Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De gemeenschapsideologie (2)

Maarten van den Oever
Foto Flickr cc Sam Carpenter (1 van 1)
Foto Flickr cc Sam Carpenter (1 van 1)
(Foto: Wikipedia © Uitg. Oisterwijk)
In NSB, Zwart Front en ANFB waren wel plebejische elementen. (Foto: Wikipedia © Uitg. Oisterwijk)

Ontwikkelingen als het ontstaan van het fascisme komen nooit door een ingenieuze inval van een individu en ontstaan ook nooit op een enkele plaats. Integendeel, ze komen in allerlei vormen bij veel verschillende individuen tegelijkertijd op, en dat gebeurt ook op veel verschillende plaatsen. In Nederland was het fascisme vooral het resultaat van ontwikkelingen op universiteiten en hogescholen. Dat betekent niet dat er geen zogenoemde ‘plebejische elementen’ in de bewegingen waren (in NSB en Zwart Front en ANFB waren die er zeker wel), maar die waren bij de oorsprong niet meer dan een van de verschillende elementen.

Het is ook niet zo dat een opvatting die wij later het stigma van ‘fascisme’ hebben meegegeven, als ‘fascisme’ ontstond.

Moordpartijen

De meeste opvattingen die in de loop van de jaren van het interbellum gingen deel uitmaken van het gedachtegoed dat fascisme ging heten, kwamen uit groepen en ontwikkelingen die zichzelf absoluut niet als zodanig zien. Laat helemaal staan dat ze de moordpartijen die onze herinnering aan het fascisme domineren, als vooropgezet plan in gedachten hadden.

We zullen in het fascisme ontwikkelingslijnen tegenkomen die met elkaar in strijd komen, zelfs binnen de opvatting van een enkele stroming

En tenslotte: het gedachtegoed van het fascisme is niet altijd consistent. We zullen ontwikkelingslijnen tegenkomen die met elkaar in strijd komen, zelfs binnen de opvatting van een enkele stroming. Sterker nog, vele afsplitsingen binnen fascistische groepen en partijen zijn juist aan die tegenstrijdigheden te wijten.

Wel, we beginnen onze uitleg van deze betreurenswaardige wording van het fascisme met een geografisch betoog, juist in een poging om de lezer wat overzicht van de ontwikkelingen te gunnen.

Lees hier deel 1: De gemeenschapsideologie (1)

Geografie: wording van een politieke beweging

Omstandigheden die mensen in beweging kunnen brengen, zijn op individueel niveau altijd min of meer toevallig. De reden waarom de zeer respectabele en conservatieve Duitse professor Wichman naar Utrecht kwam, lagen gewoon in de opportuniteit van een betrekking aan de Utrechtse universiteit.

Hij bestuurde er zijn gezin gestreng, en dat had op zijn twee kinderen een volledig averechts effect. Clara Wichman werd een voorvechtster van feminisme, vrouwenkiesrecht en anarchisme, Erich Wichman was nog veel erger. Na veelvuldig en rampzalig wangedrag in verschillende instituten die de bedoeling hadden hem op te voeden, kwam hij terecht in de enige omgeving die hem een thuis leek te bieden, namelijk het Amsterdams caféleven.

Het is einde eerste wereldoorlog, een oorlog die Nederland afgezien van de vele vluchtelingen en deserteurs uit België in het zuiden van het land, onberoerd heeft gelaten

Het is einde eerste wereldoorlog, een oorlog die Nederland afgezien van de vele vluchtelingen en deserteurs uit België in het zuiden van het land, onberoerd heeft gelaten, maar het land in een politieke kramp achterliet. Troelstra, de SDAP-leider, heeft in 1917, in navolging van heel wat Europese collega’s, een in zijn geval mislukte revolutiepoging ondernomen, en dat leidde bij veel burgers tot de verzuchting dat de Nederlandse leiders kennelijk zelfs geen revolutie voor elkaar kregen.

In het gezelschap waarvan Erich als aspirant-schilder en -dichter deel uitmaakte, leidde dit tot uitzinnig sarcasme en - zo typisch Nederlandse achteraf - als provoactiviteit te beschouwen dwarse acties, waartoe het oprichten van de Jeneverpartij en de Rapaillepartij behoorden.

Onschuldige chicanerie

Het gezelschap maakte zich populair, vooral toen ze een plaatselijke landloper en notoire alcoholicus in de achterbak van hun auto hesen als zijnde de lijsttrekker met de naam Hadjememaar, en daarmee door de stad rondreden. Hij werd met een kameraad verkozen in de gemeenteraad, en vervolgens om die tegen zijn aanwezigheid te beschermen, opgeborgen in het cachot.

(Foto: © Maarten vdO)
Erich Wichman was de bezieler van het kunstenaarswereldje en medeoprichter van eerste rechtse succesblad De Bezem. (Foto: © Maarten vdO)

Het hele gebeuren leest achteraf als een onschuldige chicanerie. Maar dat was het niet en werd het steeds minder. Een veeg teken van de echte waarde van deze actie was de uitspraak van Koningin Wilhelmina dat zij, als ze had kunnen stemmen, liever op deze Hadjememaar had gestemd dan op het waardeloze stel lieden dat als politici toen het land bestuurde.

De Rapaillepartij - oorspronkelijk 'De Onafhankelijken'. (Foto:© Maarten vdO)
De Rapaillepartij - oorspronkelijk 'De Onafhankelijken'. (Foto: © Maarten vdO)

Het zou een treffende uitdrukking worden van de wijze waarop de gemiddelde Nederlander dacht over zijn politieke vertegenwoordigers. De Rapaillepartij, op zichzelf een onschuldige vrolijke verzameling bohemiens, werd de eerste uitdrukking van onvrede met het politieke stelsel die in de jaren na 1919 overal in het land de kop opstak. De Nederlanders vonden voor een steeds groeiend deel dat de politici hen niet vertegenwoordigden, sterker nog, dat ze hun representatie in de weg stonden.

Leiden

De Leidse Universiteit was en is nog altijd de thuisbasis van de liberale politieke stromingen in Nederland. Thorbecke, maar ook Bolkestein, Rutte, en ook Baudet en Paul Cliteur hebben er hun intellectuele oorsprong. De universiteit was door de oppermacht van het liberalisme vanaf Thorbecke ’s regeringen een bolwerk van gevestigde liberale waarden, niet een plek waar plebejische buitenstaanders welkom waren.

Er is door veel auteurs van na de Tweede Wereldoorlog moeite gedaan om Gerard Bolland weg te zetten als een komisch randverschijnsel

Niettemin was er toch zo één, een autodidact nog wel, binnengedrongen op een hoogleraarszetel: Gerard Bolland, als hoogleraar Filosofie. Er is door veel auteurs van na de Tweede Wereldoorlog moeite gedaan om Bolland weg te zetten als een komisch randverschijnsel. Hij gaf daartoe aanleiding door uiterst onoverzichtelijke rommelige betogen, doorspekt op een onsamenhangende wijze met reeksen citaten, en werd ook een dankbare prooi voor zijn biograaf Willem Otterspeer, die de zeldzame gelegenheid voor een biograaf te baat nam om zijn object voor zover maar enigszins mogelijk af te breken.

Hegel

Bolland ‘hegelde’, zoals hijzelf kennelijk placht te zeggen. Hij gebruikte Hegel om een nieuwe staatssoevereiniteit te bepleiten en de democratie te desavoueren. Minachting voor de mindere klassen ging bij hem samen met afkeer van verkiezingen en plebejisch parlementarisme. Hij was een ongewone hoogleraar, al was het alleen maar omdat hij massa’s publiek trok, waarvan bijna niemand na het verlaten van de voordracht in staat was na te vertellen wat hij zojuist gehoord had. Hij reisde het hele land door, hield voortdurend overal voordrachten, en had daarmee een enorme impact.

Gerard Bolland was zelf geen ondubbelzinnige fascist maar zijn denkbeelden dienden daar wel toe

Bolland was zelf geen ondubbelzinnige fascist maar zijn denkbeelden dienden daar wel toe. Hoewel qua politieke opstelling een traditionele oud-liberaal, compleet met vooroordelen tegen vrouwen, vreemdelingenhaat en al wat dies meer zij, was zijn hoofdbijdrage aan de opbouw van het Nederlandse fascisme de portie neo-hegelianisme, die hij aan Nederland toediende.

Zijn uitstraling was via zijn adepten (onder wie Wigersma) zeer groot en leidde tot de dominantie van de neo-hegelianen in Utrecht en via die tot de dominantie gedurende enige jaren van het neo-hegelianisme in de NSB. Pieter Geyl studeerde in Leiden tijdens het professoraat van Bolland. Emile Verviers, die de aanzet gaf tot het Zwart Front, de in grootte tweede fascistische beweging van Nederland, was een leerling van Bolland.

Utrecht

De Utrechtse universiteit was het onderkomen van Pieter Geyl, als hoogleraar Nieuwe Geschiedenis vanaf 1936. Hij had grote invloed omdat hij als begaafd literator en liberaal de Groot-Nederlandse gedachte uitdroeg, dat wil zeggen de eenheid van Vlaanderen, Zuid-Afrika en Nederland propageerde, en daarmee zonder er zelf lid van te worden het Verdinaso aan aanhang hielp.

Hij kreeg in Utrecht steun van Frederik Carel Gerretson, hoogleraar Geschiedenis van Nederlands-Indië, die ook de Groot-Nederlandse idee was toegedaan, maar daarnaast ook fascistische opvattingen huldigde totdat zijn groep, de Nationale Unie, in 1934 het nazisme begon te omarmen.

Naast de voorlopersstroming op de faculteit Geschiedenis had de Utrechtse universiteit ook een neo-hegeliaanse stroming op de faculteit Filosofie

Beide heren raakten later betrokken bij de pogingen van de door de Duitsers gegijzelde groep prominenten in St.-Michielsgestel ('de Heeren Zeventien') om het naoorlogse bestel te ontwerpen en droegen er aanzienlijk toe bij dat dat naoorlogse bestel vele ideeën uit de fascistische beweging zou overnemen.

Naast deze voorlopersstroming op de faculteit Geschiedenis had de Utrechtse universiteit ook een neo-hegeliaanse stroming op de faculteit Filosofie, die het voorland zou zijn van de staatsopvattingen in de NSB. Naast de privaatdocent Wigersma, overgekomen uit Bolland ’s Leiden, was daar de prominente Tobie Goedewaagen, ook privaatdocent, die de NSB zou omarmen en onder de oorlog secretaris-generaal op het departement van Volksvoorlichting en Kunsten zou worden en in die rol het verplichte lidmaatschap van de Kultuurkamer, het disciplineringsinstrument van de Duitsers voor de onwillige kunstenwereld, zou invoeren.

Nazikunst

Ook buiten de universiteit bezat Utrecht groepen waarin nagedacht werd over de politiek: in een en hetzelfde huis aan de Oude Gracht woonden Pyke Koch, later notoir nazistisch kunstenaar en ontwerper van illustratieve iconen van de nazikunst, met Jan Engelman, latere redacteur van het blad voor katholieke reconstructie De Gemeenschap samen. Onderwijl werkten elders in de stad de leden van De Nieuwe Stijl, waaronder Gerrit Rietveld die aan de Oude Gracht zijn atelier had en bijdroeg aan De Gemeenschap.

En dan was daar in Utrecht Erich Wichman, bezieler van het kunstenaarswereldje en medeoprichter van eerste rechtse succesblad De Bezem

Ook in Utrecht werkte in de jaren '20 en '30 Albert Kuyle, alias Louis Kuitenbrouwer, jonge verslaggever van de krant Het Centrum, later overgestapt naar de in 1935 aan de Biltstraat opgerichte uitgeverij Het Spectrum. Deze ontwikkelde zich via een redacteurschap van De Gemeenschap, tot latere naaste medewerker van Arnold Meyer, de leider van het Zwart Front, en tot veelschrijver in dienst van de zaak van het fascisme. En dan was daar in Utrecht (zij het met tussenpozen) Erich Wichman, bezieler van het kunstenaarswereldje en medeoprichter van eerste rechtse succesblad De Bezem. Het debat binnen dit kunstenaarscircuit zou grote gevolgen krijgen.

Nijmegen

Het verhaal over Nijmegen begint in Vlaanderen, waar tijdens de loopgravenoorlog Cyriel Verschaeve in het door Duitsland bezette deel van België zich bezint op mogelijkheden om geestverwanten van zijn Vlaams nationalisme te bereiken aan de Belgische kant van de frontlinie. Om zijn doel te bereiken zendt hij ene Carlos van Sante door de linies die de later als ‘activisten’ bekend geworden Vlaamse geestverwanten aanspreekt, maar vervolgens niet meer in staat is door de linies terug te komen en daarom als politiek vluchteling in Nederland belandt, waar hij, eenmaal pater dominicaan geworden, in Nijmegen zijn werkzaamheden verricht.

Aan de in 1924 opgerichte katholieke universiteit in Nijmegen vindt een proces van bewustwording plaats onder de studenten, een proces dat zijn wortels vindt in een gevoel van regionale miskenning

In Nijmegen vindt hij vruchtbare grond. Aan de in 1924 opgerichte katholieke universiteit vindt een proces van bewustwording plaats onder de studenten, dat zijn wortels vindt in een gevoel van regionale miskenning. (Het zuiden was lang in de minderwaardige positie van ’Generaliteitslanden’ gehouden, en begon pas vanaf 1848 een opgang als te respecteren deel van het Nederlandse koninkrijk.)

Die regionale miskenning werd ook gevoeld als een miskenning van het katholieke geloof, en veel studenten voelden het zo dat zij het voorzichtige emancipatiestreven van de leidende katholieke politicus Schaepman als een totale misvatting van het katholicisme zagen. De katholieke waarheid kon niet waar zijn, als er nog delen van de bevolking waren (lees: protestanten en liberalen) die niet erkenden dat alleen de katholieke waarheid de waarheid was.

Katholieke autocraten

Zij speurden het gehele intellectuele landschap af voor inspiratie en vonden onder meer de Fransman Leon Bloy. Die was een fenomeen op zich. De totale asceet Bloy was in alles puriteins behalve in schelden, diep oprecht en van harte schelden. Woedende lange betogen over de ‘kleinheid’ van de katholieke autocraten, over de onechtheid van hun geloofsbelijdenis, over de onterechte kleinering van de authentiek katholieke waarden, naast de nu bijna lachwekkende ophemeling van grote helden, zoals hij bijvoorbeeld Napoleon zag.

Het blad Christophore werd een vertrekpunt van veel fascistische organisaties en activiteiten

Zijn woede enerzijds en geëxalteerd fanatisme anderzijds waren oprecht en kwamen ook zo over. De Nijmeegse studenten herkenden daarin hun verloren authenticiteit. Carlos van Sante onderwees hen de waarden van het bijbehorende integralisme van Verschaeve en Bloy, en kon hen vertellen (onder meer in het kader van bijeenkomsten op het Dominicuscollege) hoe zij hun authenticiteitsstreven in politieke actie konden omzetten.

Wouter Lutkie, zag in de bezieling van Mussolini een voorbeeld hoe een werkelijk katholieke samenleving te realiseren was. (Foto: © Maarten vdO)
Wouter Lutkie zag in de bezieling van Mussolini een voorbeeld hoe een werkelijk katholieke samenleving te realiseren was. (Foto: © Maarten vdO)

De door hen opgerichte club met blad Christophore werd een vertrekpunt van veel fascistische organisaties en activiteiten, en het waren leden van hun club die later het Verdinaso in Nederland leidden en tenslotte, zij het min of meer noodgedwongen, in de NSB belandden (Ernst Michel en Voorhoeve). Een van de leden tenslotte, Ton Kersemakers, zou betrokken raken bij de uitgaveactiviteiten in het diepe zuiden (Oisterwijk) die mede zouden leiden tot het ontstaan van Zwart Front en de oprichting van de fascistische bladen Aristo en Opbouwende Staatkunde.

Italiaans fascisme

Het fascisme waarin veel activiteiten van deze katholieke jongeren tenslotte uitmondden, werd echter niet zozeer enkel gevoed door ‘herstelmotieven’ zoals enkele historici (onder wie Wim Zaal) schreven. Een in toenemende mate belangrijke en bepalende invloed kwam namelijk van het Italiaanse fascisme, dat in de ogen van activistische studenten een ‘opbouwideologie’ was, niet een herhaling of herstelling van het oude hun te makke katholicisme.

Wouter Lutkie, de bezieler van veel fascistische groepen voordat de NSB ontstond (in 1931), zag in de politieke actie en bezieling van Mussolini een voorbeeld hoe een werkelijk katholieke samenleving te realiseren was. Erich Wichman, die voor Mussolini in 1924 naar Italië kwam, zag in Mussolini de heroïek van de strijdende mens.

Tilburg

In 1926 wordt de Katholieke Handelshogeschool opgericht, een bewijs van de emancipatoire ontwikkeling van het katholieke zuiden, die de oerkatholieke dr. Moller met zijn katholieke leergangen en katholiek basisonderwijs in gang had weten te zetten. De personele bezetting van de hoogleraarsposten werd ingegeven door twee fundamenteel samenhangende bronnen, namelijk enerzijds de pauselijke encyclieken Rerum Novarum en Quadrogesimo Anno, en anderzijds de filosofische stroming van het neothomisme, de leer van de fransman Jacques Maritain, adept van Leon Bloy en ook enige tijd redacteur bij De Gemeenschap.

Een resem hoogleraren droeg een samenhangend beeld van een nieuwe samenleving uit waarvan de hoofdtrekken veel overeenkwamen met de kernpunten van het fascistisch programma

Herbezield katholicisme en corporatisme werden het leidmotief van de Handelshogeschool. Hoogleraren Cobbenhagen (voor Economie), Weve (voor Filosofie, i.c. Neothomisme), Kaag (voor Economie), De Quay, de latere naoorlogse minister-president, voor Arbeidspsychologie (door hem Psychotechniek genoemd), en Romme (voor Rechten), van 1937 tot 1938 minister Sociale Zaken, naoorlogse leider van de katholieke RKSP, later KVP. Ze droegen een samenhangend beeld van een nieuwe samenleving uit waarvan de hoofdtrekken veel overeenkwamen met de kernpunten van het fascistisch programma.

Machtsbasis

De Handelshogeschool werd het echte middelpunt van de centrum-stroming in de katholieke zuil en als zodanig koos zij op diverse thema’s ondubbelzinnig de zijde van ook door het fascisme omarmde standpunten. Als gevolg daarvan oefenden de hoogleraren enorme invloed uit in de diverse sociale organisaties.

De Quay bouwde een machtsbasis op in het genootschap Brabantia Nostra, vanwaar uit zijn rol in de latere Nederlandse Unie begrijpelijk wordt. Kaag bekleedde commissariaten, waaronder ook die bij de grote Leerfabriek in Oisterwijk. Weve, ongetwijfeld de filosoof van het gezelschap, verdedigde de episcopale posities in het universitaire milieu.

Cobbenhagen gold als de grote ideologische leider, die het corporatisme uitdroeg en verdedigde en de Hogeschool tot een bastion van dat stelsel maakte. De Amsterdamse jurist Romme (alhoewel geboren in Oirschot), die het gezelschap korte tijd vervoegde, werd de grote politieke representant van de Tilburgse clan in de RKSP, en zou nog in 1943 een publicatie het licht doen zien waarin adaptatie aan de nieuwe omstandigheden (lees die van de Duitse bezetting) werd bepleit.

De betekenis van het wetenschappelijk-politieke activisme was vooral gelegen in het feit dat zo een brug werd gevormd tussen extreemrechts gedachtegoed en het politieke midden

De betekenis van dit wetenschappelijk-politieke activisme was terugblikkend vooral gelegen in het feit dat zo een brug werd gevormd tussen extreemrechts gedachtegoed en het politieke midden. De heren waren wijs genoeg, ondanks allerlei informatief overleg van met name De Quay met NSB en Zwart Front, om niet daadwerkelijk deel te gaan uitmaken van de ledenlijsten van fascistische politieke groepen. Daardoor konden ze hun brugfunctie tussen centrum en rechts blijven uitoefenen en de steun van het episcopaat, dat niet gediend was van politiek fascisme, behouden. Het politieke midden kwam hierdoor in de greep van voor het fascisme cruciale denkbeelden.

Middenland

Dit is geen bestaand land, noch een bestaande plaats, maar eerder de perceptie van een plaats en een land. Het is de term die in kringen van Brabantia Nostra en de Dietse studentenvereniging en het Dietse Verbond en later de Nederlandse tak van Verdinaso vaak gebezigd werd om de rol van Brabant aan te duiden in het Groot-Nederlands geheel.

Er ligt de romantische versie van de historie aan ten grondslag waarin de Hertog van Brabant voor de usurpatie door Hollanders en Spanjaarden een letterlijk centrale rol speelde tussen het Hollandse noorden en het Franse zuiden, als heerser over het Middenland.

Men vond dat het aloude Brabant, waarvan Brussel de hoofdstad was, hersticht moest worden

Toen in de Belgische afscheidingsoorlog, waarin Gent en Antwerpen zich verzetten tegen die afscheiding, Vlaanderen en Vlaams-Brabant losgescheurd werden van het oude Middenland, riep dat in de negentiende eeuw een gevoel van verbondenheid van de Brabanders met hun zuidelijke onderdrukte stamgenoten op. Men vond dat het aloude Brabant, waarvan Brussel de hoofdstad was, hersticht moest worden.

Vluchtelingenstroom

De vluchtelingenstroom tijdens de Eerste Wereldoorlog blies dat sentiment volop nieuw leven in en toen dan het Vlaamse activisme een appel deed op de katholieke jongeren van Brabant, werd dat Brabants chauvinisme en revanchisme omgezet in een vorm van cultureel reveil: het Middenland moest herrijzen.

(Foto: © Maarten vdO)
(Foto: © Maarten vdO)

Vanuit het heden bezien lijkt het alsof ik hier een cultureel randverschijnsel beschrijf, maar dat is een optische vergissing. Brabantia Nostra, de voornaamste van deze culturele groepen, werd van een vrome studentenclub tot een verzameling van de maatschappelijk machtigen. Toen dan in het eerste bezettingsjaar De Nederlandse Unie werd gesticht op een programma van samenwerking met de bezettende machten en massaal aanhang trok, zat daarin vooral aansturing vanuit Brabantia Nostra, het thuisfront van De Quay.

En Geert Ruygers, de voornaamste redacteur van het clubblad van Brabantia Nostra, schreef dan ook de eerste brochure van De Nederlandse Unie met een motto van Cyriel Verschaeve. De zuidelijke hervormers lieten het daar niet bij. Toen de voornaamste politieke leiders van het zuiden opgesloten raakten in het gijzelaarskamp van St.-Michielsgestel en in aanraking kwamen met de politieke opvattingen van vrijzinnig democraten een sociaaldemocraten, wisten zij daarbij grote delen van hun veranderingsprogramma door te drukken.

PvdA-verbod

De eerste naoorlogse regeringen realiseerden daardoor de corporatieve Publiekrechtelijke Bedrijfsorganen, begroeven het klassenconflict, en realiseerden de zorgzame maar paternalistische welvaartsstaat (onder andere de gezinszorg en de arbeidersvakantieoorden kwamen zo uit de programma’s van nazi’s en fascisten). Ruygers en zijn vriend Joan Willems werden centrale figuren in de nieuw opgerichte PvdA, waarin de eerste jaren buitenlandwoordvoerder was en de laatste de Katholieke Werkgemeenschap leidde die zich in 1954 verzette tegen het episcopale verbod op PvdA-lidmaatschap.

'Middenland' was dus een plaats waar voor een flink deel het lot van het naoorlogse Nederland werd bepaald

Middenland was dus een plaats waar voor een flink deel het lot van het naoorlogse Nederland werd bepaald. Deze politiek geografische verkenning van het fascisme en de daaraan voorafgaande (in het eerste deel) beschreven kernbegrippen van het fascisme hebben ons nu het historische kader gegeven waarbinnen we de ideële achtergronden en oorsprongen van het fascisme kunnen begrijpen.

Er was, zoals we al zagen, dus niet één bepalende bron, er waren er vele en die waren erg ongelijkwaardig.

In het deel dat hierna in de volgende publicatie volgt, worden die verschillende bronnen van het fascisme besproken.

LEES OOK
Daan Van Cauwenberge / 20-03-2024

PVDA grootste online adverteerder in begin sperperiode

De meeste partijen geven minder uit in de eerste weken van de sperperiode, maar PVDA steekt een tandje bij.
Jos D'Haese, lijsttrekker in Antwerpen voor de Vlaamse verkiezingen, tijdens het verkiezingscongres van PVDA/PTB in Brussel op 10 maart.
Karl van den Broeck / 25-11-2023

De kaarten moeten op tafel, zowel links als rechts

Welke lessen kunnen Belgische partijen uit de Nederlandse verkiezingen trekken?
Geert Wilders (PVV) en Tom Van Grieken (Vlaams Belang) schudden elkaar de hand tijdens een bijeenkomst van de Europese fractie Identiteit en Democratie in juni 2022.
De Helpdesk / 11-11-2023

'Help, ik weet niets over côte à l'os'

Deze week kreeg De Helpdesk een bloedrode ex-vegetariër aan de lijn.
Helpdesk met Jos D'Haese