Koen Kennis, op de eerste rij bij het PFOS-schandaal

Tom Cochez
Koen Kennis
Antwerps schepen en ondervoorzitter van Lantis Koen Kennis (N-VA) bij een bezoek van de proefwerken voor Oosterweel in 2015 (© Nicolas Maeterlinck (Belga))

Als schepen heeft Koen Kennis (N-VA) een direct politiek mandaat en als ondervoorzitter van Lantis, is hij sinds jaar en dag de belangrijkste liaison tussen de bouwheer van de Oosterweelverbinding en de politieke wereld.

Koen Kennis (N-VA) is sinds jaar en dag de belangrijkste liaison tussen Lantis, de bouwheer van de Oosterweelverbinding, en de politieke wereld

Na een tussenstop bij toenmalig Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts werd zijn voormalige Antwerpse kabinetschef, Bart Van Camp, in 2018 bovendien directeur Omgeving bij Lantis. Dat geeft hem de regie in handen van alle maatschappelijke processen rond Oosterweel.

Met Kennis, Van Camp en burgemeester Bart De Wever zijn bijgevolg sinds jaar en dag nogal wat tenoren uit het oude N-VA old boys netwerk rond studentenvereniging KVHV zeer actief betrokken bij Oosterweel en de voormalige Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM), intussen Lantis.

Kanonnenvlees

De voorbije week in de Wetstraat stond in het teken van het zwartepieten. Met elke nieuwe onthulling in het onverkwikkelijke PFOS-dossier werd duidelijker dat het schandaal rond de bodemverontreiniging door het chemiebedrijf 3M in Zwijndrecht politiek zeer gevoelig ligt. Administraties werden als kanonnenvlees in de vuurlinie geplaatst, politieke verantwoordelijkheden werden afgeschoven en wetenschappelijke feiten kregen al dan niet bewust een foutief kader aangemeten.

De toen bevoegde Vlaamse ministers en de betrokken leden van het Antwerpse stadsbestuur waren in september 2017 op de hoogte gebracht van de verontrustende resultaten van bodemonderzoeken van Lantis

Terwijl het Vlaams Parlement het licht op groen zette voor een parlementaire onderzoekscommissie volgden de gerichte perslekken en de masserende televisieoptredens elkaar in snel tempo op.

Dat Lantis, afvalstoffenmaatschappij OVAM en de verschillende politieke betrokkenen onderling de zwartepiet naar elkaar trachten door te schuiven, is niet verwonderlijk. Het gaat om een ernstig dossier waarbij de volksgezondheid in het geding is. Bovendien loopt er een gerechtelijk onderzoek. Het is nog maar de vraag of het jarenlang bewust achterhouden van die informatie aan de bevolking neerkomt op wanbeheer of op schuldig verzuim.

Lantis

De vraag wie de beslissing forceerde om niet te communiceren over de verontreiniging en de gevaren ervan is vanzelfsprekend belangrijk voor de parlementaire onderzoekscommissie die op de rails wordt gezet. De evidente vaststelling is evenwel dat iedereen kon communiceren. Voor administraties zoals OVAM en overheidsbedrijven zoals Lantis is communicatie zonder politieke rugdekking misschien niet evident, maar als er kennis bestaat over een ernstig volksgezondheidsprobleem, is de keuze om zich te verschuilen achter de politieke beslissing te gemakkelijk.

Voor de politieke wereld liggen de kaarten nog duidelijker. We weten met zekerheid dat op zijn minst de toenmalige bevoegde Vlaamse ministers en de betrokken leden van het Antwerpse college van burgemeester en schepenen in september 2017 op de hoogte waren gebracht van de verontrustende resultaten van bodemonderzoeken die Lantis al eerder (in 2016) uitvoerde.

In een aantal bodemstalen werden PFOS-concentraties hoger dan 70 microgram (per kilo droge stof) aangetroffen. Niet onbelangrijk: die norm werd door Lantis zelf opgesteld en ligt veel hoger dan die in buurlanden Nederland en Duitsland. Intussen paste OVAM die norm ook aan: 3 microgram (per kilo droge stof) wordt nu als richtwaarde gehanteerd.

De politieke wereld deed met die informatie jarenlang niets. Intussen krijgen buurtbewoners vandaag, op basis van exact dezelfde informatie, de raad om geen eieren van kippen in de eigen tuin meer te eten, geen groenten uit de moestuin meer te eten en kinderen niet langer op verontreinigde grond te laten spelen. Een suggestie die overigens in 2017 ook al in een rapport van toxicoloog Jan Tytgat stond.

Bart Van Camp

Als iemand de gebeurtenissen al die tijd vanop de eerste rij kon volgen, is het wel Koen Kennis. De Antwerpse steun en toeverlaat van De Wever is intussen zijn negende jaar aan de slag als schepen voor Mobiliteit in Antwerpen. Lid van de raad van bestuur van Lantis is Kennis al enkele jaren langer, maar intussen is hij ook ondervoorzitter van de voormalige BAM.

Met Bart De Wever als burgemeester, Koen Kennis als bevoegd schepen en Bart Van Camp als zijn kabinetschef zaten drie tenoren uit het machtscentrum van N-VA op cruciale posten voor het Oosterweeldossier

De Oosterweelverbinding is met voorsprong het belangrijkste mobiliteitsdossier voor Antwerpen, maar bij uitbreiding voor heel Vlaanderen. Toen Kennis begin 2013 schepen werd, kreeg hij Bart Van Camp als kabinetschef.

Van Camp was net als Koen Kennis bestuurslid bij Lantis waar hij eerder (2003-2006) ook al aan de slag was als communicatieverantwoordelijke. Tussendoor werd hij ook even adviseur mobiliteit bij werkgeversorganisatie VOKA, ook al een vurig pleitbezorger voor de Oosterweelverbinding.

Met Bart De Wever als burgemeester, Koen Kennis als bevoegd schepen en Bart Van Camp als Kennis' kabinetschef zaten drie studiegenoten en tenoren uit het machtscentrum van N-VA op cruciale posten voor het Oosterweeldossier.

Na twee jaar op het kabinet van Koen Kennis te hebben gewerkt, schoof Bart Van Camp door naar het kabinet van toenmalig bevoegd Vlaams minister Ben Weyts. Kort nadat Lantis in 2017 de betrokken leden van de Vlaamse Regering inlichtte over de hoge concentraties PFOS die Lantis aantrof, werd Van Camp directeur Omgeving bij Lantis.

Mandatenkampioen

Koen Kennis zelf is vandaag niet enkel schepen van Mobiliteit en Financiën in Antwerpen en ondervoorzitter van Lantis, als mandatenkoning bekleedt hij nog tal van andere cruciale posities. Zo is hij onder meer ook voorzitter van de raad van bestuur van Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) en van een aantal intercommunales.

In zijn portefeuille zitten ook mandaten die direct te maken hebben met de Oosterweelverbinding. Zo is hij bestuurder bij Maatschappij Linkerscheldeoever die het haven-, grond- en industrialisatiebeleid op Linkeroever mee vormgeeft, waar met de Scheldetunnel, op een boogscheut van 3M het sluitstuk van Oosterweel wordt gegraven.

Bovendien was Koen Kennis tot 2016 ook bestuurder bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), op het moment dat die instelling het (omstreden) milieu-effectenrapport over de Oosterweelverbinding aanleverde.

Op zijn eigen website ‘Met Kennis van zaken’ tilt Koen Kennis niet zwaar aan die bundeling van meer dan dertig mandaten. Integendeel, volgens de Antwerpse schepen is het belangrijk dat mandaten worden opgenomen door mensen die kunnen terugvallen op netwerken die ze door de jaren heen hebben opgebouwd. Zijn professionele kwaliteiten en ervaring zouden hem tot de geschikte man voor de mandaten maken, ook al zijn het er behoorlijk wat.

LEES OOK
Tom Cochez / 30-12-2021

Raad van State legt bom onder Oosterweel

Waarom de ‘Werf van de Eeuw’ dreigt te eindigen als het ‘Schandaal van de Eeuw’.
Minister Ben Weyts (N-VA) stelt Corneel van Oosterweel voor, de mascotte die de communicatie over Oosterweel vooruit moet helpen.
Tom Cochez / 08-09-2021

De ongemakkelijke spreidstand van Zuhal Demir

De antwoorden die Demir eist, hadden haar partijgenoten al lang geleden moeten eisen.
Zuhal Demir
Tom Cochez / 12-06-2021

De Kat en de mannen van PFOS-afval

Een gesprek met burgeractivist Thomas Goorden, die het PFOS-schandaal van onder de stolp haalde.
De Kat (alias Thomas Goorden)
2 REACTIES
dieter homburg23-06-2021 08:21:46
Herman Kennes26-06-2021 21:00:31
De evidente vaststelling is inderdaad dat iedereen kon communiceren over de vastgestelde Pfos vervuiling. In de eerste plaats was het aan de politiek om het probleem te publiek te maken en er de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen tegenover te plaatsen. Toch zit ik met een ongemakkelijk gevoel: wanneer de politiek in deze nalatig is, wat belet de wetenschappers dan om zelf publiek de alarmbel te luiden? Waarom doet o.a. professor Jan Tytgat 4 jaar na zijn rapport geen moeite om zijn vaststellingen publiek te maken? Misschien moet hij eens te rade gaan bij de covid-wetenschappers die al meer dan een jaar met een kritische en onbevangen blik communiceren over de te nemen maatregelen om de pandemie te bestrijden.