Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De spijt van de kiezer

Koen Smets
polling station
Foto: CC BY STML

Dit kan een vreemde vraag lijken: stemmen mensen niet gewoon voor de kandidaat of de partij van hun voorkeur? En hoe kun je daarover dan spijt hebben?

Een kronkel in het systeem

Het kiessysteem in het VK werkt met kiesdistricten met elk één parlementslid (eerder dan met partijlijsten). In elk van de 650 districten wordt de kandidaat met de meeste stemmen verkozen. Dat lijkt simpel, maar het kan leiden tot resultaten die de intuïtie tarten. Het is bijvoorbeeld lang niet zo dat een partij op een parlementslid kan rekenen voor ruwweg elke 1/650 van alle stemmen die nationaal zijn uitgebracht. Alle kandidaten van een partij zouden in theorie zeg maar een derde of zelfs meer van de stemmen kunnen halen in hun district, maar als er telkens een andere kandidaat is met net iets meer stemmen, haalt de partij uiteindelijk geen enkele zetel. Anderzijds heeft een enkele populaire onafhankelijke kandidaat hooguit 50% van de stemmen in een kiesdistrict nodig (minder als er meer dan twee kandidaten zijn) om een zetel te winnen, dus hij of zij kan worden verkozen met minder dan de helft van 1/650 van alle stemmen. Meer dan 30% = geen verkozenen, en 0,07% van de stemmen = één verkozene, jawel.

Deze kronkel schept mogelijkheden tot tactisch stemgedrag. En als er een verkiezing is waar tactisch stemmen belangrijk was, dan was het wel die van gisteren – gedomineerd als ze was, meer dan drie jaar na het EU-referendum, door de Brexit. De Conservatieve partij (alias de Tory’s) voerden campagne rond “getting Brexit done” (waarmee ze bedoelden dat ze het uittredingsakkoord dat in oktober was overeengekomen met de EU zouden laten goedkeuren door het parlement – vervolgens moeten dan wel nieuwe onderhandelingen plaatsvinden om een VK-EU handelsakkoord te bereiken). Een goede keuze dus voor vele Leave-aanhangers, maar die konden ook voor de Brexitpartij stemmen, mochten ze de huidige Brexitroute te zachtaardig vinden. Ook al had deze partij eenzijdig beslist geen kandidaten voor te dragen in districten met een Conservatief parlementslid, ze kwamen wel op in de meeste andere districten waar ze dus concurreerden met de Tory’s en tot verdeeldheid kon leiden.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Een tactische stem? (Foto: freepik)

De andere partijen hadden geen gemeenschappelijke strategie rond Brexit. De Liberaal-Democraten zouden Artikel 50 herroepen en de Brexit gewoon stoppen, terwijl Labour en de meeste andere partijen op zijn minst een nieuw EU-referendum zouden steunen. Maar er was in elk geval geen overeenkomst tussen hen om zich te verenigen rond een enkele Remain-kandidaat om te verhinderen dat de stemmen verspreid zouden worden. Flink wat mogelijkheden voor Remain-aanhangers.

In vele districten (de zogenaamde marginal constituencies) is het verschil tussen het aantal stemmen van de overwinnaar en van de persoon die als tweede eindigt erg klein. Een analyse van de BBC vond dat in bijna 25% van alle districten de meerderheid minder dan 10% van de stemmen was. In 51 ervan was dat minder dan 2% en in 11 zelfs minder dan 100 stemmen

Een verkeerde stem?

Voor velen die sterke gevoelens hebben bij de Brexit was het dus niet zo simpel als een stem uitbrengen voor de kandidaat van de geprefereerde partij. Stel u bijvoorbeeld voor dat u een Liberaal-Democratische kiezer bent die vanmorgen wakker wordt in Kensington.

Tot gisteren werd u vertegenwoordigd door een Labour-parlementslid, Emma Dent Coad, die in 2017 de zetel won van de Conservatieven met een meerderheid van amper 20 stemmen. Vanaf vandaag is de Conservatieve Felicity Buchan uw MP, met nauwelijks 150 stemmen meer dan mevrouw Dent Coad. Als u, samen met 150 andere van de 9.312 Liberaal-Democratische kiezers, voor haar had gestemd in plaats van voor LibDem kandidaat Sam Gyimah (die geen kans maakte verkozen te worden), dan had u de overwinning kunnen ontzeggen aan de Tory-kandidaat. Handelde u verkeerd?

Met bijna alle stemmen geteld wanneer ik dit schrijf, voorspelt men dat de Conservatieven 39 zetels meer zullen hebben dan de 326 die ze nodig hebben voor een absolute meerderheid. In elk van de 39 meest marginale districten is het verhaal vanochtend hetzelfde als in Kensington: enkele honderden kiezers hadden het verschil kunnen maken. Wellicht zullen sommigen die niet tactisch stemden, die zichzelf niet zover konden brengen de neus toe te knijpen en te stemmen voor een kandidaat met wie ze weinig affiniteit hebben, wel wat spijt voelen over wat ze gisteren deden.

Maar er is een groep die nog meer de uitslag van de verkiezingen heeft beïnvloed dan de al-dan-niet tactische kiezers: zij die niet stemden. De laatste keer dat het om minder dan 30% van het electoraat ging was in 1997 (bij de vorige verkiezingen was het 33,2%). Er zit ook variatie tussen de districten – van iets meer dan 20% tot 47%. Je ziet meteen welke potentieel sterke rol deze kiezers kunnen spelen in de marginale districten. Beeld u iemand in die zich gisteren de moeite niet getroostte om te gaan stemmen, overtuigd dat het toch geen verschil zou maken, terwijl een handvol stemmen tot een ander resultaat had kunnen leiden.

Twee soorten spijt

Zouden zij evenveel spijt voelen? Dit is een vraag die psychologen Daniel Kahneman en Amos Tversky in 1982 behandelden in een artikel in Scientific American. Ze beschreven hoe de spijt die wordt geassocieerd met niet handelen vaak minder intens is dan de spijt geassocieerd met het stellen van een verkeerde handeling. Ze gebruiken een simpel gedachte-experiment met twee investeerders, Paul en George (we weten niet wat er met John en Ringo gebeurt).

Paul heeft aandelen in firma A en overwoog ze te verkopen en aandelen van firma B te kopen, maar deed het uiteindelijk toch niet. Had hij dat wel had gedaan, dan was hij nu 1200 dollar beter af. George had aandelen in firma B, en switchte naar firma A. Als hij de aandelen van firma B had gehouden zou hij nu 1200 dollar beter af zijn. Paul en George zijn in exact dezelfde situatie: ze hadden allebei 1200 dollar rijker kunnen zijn, maar zijn dat niet als gevolg van een bewuste keuze. Nochtans bleken 92% van de deelnemers te verklaren dat George meer spijt zou hebben dan Paul.

De hypothese van Kahneman en Tversky is dat dit komt omdat het makkelijker is voor George zich in te beelden dat hij geen actie ondernam, dan voor Paul zich in te beelden dat hij wel actie ondernam, en dat het vooruitzicht op spijt het voordeel geeft aan niet handelen eerder dan wel handelen (idem voor routinematig gedrag eerder dan aan innovatief gedrag). Sedertdien is dit “actie-effect” vele keren experimenteel bevestigd.

regret
Zoveel spijt? Wellicht niet omdat hij passief is gebleven (Foto: yanalya)

Wat zit er achter deze intrigerende asymmetrie? Een nieuw paper van Gilad Feldman, een psycholoog aan de universiteit van Hong Kong, werpt hier wat licht op. Een populaire theorie is dat we een impliciet referentiepunt hanteren dat verwijst naar wat we als normaal zien (de “normentheorie”). We zouden meer spijt ervaren wanneer de dingen mislopen nadat we waren afgeweken van de norm, dan wanneer we er ons hadden aan gehouden. Maar dan is de vraag, op welke manier is niet handelen dan ‘normaal’?

Feldman voerde verschillende experimenten uit rond drie mogelijkheden: (a) het gaat om een sociale norm (iedereen neigt naar passiviteit); (b) we zijn zelf in het verleden altijd eerder passief geweest; en (c) wie beslissingen neemt in bepaalde situaties wordt verwacht voor de passieve keuze te gaan wanneer de keuze is tussen handelen en niet handelen.  In een van de experimenten kregen de deelnemers bijvoorbeeld te maken met een proactieve maatschappij, waarin de norm is bezig te zijn en verloren tijd tot een minimum te beperken. Zijn bevindingen suggereren dat de drie vormen van ‘normaliteit’ wel degelijk bestaan, en apart staan van elkaar. Alle drie spelen ze een rol in onze gevoelens van spijt, en bovendien versterken ze elkaar wanneer ze gezamenlijk aanwezig zijn.

Het zullen dus wellicht vooral de kiezers zijn die ideologisch of impulsief, eerder dan tactisch stemden, die meer spijt zullen voelen, en niet zij die thuisbleven – misschien niet zozeer omdat niet stemmen de norm is (zij die wel stemmen vormen een stevige meerderheid), maar omdat dit is wat ze altijd al hebben gedaan.

Goed beseffen wat ‘normaal’ is voor ons persoonlijk, en waarom, kan ons helpen uit te vissen welke de juiste beslissing is – dat is, vanzelfsprekend, degene die ons achteraf het minste spijt zal opleveren. 

Als u bijvoorbeeld normaal niet mijn wekelijkse stukje leest, dan hoop ik dat u er geen spijt van hebt dat wel te hebben gedaan (en dat het misschien uw nieuwe ‘normaal’ wordt). Als u een reguliere lezer bent, zult wellicht ook geen spijt hebben dit stukje te hebben gelezen. En ingeval u een reguliere lezer bent die dit stukje niet las, dan… ach laat maar, u leest het toch niet.

 

Uitgelichte foto: CC BY STML

LEES OOK
Karl van den Broeck / 19-04-2024

Nobelprijswinnaar Maria Ressa: 'Eind 2024 weten we of de democratie nog leeft'

De Filipijnse journalist waarschuwt voor de gevolgen van een feitenvrije wereld.
Nobelprijswinnaar en hoofdredacteur van Rappler Maria Ressa tijdens een interview in 2022.
Daan Van Cauwenberge / 18-04-2024

Ben Weyts duwde door voor afgeslankte raad van bestuur UGent

Huidige bestuursleden beschouwen het voorstel als het terugschroeven van democratische rechten.
Vlaams onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) aan het spreekgestoelte van het Vlaams Parlement in maart 2024.
Frank Olbrechts / 18-04-2024

Op NatCon verzamelden kruim en schuim van Europees uiterst rechts

Verboden of niet, op de uiterst rechtse National Conservatism Conference verzamelde een bont uiterst rechts gezelschap.
Hongaars premier Viktor Orbán (links) op NatCon in gesprek met Yoram Hazony van de Amerikaanse Edmund Burke Foundation.