Ik krijg een mail met een vreemde boodschap van een bestuursadviseur van de Stad. Of ik – zoals alle journalisten – de documenten van de gemeenteraad op voorhand kan krijgen, had ik eerder gevraagd. Ik was blijkbaar eventjes op en dan weer van de perslijst gevallen. Niet helemaal toevallig, zo blijkt nu…
Het gesprek met de stadssecretaris zal uitwijzen of u eventueel aanspraak kunt maken om op deze strikte lijst van perscorrespondenten geplaatst te kunnen worden.
Diezelfde avond heb ik een gesprek met de stadssecretaris. Nadat we al een gans jaar een WOB*-relatie hebben - ik vraag geregeld bestuursdocumenten op op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur, wil de belangrijkste ambtenaar van de Stad me persoonlijk spreken. Ik dacht eerst nog dat het over de begroting van de politiezone zou gaan – een document dat ik digitaal had opgevraagd en men me schijnbaar enkel ter plaatse wil laten inzien – maar blijkbaar word ik vanavond journalistiek gewogen.
Een sympathieke onthaalbediende begeleidt me tot aan het bureau van de stadssecretaris.
Nogal kritisch
De stadssecretaris vertelt dat hij vanuit zijn entourage de opmerking krijgt dat ik nooit naar persconferenties van de Stad kom. Dat ik ook niet op de persbanken ga zitten tijdens de gemeenteraad, maar gewoon tussen het publiek. Hij vraagt me of ik misschien enige schroom heb? Ik zet me gewoon graag te midden van de mensen, antwoord ik.
Vroeger was de perslijst bedoeld voor journalisten met een perskaart, vertelt de stadssecretaris, al beseft hij maar al te goed dat de tijden veranderd zijn. Het gesprek meandert van enkele complimentjes over ons magazine tot de Journalistieke Code. Op de salontafel liggen bovenaan in een map – bijna nonchalant – enkele prints van de Raad voor de Journalistiek.
De stadssecretaris – ondertussen mag ik al Erik zeggen – vertelt dat hij in zijn entourage hoort dat ze de stukken op As Gau Paust nogal kritisch vinden. Zowel binnen het college, maar ook onder ambtenaren. Zo ligt ons stukje over de niet vrijgegeven juryrapporten van de verkiezing tot overheidsorganisatie van het jaar bij sommigen toch wat op de maag.
De organisatoren (EY, De Tijd/L’Echo, BNP Paribas Fortis) van de wedstrijd voor overheidsorganisatie van het jaar weigerden de juryverslagen vrij te geven.
WOB
Dat ik me beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur vindt de stadssecretaris wel wat vreemd voor een journalist: “Je doet als burger beroep op de openbaarheidswetgeving.” Of ik nu burger ben of journalist, wil de stadssecretaris daarom weten. Ik had hem de informatie ook steeds gewoon kunnen vragen, zonder alle administratieve rompslomp. Ik kijk wat verbaasd. Dat ik graag alle auditverslagen wil inzien, vraag ik hem.
We ronden af, want straks start de laatste gemeenteraad voor het zomerreces. Voortaan sta ik opnieuw op de perslijst van de gemeenteraad, belooft de stadssecretaris me nog. Een belofte die pas begin september gestalte krijgt, aangezien de gemeenteraad na vanavond ruim 2 maand de deuren sluit.
Na de gemeenteraad, die ik opnieuw volgde tussen het publiek, wandel ik naar huis over de Grote Markt. In het avondlicht valt een bundel op die ik onder mijn arm meedraag. Het is de begroting 2016 van de politiezone Mechelen-Willebroek.