Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Economie voor anderen

Koen Smets
decisions
Foto: CC BY Lenny DiFranza CC BY (Flickr))

Sedert het begin van de lockdown hadden zij en haar echtgenoot Tom, samen met 2,5 miljoen anderen die als “klinisch extreem kwetsbaar” werden beschouwd voor COVID-19, het advies gekregen 100% van de tijd thuis te blijven – dus ook niet, zoals anderen wel mochten, voor essentiële boodschappen of lichaamsbeweging. Nu, na zichzelf bijna tien weken lang op deze manier te hebben afgeschermd, zou Linda een keer per dag naar buiten mogen, zolang ze de in het VK geldende afstand van 2m weg zou blijven van iedereen (behalve haar man).

Voor iemand met meer dan een oppervlakkige belangstelling voor besluitvorming (zoals uw correspondent), geeft zowel deze beslissing als de timing ervan stof tot nadenken. Wat zat erachter? Waarom werd ze precies nu genomen? Welke kosten en baten speelden erin, en voor wie? Twee economische begrippen kunnen ons helpen een en ander beter te begrijpen.

Niet iedereen was er happig op meteen naar buiten te snellen. Sommigen denken nog steeds dat het risico op besmetting, hoeveel lager ook dan tien weken geleden, te hoog is. Maar op dinsdagochtend om 5 uur, voor het eerst in meer dan twee maanden, gingen Linda en Tom naar buiten, en genoten van de nieuwe oude vrijheid om een lange wandeling te maken.

Weinigen staan normaal zo vroeg op, en uit het feit dat zij daar wel voor kozen blijkt hun voorkeur: ze gaven aan dat ze bereid waren enkele uren slaap op te geven om de wandeling in alle veiligheid te maken. Voor onze vrienden was de versoepeling van de richtlijn een goede beslissing, die geen moment te vroeg kwam.

Kosten en baten op de weegschaal

Wanneer de regering sommigen aanbeval binnen te blijven (en de rest vertelde enkel naar buiten te komen voor heel specifieke en beperkte redenen), maakte ze een afweging. Ze moest de “curve afvlakken” om te verhinderen dat het zorgsysteem zou overspoeld worden met COVID-19-patiënten. Daar hing wel een prijskaartje aan: de economische gevolgen van zo’n lockdown zijn enorm. Maar ook de sociale en economische consequenties van honderden duizenden doden zouden enorm zijn geweest. Dit is een complexe afweging, en daar gaat dit stukje ook niet over.

Masked walk
Kwetsbaar, maar toch veilig op stap (Foto: Gustavo Fring (Pexels))

De beslissing betekende ook persoonlijke afwegingen. 24 uur per dag binnenblijven stelt een lager risico, of tenminste geen hoger risico dan naar buiten te gaan, maar houdt ook een beduidend offer in.

Stel uzelf even de vraag hoeveel men u zou moeten betalen om helemaal niet naar buiten te komen gedurende tien weken – ik wed dat het geen kattenpis is. Was dat een goede afweging? Natuurlijk weten de meeste kwetsbare mensen niet precies wat het risico van een wandeling was, maar ze vertrouwden op het oordeel van de regering dat het hoog genoeg was om de extreme beschermingsmaatregel te rechtvaardigen.

Nu, onder het nieuwe advies, stelt wandelen blijkbaar niet langer zo’n hoog risico dat je best binnenblijft. Maar wat is er werkelijk veranderd?

De aankondiging verwijst naar de “afname van het COVID-19 ziekteniveau over de afgelopen weken”. Ziekteniveau is een vaag begrip, maar de data – overlijdens, ziekenhuisopnames en bevestigde besmettingen – vertonen inderdaad een gestage vermindering sedert eind april. Betekent dit dan dat een stapje zetten minder riskant is? Dat is ver van vanzelfsprekend – als je, zoals het advies aanbeveelt, ervoor zorgt dat je 2 meter afstand houdt, dan is het aantal doden of ziektegevallen niet relevant.

Als het risico nu dus niet aantoonbaar lager is dan voorheen, dan kan men zich afvragen of het eigenlijk wel ooit zo hoog was dat het redelijk was 2,5 miljoen mensen 24/7 binnenshuis te houden, en zelfs geen wandeling om 5u in de ochtend toe te laten. Is dat paternalisme dat op hol is geslagen?

Beslissingen van beleidsmakers zijn inderdaad vaak paternalistisch, en raken dus per definitie anderen, namelijk de burgers (namens wie ze worden genomen). De vraag is of de afwegingen in deze beslissingen terdege rekening houden met de kosten en baten van de betrokken burgers.

Als het risico om naar buiten te komen altijd al zo laag was als nu, dan was de kost om het te vermijden, de opoffering wekenlang opgesloten te zitten, beslist overdreven. Wanneer beleidsmakers onterecht (en misschien wel arrogant) veronderstellen dat ze de gevolgen van een beslissing voor de burger begrijpen, en nalaten die veronderstelling te toetsen, dan zal de afweging die ze namens deze burgers maken verkeerd zijn.

De geduchte externaliteit

Gelukkig was er dus een wijziging in het advies, tien weken na het begin van de lockdown, toen het aantal overlijdens aan COVID-19 elke 2-3 dagen verdubbelde. Misschien was het destijds best begrijpelijk dat de regering, die had beslist dat iedereen thuis moest blijven behalve voor essentiële boodschappen en wat lichaamsbeweging, de klinisch extreem kwetsbare burgers extra wilde beschermen.

Maar op welk moment had ze er dan kunnen voor kiezen die maatregel te versoepelen en een wandeling voor deze mensen mogelijk te maken? Wist zij echt niet, tot en met 31 mei, dat ze nieuw advies kon verstrekken zonder ze onnodig aan risico bloot te stellen? Of was het een achterafgedachte? 

Het lijkt wel erg onwaarschijnlijk dat de basis voor het besluit om die beperking af te bouwen voor kwetsbare mensen pas op de dag van de aankondiging bekend was. Als bekommernis voor hun welzijn werkelijk een prioriteit was geweest, dan zou ze veel eerder zijn vrijgegeven. Door er, om welke reden ook, zo lang mee te wachten heeft de regering deze kwetsbare mensen wekenlang de kans ontnomen een wandeling te maken.

delayed
Met vertraging, een welbekende bron van externaliteiten (Foto: CC BY Jordiet (Flickr))

In tegenstelling tot de oorspronkelijke aanbeveling, die een expliciete afweging inhield tussen risico en opoffering namens kwetsbare personen, is de timing van het versoepelen van het advies (d.w.z. de beslissing wanneer te beslissen) een externaliteit: een beslissing die (vaak negatieve) gevolgen heeft voor een partij die geraakt wordt, zonder betrokken te zijn. Pas later de moeite hoeven te doen voor een revisie van de richtlijnen was wellicht nuttig voor de regering die heel wat op haar bord had, maar de overeenkomstige kost, langer opgesloten moeten blijven, werd gedragen door de burgers.

Zulke externaliteiten zijn schering en inslag bij beslissingen van beleidsmakers. Soms zijn ze onvermijdelijk; denk maar aan de storing en het ongemak die de aanleg van een snelweg veroorzaakt voor de omwonenden. Soms zijn ze ook het gevolg van verwaarlozing of onwetendheid.

Of beleidsmakers zelf hun aanpak zullen herbekijken omwille van de onbehoorlijke behandeling die klinisch extreem kwetsbare mensen hebben ondervonden wegens hun afwegingen en de externaliteiten die ze opleggen, is een open vraag. Maar het zijn niet enkel beleidsmakers die beslissingen nemen namens anderen, of die er externaliteiten voor veroorzaken.

We maken allemaal beslissingen voor anderen, bijvoorbeeld als ouders, leraars, mantelzorgers of oversten op het werk. En we maken keuzes waarin anderen niet worden betrokken, maar wel de lasten ondervinden – wanneer we ons egoïstisch gedragen achter het stuur, wanneer we luidruchtig het café verlaten om middernacht, of wanneer we op het werk nalaten onze koffiemok om te spoelen en dat voor anderen te laten.

Misschien kunnen wij wel iets leren van het verhaal van Linda en Tom, en proberen wat meer oog te hebben voor anderen wanneer we keuzes maken?

Uitgelichte foto: CC BY Lenny DiFranza CC BY (Flickr))

LEES OOK
Koen Smets / 13-01-2023

Dagdagelijkse externaliteiten

Externaliteiten zijn een begrip uit de economie waar we allemaal mee te maken hebben en die meer aandacht verdienen.
externality window