Vorige maand deed een oude tweet van zijn dochter (en presidentieel adviseur) Ivanka uitgebreid de ronde. Daarin lijkt ze Albert Einstein te citeren:
Als dat onwaarschijnlijk klinkt als uitspraak van de eminente natuurkundige, dan is dat omdat hij inderdaad nooit zoiets heeft gezegd. Er werd dan ook uitgebreid de spot gedreven met Ivanka en haar tweet. Het paste perfect in de denkpatronen van alternatieve realiteit (of zelfs ‘alternatieve feiten’, een concept dat populair werd dankzij Counselor to the President, Kellyanne Conway), dat schering en inslag schijnt te zijn in het Witte Huis.
Maar zijn we niet wat snel in het uitlachen van anderen? Hoe goed zijn we zelf in het maken van een onderscheid tussen de waarheid die we wensen, en de objectieve waarheid?
Geloof en wensen
Wie zelfs maar een vluchtige belangstelling heeft voor gedragseconomie (of wie nu en dan mijn geschriften leest) is wellicht bekend met de confirmation bias, de neiging die velen hebben om vooral oog te hebben voor wat bevestigt wat we eerder al geloofden, en wat daar tegenin gaat te negeren of te verwerpen.
Maar Ben Tappin, een onderzoeker aan de Londense Royal Holloway universiteit, vermoedde dat er meer aan de hand was dan de tendens om bevestiging te zoeken. Wij blijken namelijk ook meer belang te hechten aan informatie die wenselijk is (ongeacht wat we geloven) – de zogenaamde desirability bias.
Vaak loopt wat we geloven en wat we wensen samen. We geloven dat we een goede baan zullen vinden na onze studies, dat onze kinderen gezond en schrander zullen zijn, dat we vlot de carrièreladder zullen beklimmen enzoverder. En dat wensen we ook allemaal.
Tappin en collega’s voerden een experiment uit waarin ze beiden konden onderscheiden, in de context van politieke overtuigingen.
Ze stelden voorop dat, tijdens the presidentiële verkiezingen van 2016, vele Trump-supporters geloofden dat Clinton zou winnen. Een nieuwe peiling die Clinton een voorsprong gaf zou tegelijk bevestigend en onwenselijk zijn, en een poll die een overwinning voorspelde voor Trump zou tegelijk wenselijk zijn, en hun geloof tegenspreken.
In beide gevallen zouden confirmation bias en desirability bias tegengestelde effecten hebben.
Aan de hand van reële, maar selectieve peilingen konden ze dus hun deelnemers van informatie voorzien die al dan niet consistent was met hetzij hun wens, hetzij met hun overtuiging wat betreft de winnaar van de verkiezing.
Ze stelden inderdaad een robust desirability bias effect vast. Deelnemers gingen veel gauwer informatie gebruiken die consistent was met de gewenste uitkomst, ongeacht wat hun eerdere overtuiging was. Zo waren mensen die wilden dat Trump zou winnen, maar geloofden dat Clinton het zou halen, meer overtuigd van de overwinning van Trump nadat ze informatie hadden gekregen die de kansen van Trump hoger inschatten. Maar op basis van dezelfde informatie veranderden zij die liever Clinton zagen winnen en verwachtten dat Trump zou zegevieren veel minder van mening.
Ongewenste oplossingen
In een ander onderzoek bestudeerden Troy Campbell en Aaron Kay van Duke University mogelijke verklaringen voor het wijdverspreide publieke wantrouwen in de wetenschappelijke consensus, bijvoorbeeld rond klimaatverandering. Er wordt al lang intensief gecommuniceerd met statistische bewijzen en met beleidsvoorstellen, bijvoorbeeld in Al Gore’s An Inconvenient Truth. Waarom heeft dat zo weinig indruk gemaakt op de (overwegend conservatieve) ‘klimaatveranderingsontkenners’?
Conservatieven blijken meer vatbaar voor angstaanjagende informatie
Conservatieven blijken meer vatbaar voor angstaanjagende informatie. Zou dat hun achterdocht kunnen motiveren, vanwege een grotere vrees voor de gevolgen ervan? De onderzoekers startten echter vanuit een andere hypothese. Zij stelden voorop dat het een afkeer voor de voorgestelde oplossing was, eerder dan angst voor het probleem, dat hen de wetenschappelijke claims doet betwijfelen.
In hun experimenten legden ze de deelnemers eerst de wetenschappelijke consensus van het IPCC voor, omtrent de temperatuurtoename tegen het eind van deze eeuw. Daarna werd hen gevraagd een beleidsmaatregel te beoordelen, waarna ze moesten aangeven in hoeverre ze akkoord gingen met de voorspelling van het IPCC.
Wanneer de voorgestelde maatregel nieuwe regelgeving was (zoals een koolstoftaks), was slechts 22% van de proefpersonen met Republikeinse sympathieën het eens met de IPCC-voorspelling. Maar wanneer de beleidsoptie de rol van de vrije markt onderstreepte (bijvoorbeeld: innovatieve groene technologie) bleek 55% van deze groep akkoord met het IPCC. Voor deelnemers met een meer Democratische ideologie maakte de maatregel geen verschil (68% waren het eens).
Is dit soort oplossingsaversie een typisch conservatief fenomeen? Ook dat gingen de onderzoekers na, door te bestuderen hoe het probleem van gewelddadige inbraken werd gezien. En ja, deelnemers met een meer liberale ideologie (en dus vóór meer controle over het bezit van vuurwapens) waren veel meer geneigd het probleem te bagatelliseren wanneer de voorgestelde oplossing een minder strikte controle op wapenbezit inhield.
Ze concludeerden dat, ongeacht onze politieke of ideologische overtuiging, hoe meer we de oplossing voor een probleem als bedreigend ervaren, hoe meer we geneigd zijn het probleem te ontkennen.
Ieder zijn realiteit
We vinden het vaak makkelijk te zien wanneer anderen de wereld op een subjectieve manier interpreteren. Als we echt onvriendelijk willen zijn zeggen we dat ze in een alternatieve realiteit leven. Zelfs wanneer we het niet met zoveel woorden zeggen, toch impliceren we zo dat we zelf heel wat beter zijn, en eigenlijk de wereld zien zoals hij werkelijk is.
Zoals het onderzoek suggereert is dat echter waarschijnlijk een geval van illusory superiority, ingebeelde superioriteit. We worden inderdaad al te vaak beïnvloed door wat we wensen (of net niet wensen), en we onderschatten problemen wanneer we niet van de oplossing houden.
Misschien gaan we niet zover als Ivanka Trump aanbeveelt, en veranderen we de feiten zodat ze passen in onze theorieën. Maar het is goed ons bewust te zijn dat ook wij onze eigen subjectieve realiteit maken.