Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Het recht aan onze kant hebben heeft een prijskaartje

Koen Smets
pricetag
Foto: Vitaly Vlasov

Daarbij bediende hij zich van twee grote marmeren vijzels, ingemetseld tegen de scheidingsmuur, waarin grote suikerklompen en andere ingrediënten fijn werden gemalen aan de hand van twee even grote stampers die bevestigd waren aan de muur. Bridgman gebruikte deze gewoonlijk elke ochtend tussen 10 en 13 uur. In feite had hij (en voor hem zijn vader) een van de mortieren al zestig jaar lang in gebruik, en de tweede gedurende 26 jaar. Maar nu zorgden de trillingen en het lawaai voor overlast in de nieuwe consultatieruimte van dr. Sturges, waar ze hem verhinderden patiënten met ademhalingsproblemen te onderzoeken via auscultatie, en het hem onmogelijk maakten taken uit te voeren die aandacht vereisten. Dr. Sturges stuurde dus aan op een verbod voor de heer Bridgman om zijn hinderlijke installatie nog verder te gebruiken.

De wet weet het misschien niet beter

Dit is een van de anekdotes die figureren in de klassieke paper van Ronald Coase uit 1960, The Problem of Social Cost, waarin hij het concept van externaliteiten bespreekt (en dat bijdroeg tot de toekenning van de Nobelprijs aan Coase in 1991). Hier was het dus de banketbakker die, bij het voeren van zijn zaak, een negatieve externaliteit forceerde: de geluidshinder voor de dokter.

Uiteindelijk won dr. Sturges de rechtszaak, en ook het beroep van Bridgman werd afgewezen. Maar als econoom vroeg Coase zich af of dit resultaat wel degelijk de optimale toewijzing van de middelen betekende. Een goede manier om dat te bepalen zou het toelaten zijn geweest voor beide partijen om te onderhandelen.

pestle and mortar
Mijn grote broer maakt nog veel meer herrie (Foto: Republica)

Dr. Sturges had zijn recht op stilte kunnen opgeven, en hebben geduld dat Bridgman verder zowel lawaai als snoepgoed zou produceren, in ruil voor een betaling die hem zou compenseren voor de kosten voor een verhuizing naar een rustiger omgeving, voor het inperken van zijn consultatie-uren, of voor het bouwen van een aparte zijmuur eerder dan tegen de muur van Bridgman aan te bouwen. Als dit de banketbakker minder zou hebben gekost dan de opgelegde staking van het gebruik van zijn luidruchtige uitrusting (door zijn werkwijze te veranderen, of door te verhuizen naar een andere locatie), dan zou dit een betere oplossing zijn geweest.

Wat als Bridgman de zaak had gewonnen? Dezelfde logica zou dan gelden: de dokter had hem dan een bedrag kunnen bieden om op te houden met zijn lawaaierige bezigheden. Als het verlies van dr. Sturges door Bridgman’s geluidshinder groter zou zijn geweest dan het inkomen dat Bridgman op die manier verwierf, dan zouden hier ook beide partijen beter af zijn geweest door zo’n transactie.

Dit is de essentie van de Stelling van Coase: als het mogelijk is te onderhandelen over een externaliteit, en de transactiekosten zijn voldoende laag, dan zal een overeenkomst leiden tot een zogenaamd Pareto-efficiënt resultaat, ongeacht hoe de rechten in oorsprong zijn toegewezen. (Pareto-efficiëntie betekent dat het niet mogelijk is de toewijzing van rechten te veranderen om een partij beter af te maken, zonder de andere partij te benadelen, m.a.w. er is geen mogelijkheid meer voor een win-win).

In de praktijk, zo geeft Coase weliswaar toe, zijn de transactiekosten voor zo’n overeenkomst vaak buitensporig – stel u een fabriek voor op een grotere schaal dan Bridgman’s zaak, met luidruchtige machines die niet slechts een, maar tientallen buren schade berokkenen. Individuele overeenkomsten sluiten met elk huishouden in de buurt zou onmogelijk zijn.

Voor een voorbeeld op nog grotere schaal wil kunnen we kijken naar de staking bij het openbaar vervoer in Frankrijk. Duizenden werknemers in de sector staken tegen de pensioenplannen van de regering, en beletten miljoenen mensen, die niet rechtstreeks betrokken zijn in het dispuut, het openbaar vervoer te gebruiken. We hebben hier dus wel degelijk te maken met een negatieve externaliteit. De werknemers hebben het recht om te staken, maar net als in de paper van Coase is het mogelijk dat de derde partij (de geplaagde reizigers) bereid is de stakers te betalen om weer aan de slag te gaan, in principe althans – een onderhandeling tussen duizenden stakers en miljoenen transportgebruikers is, zo moeten we erkennen, ondoenbaar.

Transactiekosten tussen de oren

Het is interessant wat dieper in te gaan op dat economische concept van de transactiekost, want die is niet enkel van belang bij externaliteiten, maar ook bij conventionele transacties.

Als ik iets te koop heb waarin u geïnteresseerd bent, en mijn vraagprijs is lager dan de hoogste prijs die u bereid bent te betalen, dan kunnen we zakendoen – zolang tenminste de kost om de transactie te voleindigen niet buitensporig is. Als ik bijvoorbeeld eis dat u betaalt in cash, of als de afrekenprocedure van mijn website irritant traag is, dan vindt u misschien dat dit de transactie uiteindelijk onaantrekkelijk maakt, en gaat de verkoop niet door.

En die transactiekost kan tussen onze oren zitten. Laten we even terugkeren naar dr. Sturges en de heer Bridgman. Beeld u in dat de dokter er heilig van overtuigd was dat hij recht had op peis en vree in een woongebied – zou hij dan even gemakkelijk een financieel bod van Bridgman hebben aanvaard? Of andersom, als de heer Bridgman onvermurwbaar volhield dat hij het recht had de activiteit verder te zetten die hij al decennialang uitvoerde, zou hij dan bereid zijn geweest voor dat voorrecht te betalen?

Het gevoel dat we ergens recht op hebben kan in de weg staan van een beredeneerde overweging van kosten en baten. Mogelijk zit dit overigens ook achter de aanhoudende staking in Frankrijk, die op de dag van publicatie van dit stukje aan zijn 44ste dag toe is. Werknemers in de openbare sector verliezen 1/30 van hun bruto maandloon voor elke dag die ze staken, dus de staking heeft hen al meer dan zes weken salaris gekost. Het zou wel eens het gevoel kunnen zijn dat ze recht hebben op het al jarenlang geldende genereuze pensioen, dat hen niet zo rationeel maakt in het afwegen wat de staking hen kost (en wat ze erdoor kunnen bereiken – de regering lijkt immers net zo goed het been stijf te houden).

De overtuiging dat we gelijk hebben betekent dat we niet enkel naar de economische winst en verlies kijken in een potentiële transactie. We zien ook het ‘toegeven’ of ‘uitverkopen’ als deel ervan, en daar hangt eveneens een prijskaartje aan vast.

Beschouw dit uit het leven gegrepen geval. In 2008 weigerden de eigenaars van een pension in Cornwall een homokoppel in een tweepersoonskamer te laten overnachten. Hun vermeende recht te bepalen wat wel en niet onder hun dak mag plaatsvinden maakte de transactiekost dus te hoog. We kunnen ons inbeelden dat het homokoppel meer geld had geboden als ze werkelijk zo graag in die kamer wilden slapen, en dat de eigenaars hadden ook dat kunnen afwijzen.

We kunnen ons ook inbeelden dat de gasten hoegenaamd niet bereid zouden zijn geweest meer te betalen, uitgaande van hun eigen recht om niet gediscrimineerd te worden. Maar de zaak kwam voor de rechtbank, en aan het eind van de rit moesten de eigenaars, nadat ze in eerste aanleg, in beroep, en tenslotte voor het opperste gerechtshof verloren, 4.400 euro schadevergoeding betalen. Dat geeft ons een idee van de transactiekost tussen de oren.

Transactiekosten in sociale economie

straight story
Transactiekost: een rit van 400km op een grasmaaier (Screenshot: YouTube)

Zoals wel vaker zijn economische inzichten ook van toepassing in de transacties waarin we ons (weigeren te) begeven in ons sociale leven. The Straight Story, een film van David Lynch, beschrijft de opmerkelijke reis van de bejaarde oorlogsveteraan Alvin Straight. We vernemen nooit precies wat er gebeurde tussen hem en zijn broer Lyle, maar ze hebben al meer dan tien jaar lang geen woord met elkaar gesproken. Wanneer Alvin hoort dat Lyle een beroerte heeft gehad, is hij echter vastberaden zijn broer op te zoeken en het conflict bij te leggen voor het te laat is.

Helaas heeft Alvin zijn rijbewijs moeten inleveren omdat zijn zicht onvoldoende goed is en hij slecht ter been is. Maar onverdroten besluit hij een aanhangwagentje aan zijn grasmaaier te hangen, en daarmee naar het huis van zijn broer te rijden, 400km verderop, tegen een maximumsnelheid van 8 km/h.

Het is een mooie film, die voor mij twee essentiële elementen illustreert uit onze sociale omgang. We zien de hoge transactiekost om de relatie te repareren, waardoor dat tien jaar lang niet gebeurt. De broers zeggen het niet met zoveel woorden, maar we kunnen ons goed voorstellen hoe ze denken “ik maak niet de eerste stap, zelfs niet voor een miljoen”, beiden overtuigd van hun gelijk in wat ook hun conflict was. En er is de plotse, en diepe kentering in de attitude van Alvin, wanneer hij ervoor kiest een uitzonderlijke inspanning te leveren, en een hoge transactiekost te betalen om zijn broer te bezoeken, en op die manier aangeeft hoezeer hij de relatie naar waarde schat.

Onze sociale relaties zijn gebouwd op de offers die we weigeren te brengen, en de offers die we bereid zijn te brengen. Wanneer die in het financiële of materiële domein liggen, is het doorgaans niet zo moeilijk na te gaan of een transactie de moeite waard is. Maar wanneer de overtuiging dat we het recht aan onze kant hebben – misschien wel de idee dat we recht hebben op de erkenning van schuld van iemand anders – dan kan het been stijf houden ons duur te staan komen. We doen er goed aan ons af te vragen of dat het wel waard is.

 

Uitgelichte foto: Vitaly Vlasov

LEES OOK
Koen Smets / 05-08-2022

Niet het beste streefdoel

Welke streefdoelen zijn effectief en welke niet?
doel darts
Koen Smets / 08-04-2022

Werkelijke waarde

Ook al staat ergens een prijs op gedrukt, toch is het bepalen van de werkelijke waarde ervan niet zo eenvoudig.
tickets
Koen Smets / 18-03-2022

De transactiekost van de zomertijd

Maart is de maand waarin veel landen de klok een uur vooruitzetten, maar de meningen over deze gewoonte zijn verdeeld.
sleeping