Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Opgepast voor te veel efficiëntie

Koen Smets
bearings
(Foto: Manfred Richter (Pixabay))

Vroeger reisde ik nogal wat voor mijn werk. Ik herinner me een jaar waarin ik 46 facturen voor huurauto's verzamelde (Hertz voorzag ze behulpzaam van een volgnummer dat herbegon bij het begin van elk jaar). Ik had dat jaar in totaal vier weken vakantie genomen, dus u begrijpt vast wat ik bedoel. Mijn attitude in verband met reizen is over de jaren natuurlijk wel een beetje geëvolueerd.

Eerst vond ik het opwindend de wereld rond te vliegen, vreemde plaatsen te bezoeken, en vreemde gerechten te proeven. Vervolgens groeide een soort voortdurende achtergrondirritatie, irritatie met de veelvuldige vertraagde en gecancelde vluchten, en met het toenemende tijdverlies vanwege almaar meer veiligheidsmaatregelen.

Tenslotte ontwikkelde ik een permanent gevoel van berusting. Er was immers toch niets dat ik kon doen aan al die zaken, dus leek het me best een en ander gewoon te accepteren. Maar dat nam niet weg dat ik reizen een verkwisting van tijd bleef vinden. Ook al moest ik geen dagelijkse pendeltocht naar mijn werk trotseren zoals veel anderen, met trips die deur-tot-deur vaak vijf uur (als het al niet meer was) in beslag namen, ik was nauwelijks beter af dan iemand die een uur van zijn werk woonde. Wat een verspilling.

Evolutie leidde tot efficiëntie

Tijd is, net als geld (en wat we ermee kunnen kopen), een schaars hulpmiddel. Miljoenen jaren evolutie hebben ons, zoals alle andere levende organismen, gevormd tot wezens waarvoor het efficiënte gebruik van schaarse middelen om te overleven essentieel is.

Efficiëntie is ‘fitheid’, in de Darwinistische zin. Efficiënt zijn, betekent beter zijn in het vinden van voedsel en beschutting, en het bemachtigen van de beste partner, en helpt dus ervoor te zorgen dat de genen worden doorgegeven. Niet efficiënt zijn is nadelig.

(Zoals altijd zijn er natuurlijk uitzonderingen. De staart van een mannetjespauw is bijvoorbeeld lang niet efficiënt, maar dat is net het punt. Enkel een sterke mannetjespauw kan overleven met de last van zo’n staart, en dat is dus een sterk signaal naar een wijfjespauw van zijn aantrekkelijkheid als leverancier van zaadcellen voor haar nakomelingen – en de zijne, uiteraard.)

amoebae
We erfden ons streven naar efficiëntie van hen. (Foto: CC BY Jasper Nance (Flickr))

Het is dus niet zo vreemd dat we een drang naar efficiëntie zien, zowel in onze persoonlijke sfeer als op het werk. Industriële en administratieve processen worden onophoudelijk gestroomlijnd, en aspecten die geen waarde toevoegen worden geëlimineerd.

Productiviteit wordt opgedreven, het aantal vierkante meter per werknemer wordt bijgeschaafd, en wat kan worden geautomatiseerd, wordt ook geautomatiseerd.

Thuis kopen we toestellen die inspanning (en tijd) besparen, kopen we klaargemaakte schotels of schakelen we Deliveroo in om ons avondmaal te brengen. En we verkiezen natuurlijk een baan die ons meer betaalt – per uur, per dag of per maand – boven een job met een lager salaris.

Efficiëntie is, per definitie, een verhouding tussen twee grootheden. Ze drukt uit hoeveel er nodig is van een schaars middel (zoals tijd of geld) om een of ander nut te bekomen: het aantal objecten geproduceerd per uur, verkoopcijfers per maand, kilo’s wasgoed per wasbeurt, uren per trip naar en van het werk, euro’s per liter cola enzoverder.

Het kan aantrekkelijk zijn enkel naar de kostenkant van deze verhouding te kijken. De drang om schaarse middelen te conserveren zit immers diep in onze genetische code. Als we weten dat we exact dezelfde baat kunnen bekomen terwijl we minder geld of tijd spenderen, dan is aandacht voor de kosten inderdaad lang niet zo gek. Maar wanneer we gaan geloven dat meer snelheid of lagere kosten een onvoorwaardelijk doel op zich zijn, en dit een mantra wordt zonder dat we er verder nog bij nadenken, dan zijn we verkeerd bezig.

Onder de vele anekdotes van Rory Sutherland, die als publiciteitsman een scherpzinnig waarnemer is van bijzonder menselijk gedrag, is er eentje rond de trip naar de luchthaven. Het spreekt vanzelf dat de meest efficiënte manier om daar te komen via de snelweg is – de gemiddelde snelheid is er al gauw meer dan het dubbele van wat mogelijk is via de gewone wegen. Zo minimaliseer je dus de ‘verspilde’ tijd. Maar, zoals hij opmerkt, wat als er een incident is onderweg? Op de snelweg zit je vast.

Je kunt enkel, terwijl je het laatste stukje vingernagel afbijt, de tijd zien voortschrijden: het moment dat de gate opengaat, de laatste oproep voor de vlucht, en tenslotte het ogenblik waarop het vliegtuig opstijgt, terwijl je intussen net geen 20 meter vooruitgang hebt gemaakt. Als je nu eens niet had gekozen voor efficiëntie, maar voor betrouwbaarheid, dan zou de A-weg je meerdere mogelijkheden hebben gegeven om comfortabel je vlucht te halen.

Niet enkel de kosten

Door enkel oog te hebben voor de kosten van een keuze in ons streven naar efficiëntie, riskeren we over het hoofd te zien wat we dreigen te verliezen terwijl we proberen die kost te verminderen. Ceteris paribus is goedkoper en sneller wel beter – maar de 'ceteris' zijn niet altijd 'paribus'.

Toen ik minder tijd ging ‘verspillen’ aan internationale reizen, ontdekte ik dat ik heel wat minder tijd besteedde aan lezen. Jarenlang boden het vele wachten in vertrekhallen en de tijd aan boord van een vliegtuig de perfecte gelegenheid om een tijdschrift of een boek ter hand te nemen.

Als we niet oppassen, schenken we geen aandacht aan het effect van een keuze – de baten die ze ons oplevert

Nu moest ik daarvoor specifiek tijd vrijmaken, of het gebeurde niet. En zoiets geldt ook voor andere activiteiten die we als tijdverspilling beschouwen, van pendelen met het openbaar vervoer (een gelegenheid voor extra lichaamsbeweging door de wandeling naar het station, en bijblijven met podcasts), tot het doen van de afwas (een gelegenheid om een vrolijke babbel te slaan met een huisgenoot).

Ons probleem, wanneer we meer efficiëntie gelijkstellen met een reductie in het gebruik van schaarse tijd of geld, is het volgende: als we niet oppassen, schenken we geen aandacht aan het effect van een keuze – de baten die ze ons oplevert. Denk bijvoorbeeld aan hoe u uw tijd verdeelt tussen arbeid en privéleven – het zogenaamde 'work life balance'. U ruilt een deel van uw tijd voor een hoeveelheid geld, maar is het een optimale ruil?

Dit is niet iets waar de meesten onder ons vaak bewust over nadenken. Als je een 9-to -5-job hebt, is er weliswaar niet veel speelruimte, maar zelfs dan is het geen kwaad idee om je af te vragen of je niet beter zou zijn met meer geld en minder tijd, of net omgekeerd, met minder geld en meer tijd. Bij veel jobs wordt echter courant ‘vrijwillig’ meer uren gewerkt dan je contract stipuleert, en daar heb je meer bewegingsvrijheid; wie zelfstandig werkt heeft die zelfs nog meer. Het is dus interessant even stil te staan bij observaties als in deze tweet:

McFaul tweet
Tweet Michael McFaul (Twitter).

Externe schokken – zoals een pandemie en de maatregelen die worden genomen om ze in te dijken – kunnen een nieuw perspectief forceren. Maar in plaats van gewoon dankbaar te zijn voor de kansen die ze ons geven om dingen te doen die we anders niet zouden doen, is het beter te beseffen dat ons 'work life balance' vóór de pandemie, veel meer dan we wellicht bereid zijn toe te geven, onze eigen keuze was.

We hebben meer controle dan we denken, en hebben heus geen pandemie nodig om andere keuzes te overwegen.

De vreugde van de verspilling

Bewust redeneren over de plus- en minpunten van een activiteit kan beslist sommige van de verborgen voordelen blootleggen. Maar wanneer het gaat om het efficiënt gebruik van tijd en geld, dan weegt de overtuiging vaak door dat lagere kost, hoger inkomen, kortere tijdsduur en ga zo maar door, onmiskenbaar beter zijn. En als het dat niet is, dan houden we ons gewoon aan wat we altijd al deden, of aan wat anderen doen. Erover denken, dat doen we niet.

scenic route
De vreugde van de inefficiënte route. (Foto: RDLH (Pixabay))

En toch kan het. Ik herinner me een dag toen ik in het kantoor van mijn toenmalige werkgever in West-Londen was, en een vergadering die middag was afgelast. Ik had op kantoor kunnen blijven en een halve dag salaris verdienen.

Maar om de een of andere reden besliste ik een halve snipperdag te nemen, en na de lunch naar huis te rijden. Niet alleen dat: ik besloot ook te gaan genieten van de rit huiswaarts, en langsheen de dorpjes te rijden in plaats van langs de M40-snelweg.

Ik besef ook wel dat ik onvoldoende op deze manier redeneer, maar het feit zelf dat ik me dit, meer dan 25 jaar later, nog zo levendig herinner, vertelt me niet alleen dat het best kan, maar ook hoe krachtig het kan zijn.

Tot volgende week – ik ga nu even lekker wat tijd verspillen.

Uitgelichte afbeelding: Manfred Richter (Pixabay)

LEES OOK
Koen Smets / 28-04-2023

Efficiëntie contra waarde

Efficiëntie wordt soms gezien als een absoluut waardevolle eigenschap maar dat is toch wat simplistisch.
blossoming trees
Koen Smets / 16-08-2019

Wat telt

Cijfermateriaal bewijst niet altijd alles. Emoties mogen we niet enkel laten beïnvloeden door becijferde feiten, stelt Koen Smets.
Abacus (Foto Marco Verch)