Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Waarom referenda niet deugen

Koen Smets
brexitbanner

Hoe komen kiezers bij hun uiteindelijke voorkeur? Zoals elke beslissing is de keuze tussen in de EU blijven of eruit stappen een afweging – de kern van economische beslissingsvorming. Beide opties hebben voor- en nadelen die een rationele homo economicus koel zou evalueren om een objectieve, robuuste conclusie te bereiken. Is dat ook hoe het hier gebeurt, of zijn er andere elementen in het spel?

Waar is de rationaliteit?

In de retoriek van de prominente campagnevoerders aan beide kanten, in kranten en op radio en TV, en in de reacties van het publiek in de commentaren op nieuwswebsites en sociale media lijken tekens van rationaliteit alvast ver te zoeken. Wie zou willen aantonen dat de mensheid onverbeterlijk irrationeel is, vindt moeiteloos eindeloze voorbeelden van biases en denkfouten.

De meest in het oog springende is wellicht de confirmation biasBij diegenen die er al van zijn overtuigd welk kamp ze zullen steunen, weerklinken de boodschappen van hun kant als de klokslagen van Big Ben, of als de tonen van Beethovens Ode an die Freude. Wie zeker is van zijn standpunt hoort vooral wat het bevestigt en versterkt, en al wat van de overkant komt, wordt genegeerd of belachelijk gemaakt.

Vlakbij vind je dan ook de appeal to authority en ad hominem denkfouten. De geloofwaardigheid van een argument ligt niet in de boodschap maar in de boodschapper. Beide kanten in het EU-referendum beroepen zich op de autoriteit van leiders uit de bedrijfswereld, denktanks, staatshoofden en diverse beroemdheden alsof het persoonlijkheden zijn die een horlogemerk aanprijzen. En waar het ad hominem argument gewoonlijk één enkel persoon betreft, worden nu hele groepen geviseerd. Je kunt leden van de ‘elite’ niet vertrouwen, want ze zijn "onverschillig  voor het lijden dat hun beleid veroorzaakt", en "de mensen in dit land hebben genoeg van ‘experten’". Posters tonen tegenstanders in weinig flatterende poses.

experts
Wat weten die experts dan wel?

Vele Remain-aanhangers worden allicht geleid door de status quo bias of de verzonken kost. Wie moedig genoeg is om een tijdlang door campagnematerialen, Twitter feeds en Facebookpagina’s te harken, kan deze poster als een scorecard voor het populaire Britse Bingospel gebruiken. Ze zal gauw helemaal opgevuld zijn.

Dit hoeft ons niet te verbazen: weinig is makkelijker dan voorbeelden van dubieuze rationaliteit te vinden in de demagogie rond verkiezingscampagnes. Maar het soort afweging waar de kiezer voor staat in een referendum is anders dan bij gewone verkiezingen. Hier worden geen mensen verkozen die ons in een democratisch proces vertegenwoordigen, die het beleid ontwikkelen en bepalen met hun collega’s (en hun tegenstanders), en die de grote afwegingen in onze naam maken. In een referendum moeten wij beslissen over de cruciale vraag, en alle afwegingen zelf maken – er is geen verdere speelruimte. Het modererende effect van een parlement, waar wetgeving wordt aangevochten, afgezwakt en aangepast, is afwezig. Dit is wat het is.

Waarom geloof ons oordeel gaat domineren

Afwegingen maken is nooit gemakkelijk, en het kan nauwelijks moeilijker dan in dit EU-referendum. Enerzijds hebben de Remain- en de Leave-routes allebei positieve en negatieve gevolgen, die je als kiezer eigenlijk goed zou moeten begrijpen om ze tegen elkaar te balanceren. Veel van die consequenties zijn onzeker, dus daarmee moet je ook rekening houden. Anderzijds heeft iedereen zijn geloofspunten, die mogelijk ook nog eens moeilijk met elkaar te verzoenen zijn. Wat als je gelooft dat het belangrijk is voor een land om met zijn Europese buren samen te werken en handel te drijven, maar ook dat een land onafhankelijk en soeverein moet zijn? Hoe combineer je dat in een uiteindelijke keuze?

Velen worstelen alleen al met het identificeren van alle relevante aspecten, laat staan dat ze die allemaal kunnen beoordelen om tot een besluit te komen. Dan wordt het verleidelijk beredeneerde afwegingen overboord te gooien, en de zaak te benaderen vanuit het perspectief van je diepste overtuigingen. En dat geeft je emoties de bovenhand en maakt je kwetsbaar voor denkfouten en biases. Daniel Kahneman vreest dat “de argumenten zich op de korte termijn toespitsen en berusten op irritatie en boosheid. "Die zijn sterk genoeg om tot een Brexit te leiden.”

Hoe kan geloof ons oordeel in die mate gaan overschaduwen?

Toen ik voor het eerst Engels begon te leren op de middelbare school, stond in ons tekstboek (het is zo lang geleden dat ik me de titel niet herinner) een verhaaltje waarin een korzelige moeder een van haar kinderen antwoordt met de uitroep “I don’t know, and I dont care!” Je kunt ook in het Nederlands “Ik weet het niet, en het kan me niet schelen!” zeggen, maar de schitterende symmetrie en compactheid troffen mij destijds, en de zin is me altijd bijgebleven.

Het is precies deze zin die zo goed het probleem vat van gewone stervelingen die voor een keuze staan die zo complex en gewichtig is als dit EU-referendum. Je komt zelfs niet in de buurt van de homo economicus: er zijn zoveel facetten dat het onmogelijk is ze allemaal te evalueren. En als je dan toch niet alles kunnen weten, dan kun je net zo goed helemaal niets weten. (Een recente peiling bracht aan het licht dat 4% van de Britten niet zeker weet of het VK deel uitmaakt van de EU.) Je gebrek aan kennis erkennen wordt dan best wel een rationele optie. Zeggen “I don’t know” is toegeven dat je vermogen om te redeneren bankroet is.

Het enige wat je weet, het ene, grote, belangrijke ding, zoals de egel in het bekende essay van Isaiah Berlin, is de veiligheid en de zekerheid van ons diepe geloof: “Immigratie loopt uit de hand”, of “De EU is essentieel voor de vrede in Europa” – je kunt kiezen uit een grote collectie aan elke kant. Dat ene grote ding, dat kostbare, oprechte geloof riskeert dan los te komen van alle andere overwegingen. Het moet nu verdedigd worden tegen elke prijs. Feiten doen niet meer terzake: je hebt geen oog voor de kosten die dat meebrengt; er is geen plaats voor compromissen.

Een onfaire eis aan de burger

Dat kan best leiden tot cognitieve dissonantie, wanneer we geconfronteerd worden met de mogelijke nadelen van onze keuze. De reactie: minimaliseer en verwerp dat soort gepraat (gebruik makend van een arsenaal aan biases en denkfouten) – “ze waren toen mis, en ze zijn nu mis”. De wereld is zwart-wit geworden. De metaforische balans die je gebruikt om beredeneerde afwegingen te maken is een van de armen kwijt. Je geeft niet om de gevolgen: je gelooft dat al de rest bij het oude blijft, of dat nadelen irrelevant of verwaarloosbaar zijn. “I don’t know, and I don’t care” is je logica geworden.

dontknowdontcare
don't know, don't care

De conventionele economie zou hier geen probleem in zien: wat we zien is immers de revealed preference – de voorkeur die iemand te kennen geeft door zijn handelingen, ongeacht zijn motieven. En waarom zouden die ons moeten bezighouden? Wie ervoor kiest geleid te worden door een diep geloof, en er een oneindig nut aan toewijst (en dus bereid is daarvoor een oneindige kost te dragen), heeft daartoe het volste recht.

De gedragseconomie heeft echter een andere kijk. Wanneer iemand haar volledige inkomen spendeert, in plaats van een deel te sparen voor haar pensioen, dan betekent dit niet noodzakelijk dat ze een bewuste, beredeneerde keuze maakt. Misschien gaat het inderdaad om een authentieke voorkeur voor onmiddelijke beloningen, en geeft ze er niet om dat ze haar oude dag in armoede en ontbering zal doorbrengen. Maar meer waarschijnlijk is dat ze wordt geleid door korte-termijn invloeden, verblind door delay discounting, en zal ze later betreuren dat ze onvoldoende gespaard heeft.

Een recente peiling laat vermoeden dat zoiets weleens het geval zou kunnen zijn in het EU referendum. Velen zien immigratie als een belangrijke reden om voor Leave te stemmen. Maar wanneer men de vraag stelde welk gedeelte van hun inkomen men bereid zou zijn op te geven om het aantal migranten te verminderen, verklaarde 68% van de respondenten daarvoor helemaal niets over te hebben. Slechts 14% was bereid een offer van meer dan £ 500 (€ 700) te brengen. En de voorspellingen van het Ministerie van Financiën of de OESO suggereren dat het verlaten van de eengemaakte markt (essentieel om het vrije verkeer van personen te stoppen) weleens een stuk meer zou kunnen kosten dan wat de meeste mensen willen afstaan. Wie voor Leave stemt kan dan wel de onmiddelijke voldoening ervaren die een impulsieve, emotionele beslissing levert, maar ten koste van de langetermijn effecten die over het hoofd worden gezien.

Immigration-sacrifice
Een kleine bijdrage

Referenda zijn onvermijdelijk zwart-witte aangelegenheden. Wanneer het om een ingewikkelde vraag gaat – zoals bij het lidmaatschap van de EU – stellen ze de meeste kiezers voor een onmogelijke opdracht. Het is niet mogelijk om je terdege in te lichten, en de complexiteit is overweldigend.

Wat ook de tekortkomingen zijn van parlementaire verkiezingen, zij zijn een grote, zelf-temperende machine, niet alleen in de samenstelling van de kamer, maar ook in het beleidsvormende en het wetgevende proces. Referenda bezitten die capaciteit tot het sluiten van compromissen niet. Ze mogen dan wel de zuiverste vorm van democratie zijn, maar is het fatsoenlijk om dit soort last op de schouders van de burger te leggen? Beeld je in wat er zou gebeuren als de rente van de nationale bank, de begroting, of de belastingaanslagvoeten zouden worden bepaald door een referendum...

Als je de gedragseconomie van referenda over complexe, zwaarwichtige zaken bekijkt, dan wordt helder waarom ze niet deugen. Dat is niet omdat het electoraat dom is, maar omdat referenda inherent een context scheppen waarin mensen worden gedwongen cruciale keuzes te maken vanuit een onberedeneerde “I don't know and I don't care” positie. En dat is verfoeilijk.

LEES OOK
Steven Vanden Bussche / 04-10-2023

Waarom een Gentse grondenbank geen slecht idee is

Buitenlandse voorbeelden tonen dat een grondenbank voor veel meer betaalbaar woningen kan zorgen.
Op een muur aan de Gentse binnenwateren staat een oproep om te stemmen in het woonreferendum op 8 oktober.
Koen Smets / 07-12-2018

Zeg mij niet wat je niet wil

Wanneer het niet voldoende is iets af te wijzen
Nope
Vincent Scheltiens / 17-10-2017

De Catalaanse catch-22

De metaforische sprong in de leegte is een weerkerend thema in de editorialen van die Catalaanse pers die wil dat Puigdemont zijn ‘seny’ recupereert, zeg maar de nuchterheid of…
Rally in support of Catalan independence referendum in Barcelona