“Neokoloniaal feminisme bouwt verder op het idee van een beschaafd Westen en een onbeschaafd Oosten”, verduidelijkt Salem. “Vandaag wordt dat idee gebruikt om economische, politieke en militaire projecten te rechtvaardigen. Het heeft ook een duidelijke rol bij het tegenhouden van immigranten die naar de VS of Europese landen willen gaan.”
Salem geeft het voorbeeld van de invasie in Irak, die Irakese vrouwen zou helpen, en het boerkaverbod in Frankrijk. Maar niet enkel in politiek beleid is deze vorm van feminisme aanwezig, volgens Salem: “Ook bij ngo’s werken feministen die vinden dat ontwikkelingslanden moeten veranderen om eruit te zien zoals de ontwikkelde landen.”
“Vrouwen in het Oosten of het Zuiden zien armoede of de negatieve economische situatie van hun land als een deel van de genderongelijkheid”, duidt Salem.
Blinde vlek
Salem ziet bij linkse Europeanen dezelfde blinde vlekken op vlak van kolonialisme, neokolonialisme of racisme als bij liberalen. De grootste blinde vlek is volgens haar het negeren van de manier waarop kolonialisme landen heeft veranderd en hoe er vandaag nog ongelijke verhoudingen tussen landen zijn. "Het verschil met liberalisme is dat we de linkse politiek kunnen proberen te hervormen, omdat links meer bereid is om machtsdynamieken en machtsongelijkheden te bespreken."
Salem voert een pleidooi voor intersectioneel feminisme:
Ik denk dat intersectionaliteit de meest krachtige kritiek is die verscheen tegen neokoloniaal feminisme. Vandaag is het moeilijk om te negeren dat ras, seksualiteit en klasse even belangrijk zijn als gender.
Salem ziet vandaag veel meer bereidheid bij liberale feministen om te luisteren naar postkoloniale feministen dan tien of twintig jaar geleden. “Dat komt grotendeels doordat het falen van het neoliberalisme. Door de economische, politieke en sociale crisis in de VS gaan mensen nu vragen stellen die ze voorheen niet stelden.”
Het volledige interview kan je lezen in het laatste MO*-nummer of op hun site.