Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De gemeenschapsideologie (1)

Maarten van den Oever
(Foto: Flickr (cc) Sam)
(Foto: Flickr (cc) Sam)
'Wonderkind' Thierry Baudet, de erfenis van Pim Fortuyn. (Foto: Wikipedia DWDD)
Thierry Baudet: 'Wij zijn dragers, wij zijn erfgenamen van de grootste beschaving die ooit heeft bestaan.' (Foto: Wikipedia © DWDD)

'Wij zijn dragers, wij zijn erfgenamen van de grootste beschaving die ooit heeft bestaan. Wij dragen een unieke kracht ... Iets wat in ons zit, iets wat nooit kan worden afgepakt.'

'We gaan een renaissance teweegbrengen waarin ons zelfvertrouwen is hersteld. Waarin we weer veilig kunnen leven in een vertrouwde omgeving. Waarin de democratische rechtsstaat is hersteld, en de economische en culturele dynamiek kan terugkeren.'

En daarmee kwam een spook, een fantoom terug in Nederland, een spook dat ook door Europa waart, het spook van het fascisme. De vragen die ons dan moeten bezighouden: wat is dat in Nederland, fascisme, en vooral, waarom is het een spook?

Omvangrijke literatuur

Politieke wetenschap en vooral politieke geschiedenis kan ongelooflijk bedrieglijk zijn. We onderzoeken alle verschijnselen, schrijven ze op, tellen wat we tellen kunnen, meten wat we meten kunnen, en dan toch vinden we iets dat we niet echt begrijpen. Zo gaat het bijvoorbeeld met het fascisme.

Daarover zijn heel veel klassieke histories geschreven, die ik - gelukkig voor de lezer - hier niet allemaal ga aanhalen. Ze beschrijven gebeurtenissen, de rampen, de conflicten. Ze schilderen personen en tragiek, ze proberen de noodlottigheid van de geschiedenis te traceren, vaak de schuld van de foute partij, de verliezer dus, aan te wijzen. En ze laten zelden na te benadrukken hoezeer ze als scribent zelf zich zeer bewust zijn van het moreel failliet van de fascist en alles wat die omringt.

Omdat we de echte inhoud van het fascisme niet begrijpen, staan de Nederlandse samenleving en de Nederlandse media met de mond open van verbazing bij de onbegrijpelijke uitspraken van ene Thierry Baudet

En als je heel die omvangrijke literatuur doorploegt om te vinden wat dan dat gedoemde en tevens verdoemde fenomeen van het fascisme in wezen is, dan krijg je karaktertrekken van de politieke acties, dus politieke wetenschap, je krijgt mensbeschrijvingen van ‘de fascist’, ongeveer westerse antropologie dus, samenhangen van historische gebeurtenissen passeren, etcetera. Maar nooit krijg je een vinger achter wat die beweging bezielt, wat maakt nu werkelijk het wezen van hun denken uit?

Een spook

En omdat we dat niet doen en die echte inhoud van het fascisme niet begrijpen, staan de Nederlandse samenleving en de Nederlandse media met de mond open van verbazing bij de - dan - onbegrijpelijke uitspraken van ene Thierry Baudet.

Waarom overvalt het fascisme, als ware het een spook, ons nu?

Dat is niet zomaar op te lossen. Ik ga in dit essay proberen iets aan dat probleem te doen, wat niet het eind zal betekenen van een debat, maar eerder bedoeld is als een begin ervan. Allereerst zal ik uittekenen hoe je zou kunnen denken om achter de wezenlijke idee van het fascisme in Nederland te komen, en daarna zal ik de verschillende centrale elementen van het fascisme terug traceren op hun herkomst, dus echt een geestesgeschiedenis (sorry voor het germanisme) van het fascisme beschrijven.

En tenslotte zal ik de tweede vraag beantwoorden die ik aan het begin stelde: waarom overvalt het, als ware het een spook, ons nu?

Aard van de fascistische idee

Het eerste wat er moet gebeuren om het fascisme te begrijpen, is vergeten dat het als beweging en organisatie bestaat. Het punt is namelijk dat fascisme onbegrepen blijft omdat het optreden ervan gezien wordt als een pathologie van het maatschappelijk stelsel, als een ziektebeeld van onze samenleving.

De realiteit is dat veel van de denkbeelden die wij tot de pathologie van het fascisme rekenen, helemaal niet exclusief door fascisten gedragen worden

Zonder precies te begrijpen wat het is, zoals we in het verleden de waanzin niet begrepen, stellen we tegenwoordig het fascisme buiten de orde, buiten het maatschappelijk toelaatbare, en dan dus ook buiten de openbare discussie. Fascisme wordt gezien als een ziekte, en het enige wat we met zieken doen, is ze in daartoe bestemde oorden opsluiten, in dit geval het oord van de vergetelheid en het taboe. En je gaat iets niet beter begrijpen door het weg te drukken uit je herinnering.

Wat we daarom wel moeten doen, is het gemak van de term ‘fascisme’ vergeten en kijken naar de denkbeelden zelf die met elkaar het complex zijn gaan vormen dat wij fascisme zijn gaan noemen.

Die denkbeelden zijn op zichzelf het best te zien als gedachten die gedeeld worden door allerlei stromingen. De realiteit is namelijk dat veel van de denkbeelden, die wij tot de pathologie van het fascisme rekenen, helemaal niet exclusief door fascisten gedragen worden. Neem het voorbeeld van het corporatisme.

Corporatisme

Dat was weliswaar een product van de katholieke kerk, maar werd in gemodificeerde vorm ook overgenomen door socialistische partijen, evenals vanaf 1943 door de katholieke toekomstige partijleider Carl Romme, en vormde ook een ideologisch kernconcept van de fascistische beweging. Corporatisme beschouwen als typisch kenmerkend voor het fascisme is dan ook niet houdbaar.

Een combinatie van denkbeelden van het fascisme vinden we bij de zuivere oud-liberalen, reden trouwens waarom heel wat oud-liberalen vroeger of later naar het fascisme overgingen

Zo is het ook met veel andere concepten: ze zijn als inktvlekken in een rohrschachtest: ze nemen grillige vormen aan, je kunt er van alles in zien, en ze worden door representanten van veel politieke stromingen onderschreven, en kenmerken daarom op zichzelf niet het fascisme.

En toch denken we dat fascisme iets uitzonderlijks is. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door de specifieke configuratie, dat wil zeggen de specifieke combinatie van denkbeelden in het ideologisch verhaal van het fascisme. Maar dat is in werkelijkheid niet zo, want bijna dezelfde combinatie van denkbeelden zoals het fascisme heeft, vinden we bij de zuivere oud-liberalen, reden trouwens waarom heel wat oud-liberalen vroeger of later naar het fascisme overgingen. En toch zijn liberalen niet per definitie fascisten.

Sleutelbegrippen

Wat fascisme maakte tot wat het is, is iets dat achter alle denkbeelden ligt, een conceptie die als een basisattitude onder alle fascistische actie en gedachten ligt, en zich verstopt achter al die concepten, die het fascisme met allerlei stromingen in Nederland deelde.

Om uit te vinden wat dat is, gaan we een korte exercitie doen langs alle termen die kenmerkend zijn voor wat we als fascisme hebben leren kennen.

De fascistische bewegingen van Nederland in het interbellum waren strijdende groepen, zowel in woorden als in daden

De fascistische bewegingen van Nederland in het interbellum (na WO II bestonden er geen erkend fascistische groepen meer) waren strijdende groepen, zowel in woorden als in daden. Hun ideeën kenmerken zich door de items waar ze tegen en die waar ze voor zijn.

Nu, waar zijn ze tegen?

Tegen het parlement

• Ze zijn vaak tegen het parlement en vooral tegen de politieke partijen. Dat standpunt komt in eerste instantie voort uit twee oorzaken. Ten eerste doordat die partijen de band met een deel van hun achterban waren verloren, en ten tweede doordat ze het negentiende-eeuwse sociale conflict tussen arbeid en kapitaal niet konden oplossen, waardoor de samenleving verscheurd bleef.

In het katholieke zuiden, waar het fascisme in het interbellum vooral aanhang verwierf, was de Rooms Katholieke Staats Partij door haar onvermogen om de emancipatie van de katholieken door te drukken en haar onvermogen de sociale conflicten te beheersen, de eerste steen des aanstoots.

Partijen hielden in de visie van velen, het volk gevangen in de ban van instabiliteit, stuurloosheid, bestuurlijk onvermogen

Die partij werd, net zoals elders in het land andere partijen, gezien als een scheidsmuur tussen burger en overheid: partijen hielden in de visie van velen het volk gevangen in de ban van instabiliteit, stuurloosheid, bestuurlijk onvermogen. In plaats van het volk te vertegenwoordigen, hielden ze in hun ogen de vertegenwoordiging van het volk tegen.

Tegen vrijheid van de media

• Fascistische bewegingen zijn niet gediend van de vrijheid van de media. Dat lijkt, gezien hun eigen schreeuwerig vertoon van meningsuiting, vreemd maar komt voort uit het centrale idee dat de samenleving niet verscheurd mag zijn en de media volgens hen niets liever doen dan die tweedracht vergroten. Als er iets is wat uit alle geschriften uit het fascistische kamp naar voren komt, is het de term ‘Volkseenheid’: wij moeten samen zijn, homogeen zijn, verenigd zijn, etcetera.

Fascistische bewegingen zijn het niet oneens met een mening, ze zijn het oneens met de onenigheid zelf

Het gaat er niet om dat zij het oneens zijn met een mening, ze zijn het oneens met de onenigheid zelf, ze maken bezwaar tegen de verscheurdheid, tegen de oproep van vrijzinnigen om dat wat ons verenigt, los te laten, dat wat ons bindt tot valse waarden te verklaren.

Tegen verderfelijk liberalisme

• De term ‘Vrijheid’ staat in het fascisme symbool voor het voor hen verderfelijke liberalisme. En liberalisme staat in hun ogen voor individualisme en plutocratie, de vrijheid om op kosten van de gemeenschap te plunderen, de vrijheid om anderen in armoede te laten en zelf op kosten van die anderen in weelde te leven.

Vrijheid wordt gezien als het tegendeel van solidariteit, als het parasitaire en nutteloze bestaan van individuen die alleen om zichzelf denken

Vrijheid ziet het fascisme als het loslaten van de verplichtingen aan de naaste, als het verraad aan de gemeenschap. Vrijheid wordt gezien als het tegendeel van solidariteit, als het parasitaire en nutteloze bestaan van individuen die alleen om zichzelf denken. Het bestrijden van vrijheid lijkt ons, burgers van een 21e-eeuwse samenleving, bizar, maar was en is voor hen volkomen logisch: de burger verraadt door zijn vrijheid zijn naasten.

Tegen 'de Joden'

• De ‘Joden’ zijn voor hen een perfect symbool van alles waar ze tegen vechten: ze komen van buiten de gemeenschap, ze zijn onafhankelijk ervan, maken nooit deel uit van de traditionele beroepsgroepen, zijn vaak rijk en invloedrijk ook, en representeren alleen zichzelf en dus juist niet de gemeenschap.

Vrouw met Jopdenster (Foto: Wikipedia © Bundesarchiv)
'Volk en Joden zijn voor fascisten tegengestelde begrippen.' Op de foto: vrouw met Jodenster. (Foto: Wikipedia © Bundesarchiv)

Ze staan symbool voor het onvermogen van het eigen volk om zelf haar rijkdommen te beheren, ze wijzen de gemeenschap door hun aanwezigheid op haar gebrek aan gemeenschappelijke kracht. Volk en Joden zijn zo tegengestelde begrippen.

(Voorzichtigheid hier: eigenlijk gaat die discriminatie niet zozeer om het ‘Joods zijn' maar om het vreemd zijn: negers, zigeuners, homo’s, politieke dissidenten, en later leden van inferieure volken, kortom alles wat afwijkt van de eigen-volk-definitie beschouwt men als verwerpelijk.)

Tegen de moderniteit

• Fascisten strijden tegen de ‘moderniteit’, dat is de perversie (in hun ogen) die de Verlichting heeft gebracht. De Verlichting stelde ratio boven de idee, het fascisme stelt de idee boven de ratio. De verlichting ziet iedereen als gelijk, het fascisme ziet iedereen als behorend bij zijn eigen aard en soort, en dus als per definitie ongelijk.

De Verlichting ziet de maatschappij als een maakbaar geheel, het fascisme als een deel van de menselijke natuur

De Verlichting ziet de maatschappij als een maakbaar geheel, het fascisme ziet de maatschappij als een deel van de menselijke natuur, en dus elke ingreep in die maatschappij als een vergrijp tegen die menselijke natuur.

Tegen de 'ondermens'

• Het fascisme verafschuwt de onmens, dit is in wezen de ‘ondermens’, dat wil zeggen die vorm van mens-zijn die niet komt tot de verwezenlijking van zijn natuurlijke bestemming, die niet doet waartoe zijn wezen als lid van zijn volk en gemeenschap hem voorbestemt.

De fascistische mens kan zichzelf overtreffen, kan opstijgen uit de alledaagsheid, kan meer en beter mens worden, kan zich realiseren door te strijden

De fascistische mens kan zichzelf overtreffen, kan opstijgen uit de alledaagsheid, kan meer en beter mens worden, kan zich realiseren door te strijden. Beschaving is de uitdrukking voor de zich verheffende mens, de vernietigde beschaving staat voor een samenleving waarin de mens untermensch blijft en niet tot een superieur bestaan, c.q. een superieure cultuur kan komen.

Tegenover dit lijstje begrippen die het fascisme ziet als representatief voor de antithese, dat wat overwonnen moet worden, staan wel degelijk ook positieve begrippen, die staan voor de ideeënwereld waar zij voor strijden.

Voor corporatisme

• Het eerdergenoemde corporatisme, dat op allerlei verschillende manieren werd omschreven en ingevuld, staat in het fascisme voor de institutionele en gedwongen afstemming tussen kapitaal en arbeid, dat wil zeggen al die vormen van afgedwongen overeenstemming, die de gemeenschap zouden toestaan in vrede te leven en niet langer verdeeld te worden door klassentegenstellingen.

Corporatisme was het recept van de katholieke kerk om het haar vijandig gezinde socialisme te confronteren met een ‘gemeenschaps’alternatief

Corporatisme was het recept van de katholieke kerk en haar encycliek Quadrogesimo Anno om het haar vijandig gezinde socialisme te confronteren met een ‘gemeenschaps’alternatief, te weten een institutionele vorm van georganiseerde gemeenschappelijkheid waarin het klassenconflict tot stilstand gebracht werd.

Voor organische samenleving

• De organische samenleving is het beeld van de samenleving als een organisch gegroeid (en dus niet zoals de Verlichting wilde artificieel gemaakt) geheel, een gemeenschap van standen en groepen, eigenlijk gezien als sub-gemeenschappen, waarin ieders plaats gegeven is, de besten ook de beste functies hebben en anderen hun dienstverlenende rol vervullen.

Een organische representatie bestaat uit beroepsgroepen, standen en functiegroepen, zij wordt gezien als de ‘natuurlijke’ orde

De organische samenleving is gebouwd op de diversiteit en verfoeit de homogeniteit en gelijkheid. In het beeld van de organische samenleving vindt de politieke vertegenwoordiging dan ook plaats door de geledingen en ondergemeenschappen zich als zodanig te laten vertegenwoordigen en niet door de verkiezing van individuen. Een organische representatie bestaat uit beroepsgroepen, standen en functiegroepen, zij wordt gezien als de ‘natuurlijke’ orde.

Voor de nieuwe mens

• ‘Uomo nuovo’ ofwel de nieuwe mens van het fascisme is werkelijk bedoeld als iets nieuws, en niet, zoals veel auteurs het benoemen, een herstel van de ‘oude’ mens. In het beeld van de fascistische ideologen is het de mens niet gelukt om mens te worden, zoals de idee van de mens is. Hij blijft als het ware onder het niveau van zijn potentieel. Dat komt door de perverterende werking van de verslapte samenleving, en door de afbreuk aan zijn wil en inzet door het vernietigende rationalisme.

Het paradijs van het fascisme is niet een toekomstige samenleving, maar een toekomstige mens, een die altijd strijdt en in strijd zich pas verwezenlijkt

De mens, die vitaal kan zijn, wordt in de maatschappij die het fascisme wil bestrijden, inert in plaats van actief, berust in plaats van strijdend. Het paradijs van het fascisme is daarentegen niet een toekomstige samenleving, maar een toekomstige mens, een die altijd strijdt en in strijd zich pas verwezenlijkt (dixit Mussolini). De mens zou moeten leven vanuit de authenticiteit, vanuit zijn rolvervulling in het organisch bestel, en niet vanuit berekening, om het geld en om de winst. Authentiek en niet formalistisch zijn is iets wat het katholieke fundamentalisme deelde met het fascisme.

Voor adeldom

• De daad, de adel is het blazoen van de fascistische aanhangers. Er is in de ideologie zoiets als het streven naar zuiverheid, waarachter de idee ligt dat de mens niet zichzelf kan zijn in de bestaande samenleving, niet dat is wat hij in werkelijkheid is. Het concept doet een appel op de veronderstelde aanwezigheid van vervreemding door de moderniteit, en stelt dat de mens zich van verwordingen moet ontdoen, zuiverheid, dit is vrij van smetten zijn.

'Zuiverheid' op zichzelf, vaak geassocieerd met het idee van natuurlijkheid en dicht bij de natuur blijven, werd in allerlei politieke groepen teruggevonden

De nazistische draai, dat die zuiverheid raciaal is, is een opvatting die in het fascisme van het interbellum door geen enkele Nederlandse andere groep als de NSB en NSNAP gedeeld werd (en dat laatste pas echt vanaf 1937). Maar ‘zuiverheid' op zichzelf, vaak geassocieerd met het idee van natuurlijkheid en dicht bij de natuur blijven, werd in allerlei politieke groepen teruggevonden.

Bij dit idee van adeldom treedt ook het idee op van de natuurlijke ongelijkheid: er zijn van nature leiders, ‘de besten’ (= aristoi), en er zijn anderen die van nature dienstig zijn, en overigens daarin wel ‘zuiver’ konden zijn. Leiderschap (niet autocratie) maakt daarom wel deel uit van het fascistisch gedachtegoed.

Voor solidarisme

Solidarisme is ontegenzeggelijk een kerntrek van alle echt fascistische groepen. Het is de opvatting dat in een organische maatschappij de deel uitmakende groepen met elkaar solidair moeten zijn en niet elkaar bestrijden: de antithese van de klassentegensteling wordt door een synthese van samenwerking en opheffing van de tegenstelling overbrugd.

Het werd in Duitsland gevonden bij de Strassers en de SA, in Oostenrijk bij de Dolfuss regering, in België bij het Verdinaso, en in Nederland bij alle fascistische groepen.

Voor autarkie

Autarkie is de opvatting dat de groepen en gemeenschappen die samen de maatschappij vormen, in zichzelf zelfstandig behoren te zijn. In Nederland kreeg het begrip een bijzondere lading doordat Kuyper, de antirevolutionaire voorman, het concept hanteerde om zo te rechtvaardigen dat de verschillende zuilen onafhankelijk van elkaar en naast elkaar wel samen de maatschappij en de staat konden vormen.

Het ‘soeverein in eigen gemeenschap’ was het adagium voor wat de aanhangers van de organische staat als algemeen principe zagen voor hun ‘natuurlijke’ samenleving

Het ‘soeverein in eigen gemeenschap’ was het adagium voor wat de aanhangers van de organische staat als algemeen principe zagen voor hun ‘natuurlijke’ samenleving.

Dictatuur

Autocratie en dictatuur noem ik hierbij niet. Ten eerste omdat dat in geen enkele groep, buiten de nazi partij, als expliciet doel gold, maar ook en vooral omdat de wil voor autocratie door vrijwel alle politieke groepen van die tijd gedeeld wordt, zodat het onder Colijn enkele malen bijna tot een volstrekt autocratisch regime kwam.

Ook Mussolini werd niet op een programma voor autocratie alleenheerser. Pas nadat rond de moord op de socialistische politicus Matteoti in 1924 zijn regime in crisis belandde, besloot zijn partij tot een dictatuur. Dat autocratie een vrijwel automatisch gevolg zou zijn van een fascistisch politiek bestel, is geloofwaardig, maar dat dat deel uitmaakte van de ideologie niet.

Synopsis

Wat is nu het beeld dat uit deze punten van verwerping en aanvaarding van standpunten naar voren komt? De ‘tegenpunten’ verwijzen in heel sterke mate naar de door fascisten veronderstelde aanslag op het volk: de partijen maken het volk monddood, het parlement dringt het volk wetten op die het niet wil, het individualisme dat de media en de wetenschap promoten, werkt alleen verscheurend binnen het volk, en de vrijheid promoot een anti-gemeenschappelijk individualisme dat tot atomisering leidt. Ofwel zien ze een tegenstelling tussen volk en gemeenschap enerzijds en een aantal daartegen dreigende krachten, zoals moderniteit, individualisme en rationalisme.

Fascisme is de ideologie van de gemeenschap in plaats van de maatschappij

De punten die ze als voorstellen naar voren brengen, vertegenwoordigen de andere zijde van deze zelfde munt: ze schetsen met de organische samenleving, het corporatisme, en de autarkie van de gemeenschappen een beeld van een samenleving waarin de biologisch levende gemeenschappen de dienst uitmaken, eerder dan de individu.

De nieuwe mens dient het geheel, het geheel niet de nieuwe mens, en in dat leven van de nieuwe mens wordt hij door zijn strijd niet alleen een betere burger maar vooral een meer authentieke en superieure mens.

Heel deze beschrijving loopt uiteindelijk op niets anders uit dan de conclusie dat het het fascisme te doen is om een gemeenschapsidee, een visie waarin ze de samenleving niet als functioneel maar als biologisch en ideëel zien: de gemeenschap is het menselijk project, in de gemeenschap wordt de mens zichzelf. Fascisme is de ideologie van de gemeenschap in plaats van de maatschappij.

Achtergronden

Het samenstellen van een beeld van het fascistisch denken is nog iets heel anders dan begrijpen hoe het tot zo een beeld is kunnen komen. Daar liggen diverse verschillende ontwikkelingslijnen achter, die je in Nederland in diverse plaatsen en personen terug kunt herkennen. De beschrijving daarvan komt in het tweede en derde deel van dit drieluik.

LEES OOK
Wim De Jonge / 08-05-2023

Roep om betaalde vrije dag op 8 mei klinkt steeds luider

De 8 mei-coalitie wil het verzet uit de Tweede Wereldoorlog eren en extreemrechts counteren.
Fort van Breendonk