Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Als stuivend zand

Koen Smets
shifting sands

Voorkeuren zijn een belangrijk aspect in besluitvorming, en zeer interessant voor (gedrags)economen. Het is immers behulpzaam te weten wat mensen willen (of willen vermijden), en hoe hard ze dat willen.

Een manier om de sterkte van zo’n voorkeuren te bepalen is na te gaan hoeveel iemand bereid is te betalen (willingness to pay of WTP) om iets te bekomen (of te vermijden), en hoeveel ze bereid zijn te accepteren (willingness to accept of WTA) om iets op te geven (of bereid te zijn ermee te leven).

Dit kan verhelderend zijn, maar we mogen niet vergeten dat de bedragen in kwestie niet meer zijn dan een graadmeter voor een innerlijke voorkeur. Sommige voorkeuren laten zich niet zo makkelijk vangen in WTP of WTA. Als men u zou vragen wat het ergste zou zijn, een vinger verliezen of een been, zou u waarschijnlijk zeggen dat u eerder een vinger zou opgeven, ook al zou u niet zo snel in staat zijn in geld uit te drukken wat het u waard zou zijn te vermijden dat u die lichaamsdelen kwijt zou geraken.

Hetzelfde, maar anders

Niet alle voorkeuren kunnen dus zomaar als geldbedragen worden uitgedrukt, maar dat maakt ze niet minder reëel. Beeld u in dat uw absolute favoriete artiest een concert zal geven in een nabijgelegen stad en een vriend slaagt erin tickets te bemachtigen. Hij nodigt u uit hem te vergezellen als verjaardagscadeau. U bent in de wolken met het vooruitzicht, en naarmate de datum van het optreden nadert neemt uw opwinding nog toe. En dan, drie dagen voor het concert wordt u geveld door een ernstige ziekte, zodat u niet naar het optreden kunt. Dat is behoorlijk balen.

Stel u een baalschaal voor, waarbij 0 overeenkomt met meh en 10 met een lot dat erger is dan de dood, en plaats een denkbeeldig kruisje op de schaal die aangeeft hoe erg u ervan baalt.

cancelled
Toch liever dit dan een gebroken dijbeen (Foto: CC BY bixentro)

Goed. Beeld u nu een ander scenario in: in plaats van uzelf, is het de artiest die ziek wordt en het concert moet afblazen. Opnieuw, bijzonder sneu. Maar zou u het als even erg beoordelen op de baalschaal als de enige persoon zijn die het concert mist? Wellicht niet.

Laten we er nog eentje doen, een werkelijk hypothetisch scenario deze keer. Beeld u in dat er een pandemie heerst van een nieuw virus, en om de verspreiding ervan tegen te gaan hebben vele landen sportevenementen, theatervoorstellingen, en muziekfestivals verboden, en winkels, bars en restaurants gesloten. U gaat het concert missen waarnaar u zo uitkeek. Waar zou u nu dat denkbeeldige kruisje zetten op de baalschaal?

Mijn gok is dat u ook dit zeer spijtig zou vinden, maar lang niet zo erg als de vorige twee scenario’s. Dat komt alvast overeen met mijn eigen ervaring. In oktober vorig jaar schreef ik me in voor een erg interessante conferentie die plaatsvindt in Toronto in juli, en ik keek ernaar uit vele verre vrienden, die ik vaak al lang ken – maar enkel in de digitale wereld – in persoon te ontmoeten tijdens die reis. COVID-19 betekent nu dat dit niet erg waarschijnlijk is.

Naarmate de viruscrisis zich ontwikkelde, hoopte ik aanvankelijk nog dat de hele zaak wel voor de zomer zou overwaaien, maar dat is lang niet meer zo zeker. Vreemd genoeg, echter, helpt de kennis dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten – niet enkel de andere deelnemers aan de conferentie, maar iedereen op de planeet ziet zijn plannen aan diggelen – me de situatie veel gemakkelijker te accepteren. Als ik kruisjes zou zetten op de baalschaal, dan zou het annuleren van deze reis omwille van de pandemie misschien 3,5 scoren, terwijl thuis te moeten blijven als gevolg van een dijbeenbreuk terwijl letterlijk bijna iedereen zou genieten van hun reis echt wel balen zou zijn, en misschien wel een 8,5 zou krijgen.

Dit is opmerkelijk, want het materiële effect voor mij is toch exact hetzelfde? Situatie één: ik woon de conferentie bij en zie mijn vrienden; situatie twee: ik blijf thuis. Wat anderen doen of niet doen speelt geen rol – of zou geen rol moeten spelen – voor mij. En toch is dat duidelijk wel het geval.

Twee kanten van de positie

Ons welzijn wordt wel degelijk beïnvloed door hoe we anderen zien. We hechten belang aan onze relatieve positie. Een studie door twee economen, Sara Solnick  en David Hemenway, vroeg aan mensen over hun voorkeur in verband met een reeks uiteenlopende facetten, waaronder inkomen, hun eigen IQ en dat van hun kinderen, en beoordelingen op het werk.

Een vraag peilde bijvoorbeeld naar hun voorkeur tussen (a) een kind met een IQ van 110 terwijl dat van hun vriendjes 90 is, en (b) een kind met een IQ van 130, maar dat van hun vriendjes is 150. Ze noemden de eerste keuze ‘positioneel’ (het plaatst de deelnemer in een hogere positie in vergelijking met anderen); de tweede was de ‘absolute’ keuze (ze betekent een groter absoluut voordeel voor de deelnemer).

Meer dan de helft van de deelnemers gaven de voorkeur aan een kind met een IQ van 90 dat meer intelligent was dan de andere kinderen, boven een kind met een IQ van 130 als de andere kinderen nog slimmer waren. Evenzeer stelde meer dan 50% dat ze zouden verkiezen sporadisch geprezen te worden door hun baas, zolang het maar meer was dan hun collega’s, en zelfs dat ze liever 50.000 dollar zouden verdienen als hun collega’s een inkomen van 25.000 dollar zouden hebben, dan 100.000 dollar te verdienen als het salaris van de collega’s 200.000 dollar was.

evilqueen
Mooi, mooier, mooiste van het land… (bron fair use)

Dit laat uitschijnen dat we echt wel flink wat belang hechten aan onze relatieve positie ten opzichte van onze medemensen. En dat kan negatief werken op ons welzijn. Herinner u het sprookje van Sneeuwwitje: de koningin is best tevreden met haar schoonheid, tot ze van de spiegel verneemt dat ze niet de mooiste is van het land.

In de echte wereld kan dit wrok opwekken, persoonlijke relaties verknoeien, en leiden tot het soort van positionele wapenwedloop waarover de econoom Robert Frank al jarenlang schrijft. We zijn niet gelukkig tot we de familie Jones hebben bijgebeend, maar zodra we ze inhalen, nemen zij weer voorsprong (een eerder stukje gaat daarover). 

Enerzijds lijkt deze bekommernis met onze relatieve positie een destructieve kracht in de maatschappij. Maar zoals het zelfs een accidentele (gedrags)econoom betaamt, kan ik ook de andere zijde zien.

In crisistijden, of het nu om een overstroomd dorp, bosbranden, of een pandemie gaat, dezelfde neiging die ons afgunstig maakt wanneer anderen meer hebben dan wij kan ook een sterk gevoel van samenhorigheid produceren. De mensen die de pech hadden zich op de Diamond Princess te bevinden, het cruiseschip waarop de eerste besmettingen met het nieuwe coronavirus werden vastgesteld, zaten letterlijk in hetzelfde schuitje.

En dat is nu ook zo voor ons allemaal. Dit samenhorigheidsgevoel doet onze voorkeuren verschuiven als zandduinen in de wind, wanneer we ons eigen lot vergelijken met dat van anderen. In situaties zoals degene die we nu ervaren, lijkt dat een goede zaak.

Blijf veilig. Blijf gezond. Zorg voor uzelf en voor elkaar.

LEES OOK
Freddy De Pauw / 16-08-2021

Joe Biden heeft een probleem

Voor de Afghanen die hoopten op een open moderne samenleving, is Biden een verrader.
48605430047_1cea54ebb9_o
Ferdi De Ville / 22-04-2021

Geen terugkeer naar de jaren 80

De begrotingssituatie is fundamenteel anders dan vier decennia geleden. Met de lage rente van vandaag zou het schuldig verzuim zijn mocht de overheid niet meer investeren in een…
BELGIUM ARCHIVES WOMEN'S DEMONSTRATION CRISIS
#BeterNaCorona / 30-03-2021

#BeterNaCorona: tijd om al lessen te trekken

Verschillende kritische media verspreiden de oproep om de crisis als een mogelijkheid aan te grijpen om de samenleving anders vorm te geven.
clock-1392328_1280