieren aan de Franse Rivièra terwijl hun onderdanen sterven in dezelfde Middellandse Zee.

Solidariteit

Een strategie van solidariteit met de uitgebuitenen in Afrika zal niet makkelijk te bedenken zijn. Veel landen hebben geen goed georganiseerde oppositiebewegingen die simpelweg het bestuur zouden kunnen overnemen. Maar zou Europa, in plaats van de continue dialoog met die despoten, niet eens het advies kunnen vragen van de moedige pioniers die mij trainden in de Afrikaanse onderzoeksjournalistiek, de goede ambtenaren die vegeteren in Guantanamo of de activist op het Tunesische strand die een bord omhoog hield met de tekst Don’t reward my fathers jailer?

Een democratische opposant in Kameroen kwam, in antwoord op de vraag of zijn president wellicht naar Poetin zou overlopen als het Westen diezelfde president niet langer zou steunen, met de tegenvraag: "Maar waarom steunen ze ons eigenlijk niet?"

Te midden van alle schuldgevoelens en overpeinzingen over herstelbetalingen voor slavernij (en we lopen het risico dat sommige daarvan opnieuw op de Zwitserse bankrekeningen van dictators zullen belanden), heeft Europa nog niet geluisterd naar Afrikanen.

Het onderzoek waarop dit essay gebaseerd is, werd ondersteund door Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.

LEES OOK
Hind Fraihi / 24-04-2024

Migranten houden boomende pakjeseconomie recht

Vandaag besteld, morgen in huis? Zonder migratie gaat het snelle shopcomfort op de schop.
Een arbeider aan het werk in sorteercentrum Antwerpen X van bpost.
Charlotte Deprez / 12-02-2024

Je gezin weerzien is in België niet vanzelfsprekend

Gezinnen en hulpverleners vinden ook financiële barrières en gebrekkige communicatie op hun weg.
gezinshereniging
Geoffrey Verbruggen / 26-01-2024

'Migratie is nodig om demografische valkuil te vermijden'

Extreemrechtse ideeën over 'remigratie' ten spijt is er net nood aan migratie.
Vluchtelingen in een opvangcentrum.