Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Wat is er dan zo nieuw aan dat 'nieuwe' normaal?

Aaron Soens
athens-2012088_1280
Mensen 'in bubbels' (Foto: Diego-Vasquez: Pixabay)

“Welkom in het nieuwe normaal.” Het zou de ondertitel kunnen zijn van het jaarverslag 2020. Het kan eveneens prijken op billboards langs de snelweg. Het zou eveneens het onderwerp van een mail verstuurd via BE-Alert kunnen zijn. Evengoed kan het opdoemen in dystopische verhalen.

Toegegeven, een resem nieuwe woorden en uitdrukkingen deden hun intrede in ons vocabularium. Zo dragen we vandaag een 'comfortmasker' op het openbaar vervoer en houden we 'social distance' tussen de verschillende 'bubbels'. Is er ook au fond iets veranderd aan de wereld waarin we leven? Houden we niet vooral vast aan de status quo die we tweaken met een lapje stof, wat handgel en de nodige afstand?

Zouden we niet beter ten gronde stilstaan bij de waarom-vraag én net de kansen aangrijpen die de exitstrategie met zich meebrengt? Ik geef drie voorbeelden waaruit deze positieve dynamiek blijkt én die aantonen waarom we niet zomaar genoegen mogen nemen met dit nieuwe normaal.

Nine-to-what?

Het eerste voorbeeld is herkenbaar voor iedereen met een doorsnee nine-to-five kantoorjob. De lasten en lusten van het telewerken hebben we de voorbije maanden uitgebreid ontdekt. Hieruit blijkt dat het klassieke model – al langer dan deze crisis trouwens – onder druk staat.

Hoe heerlijk is het om file- of pendeltijd uit te sparen? Hoe leuk is het om je pakketje zelf in ontvangst te kunnen nemen in plaats van te moeten rekenen op de buren of het postpunt? Werd het niet eens tijd dat we flexibel onze werkdag konden indelen?

Toch lees je op diverse plekken dat het nine-to-five uren kloppen op kantoor hét ideaal is om naar terug te keren. Plexiglas wordt geïnstalleerd, stickers op de vloer aangebracht, looproutes in kaart gebracht,… noem maar op.

Wie bepaalt dat we moeten vasthouden aan het dictaat van de werkdag om onze tijd in te delen?

Men ontkent de voordelen van telewerk daarbij niet, maar houdt ze net als een extraatje of een beloning achter de hand. Waarom zijn die kantooruren toch zo heilig? Wie bepaalt dat we moeten vasthouden aan het dictaat van de werkdag om onze tijd in te delen?

Je zou kunnen aanbrengen dat het komt door de schooldag; een andere tijdsindeling die het gezin vormgeeft. Wel, daar geldt net hetzelfde: moet deze om half negen starten? Onderzoekers speculeren al lang over het positieve effect van een later aanvangsuur op het leren.

De coronacrisis toont ons nog meer mogelijkheden. Moeten kinderen bijvoorbeeld elke dag van de week live op school aanwezig zijn? Voor de jongsten is dit perfect begrijp- en verdedigbaar, maar wat vanaf (de laatste jaren van) het secundair onderwijs?

Kunnen scholieren niet zelfstandig leerstof verwerken, waardoor leerkrachten de kans krijgen om gedifferentieerder aan de slag te gaan? Jongeren die extra hulp nodig hebben, krijgen deze op maat, terwijl de vlotte leerlingen verder uitgedaagd kunnen worden.

Ook voor leerkrachten valt zo de dictatuur van de nine-to-five deels weg, waardoor ze zich kunnen bijscholen of toeleggen op het verstrekken van zorg op maat.

Innovatie troef

Een tweede voorbeeld zal eveneens veel mensen aanspreken. Een heropening van de horeca loert immers om de hoek. Dat de Vlaming hierop zit te wachten, blijkt duidelijk uit het terrasjestoerisme dat de laatste dagen is ontstaan. Of het allemaal zo’n vaart zal lopen eenmaal de versoepeling een feit is, valt af te wachten.

Staan we te springen om op café te gaan met onze mooiste mondmasker, twee bussen handgel en ons visitekaartje voor het geval de 'contact tracers' ons later willen bereiken? Ook de horeca-uitbaters zitten met hun handen in het haar bij het lezen van een gids die uitpuilt van de coronaregels.

Waarom kon men de geslaagde corona-initiatieven niet in de spotlight plaatsen en zo andere ondernemers inspireren?

Had men in de communicatie niet beter gefocust op de innovatieve en positieve dynamiek die zich de laatste maanden in de horeca heeft gemanifesteerd? De regels zijn inderdaad noodzakelijk, dat zal niemand ontkennen, maar is er een plek voor de troefkaart van innovatief Vlaanderen?

Waarom kon men de geslaagde corona-initiatieven niet in de spotlight plaatsen en zo andere ondernemers inspireren?

Zo kan je de beperkte toegelaten capaciteit bijvoorbeeld combineren met eten via bezorging, afhalen of automaten. Misschien denkt men al na over een ingenieuze indeling van de stoelen en tafels op een beperkte oppervlakte. Dat zou een andere toon zetten dan het aanrukken met boxen vol lintmeters, chirurgische maskers en detergent, om toch maar de pre-coronasituatie te benaderen.

Beleid en burger: een brug te ver?

Tot slot brengt een derde voorbeeld ons naar een abstracter niveau en manifesteert zich vooral bij de verschillende versoepelingen die we hebben gezien. Het blijkt dat België nog steeds geregeerd wordt door lobbygroepen, belangenorganisaties en partijvoorzitters. Hoe kan men anders de verschillende gemediatiseerde gevechten verklaren?

U herinnert zich vast de doe-het-zelfzaken die wel open mochten, terwijl winkels met eenzelfde assortiment dat niet mochten. Of ook de zwembond die de visbond lobbywerk verwijt, omdat vissen wel opnieuw toegestaan is, maar zwemmen in de buitenlucht niet.

De coronacrisis zet de tegenstelling tussen beleid en burger nog maar eens op scherp

Wat er ook van zij, het schetst geen fraai beeld van de politiek en de relatie tussen beleid en burger. De coronacrisis zet deze tegenstelling nog maar eens op scherp. Het relanceplan zal dan ook goed moeten zijn, wil men het vertrouwen van de burger herstellen.

Een voorbeeld van hoe het niet moet, zien we hier: talloze studenten slaken een noodkreet over hun mentaal welbevinden. Deze worden simpel weerlegd onder het mom van veelvuldig wekelijks overleg met hen door middel van hun officiële vertegenwoordiging. Het blijkt dat die structuren niet (goed) werken en veel te rigide zijn om te functioneren in de onzekere en snel veranderende realiteit die we vandaag beleven.

Welke lessen kunnen we uit deze drie voorbeelden trekken? Dat we niet zonder meer moeten teruggrijpen naar onze oude gewoontes met een vleugje preventiemaatregelen. De coronacrisis toonde veerkracht, innovatie en nieuwe dynamieken. De Vlaming is innovatiever dan ooit.

Een instituut van de toekomst krijgt de nodige ruimte en middelen om vrijuit te filosoferen over mogelijke werelden en toekomstscenario’s

De toekomst is niet langer het alleenrecht van romanciers en scenaristen, Inca- en Maya-experten en de toevallige idealistische student of onderzoeker. Deze vrije manier van denken moeten we recupereren en in de toekomst verder faciliteren.

Een instituut van de toekomst krijgt de nodige ruimte en middelen om vrijuit te filosoferen over mogelijke werelden en toekomstscenario’s die ons tegemoet treden. Dit alles zonder vast te houden aan het dictaat van oude, rigide structuren die we koste wat het kost moeten redden.

Zeg nu zelf: waarom moet de dag per se van negen tot vijf ingevuld worden? Waarom moeten we op restaurant ons eten nuttigen als we het ook bij ons thuis kunnen laten leveren en waarom moeten belangengroepen mijn stem behartigen? Mogen er voor één keer heilige huisjes sneuvelen?

Uitgelichte foto: Diego-Vasquez (Pixabay)

LEES OOK
Karl van den Broeck / 05-08-2020

'Dit virus discrimineert wel'

'Dat dit virus niet discrimineert, dat het een democratisch virus is? Ik denk het niet.' Een interview met de Kroatische filosoof Srećko Horvat.
Schermafbeelding 2020-08-05 om 09.40.14
Koen Smets / 24-04-2020

De strijd om het toekomstbeeld

De toekomst is zelden zo onzeker als nu, en wanneer we proberen te voorspellen wat er gaat gebeuren, voelen we een intense interne strijd tussen verschillende invalshoeken.
battlefield